Verhalenlezen.nl - Voor al uw verhalen en sprookjes. Ook hebben we liefdes verhalen en erotische verhalen.

Verhaaltje mailen naar iemand.

Spreek een verhaal u aan, vind je een verhaal om te lachen? En wilt u het verhaaltje laten lezen door één van uw vrienden? Dan kan je via dit formulier het verhaaltje verzenden naar u vriend(in).

Naam ontvanger:
E-mail ontvanger:
 
Naam afzender:
E-mail afzender:
   
Verhaal:

Vermiljoen
VermiljoenEen sprookje van Robert Corel over een roodharig meisjeIn een land waar de beekjes stroomden alsof zij geen enkele haast kenden en de bomen ruisten alsof zij speelden met de wind, daar… daar woonde zij, Vermiljoen. Vermiljoen was een meisje. Een bijzonder meisje. Vermiljoen was een meisje met zulk rood haar dat men haar de naam gaf waar zij nu zo trots op was. Tenslotte kende niemand een ander meisje met zo'n naam. Vermiljoen was iedere dag te vinden langs de beekjes, alwaar zij zingend de ruisende bomen tekende en wat lekkere zaden meebracht voor de vogels.

Op een dag kwam haar vader haar onverwacht halen. "Vader, waarvoor ben je hier? Is er iets met moeder gebeurd?" - "Nee, mijn lieve Vermiljoen, de Groothertog heeft gevraagd alle meisjes in het land naar het hof te sturen. De Prins van het Grote Keizerrijk zoekt een bruid. Morgenochtend moet je klaar zijn voor vertrek. Maar ik mag verheugd zijn als ik je snel zie wederkeren. Een Keizerin als dochter is een bijzonderheid maar ik zou je niet willen missen." - "Maar vader. Maak u niet zo druk. Ik zal gaan en zo snel mogelijk wederkeren. Ik zeg het u!'

De andere ochtend vertrok Vermiljoen samen met alle meisjes uit de omgeving. Onderweg vroeg een meisje aan Vermiljoen hoe zij toch aan dat mooie, rode haar kwam. "Zo ben ik geboren. Ik heb er niets voor gedaan." - "Als ik net zulk mooi haar als jij zou hebben dan wil de Prins wel met mij trouwen." - "Van mij mag je, ik zou het liefst weer willen wederkeren naar mijn ouders en iedere dag de vogels weer zien bij het beekje."

Samen verzonnen zij hoe ze toch het haar van dat meisje kleuren konden. "Daarvoor heb ik wel een idee!" zei plots de man die de kar bestuurde. Ze stopten onderweg en de andere meisjes keken vol verbazing toe. De man vroeg aan Vermiljoen of hij een haar uit het hoofd mocht trekken. Vermiljoen knikte en de man trok een haar uit. Hij nam de haar en vermengde het met wat grond dat langs de weg te vinden was. De meisjes begrepen er niets van. Tenslotte voegde hij wat helder water uit een beekje toe en maalde alles in een meegebracht kommetje. Onvoorstelbaar maar, het goedje veranderde in rode verf!

De man pakte een kwastje en smeerde het haar van het meisje in. Niet veel later had het meisje hetzelfde mooie, rode haar als Vermiljoen! Alle andere meisjes werden jaloers en wilden ook! Iedereen wilde in aanmerking komen als Prinsessenbruid. En zo gebeurde het, de man vroeg Vermiljoen om meer haren uit te trekken en aanstonds vervoerde hij een kar vol met rode meisjes. Op weg naar het Hof.

Aangekomen bij het Hof wisten zij niet wat ze zagen! Honderden meisjes stonden daar, zenuwachtig te popelen om zich aan de Prins te presenteren. Iedereen was op haar mooist. Alleen die meisjes van het vergelegen land, wat zagen ze er armoedig uit! Geen mooie, glinsterende jurken, gelakte schoentjes en verzorgde nagels! Welnee, maar wel allen rood.

