Verhalenlezen.nl - Voor al uw verhalen en sprookjes. Ook hebben we liefdes verhalen en erotische verhalen.

Verhaaltje mailen naar iemand.

Spreek een verhaal u aan, vind je een verhaal om te lachen? En wilt u het verhaaltje laten lezen door één van uw vrienden? Dan kan je via dit formulier het verhaaltje verzenden naar u vriend(in).

Naam ontvanger:
E-mail ontvanger:
 
Naam afzender:
E-mail afzender:
   
Verhaal:

De laatste nacht op aarde.
De laatste nacht op aarde.

En deze jurk dan, mevrouw? vraagt het 18-jarige dienstmeisje aan Stacey.
Stacey, heet eigelijk, Anastacia, maar zo wil ze liever niet genoemd worden, want ze wil niet zo bekakt zijn als haar ouders.
Stacey was 17 jaar oud, en uitgehuwelijkt met de 28-jarige Jaan Hartdal.
Ook een kind van een rijke edelman.
Stacey was wel rijk, maar niet gelukkig, en voelde zich niet thuis in deze familie.
Later zou ze Stacey Hartdal heten.
Maar is ze daar wel gelukkig mee?
Jaan is toch eigelijk helemaal niet aardig?
Er kwamen miljoenen vragen bij haar op.
Mevrouw? Mevrouw? roept Boudien.
Sorry Boudien, ik was er even niet, zegt Stacey.
Het is al goed hoor mevrouw, en Boudien gaat verder met Stacey's kleding.
Dromerig kijkt Stacey voor zich uit, totdat ze opeens haar vader tegen Hajo hoort schreeuwen: lamlul! landloper! uilskuiken!
Ik had toch gezegd, dat het een RECHT zwaard moest zijn?
Nee hoor, je hebt een zwaard gevraagt, of het nu recht is of krom. Antwoord Hajo droogjes.
Het maakt dan niet uit, al is ie recht, of als is ie krom.
Voorzichtig opent Stacey de deur, en ze ziet haar vader, hij loopt rood aan.
DAN SNAP JE TOCH WEL DAT HIJ RECHT MOET ZIJN? schreeuwt Stacey's vader.
Dan ziet Stacey de hand van haar vader omhoog komen.
Ze kijkt niet, ze hoort "klets".
Ze opent haar ogen en ziet tranen in Hajo's ogen.
Ook al probeerdt hij ze te verbergen.
Zijn wang is rood en dik.
De hand van Stacey's vader staat nog in zijn gezicht.
Hajo rent langs Stacey heen.
Maar Stacey ontgaat niets ze ziet die blik in zijn ogen.
Hij kijkt haar bijna kwijlend aan maar ze ziet ook de angst voor haar vader.
Zelf voelt ze iets vreemds vanbinnen, het is een soort warme energiebron.
Ga weg Stacey! buldert haar vader.
Waarom? Waarom? vraagt Stacey snikkend.
Ga weg! buldert haar vader nu nog harder.
Waarom!? vraagt Stacey opnieuw Mijn vader is dom!
De hand van haar vader komt weer omhoog.
Dat durf je niet! roept Stacey.
Maar ze heeft het nog niet gezegt of ze heeft ook een handafdruk te pakken.
Ga weg. zegt haar vader nu kalm.
En Stacey loopt weg haar vader had haar nog nooit geslagen.
Wat was er aan de hand tussen haar vader en Hajo?

Stacey? vraagt Jaan nog al streng.
Ja schat? vraagt Stacey onderdanig.
Hoe is het met je? vraagt Jaan onverschillig.
Hij kijkt Stacey niet eens aan.
Wel goed hoor antwoord Stacey op de zelfde toon.
Nu kijkt Jaan haar wel aan hij zet zijn pijp weg kom dan maar hier schat zegt hij.
Als Stacey niet meteen komt wordt Jaan boos hier buldert hij op de zelfde toon als Stacey's kan.
Jaan trekt haar naar zich toe en knijpt in haar bil.
Zo beter? vraagt hij weer afwezig en duwt haar weg.
Stacey wil hem slaan maar knikt braaf ze wil niet nog een klap.
Als hij zo van mij "Houdt" waarom ziet hij mijn vader's hand afdruk dan niet in mijn gezicht?
Hajo zou het zien en mij troosten. denkt Stacey.
Stacey schrikt van haar eigen gedachten maar vindt ze wel fijn.
Maar ze schrikt op, als Jaan haar bij haar borsten pakt, en haar mee sleurt naar haar kledingkast, die 4 meter hoog is.
Stacey begint tegen te spartelen, en probeert weg rennen, maar Jaan heeft haar stevig vast.
Snel rukt Stacey zich los, en ze rent naar buiten, ze gaat naar de kliffen, daar gaat ze altijd heen als ze verdrietig, of boos is.
IK KRIJG JE NOG WEL STACEY GROENDYKË!
Hoort ze Jaan nog schreeuwen.

Tranen stromen over Stacey's wangen, ze scheurt een stuk stof van haar jurk af, en rent verder.
Het stuk stof neemt ze mee, maar ze weet niet waarom.
Opeens weet ze het, ik knoop mijn handen aan elkaar vast, en ik spring van de klif!
Einde verhaal.
Nooit meer Stacey.
En niemand zal het erg vinden, iederen haat haar toch, behalve Hajo dan, maar met hem mag ze toch niet omgaan.
Ze rent en rent.
Ze ziet allemaal armoedige huisjes, en koeien.
Hé, en daar woont Hajo, naast de smederij van zijn vader.
Maar ze besteed er verder geen aandacht aan en rent verder de heuvel op.
Ze is bijna boven....
Stacey begint haar handen aan elkaar te knopen met de dure, rode, en satijnen stof.
Opgegeven moment is ze boven.
Angstig kijkt ze naar beneden, er stroomt een smal riviertje, waarschijnlijk niet diep genoeg om de val te overleven.
Oké, daar gaat ze: 1,2,3.
STOP! hoort ze iemand schreeuwen.
Wie is het? Hajo? vraagt ze.
Doe het niet, dit word je dood.
Ja duhh, anders sta ik hier toch niet. Nou, donder op! roept Stacey.
Nee, ik ga niet weg, je moét terug.
Ik ben het Hajo. hoort ze hem zeggen.
O hajo, ik kan niet erug, ik voel me zo leeg. zegt Stacey zachtjes.
Daarom ben ik hier om je op te vullen. Antwoord Hajo droog.
Kom pak mijn hand, ik trek je terug.
Maar.... Ik wil niet erug, ga achteruit, weg van hier.
Je hoeft dit niet te zien. Zegt Stacey.
Ik laat dit niet gebeuren! Ik spring mee! roept hajo.
Je bent gek! schreeuwt Stacey.
Ja dat zeggen de meesten, maar intussen sta ik niet zelfmoord te plegen.
Maar ik vind het nog het ergste dat mijn vader nu alleen ervoor moet zorgen dat we niet verhait gaan.
Kom nu pak je wél mijn hand, omdat ik van je hou. Zegt Hajo.
Stacey zucht.
Oké.
En ze klimt met behulp van Hajo terug.
Dan vallen ze op elkaar en beginnen ze te zoenen.

