Verhalenlezen.nl - Voor al uw verhalen en sprookjes. Ook hebben we liefdes verhalen en erotische verhalen.

Verhaaltje mailen naar iemand.

Spreek een verhaal u aan, vind je een verhaal om te lachen? En wilt u het verhaaltje laten lezen door één van uw vrienden? Dan kan je via dit formulier het verhaaltje verzenden naar u vriend(in).

Naam ontvanger:
E-mail ontvanger:
 
Naam afzender:
E-mail afzender:
   
Verhaal:

het geheim van hakunabobi 1
“Spookbos detective bureau, voor al uw onopgeloste problemen. U spreekt met Faith, wat kan ik voor U betekenen?”

Faith de Halloween Lenny zat achter haar bureau en nam verveeld een telefoontje aan. De hele dag stond de telefoon al weer rood gloeiend. Blijkbaar had de Hijgduivel zijn slag weer geslagen die nacht, want de een na de andere pet belde op om te klagen over het feit dat zijn of haar bijzondere spulletjes waren gestolen.

“Het spijt me, mevrouw. Wij kunnen U niet van dienst zijn als het de Hijgduivel betreft. Het is beter om dan de verdedigers van Neopia te bellen, wilt U het nummer?”

Faith kende het nummer uit haar hoofd. Ze legde de hoorn weer op de haak en zette haar hoed af. Zoekend naar haar zakdoek, die ergens onder de enorme berg spullen op haar bureau moest liggen, mompelde Faith iets onverstaanbaars. In tegenstelling tot de rest van de kamer, die er schoon en netjes uitzag, was het bureau altijd een troep. Meestal omdat haar baas alle post, formulieren en krantenknipsels daar neerlegde.

Achter haar ging de deur van het aangrenzende bureau open. Faith schoof een paar brieven opzij en tilde een zwaar pakje op om te kijken of de zakdoek daar lag. Toen ze hem vond, slaakte ze een zucht en begon haar voorhoofd af te vegen. Ze draaide zich om naar de persoon die net naar binnen gelopen was.

Marcus liep naar haar bureau toe en greep de post uit zijn postvakje. Zijn gecamoufleerde vacht glom in het licht van de lampen.

“Weer alleen maar rekeningen,” zuchtte hij. “Oh wacht, ook een uitnodiging voor Kougra Avond. Misschien is dat iets voor mij?”

Faith gniffelde. Hij mocht dan een camouflage Kougra zijn, Marcus was meer het avonturen type, niet het type dat de hele avond netjes stil moest zitten en pootjes moest geven aan iedere belangrijke Kougra die voorbij kwam. Marcus keek naar het lachende gezicht van Faith en schudde zijn hoofd. Hij veranderde snel van onderwerp.

“Hebben we nog iets interessants gekregen vandaag?”

“Nee, alleen maar Hijgduivel incidenten. Hij is weer goed bezig geweest vannacht.”

Marcus gooide de post op het bureau, waarbij hij het pakketje opmerkte.

Hij tilde het pakketje op en bekeek het aandachtig.

“Wat is dit Faith? Wanneer is dit-” Hij werd onderbroken door de telefoon die overging. Faith legde een vleugel op haar snavel en nam de telefoon op.

“Spookbos detective bureau, voor al uw onopgeloste problemen. U spreekt met Faith, wat kan ik voor U betekenen? Ja, die is aanwezig. Heeft U een momentje?”

Faith bedekte de hoorn en hield hem in de richting van Marcus.

“Het is voor jou.”

“Wie is het?” vroeg Marcus terwijl hij het pakketje weer op het bureau neerlegde.

“Ik heb geen idee. Hij heeft zijn naam niet gezegd.”

Marcus nam de telefoon aan. Hij schoof wat spullen op zodat hij op het bureau kon gaan zitten.

“Met Marcus Blackhorn. Waar kan ik U mee van dienst zijn? Ja. Dat klopt, die heb ik inderd-Nee ik heb hem nog niet geopend. Wat bedoelt U verkeerd bezorgd? Goed, ik wacht op een van uw mensen om hem op te halen. Hoe laat kan ik ze verwachten? OkĂ©, dan zie ik ze zo wel verschijnen. Nee nee, geen enkel probleem. Tot ziens.”

Marcus gaf de hoorn weer aan Faith, die hem op de haak legde.

“Waar ging dat over dan?”

“Het ging over dit pakketje. Het schijnt verkeerd bezorgd te zijn. Ze komen het over een uurtje ophalen.”

Faith schudde verontwaardigd haar veren. Ze schoof het pakketje naar de hoek van het bureau.

