Verhalenlezen.nl - Voor al uw verhalen en sprookjes. Ook hebben we liefdes verhalen en erotische verhalen.

Verhaaltje mailen naar iemand.

Spreek een verhaal u aan, vind je een verhaal om te lachen? En wilt u het verhaaltje laten lezen door één van uw vrienden? Dan kan je via dit formulier het verhaaltje verzenden naar u vriend(in).

Naam ontvanger:
E-mail ontvanger:
 
Naam afzender:
E-mail afzender:
   
Verhaal:

Het geschenk
Zaterdagavond
Mira Winter had verschrikkelijke angst. Iemand volgde haar. Althans dat geloofde zij. Waarom heb ik de taxi niet tot aan de poort laten rijden? De oren gespitst en langzaam stappend, naderde ze aarzelend de poort. Hoorde zij daar opnieuw een gerucht?
Abrupt bleef ze staan en draaide zich om, terwijl haar gejaagde blik de duisternis probeerde te doorboren, maar zij zag niets. Aan weerkanten van de brede doorgang stonden hoge pijnbomen en wierpen in het zwakke licht van de verlichtingspalen die langs de hoofdweg stonden, grillige schaduwfiguren op de zwarte aardeweg.
Zij luisterde gespannen, maar buiten het geritsel van bladeren in de lichte wind, hoorde ze niets. Nochtans zou zij gezworen hebben dat er iets had geknakt. Bewegingsloos, de ogen wagenwijd gesperd, tuurde zij afwisselend van de ene kant naar de andere, maar op de weg zag zij enkel schrikaanjagende schaduwen die zich over haar gedrag lustig maakten, dansend op het ritme van de wiegende takken, georkestreerd door een licht briesje.
Ik ben te nerveus, concludeerde zij. Schoorvoetend naderde ze het kleine poortje dat toegang verleende tot het domein Grandjean, het voetbalstadium van Spartaville.
Haar trillende vingers in de handtas zochten wanhopig de sleutels. Opnieuw dat droge knakken in het struikgewas en ze stopte opnieuw. Iemand beloerde haar. Met geheven hand, vastbesloten om de sleutelbos als wapen te gebruiken, draaide zij zich om,.
Tegen wie of wat? Altijd dezelfde dansende spookachtige figuren op de weg.
Licht bevend, met korte pasjes, vorderde ze achterwaarts naar het poortje toe, de sleutelbos zo stevig in rechterhand geklemd dat het pijn deed.
Waarschijnlijk een dier!
Plots slaakte zij een gesmoorde kreet. Iemand beroerde haar rug! Zij sprong naar voor, draaide zich om en hief de sleutels zwaaiend omhoog, maar daar was niemand. Bevend als een espenblad keek ze niet-begrijpend naar de poort, maar na enkele seconden begon het haar te dagen en ze loosde een diepe zucht van opluchting.
Ben tegen het portaal gelopen!
Wanhopig tastten haar vingers naar de passende sleutel, de blik op de donkere weg gericht. Drie opeenvolgende droge geluiden van platgetrapte dorre takken klonken als pistoolschoten en brachten haar aan de rand van de paniek. Al zag ze niets, ze wist dat het geluid ditmaal van heel dichtbij was gekomen.
Eindelijk vond zij de gepaste sleutel.
Kom, kom, snel, sprak ze zichzelf moed in.
De geluiden herhaalden zich. Iemand verbergt zich in de struiken, haast je, schreeuwde een inwendige stem haar toe. Na een drietal mislukte pogingen, waarbij de sleutels bijna uit haar hand glipten, kreeg zij eindelijk de passende in de gleuf.
Tweemaal omdraaien.
Een metaalachtig klik bevestigde het ontgrendelen van het roestige slot. Tegelijkertijd duwde zij de klink naar beneden en het poortje draaide open op zijn roestige scharnieren die een schril, door merg en been dringend gekrijs, produceerden. Een laatste blik achterom onthulde niets, maar als ze een staccato van brekende takken hoorde was het alsof er iemand haar een emmer ijskoud water over het hoofd goot.
Er komt iets naar me toegelopen!
Zonder talmen sprong ze over de drempel, greep de rand van de poort krampachtig vast en hield zich klaar om die onmiddellijk dicht te smijten. Angstvallig bleef ze de toegangsweg observeren.
Geen enkel wezen te zien. Alleen de in de wind wiegden takken en van tijd tot tijd, het schrille geroep van een bosuil.
Na enkele ogenblikken wierp ze de ijzeren deur dicht en draaide de sleutel tweemaal om.