Waar ben jij vanmiddag geweest? vraagt Alicië-Mariet, stacey's moeder aan Stacey.
O, ergens. Zegt Stacey.
Stacey's moeder zucht vermoeid, maar kindje je hele feestjurk is naar de knoppen.
Mam. Bemoei-je-er-niet-mee. Zegt Stacey.
Oké.
De vogels hebben nog steeds de oude koekjes die we in de tuin hebben gelegt niet op. Zegt haar moeder.
Ik vind het ook vrij gierig, dat wij stokbrood met kaviaar eten en zij onde 'óúdé' koekjes moeten eten.
Stacey doe toch niet zo brutaal zegt Stacey moeder geirriteerd.
Maham, het ís toch zo.
Maar je gaat die beesten toch geen kaviaar voeren. Sputterd haar moeder tegen.
Dat zeg ik toch niet, ik vind het alleen zo. Zegt Stacey uitdagend, een wenbrauw optrekkend.
STACEY! gedrag je toch niet zo bespottenlijk! Wat is er met je gebeurd? roept haar moeder radelos uit.
Niks. antwoord Stacey.
Jaa, natuurlijk alles weer verzwijgen, je bent verliefd op hajo is het niet? vraagt haar moeder met getuitte lippen.
Stacey slaat haar ogen neer.
Hebben jullie wat? J-n-njee mam. Zegt Stacey.
Ja dus, ik zal vader inlichten.
Mam, alseblieft doe het niet. jammert Stacey.
Had je maar niet met die Hajo om moeten gaan.
Ik waarschuw je, nog een keer met die Hajo omgaan, en we sturen de lagermacht achter hem aan. zegt Stace's moeder streng.

Hajo, het kan écht niet. Zegt Stacey.
Hajo en Stacey stan samen in het houten schuurtje van Hajo's vader.
Maar Stace... Begint Hajo.
Ssst. Zachtjes legt Stacey haar vinger op Hajo's lippen.
Het kan gewoon niet. Fluisterd ze met haar ogen neergeslagen.
Ik moet je afwijzen, ander zullen ze je doden.
Stace, dat maakt niets uit, je ongelukkig van die mensen.
Over een paar jaar is het vuur dat nu in je brand, op, en je zult het dan weer proberen.
Wat? vragt Stacey.
dat. Hajo wijst naar de kliffen.
Nee, natuurlijk niet, ik wil gewoon dat alles oed met je gaat Hajo. Zegt Stacey met tranen in haar ogen.
Maar het gaat juist goed met mij als ik bij jou ben. Zegt Hajo.
Maar als het zo langer doorgaat niet. Fluisterd Stacey.
Maar ik hou van je, jij bent 'het' Stace, nog nooit heb ik zoiets voor iemand gevoeld als voor jou. Zegt Hajo bloedserieus.
Ik geef je nu een laatste kus. Zegt Stacey.
Ze pakt hem bij zijn kin, en ze zoent hem lang en innig.
Dan laat ze los.
Resoluut laat ze hem los, en ze rent weg.
Stacey.... hajo steekt zijn arm naar haar uit.
Laat me met rust! roept ze snikkend. Ik kan het niet.
Dan is ze weg.
Hajo denkt: Ik hou meer van jou dan wie dan ook, laat me niet alleen....

Je hebt het goed gedaan Anastacia. Zegt haat Vader met enige trots in stem.
Het zal wel pap. Zegt Stacey verdrietig.
Ze voelt zich kapot, gesloopt.
Ik kan er ook niets aan doen Stacey, het is je eigen schuld.
Je had hem niet leuk mogen vinden. Zegt haar vader streng.
Het is jóúw fout, jij had hem niet jouw stomme rotzwaard moeten laten maken.
Stace.... Probeert haar vader haar te sussen.
Niks stace! Je bent een... een.. Ik weet niet wat je bent ! Je bent een gevoelloos, Chagerijnige, wraakzuchtige kwal! schreeuwt Stacey.
NU IS HET GENOEG! roept haar vader beledigt.
Hij tilt zijn hand op, om haar een harde mep te geven.
Maar Stacey duikt net optijd weg.
Ze rent naar haar kamer, en ze doet de deur opslot.
Anastacia! doe die deur open! Anders zul je boeten! schreeuwt haar vader.
Hij trapt, en slaat tegen de deur.
Stacey zit huilend van angst op de grond.
Maar opeens springt ze op en ze schreeuwt: NEE! nooit van mijn leven! Ik háát jullie, jullie zijn rotouders! ik weet niet wat jullie zijn maar jullie zijn onmenselijk!
Ze propt een paar kleding stukken en eten in een satijnen zak en ze loopt naar het raam.
Intussen blijft haar vader maar doorbonken op de deur.
Ik ben anders dan jullie. Fluisterd Stacey verdrietig.
Misschien kom ik helemaal niet uit mama! roept ze.
Rotdochter datjemebent! roept haar vader.
Stil schuift Stacey het raam open.
Ze klimt er door en ze glijdt via een oud touw naar benenden.
Dar trekt ze haar schoenen met minihakjes uit en begint ze te rennen.