“Dat betekent dat ik dit pakketje voor niets heb lopen sjouwen? Mooi is dat.”

“Ach, je moet het van de goede kant bekijken. Gelukkig komen ze het halen en hoef ik je niet hun kant op te sturen.”

Plotseling werd er op de deur geklopt. Marcus keek verrast om. Een gedaante stond achter het glas van zijn voordeur.

“Doe jij even open, Faith? Dan houd ik de telefoon bezet.”

Faith was al opgestaan om de deur open te doen, mompelend dat ze zoiets al verwacht had.

Terwijl Marcus alle papieren bij elkaar veegde en ze in het bovenste laatje stopte, ging de telefoon over. Marcus nam hem snel op, met een half oog kijkend naar de deur die door Faith opengemaakt werd.

“Spookbos detective bureau, voor al uw onopgeloste problemen. U spreekt met de baas zelf, Marcus Blackhorn. Waar kan ik U mee van dienst zijn? Aha, dus uw man heeft uw serviesringen kwijt gemaakt zegt U? Nee, dat zou geen enkel....Momentje mevrouw.”

Faith had de deur geopend en voor haar stond de mooiste jongedame die Marcus ooit gezien had. Het was een vrouwelijke koninklijke Kougra, met een goudgele vacht en een prachtige purperen mantel. Op haar hoofd schitterde een diadeem wat ingelegd moest zijn met echte diamanten, want het schitterde in het licht van de lampen. Marcus liet langzaam de hoorn van zijn oor zakken en knipperde met zijn ogen. Vanuit de hoorn kwam een vragende stem: “Hallo? Bent U daar nog? Mijn serviesringen! Hallo?”

Terwijl Marcus zijn ogen niet van de nieuwkomer af hield sprak hij verdwaasd in de hoorn.

“Ik heb het erg druk met andere zaken, maar succes met uw adviesdingen mevrouw.”

Hij gooide de hoorn op de haak terwijl Faith de dame naar binnenbracht.

Marcus deed snel zijn manen in orde met een van zijn poten en sprong op om de jongedame te begroeten. Faith liep met haar naar de zithoek, maar Marcus onderschepte haar met een overtrokken glimlach.

“Ik neem het wel over, Faith. Hartstikke bedankt. Zou jij zo eventjes twee bakjes koffie kunnen zetten?”

Hij stak een poot uit naar de jongedame en stelde zichzelf voor.

“Marcus Blackhorn. Ik sta geheel tot uw beschikking, madame.”

“Dank u. Mijn naam is Elisabeth van Maenensteijn. Ik heb dringend hulp nodig, meneer Blackhorn.”

Marcus legde een hand op haar schouder en opende de deur naar zijn kantoor.

“Hulp is iets wat ik uitstekend kan geven. Noem mij trouwens maar Marcus, juffrouw van Maenensteijn”

Hij begeleidde de Kougra naar binnen, het ‘tut-tut’ geluid wat Faith maakte negerend.

“Let U alstublieft niet op de rommel, juffrouw. Ik ben net klaar met een grote klus en moet nog opruimen.”

“Dat geeft niets,” antwoordde Elisabeth. Terwijl Marcus de papieren haastig aan het opruimen was, bekeek ze de kamer. Er stonden twee versleten functionele stoelen voor het enige bureau dat de kamer rijk was. De muren waren amper zichtbaar doordat ze praktisch volledig werden bedekt met archiefkasten en boekenkasten. Aan een van de muren hing een enorm prikbord met kaarten en krantenknipsels. Op bijna alle krantenknipsels was Marcus te zien onder koppen zoals: ‘detective kraakt kluisroof’, ‘Blackhorn flikt het hem weer: daders en buit gevonden’ en ‘Blackhorn blijkt neusje van de zalm na oprollen visdieven’.

“U bent nogal een beroemdheid, meneer Blackhorn,” sprak Elisabeth bewonderend.

“Ach, het is niets. Ik was meer de juiste man op de juiste plaats, juffrouw van Maenensteijn”

“Het ziet er toch indrukwekkend uit. En U mag mij wel Elisabeth noemen hoor.”

Marcus bood haar een stoel aan en ging zelf achter het bureau zitten.

“Nu, laten we het eens over uw probleem hebben.”

Elisabeth zweeg even. Tranen vulden haar ogen, maar ze knipperde de tranen weg en begon te spreken.

“Het gaat om mijn vader. Hij heeft al een tijdje niets van zich laten horen en dat is vreemd. Ik ben bang dat er iets met hem gebeurd is.”

Marcus greep een notitieblok en begon te krabbelen.