*
*

Binnen het afgebakende terrein voelde ze zich meteen heel wat veiliger. Toch legde zij haar rechteroor tegen het metaal. Geen enkele beweging, geen stappen, geen brekende takken meer.
Waarschijnlijk was het een everzwijn, stelde ze zichzelf gerust.
Hoewel nog niet helemaal overtuigd, oriënteerde zij haar aandacht op het huis dat een vijftigtal meter verderop lag. De portierswoning was een donkere vlek tussen de bomen. Met geforceerde pas stak ze de parking over, keek even naar rechts in de richting voetbalveld en passeerde langs de achtergevel van de kantine die door de duisternis opgeslorpt was. Gehaast liep ze over het smalle weggetje dat naar de plaveien binnenplaats van het huis leidde. Buiten adem, ontsloot zij de zware, eiken voordeur, liep naar binnen, sloot af en bediende de lichtschakelaar. Door het helle licht verblind, duurde het even voordat zij terug normaal kon zien.
Nog steeds niet overtuigd legde zij haar oor tegen het houten paneel, uiterst geconcentreerd op ongewone nachtelijke geluiden, maar hoezeer ze zich ook inspande, ze nam alleen het ruisen van de bomen waar. Na enkele minuten had ze er genoeg van, liep naar de salon, schakelde het licht aan en slaakte een diepe zucht van opluchting.
Het bescheiden meubilair bestond uit een barmeubel met een glazen rek, een sofa en twee zetels, een klein salontafeltje, een televisiekast en een taboeret waarop een telefoon stond. Alles was in een zwart-witte kleurencombinatie.
Terwijl ze naar de bar stapte, wierp ze achteloos haar handtas in de zetel. Haastig schonk ze zich een witte Martini in, nam gretig een slokje en vulde na. Vervolgens zette ze het glas op de salontafel en viel achterover in de sofa. Naar het witte plafond starend, zocht ze een rationele verklaring voor wat ze had meegemaakt. Het viel haar moeilijk om te geloven dat een groot dier zich zo dicht bij de hoofdweg had gewaagd. Zij had wel iemand in verdacht, maar kon zij daar wel zeker van zijn? Ze rechtte zich, nam haar gsm uit de handtas die ze achteloos op tafel neergooide, toetste een nummer en drukte dan de groene oproepknop. Als ze na de vijfde toon wilde opgeven, hoorde ze de verslapen stem van haar ex-echtgenoot.
‘Ja?’
‘Ik ben het. Waar ben jij?’ vroeg ze bitsig.
‘Waar denk je wel dat ik ben, op dit uur van de nacht? In bed natuurlijk! Wat wil je?’
‘Niets. Enkel, ik dacht...’
‘Ben je plots om mij bezorgd?’
‘Nee, ik dacht dat je rond mijn huis aan het ronddolen was...’
‘Waarom zou ik dat doen?’
‘Het is al goed, excuseer.’ Zij verbrak zonder meer de verbinding, legde de gsm op tafel, nam het glas op en dronk het in één teug leeg. Vervolgens keek ze op haar uurwerk en stelde vast dat het al middernacht voorbij was.