Stil staat Stacey achter Hajo.
Hij heeft haar nog niet opgemerkt, ze zegt: Ik heb Gekozen.
Voorzichtig draait Hajo zich om.
Stace? Ben jij het echt? vraagt hij verbaast.
Ja, duhh, andes stond ik hiet niet. zegt ze droog.
Het jeje familie achtergelaten? voor mij? vraagt hij verbaast.
Ja, voor jou ja. Zegt Stacey.
Zeg waar is je vader? vraagt Stacey.
Uhhm. Stace, ik denk dat ik je iets moet vertellen.
Zegt hij met neerslagen ogen.
Wat dan? vraagt ze met een heldere stem.
Ik-heb-geen-vader-meer. Hakkeld hij.
Huhh? vraagt Stacey.
Ik zei het alleen want anders kon ik geen geld verdienen en moest ik naar het weeshuis. Zegt Hajo zachtjes.
Het geeft niet haaj, zegt Stacey.
Echt niet? vraagt Hajo verbaast.
Nee, echt niet. Zegt Stacey lief.
Ik hou van je Stace, ik ken geen vrouw zoals jou. Zegt Hajo gevleid.
Maar we moeten wel oppassen dat mijn vader er niet achterkomt waar jij woont, hij stuurt het hele leger achter ons aan.
Hij weet het niet, alleen dat ik op een berg woon. Zegt Hajo.
Een berg? Het is zowat een Kasteel muur man! ik moest bijna klimmen om die berg op te komen! roept ze.
Zachtjes begint Hajo haar te strelen, en ze komen steeds dichter bij elkaar toe.
Hajo..Ik... Begint Stacey.
Sst... zegt Hajo, rustig maar.
Stacey knikt alleen maar.
Ik hou van jou Hajo, en van niemand anders.
Ik hou ook van jou Stace, en van niemand anders.

Jou haar heeft de kleur van rode rozen. Zegt Hajo droogjes als hij wakker word.
Stacey glimlacht, jouw ogen hebben de kleur van de lucht, mooi blauw dus. Zegt ze.
Wat is jouw lievenlings kleur? vraagt Stacey aa Hajo.
De kleur van jouw haar. Zegt hij.
De jouwe?
De kleur van jouw ogen. Stacey word rood.
En Hajo bloost.
Ik vond jou eigelijk al tijd al leuk. Zegt Hajo.
Stacey kruipt naar hem toe, en begint hem te zoen.
Dan fluisterd ze: Ik ga me wassen.

Als ze buiten komt, ziet ze dat de bloemen beginnen te bloeien.
Zuchtend van gelukzaligheid plukt ze een rode roos.
Ze vergelijkt het met haar haar, Hajo heeft wel gelijk ziet ze.
Precies dezelfde kleur.
ALs ze terug denkt aan de vorige avond schrikt ze eerst een beetje.
Ze had het voor het eerst gedaan.
Met Hajo.
Ze glimlacht.
Maar hoe moet het nu met Jaan? Zou hij erg kwaad zijn?
Ze denkt van wel, maar het intreserd haar eigelijk niet zo veel.
Hij hield toch niet echt van haar.
Loopt naar het meer en ze duikt erin.
Even rilt ze, het water is nog ijskoud, maar het is al gauw over.
Het is best lekker dat koude water.
Het maakt haar wakker en ze voelt zich fris.
Als ze weer boven komt ziet ze iemand in de verte lopen.
Ze herkend wie het is.
Het is Jaan.
Ohh, nee! Straks ziet hij haar! Snel duikt ze onder water, en zwemt ze naar de oever, waar ze in haar jurk schiet.
Ze ziet niet dat Jaan haar ziet.
Hij wil naar haar toerennen, maar hij heeft een ander idee.
Hij weet nu waar ze ongeveer is....
Hij gaat haat verraden.
Uit wraak.

Hajo!! Hajo!! Voor ze het weet ligt ze languit op de grond.
Oooo, verdomme! roept ze.
Ze springt weer op en ze rent weer verder.
Als ze het kleine houten huisje instormt, kijkt Hajo verbaast op.
Wat is er Stace? vraagt hij verbaast als hij ziet dat ze totaal in paniek is.
Jaan... Ik-zag-Jaan. Hakkeld ze.
Jaan? wie is dat?
Die vent met wie ik was uitgehuwelijkt! roept ze uit.
Oo, hij. Was hij het echt? Weet je het wel zeker? vraagt hij, met een wenkbrauw opgetrokken.
Hij was het, hij was het echt.
Zag hij jouw? vraagt hij.
Ik geloof het niet.... Zegt ze.
Nou mooi toch ? Zegt Hajo.
Ja, mooi. Zegt Staey nu gekalmeerd.
Doe nu maar rustig, als hij je niet heeft gezien, is er geen reden voor paniek.
Oké. Zegt Stacey met een vermoeide zucht.

Ze zijn net aan het eten als er hard op de deur word gebonkt.
Is daar iemand! klinkt er een barse,harde stem.
Voorzichtig kijkt Stacey door het deurgaatje.
Ze ziet een grote, brede man, met achterhem duizenden mannen.
hajo!Hajo! schreeuwt ze.
Wat-is-er-Stace? Vraagt hij vermoeid.
Kijk door je deurgaatje! roept ze.
Er word nog een keer op de deur gebonkt.
Godallemachtig, wie zijn al die gasten? vraagt Hajo.
Diens mond in de tussentijf is opengevallen.
Mijn vaders leger. Zucht Stacey.
het is een zucht vol spijt en onmacht.
Wát? roept Hajo in paniek.
Je zei toch dat hij je niet had gezien? fluisterd hij.
Ik dacht het, Hajo.
Verstrooid en volslagen in paniek trekt Hajo haar mee naar de achterdeur.
Hij sleept haar mee naar buiten, terwijl Stacey verstijfd is.
Ze rennen overde velden vol met bloemen, niet dat ze daar op letten want ze rennen als een paard dat achterna word gezeten door een holeleeuw.
Straks zien ze ond Hajo! zegt Stacey.
Natuurlijk zullen ze ons zien, dat spreekt voorzich, mar het is beter ze een stap voor te zijn.
Stacey knikt begrijpelijk.
Maar dan struikeld ze, haar hele arm ligt open.
Gaat het wel? vraagt Hajo aan Stacey.
Ja hoor, gaat wel weer over, zegt Stacey met opeengeklemde kaken.
Nee helmaal niet. zegt Hajo je moet rusten!
Nee, ik wíl niet rusten, we moeten vluchten! roept Stacey uit.
Je kan niet vluchten zolang je arm nog open ligt.
Laat het me op z'n minst verbinden. Zegt Hajo.
Stacey zucht.
Oké, vooruit dan maar, gebruik dit.
Stacey geeft hem een reep stof van haar jurk, haar dure nog wel, maar dat kon haar niets schelen.
Au! niet zo hard. Stacey gilt het uit van pijn, waardoor de aanvoerder van het leger ze hoort.
Snel rennen ze naar de plek van het geluid toe, maar Stacey en Hajo zijn al weg.