“OkĂ©, dus U zegt dat uw vader al een tijdje spoorloos is? Bent U al naar de politie geweest, of naar de verdedigers van Neopia?”

“Dat durf ik niet, ik wil liever dat het een geheim blijft.”

“Waarom moet het een geheim blijven dan? U wilt toch dat uw vader gevonden word?”

“Ja, dat wil ik wel, maar het is belangrijk dat niemand weet dat hij verdwenen is. Anders zouden er wel eens personen kunnen zijn die van de situatie gebruik kunnen maken.”

Marcus keek op van zijn notitieblok.

“Wat voor personen zijn dat dan?”

Elisabeth bloosde. Blijkbaar had ze teveel gezegd.

“U moet weten dat mijn vader een rijke Kougra is met veel Neopunten en nog meer rijkdommen in zijn kluisje. Er zijn zat Neopets die daar graag eens in zouden willen neuzen.”

“OkĂ©, ik begrijp het. Heeft U enig idee waar hij zou kunnen zijn? Is hij ergens voor het laatst gezien?”

Elisabeth knikte. “Hij is het laatst gezien op mysterie eiland. Hij was daar onderzoek aan het doen.”

“Onderzoek? Is uw vader professor van Maenensteijn, van de Neopische universiteit?”

Elisabeth keek verschrikt op.

“U kent hem?”

Marcus schudde zijn hoofd.

“Alleen van krantenknipsels. Ik heb hem nog nooit ontmoet. Hij schijnt niet vaak in het openbaar te treden.”

“Dat klopt. En nu heeft hij het ineens in zijn hoofd gehaald om onderzoek te gaan plegen. Hij had mij geschreven dat ik een boek moest opsturen dat bij ons in de bibliotheek lag.

Een week later krijg ik het pakketje ongeopend terug. Ik heb voor de zekerheid het pakketje naar u toegestuurd met een kleine uitleg. Heeft U mijn pakketje niet gekregen?”

Marcus keek haar vragend aan.

“Momentje.”

Marcus stond op en liep naar de deur. Terwijl hij de deur opende fluisterde hij Faith’s naam.

Faith keek op van haar bureau.

“Is er iets? De koffie is voorlopig nog niet klaar hoor.”

“Paas mij dat pakketje eens. Dat pakketje waar net over gebeld is.”

Faith pakte het pakketje en gaf het aan Marcus.

“Marcus, alles okĂ©?” vroeg Faith verbaasd toen ze de blik van Marcus zag.

“Euh, ja. Ik denk het wel.”

Hij sloot de deur achter zich en liep terug naar het bureau.

“Oh, U heeft hem nog niet opengemaakt?”

“Nee, nog niet. Ik heb het erg druk gehad en ik was nog niet aan mijn post toegekomen.”

Marcus opende het pakketje. Er viel een briefje uit het pakket, samen met een zwaar boek. Het boek was oud en vuil, met een donkerbruine kaft gemaakt van leer. Er waren een soort van botjes aan het kaft vastgemaakt en er stond een vreemdsoortige taal op de voorkant geschreven. Het kostte Marcus moeite om de taal te ontcijferen. Het boek heette: ‘Geraptiku opgravingen’.

“Een boek?” vroeg Marcus. “Waarom wilde uw vader een boek hebben?”

“Ik heb geen idee. Hij heeft mij alleen gevraagd om het boek op te sturen en vertelde mij dat hij op het punt stond om een enorme ontdekking te doen.”

“U zegt dat hij op het punt stond om een belangrijke ontdekking te doen? Is hij een archeoloog ofzo?”

“Hij zou graag een archeoloog willen zijn, maar dat is hij niet. Hij geeft les in oude beschavingen zoals Quasala, Maraqua en Geraptiku.”

Marcus bladerde door de inhoud. Het was een saai boek, dat verslag deed van alle dingen die er gevonden waren tijdens opgravingen van de stad Geraptiku.

“Geraptiku, ik heb er wel eens van gehoord. Het schijnt een dorp te zijn op mysterie eiland, als ik me niet vergis.”

“U vergist zich inderdaad niet,” antwoordde Elisabeth. “Dat is ook de plaats waar hij het laatste gezien is.” Ze zuchtte.

“Dit is helemaal niets voor mijn vader. Hij is een verzamelaar, geen Kougra van het veldwerk. Hij krijgt al blaren als hij de tuin moet wieden.”

“Hoelang zei U ook al weer dat Uw vader verdwenen was?”

“Dat had ik nog niet gezegd meneer Marcus. Hij is nu al twee weken weg.”

“Hmm, twee weken eh?”

Marcus stopte met bladeren. Hij keek aandachtig naar het boek. Er waren een paar pagina’s uitgescheurd. Toen hij dit kenbaar maakte, keek Elisabeth verbaasd.