*
*

Mira Winter was een niet onaardige, dertigjarige vrouw. Lange zwarte haren, die tot aan het achterwerk kwamen, omkransten een ovaalvormig gezicht dat duidelijk Aziatische trekken vertoonde: kleine, bruine ogen, een ietwat breed uitvallend neusje, bolle wangen en een brede, sensuele mond, gevormd door rode, vlezige lippen. Haar mollige figuur werd vooral geaccentueerd door een paar goedontwikkelde borsten, op hun beurt gekroond met twee vooruitstekende tepels die achter de dunne stof van het witte T-shirt moeilijk te overzien waren. Deze zachte rondingen maakten haar bijzonder sexy en de meeste mannen vonden haar zeer verleidelijk. Heel wat voetballers en trainers hadden het genoegen gesmaakt haar intiemer te leren kennen, maar sinds ze met Gregorius ging, was ze opnieuw serieus geworden. Sinds weken vormden zij een koppel en na lange tijd van sentimentele eenzaamheid, was ze terug verliefd.
Wat zou Gregorius nu aan het doen zijn?
Hij had haar verteld dat hij voor een week met zijn klas naar Frankrijk op schoolreis vertrok, en ze vroeg zich af wanneer hij haar eindelijk zou telefoneren.
Was ze werkelijk zo hopeloos verliefd of zocht ze enkel een goede partij? Niemand in haar omgeving begreep hoe ze onder de twijfelachtige charmes kon vallen van een twintig jaar oudere charmeur die gemakkelijk haar vader had kunnen zijn. Zijn lange, zwart gekleurde manen maakten van hem nog geen Griekse god en hij viel vooral op door zijn grove manieren. Een ongelikte beer. Een man die teveel praatte. Welke capaciteiten bezat hij? Zonder enige twijfel was hij intelligent en bekleedde hij als leraar geschiedenis een mooie, sociale positie. Verder was hij ook nog zeer sportief, waarschijnlijk in een ultieme poging om de ouderdomsverschijnselen zo lang mogelijk te verdoezelen. Maar wat haar soms verontrustte, was zijn ongelofelijke gierigheid en egoïsme. Tevens hield hij van zijn eigen stem, luisterde zelden naar de mening van anderen en beheerste de kunst zich overal op het voorplan te plaatsen. Zonder blozen bestempelde hij zichzelf als een man die alles weet, terwijl hij misprijzend op collega’s en ondergeschikten neerkeek. Regelmatig in het openbaar beweerde hij door een stelletje idioten en nietsnutten omringd te zijn.
Ondanks haar twijfels, beleefden zij wel degelijk een onstuimige, amoureuze relatie, maar soms vreesde ze dat het een zuiver fysieke aangelegenheid was en twijfelde er sterk aan dat hij ooit een gemeenschappelijke toekomst met haar zou willen opbouwen.
Hopelijk komt hij er niet achter dat ik met zijn beste vriend geslapen heb, dacht ze en moest even huiveren als ze aan die bewuste nacht van het voorbije weekend dacht. Nadat Gregorius geweigerd had haar de som geld voor de aankoop van meubels voor haar appartement voor te schieten, was ze de dag van zijn vertrek naar Frankrijk razend op de zwier gegaan. In een discotheek was ze Gregorius’ collega tegen het lijf gelopen en die had haar ’s nacht als een gentleman terugbracht. Eerst hadden ze nog wat gedronken, dan wat geflirt en uiteindelijk waren ze samen in bed geduikeld.
Eigenlijk heb ik er van genoten. Het idee aan dit intieme intermezzo met Dirk bezorgde haar een warm gevoel en ze sloot de ogen, een gelukzalige glimlach om de mondhoeken.
Een metaalachtig geluid bracht haar brutaal tot de werkelijkheid terug. Zij sprong recht en stootte daarbij met de rechterknie tegen de tafel. Hoewel een heftige pijnscheut doorheen haar lichaam voer en haar een lichte kreet ontlokte, ignoreerde ze de pijn en spitste de oren.
Kwam het geluid van buitenhuis?
Zij trilde als een espenblad. Wat doen? Er liep wel degelijk iemand rond het huis. Gespannen bleef ze luisteren, maar hoorde niets alarmerends. Op haar tippen liep ze naar de hal, schakelde daar het licht uit en betrad de keuken. De salonverlichting volstond om de contouren van meubels en andere obstakels te onderscheiden. De keukendeur, die toegang gaf naar de achterkant van het huis, bleek wel degelijk afgesloten. Bewegingsloos bleef ze in het midden van de ruimte staan en concentreerde zich, maar de toegenomen windkracht bemoeilijkte aanzienlijk de identificatie van ieder geluid. Zijn dat voetstappen op de straatstenen?
Een onbekende probeerde geruisloos te lopen, maar de kleine kiezelsteentjes verraadden zijn aanwezigheid. Er bestond geen twijfel meer: er liep iemand langs de gevel!
Wat wil die van mij en hoe is hoe is hij hier binnengeraakt? Waarschijnlijk een gat in de omheining gemaakt. Tientallen vragen schoten door haar hoofd, maar op geen enkele vond ze een geruststellend antwoord.
Op haar tippen lopend, ijlde Mira Winter naar de salon terug en wou iemand opbellen om hulp te vragen. Ze keek naar de tafel en verstijfde.
Verdomme, waar is mijn gsm?