Deze grot is ijkoud. Rilt Stacey klappertandend.
Dat lijkt maar zo. Je hebt koorts. Zegt Hajo terwijl hij aan haar gloeiende voorhoofd.
Ik heb geen koorts, ik heb geen pijn en er is helemaal niets aan de hand! roept Stacey.
Nou sorry hoot, Stace. Zegt Hajo beledigt.
En als het leger ons nou vindt he?he? vraagt Stacey nu helemaal over de rooie.
Heb je daar aan gedacht? Nou?
Ik denk teminste ook aan jou jij denkt alleen maar aan jezelf! roept hajo.
Het blijft even stil.
Ja, nou? vraagt Stacey, Ik heb voor jóú toevallig mijn hele familie achtergelaten!
Ach, wijf, zeik niet! Je was daar heel ongelukkig, en trouwens je zou me dankbaar moeten zijn!
ZOnder mij zou je daar halfdood, of nee, héémaal dood, in dat stomme ravijn liggen! Schreeuwt Hajo.
Tranen springen in Stacey's ogen.
Sorry, dat had ik niet mogen zeggen. Stameld Hajo.
NOU, JOUW VADER WAS ZEKER HEEL ONGELUKKIG MET JE! schreeuwde Stacey.
Ditmaal springen de tranen in Hajo's ogen.
Ach, wat laat ook maar! roept Stacey.
En ze rent de grot uit.
Ja, natuurlijk, loop maar weer weg! schreeuwt Hajo.
Dat moet jij zo nodig zeggen! roept Stacey nog.
EN ze is weg.

Verdomme Stace. Zucht Hajo.
Hij hield nog zo veel van haar, maar het is helemaal kapotgegaan net.
Nou ja, hij betwijfeld of het zo erg is.
Maar ze is weg, en weg is weg.
Morgen zou hij haar gaan zoeken, ze weet niets van survivalen.
Tenminste, vluchten dan.
EN met die arm kan ze helemaal niet veel.
Stomme Stacey, waarom luisterde je nou niet!
Driftig veegt hij hem weer weg, hij wil helemaal niet huilen.
Stacey was anders dan haar familie, ze was niet zo verwend, tenminste vergeleken met hun.
En ze liet hem in de steek.
Was het waar wat ze over haar vader zei?
Had hij zelfmoord gepleegd omdat hij hem een stomme, waardeloze zoon vond?
Nee, vast niet, zijn vader was vast ongelukkig omdat zijn moeder dood was gegaan aan tyfus.
Hajo vond het vreselijk om wees te zijn.
Hij begon zijn eigen smederij.
Niemand wist dat hij wees was, zelfs de buren niet, tenminste de mensen die 2 kilometer bij hem vandaan woonden.
Stacey, kom terug, ik verlang naar je.....

AU! Weer steken in haar arm.
Haar arm was al niet bruikbaar meer, zo'n pijn deed het.
Haar arm was rood en blauw, opgezeet, en waarschijnlijk ontstoken.
Tenminste, zo voelde hem wel.
Ze dacht aan Hajo.
Hoe moest hij zich intussen voelen?
Vast slecht, ze hadden vreselijke dingen tegen elkaar gezegd, ze wilde dat ze de tijd terug kon draaien.
Ze hield niet van ruzie.
Ze ging rillend op de grond liggen, en ze sloot haar ogen.
Toen ze dacht dat ze iets hoorde, ging ze van schrik rechtovereind zitten, en daarbij stootte ze haar verkeerde arm, ze gilde het uit van pijn.
Plotseling begon ze te hoesten en begon ze over te geven.
Ze wilde dat ze weer bij Hajo was....

2 uur later, en de toestand was alleen maar verergerd. denkt Stacey.
Ze wilde zó graag bij Hajo zijn, maar het ging niet.
Ze kon niet eens meer lopen, bloed druppelde op de grond.
Haar arm was verschrikkelijk pijnlijk.
Ze wilde dat ze even niets meer kon voelen.
Ze begon te snikken, ze kon dit iet allemaal aan.
Ze werd ziek van zichzelf.
Waarom had ze al die verschrikkelijke dingen nu gezegd?
Ze wilde Hajo echt geen pijn doen, alleen maar omdat hij bezord om haar was.
Maar Hajo, hoe zou het met hem gaan?
Ze hoopte dat hij het goed maakte.
Ze zou het zichzelf nooit vergeven, als het niet goed met hem ging.
Dat van zijn vader had ze echt nooit mogen zeggen.
Stacey had meer spijt dan ooit tevoren.
Haar arm zwol nog meer op, voelde ze.
EN ze had het ijskoud.
DIt kwam vast nooit meer goed....