“Ik heb het boek verder nooit bekeken, ik wist niet dat er pagina’s misten.”

“Het lijkt erop dat ze er uitgescheurd zijn. Momentje.”

Marcus pakte een vergrootglas en bekeek de eerst volgende pagina aandachtig. Hij zag vage lijnen op het papier, alsof er op de vorige pagina’s geschreven was.

Hij greep een stukje papier en een potlood en legde het papier over de pagina. Voorzichtig begon hij te krassen met de vlakke kant van de potloodpunt. Eerst was er niets te zien, maar na een paar keer krassen kwamen er langzaam woorden omhoog. Marcus haalde het papier van het boek af. Hij sloot het boek en stopte het weg.

“Wat staat er op het papier?”vroeg Elisabeth nieuwsgierig. Marcus vestigde zijn aandacht op het papiertje, maar werd onderbroken door een klop op de deur. Verschrikt draaide Elisabeth zich om naar de deur, die open ging zonder dat Marcus ‘binnen’ had gezegd. In de deuropening stond een blauwe Elephante in een zwart pak. Hij droeg een zwarte zonnebril en had een grote hoed op. Marcus schoot een sarcastische blik naar de nieuwkomer. Zonder dat iemand het zag, liet hij het papiertje als sneeuw voor de zon onder zijn bureau verdwijnen.

“Ik kan me niet herinneren dat ik ‘binnen’ had geroepen. Ik mag aannemen dat U hier niet bent om kaartjes te verkopen voor het nieuwe Jazzmosis concert?”

De Elephante gaf een gemene glimlach.

“Ik mag aannemen,” zei hij terwijl hij ontspannen de kamer inliep, “dat dit een gevalletje is van misplaatste humor, meneer Blackhorn.”

De Elephante bleef midden in de kamer staan en stak een hand in zijn zak.

“Ik ben hier voor het pakketje wat per ongeluk naar U is gestuurd.”

“Ik kan me geen pakketje herinneren. Waar heeft U het over?”

De Elephante haalde zijn hand uit zijn zak en tot zijn schrik zag Marcus dat de Elephante een Goo Blaster beet hield.

“Meneer Blackhorn, U zou toch niet willen dat de kwestie in het bijzijn van deze dame een “smerige” wending neemt? Het pakketje bevat een boek genaamd ‘Geraptiku Opgravingen’. Ik mag aannemen dat U het pakketje opengemaakt heeft.”

Marcus probeerde een uitdrukking van milde verbaasdheid te laten zien, maar Elisabeth keek naar het boek op het bureau. De Elephante volgde haar blik en begon te glimlachen.

“Kijk kijk. Ik mag u dankbaar zijn, jongedame. U heeft blijkbaar meer verstand dan onze tweederangs detective hier.”

De Elephante greep het boek, raakte met de Goo Blaster de punt van zijn hoed aan en verdween door de deur naar buiten.

“Wat was dat ineens?” vroeg Marcus aan niemand in het bijzonder.

Elisabeth begon te snikken. Door haar tranen heen keek ze Marcus smekend aan.

“U moet mijn vader redden. Vind hem alstublieft voordat die enge mannen hem pakken. Ik weet niet wat er gaande is maar mijn vader is echt in gevaar!”

Marcus zweeg terwijl hij het papiertje weer op het bureau legde en het aandachtig bekeek. Er stond een woord op geschreven.

Hakanukabobi

“Faith,” riep Marcus door de open deur heen naar zijn assistente. “Kan jij Tiki Tack Tours opbellen en een plaatsje reserveren op hun eerstvolgende boot? Het ziet er naar uit dat ik naar mysterie eiland moet voor een interessant zaakje.”

“Maak daar alstublieft twee reserveringen van,” zei Elisabeth.

“Drie reserveringen voor mysterie eiland dus,” zei Faith terwijl ze de telefoon
oppakte.

Alle rechten voorbehouden 2005-2024 - www.verhalenlezen.nl
ï»ż

Verhalen

Wilt u een verhaaltje lezen uit één van de onderstaande categorieën? Klik dan gewoon op een categorie en u komt op de pagina met de verhalen van deze bepaalde categorie.

Verhalen posten

Hebt u zelf een verhaaltje geschreven? Of een onvergetelijke blunder tegengekomen, of iets anders. En je wilt er anderen mee amuseren, lezen? Met verhalenlezen.nl kan dat geen probleem zijn. Klik hier om een verhaal te posten!


Statistieken

Totaal verhalen: 5184
Totaal categorieën: 10
Totaal 67 bezoekers online