*
*

Met gefronste wenkbrauwen greep ze brutaal haar handtas van tafel maar vond hem daarin niet.
Maar waar is hij? gilde zij geluidloos, paniekerige om zich heen kijkend. Zij was ervan overtuigd dat ze de gsm op de salontafel had neergelegd nadat ze haar ex had gebeld. Maar daar lag hij niet meer. Zweetdruppels parelden op haar voorhoofd en het hart klopte haar in de keel. God, help me, fluisterde ze halfluid, draaide zich om en staarde als verwilderd naar de ingang.
Hij is hier! Hij heeft mijn telefoon, maar hoe heeft hij dit klaargespeeld? Daar net stond hij nog buiten…
Neen! Zij moeten met twee zijn.
Een knarsend kiezelsteentje liet haar geschrokken achteruitwijken en op dat ogenblik hoorde ze iets kraken. Het klonk als het samenpersen van een plastiekfles en een huivering doorvoer haar gespannen lichaam. In een flits besefte ze wat dat betekende en ze trok onmiddellijk haar voet terug.
Neen! Onthutst keek zij naar beneden en ontdekte de versplinterde gsm. Moet van tafel gevallen zijn als ik er met mijn knie tegen gestoten ben. Ze raapte de stukken op, maar er viel niets meer te redden. Het scherm was verbrijzeld en er ontbraken een paar toetsen.
De vaste telefoon! Zij rende naar het toestel en greep de hoorn. Welk nummer? De politie. De 101.
Verdorie, geen tonaliteit. Iemand heeft de leiding gesaboteerd. De man buiten. Hoe vind ik nu hulp?
Zij tippelde naar het grote venster met uitzicht op de binnenplaats en het weggetje naar de kantine. Op tijd herinnerde ze zich dat het licht haar blootstelde en ze schakelde het uit. Het duurde even voordat haar ogen zich weer aan de duisternis hadden gewend en pas dan ging ze links van de gordijnen staan.
Ze hoorde naderende voetstappen! Minstens één die dicht langs de façade loopt.
Zij kon de man nog niet zien. Nauwelijks ademhalend, de rug tegen de muur gedrukt, verplaatste zij zich een stap naar links. Uiteindelijk stopten de voetstappen voor het venster en doorheen de gordijnen tekende zich duidelijk een grote schaduw af. De onbekende plaatste zijn gezicht tegen de ruit en probeerde naar binnen te gluren.
Hij moet beseffen dat ik van zijn aanwezigheid op de hoogte ben. Waarom anders zou ik dan het licht uitgeschakeld hebben?
De man bleef luttele seconden staan en keerde vervolgens op zijn stappen terug. Wat is hij van plan? Ze wachtte totdat het geluid van de stappen weggestorven was.
Plotseling dacht ze aan het telefoontoestel in de kantine. Daarvan bezat ze de sleutels.
Om er te geraken, moet ik vijftig meter open ruimte overwinnen voorbij de façade, alvorens de ingang van de kantine te bereiken. Daar moet ik vervolgens drie veiligheidssloten ontgrendelen om binnen te geraken, dan de stroom aanschakelen, het slot van de telefoon ontsluiten en het juiste nummer draaien.
Ongetwijfeld zou de onbekende haar onderschept hebben nog voordat ze de ingang bereikte. Zonder licht te maken keerde ze naar de keuken terug. In de dichte duisternis zag ze weinig, maar gelukkig kende ze het huis. Buiten hoorde ze niets. Geen enkel geluid verraadde nog de aanwezigheid van de indringer.
Heeft hij zijn plannen opgegeven? Wat moet ik nu gaan doen? Maar waarom heeft hij de telefoonleiding doorgeknipt? Zou hij het zo snel opgeven? Wat wilde hij van mij? Hij moet toch vermoeden dat ik een mobiele telefoon heb. Iedereen heeft er een en hij kan toch niet raden dat ik die van mij heb beschadigd.
Op dit openblik herinnerde ze zich dat de vaste telefoon nooit had gewerkt! Toen ze met haar ex de woning was ingetrokken, hadden ze op een aansluiting verzaakt omdat beiden een gsm hadden.
Niemand had dus de lijn onklaar gemaakt. Ze slaakte een grote zucht van opluchting. Maar wat wil die man dan? Heb ik een inbreker gestoord? Of is dit een grap?
Voorzichtig tippelde ze naar de hal terug en legde haar oor tegen de deur. Geen enkel geluid. Na enkele minuten van besluiteloosheid, schakelde ze het licht aan en stond op het punt naar de salon terug te keren toen haar aandacht getrokken werd door een wit vel papier voor de ingang.
Waarschijnlijk heeft de onbekende het onder de deur geschoven.
Onzeker raapte ze het dubbel geplooide stukje papier op, sloeg het open en staarde verbijsterd naar de korte zin in grote drukletters getypt. De betekenis ervan bezorgde haar koude rillingen terwijl ze binnensmonds de inhoud herhaalde:
Heb je al in de slaapkamer gekeken?