Stace! STacey! Waar ben je!! Roept Hajo door het bos.
Hij was al 2 uur aan het zoeken, nog steeds heeft hij Stacey niet gevonden.
Hij wilde dat hij de tijd terug kon draaien, dan zou Stacey nooit weg zijn gelopen.
Wat miste hij haar....
Plotseling hoort hij een geritsel, even denkt hij dat het een soldaat van het leger is.
Maar hij slaat een zucht van verlichting als hij ziet dat het maar een konijn is.
Stacey! roept hij nog een een keer.
Hij dacht wat hij wat hoorde, maar het vast illusie.
Maar dan ziet hij een klein grotje, of zoiets.
Hajo gaat naar binnen om wat te eten daar.
Maar dan niet hij iets liggen.
Het heeft een menselijke vorm.
Als licht de grot binnen valt, ziet hij dat het Stacey is.
Stace! roept hij verschrikt uit, als hij ziet dat ze bewusteloos is.
Hij gaat naast haar zitten, en slaat haar een paal maar tegen haar wangen.
Hij maakt ook haar oogleden nat, met koel water uit de waterzak.
Stacey oogleden beginnen te trillen.
Ze slaakt een zucht, en dan opent ze haar ogen.
H-Hajo? Stameld Stacey verbaast, als ze Hajo mooie gezicht ziet.
Stace, wat is er met je gebeurd? vraagt Hajo.
Voorzichtig kijkt Stacey naar haar arm.
De zwelling was toegenomen, en haar wond etterde nog meer.
Hajo word bleek, blijkbaar kan hij er niet goed tegen.
Maar dan zegt hij: Kom ik zal je naar onze grot terug dragen.
Hajo, hou je nog van me? vraagt Stacey.
Natuurlijk houd ik nog van jou, hoe kan je nou niet van zo'n lief meisje houden?
Zegt hij quasi verbaast.
Stacey begint te lachen, denkt je dat ik niet te zwaar voor je ben?
Natuurlijk niet, niemand is lichter en slanker dan jou. Zegt Hajo met pretlichtjes in zijn ogen.
Hij tilt Stacey op, en begint haar te zoenen.

Inmiddels is STacey's arm al verbonden, Hajo heeft een vuurtje gestookt.
Om roofdieren op 'afstand' te houden.
Tenminste dat beweerd hij.
Maar hij zal wel gelijk hebben. Stcey legt het er maar bij neer.
Ze denkt terug aan vroeger, toen haar verliefdheid op Hajo, haar grootste geheim was.
Nu was alles een herrinering.
Haar vader zou haar nooit meer accepteren in de famillie.
En Jaan hoefde haar ook niet meer, hij vond haar vast een 'slet'.
Nou, beter een 'slet' dan ZIjn vrouw.
Hij had hun verraden, ze wist het zeker, ze hoefde hem niet meer, met zijn lelijke rotkop.
Waar zit je met je gedachten? Vraagt Hajo.
Bij vroeger. Zegt Stacey.
Het is best moeilijk te verwerken. Zegt Hajo.
Hij knikt begrijpend.
Maar vroeger is niet nu. Zegt Stacey snel.
Hajo komt naast haar zitten.
En hij slaat een arm om haar heen.

Ik was acht, en ik moest met mijn ouders mee naar een een of ander vioolconcert.
Ik vond het niet leuk, want ik hield niet van klassieke muziek.
Ik schreeuwde en huilde dat ik niet meewilde.
Mijn moeder hees me ruw in een jurk die heel erg kriebelde en jeukte.
Mijn vader gaf me klappen, terwijl ik in die jurk werd gehesen.
En natuurlijk bleef ik schreeuwen en huilen.
Toen werd ik meegesleurd ik een koets ofzoiets.
Nog steeds bleef mijn vader me slaan.
Totdat mijn moeder ei: Johannes, stop daar mee, wat zullen de mensen nu van de blauwe plekken zeggen?
Ze gaven niets om mij, ik was gewoon een modepoppetje dat voor de 'sier' meeliep.
Toen we daar waren moest ik punch drinken, waar ik misselijk van werd maar dat boeide ze niet.
Tenminste, zo kwam het wél over.
Daarna ging ik weer dwars doen, en werd ik in een kast gegooid, waar ze me pas na 2 weken uithaalden.

Heftig. Mompeld Hajo, als Stacey klaar is.
Ach ja, je raakt het gewend, hé?
Kom we gaan slapen oké? Zegt Hajo.
Hij kijkt nog even naar haar arm, en kust haar benen.
Stacey pakt zijn kin en begint hem te zoenen.

Het eerste beetje zonlicht viel de grot binnen.
Op Stacey's gezicht.
Ze opent haar ogen, ze kijkt naar haar arm, die is zo goed als over.
Goedemorgen schoonheid.
Hoort ze Hajo zeggen, als ze zich omdraait ziet ze Hajo naar haar kijken.
Ze glimlacht en zegt hoi terug.
Hoe is het met je arm?
Zo goed als over, zegt Stacey naar haar arm kijkend.
Ze schrikt op, als ze het geluid hoort van gelijkmatige voetstappen, van duizend man.
Hajo, dat is het leger. Piept ze angstig.
Ze horen: Anastacia Zonnenburg! We weten dat je hier ergens zit met die slons!
Kom tevoorschijn!
Hajo..Straks vinden ze ons....
Ze kruipt in Hajo armen.
Samen zitten ze tegen de muur gedrukt.
Ze slaken een gil van schrik als een steen achter hun wegschuift, en ze achterover vallen.
Gaat het? vraagt Stacey aan Hajo.
Ja, maar ik geloof, dat hier een ruimte achter is, stameld hij verbaast.
Stacey ziet het nu ook, en ze schuift een paar stenen weg.
Hajo helpt ook mee, totdat alle stenen achter hun liggen.
Moet je kijken, Nog een heel stuk grot. Stameld Hajo.
Wow. Stameld Hajo.
Er ligt ook stro, hier moeten eerder mensen geweest zijn....
Dan pas zien ze overgebleven botten, van een mens.
Stacey's adem stokt.
Hajo adem diep in en diep uit, als hij verrot vlees ziet liggen.
Laten we die stenen maar weer terug leggen. Stelt Hajo voor.
Het is zijn graf, dit mogen we niet gebruiken.
Stacey knikt. Uit Respect.
Weer horen ze het geluid van het leger.
Sssst, houd je stil, hoort ze Hajo nog zeggen.
Ze duiken achter een grote kei, en kijken toe hoe het leger langs hun grot marcheerd.
Een iemand kijkt naar binnen, Stacey en Hajo gaan plat op hun buik liggen.
Heleeuoo? Roept hij met een Engels accent.
De soldaat stapt de grot in, Plotseling springt Hajo op, en hij gooit hard een steen tegen het achterhoofd van de soldaat.
Voordat de arme man kan schreeuwen van pijn, ligt hij al nock out op de grond.
Hajo loopt er sluipend naar toe, en scheurt een stuk stof van zijn broek af.
Dat scheurt hij ook in drie stukken.
Het ene stuk bind hij om de polsen, de tweede om zijn benen.
En het laatste doet hij om zijn mond heen.
Is het weer veilig? Vraagt Stacey met een hoge piepstem.
Ja, ik geloof hem wel....Stameld Hajo.
Mooi, dan gaan we nu jagen! Zegt Stacey.