"Het scheelt, zo kun je ze tenminste van veraf zien aankomen. Net vuurtorens!" En alle meisjes die van de steden kwamen moesten zo hard lachen dat de rode meisjes nóg roder kleurden… van schaamte.

Vermiljoen had spijt van dit alles. Wist zij veel, ze had zich nooit druk gemaakt over de kleur van heur haar. Tenslotte vond men thuis dat het prachtig was. Maar dat was hier niet het geval. Wel wist ze dat geen van hen een kans zou maken als Prinsessenbruid. Wat haar betreft vond ze het wel prima.

De Prins was na zo'n dag enorm moe geworden. Hij was naar het Groothertogdom gekomen om een bruid te vinden maar het was allemaal hetzelfde. Protserige, en zelfingenomen meisjes. Hij walgde ervan. "Het lijkt wel of hier geen elegant en ingetogen dame te vinden is. Een Prinsessenbruid moet betoverend en mysterieus zijn!" zo dacht hij.

De nacht viel en er waren zoveel meisjes dat zij zich onmogelijk allen in één dag aan de Prins konden voorstellen. "Groothertog," zei de Prins, "als ik morgen geen bruid kan vinden uit uw land dan zal ik naar een andere heerlijkheid reizen waar wellicht mooiere meisjes zijn!" De Groothertog schrok! Dit zou zijn imago én dat van zijn land schaden. Hij moest vóór de dageraad een meisje vinden dat mooi genoeg was om een Prinsessenbruid te zijn.

Vermiljoen en de andere meisjes moesten overnachten in een vrijgemaakte stal. Maar die stadse doerakken wilden die dorpse roodharen wel 's laten merken dat ze niet hoefden te verwachten dat ze een Prinselijke kans maakten.

Ze bedachten een plannetje. Die ochtend verzamelden Vermiljoen en de andere meisjes zich om de waterpomp. Ieder had een eigen emmertje om te vullen. Wanneer ieder haar emmertje had gevuld keerde zij naar de stal terug om zich te wassen en te kleden. Maar wat was dit! Ieder ontdekte tot grote schrik dat ze niet schoner werden van het water maar bruin zagen en riekten als naar gemest land!

De stadse meiden rolden over de grond van de pret! "Hahaha," lachte er één, "om jullie een beetje thuis te laten voelen!"

"Kijk nou, een stapel Roodbontjes in de stal!" Ze wisten niet waar het te zoeken van het lachen.

Op dat moment toog de Groothertog gefrustreerd langs de stal. Hij had geen bijzonder meisje kunnen vinden. "Dan geef ik het op. Ik ben mislukt. Mijn land zal ik moeten afstaan vermoed ik. Wat een ellende!"

Toen hij zag wat er gebeurd was werd de Groothertog woest! "Jullie zijn niet alleen ongeschikt als Prinsessenbruiden, jullie zijn een schande voor het land! Scheer jullie allen weg, terug naar jullie vaders en moeders, vertel ze maar wat jullie gedaan hebben!"

Hij ontfermde zich over de meisjes in de stal. "Mijn spijt voor deze gebeurtenis. Kom mee naar het Hof. Daar kunnen jullie jezelf wassen. De bedienden brengen jullie schone kleren."

Hij realiseerde dat deze meisjes nu de enigen waren die aan de Prins voorgesteld konden worden.

Zoals gezegd, de meisjes wasten zich in het Hof en nadat zij zich hadden afgedroogd mochten ze de mooiste kleren aan die ze ooit aanschouwd hadden. Wat een prachtige jurken! Maar Vermiljoen zag iets wat de andere meisjes niet door hadden. "Hé, kijk 's naar elkaar. Wat zien jullie?" - "Ja, Vermiljoen. We hebben prachtige jurken. Oh wat zijn we mooi!" - "Vermiljoen! Ik zie het! We zijn niet rood meer!" Om zich van de koeienmest te ontdoen hadden zij ook hun haren moeten wassen. En... de verf was eruit gegaan! Nu was alleen Vermiljoen nog roodharig. "Maar nu zijn we allen mooi. Deze jurken geven ons allen een kans op een Keizerlijke bruiloft!"