*
*

Met een ruk draaide ze zich om en keek in de lege gang. De deuren van bad- en slaapkamer aan het einde waren dicht. Ze hoorde ook geen enkel verdacht geluid. Snel liep ze naar de keuken, legde het briefje op tafel en trok een groot vleesmes uit een assortiment messen dat in een houten blok stak. Op de toppen van haar tenen liep ze zo geruisloos mogelijk naar de gang terug. Dan verstarde ze. De slaapkamerdeur stond op een kier.
Daarnet was die toch dicht?
Hoewel twijfel haar radeloos maakte, liep ze schoorvoetend naar het einde van de gang. De badkamerdeur die de gang afsloot, was wel degelijk dicht, maar de deur aan de rechterkant stond een halve meter opengedraaid. Onbewust omknelde de rechterhand die tegen haar dij rustte, het handvat van het vleesmes zo krachtig, dat haar kneukels er wit van werden.
Aan het einde van de gang gekomen, bleef ze besluiteloos staan. Heb ik een andere keus? Dan stampte ze tegen de deur en schakelde met de vrije hand resoluut het licht aan, terwijl ze het wapen nu voor haar lichaam hield. De kamer was echter leeg. Het bed aan de linkerkant was opgemaakt. Als ze in de tegenovergestelde muur het venster halfopen gedraaid zag, begon haar hart heftig te bonzen. Snel keek ze achter de slaapkamerdeur en trok vervolgens aan de deuren van de kleerkast. Afgesloten.
Hoorde ze daar niets ritselen? De verbindingsdeur naar de badkamer stond op een kier. Schichtig keek ze in alle richtingen, hield de adem in en luisterde.
Hier is niemand en dit alles is een onsmakelijke grap.
Aan de badkameringang bleef ze weer even luisteren en schoof de deur dan met haar linkervoet open, totdat die tegen de muur aanstootte. Op dat ogenblik stond ze oog in oog met een grote schaduw. Geschrokken deinsde ze achteruit en hief dreigend het mes voor zich, niet goed wetend wat ermee te doen. De schaduw week echter ook terug. Als ze besefte dat ze naar zichzelf in de spiegel keek, slaakte ze een lichte zucht. Even twijfelde ze of ze al dan niet het licht ging aansteken, maar ze achtte de klaarte uit de slaapkamer voldoende om alles in de badkamer te kunnen onderscheiden. Ze liet het mes terug zakken en keek naar rechts waar ze achter het wit plastieken gordijn het bad wist. Dan hield ze haar adem in.
Daar zit iemand in het bad!
Haar lichaam beefde ongecontroleerd en het mes trilde in haar rechterhand.
Hij beweegt!
Ze dacht een schaduw te zien, maar misschien speelde haar verbeelding haar opnieuw parten?
Ik maak licht.