Ongeduldig legt Hajo de steen in zijn slinger, Dan probeerd hij de tweede, maar het lukt maar niet.
Hajo, het moet niet zo, Zegt Stacey.
Ze legt behendig en snel twee stenen in haar eigen slinger, ze wacht totdat ze een mooi dik konijn langs ziet lopen.
Ze begint de slinger rond te draaien, en BAM!
Ziezo, en nu hebben we te eten. Zegt ze doodleuk.
Hajo's mond viel open van verbazing, en hij zegt droogjes: O, je leek me meer een type voor binnen.
Nou, dan heb je het mis. Ik ben vroeger vaak genoeg weggelopen.
Terwijl ze dat zegt, maakt ze een klein sneetje in de hals van het konijn.
Stacey probeert de vacht er af te rukken, maar de vacht blijft hartgrondig op zijn lichaam zitten.
Zal ik het eens proberen? Vraagt Hajo met opgetrokken wenkbrauwen.
Is best hoor. Stacey geeft het dier aan Hajo.
Hajo maakt de snee langer,hij en trekt de vacht er in een mum van tijd eraf.
Stacey kijkt hm met open mond aan, en zegt: Dat is mij nog nóóit gelukt.
Hajo grijnst, ik zei toch dat je meer een type voor binnen was.
Dan pas kijkt ze weer naar het konijn, ze trekt aar neus op.
Hij ziet er niet erg.... uhhm, amusant uit?
Als jouw huis eraf was zou je er ook niet erg mooi uitzien. Zegt Hajo.
Vanuit haar ooghoeken ziet Stacey nog een konijn op z'n gemak langs wippen.
Razend snel stopt ze nog een keer twee stenen in de slinger.
Ze zwaait, heen en weer, rond en rond.
RATSSJJ! de stenen vliegen rechtop het konijn af.
Het konijn valt dood neer.
Hajo pakt Stacey bij haar heupen en bijt zachtjes en speels in haar oor.
Stacey draait zich om en begint hem te zoenen, hij zoent terug.
Even later liggen ze samen op de koude harde grond.
Maar dat voelen ze niet, ze voelen alleen elkaars liefde.

Stacey kijkt omhoog naar de sterren, Hajo slaapt al.
Ze zingt een liedje dat ze vroeger altijd meet haar oma zong.

We staan voor een kloof.
Hand in hand.
Op het strand.
Ik ben blij.
Want wij zijn wij.

Stacey begreep nooit waar het liedje precies op sloeg, maar nu wel.
Dat iedereen zichzelf moet zijn, hoe dan ook.
Jezelf nooit laten veranderen.
Tevreden sluit ze haar ogen.

Stace! Hoor je dat ook? In paniek schud Hajo Stacey wakker.
Huh-uhh? Mompeld Stacey.
Hajo, het is nog hardstikke vroeg, waarom schud je me n al wakker? Gromt ze.
Ik hoor het leger! Kom op! We moeten verder trekken!
Wát?! Stacey is gelijk klaarwakker.
Verschrikt kijkt ze om zich heen, Hajo zit voor haar.
Zij ogen stralen paniek uit, hij heeft een hoge piepstem.
Kom, kleed je om! roept hij uit.
Stacey schiet in haar kleding, en sprit naar Hajo toe, die alle tassen over zijn schouders heeft hangen.
Hij pakt Stacey bij haar kin. Stace, je moet weten dat ik van je hou.
Ik hou ook van jou Hajo. Stacey zoent Hajo innig.
Dan horen ze gelijkmatige voetstappen, Stacey zegt: Kom, we gaan, ze mogen ons niet krijgen!
Stace, de kans s groot dat 1 van ons het niet overleefd, dat weet je hé? Zegt Hajo.
Ssst. Fluisterd Stacey.
Zeg dat alsjeblieft niet, het maakt me bang.
Hajo heeft tranen in zijn ogen.
Hij aait haar ver haar wang, en hi zegt: Stacey, mijn lieve,lieve Stacey.
Plotseling trekt Hajo Stacey mee, en beinnen ze te rennen.
Ze rennen langs van ales, maar ze zien allebei nets, ze zijn verblind door hun tranen.
Ze horen een hoop geschreeuw, en de voetstappen worden gelukkig wel wat zachter ze lassen zo een rustpauze in. Zegt Stacey buiten adem tegen Hajo.
Kom, dan moeten wij verder. Zegt Hajo, die ook buiten adem is.
Weer rennen ze verder.
Hajo valt bijna over de wortel van een boom, Stacey kan hem nog net opvangen.
Gaat het?
Ja, natuurlijk ik lig niet op de grond hoor. Zegt Hajo.
Snel geven ze elkaar een kus.
Ik zal tot en na mijn dood van je houden. Zegt Hajo tegen Stacey.

Hajo en Stacey rennen al 3 dagen door het bos, ze hebben niets gegeten, en niets gedronken tot ze zeker wisten dat ze veilig waren.
Ik ben blij dat we deze nieuwe grot gevonden hebben, zegt Stacey.
Ik ook. Zucht Hajo.
Ik ben vooral blij dat we bij eenrivier zitten, dan hebben we tenminste drinken.
Genietend nemen ze allebei nog een slok van het koele water.
Het leger zit er van ons vandaan, maar we zijn nog niet buiten de gevarenzone hoor Stace. Zegt Hajo peinzend.
Stacey gaat tegen Hajo aanliggen.
Hajo, we zullen het samen overlezen. Zegt Stacey.
Stace, ik had je gezegd, dat de kans groot was, dat we dit niet overleven.
Maar Hajo, dat wil ik niet. Snikt Stacey.
Beloof je, dat als jij, of ik het niet overleef, dat je me nooit zult vergeten? vraagt Hajo.
Ik beloof het, Hajo. Fluisterd Stacey schor.