De Prins was opgestaan en werd gewaar van gekeuvel in de gang. Hij kleedde zich en ging op de stemmetjes af. Wat hij zag waren allen mooie meisjes in prachtige gewaden. "Zo, en wie zijn jullie? Zijn jullie… jonkvrouwen wellicht?" vroeg de Prins. - "Keizerlijke Hoogheid! Nee, wij zijn meisjes van het land, met uw welnemen," zei er eentje. "Nou, dan zien jullie er prachtig uit. Mijn complimenten!" En nam zijn kroontje af.

Plots viel zijn oog, dwars door het kroontje heen, op een mooi, oh zo een mooi meisje! Een meisje met rood haar. Hij bewonderde de prachtig oranje gloed erin. Keizerlijk mooi, dacht de Prins. "Met haar wil ik trouwen!" riep hij onbedeesd uit. - "Eh, met wie, Keizerlijke Hoogheid?" vroeg de Groothertog. "Met haar! Hoe heet jij?" vroeg de Prins aan Vermiljoen.

"Keizerlijke Hoogheid, mijn naam is Vermiljoen," zei ze met een trillende stem. Ze begreep dat het om haar ging en voelde al aan wat er komen zou. De angst van haar vader zou uitkomen. De Prins knielde voor haar neer en vroeg haar: "Vermiljoen, wil jij mijn Prinses worden?" - "Mijn Keizerlijke Hoogheid. Uw voorstel streelt mij maar ik zou mijn vader en moeder zo missen. Net als de beekjes en de vogeltjes in het land. Dat zou mij verdrietig maken, met uw welnemen."

"Maar Vermiljoen. Als ik jou beloof dat jouw ouders in het Keizerlijk paleis mogen wonen, en ik jou zeg dat er zoveel landgoed is waar de beken prachtig stromen en de vogels hun mooiste liederen zingen. Dan, wil je dan met me trouwen?"

Vermiljoen keek om zich heen en zag de vertederde gezichten van de meisjes en de Groothertog, die wist dat dit zijn redding zou zijn. "Oh wat een geschenk dat zo'n meisje in mijn land gevonden is!" dacht hij.

Vermiljoen kon niet meer anders dan ja zeggen. En iedereen was ontroerd. Die avond werden de vader en moeder van Vermiljoen naar het Hof gebracht. Er volgde een uitbundig feest waarover tot ver in de steden verteld werd. De meisjes aldaar begrepen er niets van. Zo'n rooie landsdochter, wat moest de Prins daar nu mee?

En jaren later zit Keizerin Vermiljoen iedere dag bij de prachtige beek, niet ver van het paleis. Samen met haar Keizersdochter die prachtig paars-rood haar heeft gekregen. Daarom is zij... Karmijntje genoemd. In de avond, als de zon onder gaat en een prachtig rode gloed uitspreidt over het Keizerrijk, dan weet men, dáár in het vergelegen land, dat de Keizerin hen een lieve groet brengt.

© 2007 Robert Corel.

Alle rechten voorbehouden 2005-2024 - www.verhalenlezen.nl


Verhalen

Wilt u een verhaaltje lezen uit één van de onderstaande categorieën? Klik dan gewoon op een categorie en u komt op de pagina met de verhalen van deze bepaalde categorie.

Verhalen posten

Hebt u zelf een verhaaltje geschreven? Of een onvergetelijke blunder tegengekomen, of iets anders. En je wilt er anderen mee amuseren, lezen? Met verhalenlezen.nl kan dat geen probleem zijn. Klik hier om een verhaal te posten!


Statistieken

Totaal verhalen: 5184
Totaal categorieën: 10
Totaal 149 bezoekers online