Toch roerde ze zich niet en stond als een ijspilaar voor het matte gordijn. Heb ik misschien iets aan het badvenster hangen? Soms hing ze een natte wollen trui aan het kleine badvenster te drogen, maar ze herinnerde zich niet dat ze er nu ook iets had hangen. Daar zit iemand! Een donkere schaduw rechtte zich uit het bad en naderde het gordijn.
Op het ogenblik dat een hand aan de zijkant van de plastiek opdook, wist ze dat ze zich niets inbeeldde. Een schorre, door merg en been dringende kreet ontsnapte haar keel en ze stond ter plaatse te stampvoeten totdat het plastiek terzijde schoof. Gillend sprong ze naar voor en stootte het lemmet in de plastiek. Het vlijmscherpe metaal doorboorde de dunne materie en trof iets week. Er volgde een gedempte gil en ze stak opnieuw toe. Door deze extreme stresssituatie produceerde haar organisme een grote dosis adrenaline die ongekende krachten vrijmaakte waarmee de indringer blijkbaar geen rekening had gehouden.
‘Stop, stop, stop!’ Deze gesmoorde smeekbede klonk alsof iemand met volle mond iets probeerde te roepen.
Maar Mira Winter had alle zelfcontrole verloren en met onverwachte kracht stootte ze het mes keer na keer naar voor. Meermaals trof ze de totaal verraste indringer die tevergeefs probeerde recht te komen. Door het geweld van de stoten scheurde het gordijn en de baar loste zich uit zijn ligplaats. Het in repen gesneden en roodgekleurde plastiek viel over een donkergeklede, gemaskerde man die langzaam in de kuip gleed, de borst kleverig en rood. Bij haar volgende uithaal, doorboorde het lemmet het rechteroog van de bivakmuts en als ze moeizaam het mes terugtrok, spoot een fontein bloed haar in het gezicht. Vruchteloos probeerde de getroffene de aanval nog af te weren, maar het was te laat.
Mira Winter ging tekeer als een furie en zonder ophouden, hysterisch krijsend, plantte ze steeds opnieuw het mes in de onbekende. Hoewel de man alleen nog maar zwak rochelde, bleef ze doorgaan totdat het lemmet op de binnenwand van het bad afbrak.
Roerloos, maar over het ganse lichaam bevend staarde ze naar de bewegingsloze gedaante. Ze stond daar met hangende schouders en een demonisch gezicht waarin waanzinnig uitpuilende ogen als fakkels brandden. Dan viel het mes op de grond. Ongelofelijke vermoeidheid maakte zich van haar meester. Totaal uitgeput stapte ze achterwaarts de slaapkamer binnen. Als haar kuiten tegen de bedrand stootten, zette ze zich op de bedkant, maar voortdurend keek ze verdwaasd richting badkamer, alsof de man daar ieder moment kon opduiken.