We moeten weer verder Stacey. Zucht Hajo.
Ik weet het, ik weet het zucht Stacey.
Even nog wat water halen hoor. Zegt ze.
Staey spurt naar de woest kolkende rivier, en ze vult het flesje.
Ze ze een vis achter een rots wegschieten,ze buigt zich verder over het water.
Heel impulsief, achteraf dan.
Want ze verliest haar evenwicht, en valt in het ruige water.
Hajo! weet ze nog te roepen.
Maar haar schreeuw op hulp word al gauw onderdrukt door een golf.
Ze gaat kopje onder.
In haar gedachten hoort ze de rivier tegen haar spreken: Geef je over Stacey, laat je leven los, ik ben toch te sterk, je hebt geen schijn van kans.
Maar een andere stem zegt: Hou vol, Hajo heeft je nodig!
Ze klapt met haar rug tegen een rots dat in het water staat.
Wat logisch is, want ze ligt erin.
Als ze weer even boven komt, ziet ze Hajo haar achternaa rennen, hij roept iets naar haar, maar ze hoort het niet, want ze gaat weer kopje onder.
Ik begin het leven te verlaten. Denkt ze verdrietig.
Maar plotseling voelt ze een stevige hand die haar bij nekvel grijpt.
En voor ze het weet kijkt ze in het gezicht van Jaan.

Stacey probeerd zich los te rukken, maar ze is nog te zwak.
Laat me los. Hijgt ze.
Ze ziet hoe Jaan vastberaden zijn onderkaak naar voren schuift, en zegt: Nee.
LAAT ME LOS, VUILE KLOOTZAK! schreeuwt ze nu hard.
Nee, liefje. Slijmt Jaan.
Ik dacht het niet, een beetje vreemd gaan hé? Zegt hij vals.
Je bent een slet, een hoe. Spuwt hij in haar gezicht.
De schande, ja inderdaad de schande an de familie!
Stacey worsteld zich los, maar Jaan kan haar nog net grijpen bij haar arm.
Ik wil je, schatje. Zegt Jaan.
Hij probeerd haar te zoenen, maar Stacey houd haar lippen stijf op elkaar.
Slet! schreeuwt hij in haar gezicht.
beter een slet, dan jou vrouw! Zegt STacey.
Stacey rocheld in Jaan's gezicht, en ze rent weg.

Hajo! roept ze door het bos, struikelend rent ze door het bos.
Ze snuift de geur van het bos in, en ze rent weer verder.
Hajo! Roept ze nog een keer.
Stace! Hoort ze Hajo's stem.
Waar zit je??! Roept ze.
HIER, IK ZIT VAST GEBONDEN AAN EEN BOOM!
Volg mijn stem! roept hij.
Stacey zet aarzelend een stap richting het oosten.
HIERRRR! Hoort ze Hajo nog een keer.
Ze ent verder, en ja hoor, daar zit Hajo, vastgebonden, met een hooftwond tegen ze boom aan.
Hajo, gaat het? Vraagt ze.
Prima. Zegt hij tegen haar.
Waarom kwam je terug, je weet toch dat je dan meer kans maakt om te sterven, Stace.
Als jij het waagt, waag ik mijn leven ook, oké? Zegt Stacey vastberaden.
Ze pakt een mest uit haar zak en begint de touwen los te snijden.
Ik werd gered door Jaan, zegt ze tegen Hajo.
Wát? Zegt Hajo verschrikt.
Dat méén je niet!
Dat meen ik wel, hij greep me beet, en hij probeerde me te zoenen, hij scheldde me ook uit.
Wat deed je toen? Vroeg Hajo verbaast.
Ik zei: beter en slet dan jouw vrouw, toen rochelde ik in zijn gezicht.
Hajo barst in lachen uit.
Ja, jij lacht erom, maar het was niet leuk! Roept Stacey Hard.
Sssst, stil joh, Jaan zit hier toch vlakbij? Zegt hij.
Ja, kom, Stacey trekt Hajo omhoog, en ze rennen weg, ze gaan opzoek naar een nieuwe grot.

Niet zo ha-ard! Roept Hajo.
Stacey probeerd Zachtjes Hajo's hooftwond voorzichtig te verbinden.
Ja, maar als jij je hooft steeds afwent dat lukt het ook niet hé, bijdehandje? Zegt Stacey boos.
Nou, sorry hoor. Ik bedoelde het niet kwaad hoor.zegt Hajo.
Je hebt gelukkig niet veel bloed verloren, maar het moet wel verbonden worden, dus stil zitten! zegt Stacey streng.
Ja mama. Grapt Hajo.
Na een kwartier zit eindelijk het verband om Hajo's hoofd gewikkeld.
Oei, dit doet pijn. Kreunt hij. Hajo grijpt naar zijn hooft.
Morgen gaat het vast beter, Haaj. Zegt Stacey.
Dat is maar te hopen, zucht Hajo.
Een nieuwe grot hebben ze niet gevonden, maar ze hebben van jurken, en stukken jutezak een tent kunnen maken.
Dankzij Stacey's naaikunsten dan.
Ik ga slapen, Stace. Kreunt Hajo vermoeid.
Is goed, als je morgen maar goed uitgerust bent om wer verder te trekken.
Zal wel. Mompeld Hajo.
Hij gaat liggen en valt als een blok in slaap.
Vertederd kijkt Stacey naar zijn gezicht.
Hij is geweldig. Denkt ze.
Morgen moeten ze verder trekken, maar nu Hajo ziek is, kunnen ze beter overmorgen vertrekken..
Hajo kreunt in zijn slaap.
Stacey aait glimlachend over zijn hooft.
Hij legt zijn hoofd op haar knieen, Stacey sluit ook haar ogen.
Stace? Vraagt Hajo.
Ja? Zegt Stacey.
Ik wil morgen verder hoor, ik ben niet ziek ofzo, ik heb vaker last van hooftpijn.
Mijn vader noemde het migraine.
Oké, we zullen morgen verder trekken. Zegt Stacey.
Ik beloof het. Zegt ze vastberaden.
Ik hou van je. Ze geeft Hajo een kus.
Dan vallen haar ogen dicht.