*
*
Ettelijke minuten later begon ze opnieuw rationeel na te denken en ze vroeg zich af wat er gebeurd was. Verwonderd onderzocht ze haar armen. Bloed, overal bloed en haar kleren waren ermee doordrenkt. Stilaan kwam de herinnering terug en intuïtief schoof ze naar het nachttafeltje toe, waarin ze handdoeken wist.
Als een automaat schoof ze de eerste lade open en verstarde. Niet-begrijpend staarde ze naar een vierkantig onderwerp in geschenkpapier gewikkeld en met gouden lint samengebonden.
Wat is dat nu weer? Aarzelend stak ze haar hand uit en pakte het pakje eruit, scheurde het papier en onthulde een juweliersdoosje. Haar trillende vingers kregen met moeite het deksel open en vol ongeloof keek ze naar een gouden ring die met een glinsterende diamant afgezet was. Er stak ook een gedrukt kaartje bij en ze las: ‘Liefste, wil je mijn vrouw worden?’
Ze begreep er niets van. Tranen vermengden zich met de rode strepen op haar wangen. Gregorius wil met mij trouwen? Hoe had ze dit geschenk kunnen overzien. Wat een verrassing! Alleen Gregorius kon zoiets bedenken. Wanneer heeft hij dat daar verstopt? Verleden week, vooraleer af te reizen?
Onmogelijk! Sinds hun ruzie waren ze hier niet meer samen geweest. Maar hoe heeft hij dat hier dan kunnen verstoppen? Als een monsterachtig idee vorm kreeg, begon haar hart wild te razen.
Ik heb hier ook met Dirk geslapen… Had die er iets mee te maken? Wie verdorie is die kerel in het bad? Zou Dirk gek geworden zijn?
Rusteloos stapte ze van bed af en schoof naar de badkamer. De glibberige vloer en rode spatten op de muur verraadden wat ze had aangericht, maar dat was haar minste zorg. Eerst wilde ze zekerheid. Het was duidelijk dat de indringer langs het venster naar binnen was geglipt, maar waarom? Met een ruk trok ze het gordijn weg en boog zich over het levenloze lichaam. Even aarzelde ze nog, nam dan diep adem en trok aan de bivakmuts.
Van het gezicht was weinig overgebleven en ze keek in een afstotend masker waarin het rechteroog ontbrak, de mond opengescheurd en een deel van de tong afgesneden was.
In een flits herinnerde Mira zich Gregorius’ woorden:
‘Vooraleer ik met je trouw, wil ik je zo de daver op het lijf jagen, dat je me nooit meer zult vergeten!’
Het was zeker niet zijn bedoeling geweest dat zijn wens op die manier in vervulling zou gaan.
‘Gregorius!’ stamelde ze vol ongeloof.
Dan slaakte ze een hartverscheurende schreeuw en viel in zwijm.

Alle rechten voorbehouden 2005-2024 - www.verhalenlezen.nl


Verhalen

Wilt u een verhaaltje lezen uit één van de onderstaande categorieën? Klik dan gewoon op een categorie en u komt op de pagina met de verhalen van deze bepaalde categorie.

Verhalen posten

Hebt u zelf een verhaaltje geschreven? Of een onvergetelijke blunder tegengekomen, of iets anders. En je wilt er anderen mee amuseren, lezen? Met verhalenlezen.nl kan dat geen probleem zijn. Klik hier om een verhaal te posten!


Statistieken

Totaal verhalen: 5184
Totaal categorieën: 10
Totaal 145 bezoekers online