Stace? Slaap je nog? Hoort Stacey Hajo vragen.
Nee, nu niet meer nee. Waarom maak je me wakker? Vraagt Stacey pissig.
We moeten zo gaan, het is al best laat.
Heb je nog hooftpijn? vraagt Stacey aan Hajo.
Hij schud van nee.
Oké, dat is mooi, want dan kunnen we weer verder. Zegt Stacey.
Ze staat op en rekt zich uit, Hajo doet hetzelfde.
Hebben we nog veel eten? Vraagt Stacey aan Hajo.
Hajo kijkt in de grote jutezak, en hij antwoord: 2 oude konijnen, 6 aardbeien en 11 gedroogde druiven.
Oké, kunnen we wel mee door. Zegt Stacey.
ALs we zuinig zijn. Vult Hajo aan. hebben we genoeg drinken? Vraagt Stacey.
2 glazen flesjes, allebei eentje dus.
Dan horen de iemand, het sluipt langs hun tentje.
Voorzichtig kijken ze naar buiten, Stacey houd haar adem in.
Het is Jaan. Fluisterd ze bang.
Ssst. Zegt Hajo.
Ik weet dat jullie samen in dat tentje, of wat het ook is zitten, maar kleed jullie eerst aan, loop daarna met je handen op je rug naar buiten.... Zegt Jaan met een dreigende ondertoon.

Langzaam trekken Stacey en Hajo hun kleren aan.
Ze weten dat ze geen poging moeten doen om te vluchten, hij zou een wapen kunnen hebben.
Zo, als we buiten komen dan.....Begint hajo.
Maar Jaan schreeuwt dat ze niets mogen zeggen.
Ze zeggen niets, en ze lopen met tegenzin naar buiten.
Ziezo, als we naar de landlopers niet hebben. Zegt Jaan gemeen.
Ik zou maar heel snel je grote mon....Begint Hajo maar Jaan duwt een mes onder zijn kin.
Één woord, en je bent er geweest, mannetje.
Hajo! roept Stacey.
Zo snel als de bliksem haalt Jaan nog een mes tevoorschijn, en hij drukt nog een mes tegen haar kin.
Dat geld ook voor jou, Anastacia.
Hajo houd zijn adem in om niet te lachen, heet jij Anastacia? proest hij uit.
Kop dicht, boertje. Hij drukt het mes dieper in Hajo's kin.
Ik waarschuw jullie, het leger is dichtbij jullie, als jullie willen leven, dan moeten jullie hier weg.
Kom je hier, om ons te waarschuwen? Stacey's mond valt open.
Ja, anders heb ik geen verloofde meer, en hebben ze geen meedelijden meer met me. Snauwt Jaan.
Achter in het bos, staat een oud vervallen huisje, daar kun je schuilen.
Jij helpt óns? Vraagt Hajo verbaast.
Ja, ik heb jullie dan wel verraden, maar dat betekent nog niet dat ik jullie dood wil hebben. Zegt Jaan boos.
Zo slecht ben ik nu ook weer niet!
Oké, oké. bedankt, Jaan. Snel geeft Stacey Jaan een kus.
Vanuit haar ooghoeken ziet ze Hajo jaloers toekijken.
Jaan glimlacht, het ga jullie goed.
bedankt Jaan. Zegt Hajo.
Kom, we gaan. Stacey trekt Hajo mee.
Samen rennen ze weg, maar wat ze niet zien, is dat Jaan een speer in zijn schouder krijgt, en dood neer valt op het mos.

Takken zwiepen hard in Stacey gezicht, in Hajo gezicht zitten alemaal striemen.
Hajo! Stacey houd haar adem in.
Daar is het!
Stacey wijst naar een uit schuurtje, dat eruit uit ziet alsof het ui 1700 komt, maar dat maakt niets uit, het is tien keer beter dan een koude grot.
Maar eerts moeten ze de heuvel af klimmen, wat niet zo makkelijk is als het lijkt.
Hajo gaat eerst, Hij komt gemakkelijk beneden, maar nu moet Stacey nog....'
Hajo, is er geen andere weg.... Slikt Stacey.
Het moet Stace, anders komen we er niet, dat weet je toch.Zucht Hajo vermoeid.
Oke, daar gaat ie.
Ik kom hoor, ja ik kom eraan. Zegt STacey.
Ja, kom dan. Zegt hajo.
Oke.
Eerst zet stacy haar voet over een stuk steen, en zo klimt ze van steen naar steen naar beneden, maar op het laatst glijd ze uit.
Au! Roept ze hard.
Gaat het? Hajo's ogen staan bezorgt.
Ja, hoor gaat prima, ik ben alleen op m'n kont gevallen.
Kom. Hajo helpt Stacey overeind, samen lopen ze naar het oude vervallen schuurtje.
Van dichtbij is hij eigelijk niet zo lelijk en oud, als hij lijkt.
Inderdaad. Zegt HAjo. Kom we gaan naar binnen.

Wow, er zijn zelfs bedden, het is niet de eerste klassen maar er zijn BEDDEN! Roept Stacey blij.
Opgelucht laat Hajo zichzelf op een bed vallen, heerlijk zucht hij.
Stacey vliegt hem om de hals en zoent hem.
Hij zoent terug, zachtjes voelt hij haar tong, die rondjes om de zijne begint te draaien.
Ze gaan samen liggen.
Het is al weken geleden, dat ik op een bed heb gelegen. Zegt Hajo vrolijk.
Je bent veranderd, Stace. Je bent niet zo verwend meer.
Jij ook, je hebt geleerd hoe je mij minder verwend moet maken.Stacey steekt plagend haar tong uit.
Hajo staat op en begint in houten,oude kastjes te kijken.
Stacey! Er is zelfs eten! roept verrast uit.
Stacey snelt zich naar hem toe.
Er is rijst, gedroogde vruchten en 4 grote glazn flessen met water!
Stacey zucht van verlichting, ze was al bang dat er niets eten was, in het armoedige huisje.
Dan kunnen we koken!
Kan jij koken? Vraagt Hajo verbaast.
Ja, geleerd van het dienstmeisje.
Als ik op mezef ging wonen. zegt tacey.
Ik heb het nooit geleerd. Zegt Hajo.
Kon je vader niet koken? Vraagt Stacey.
Nee, we aten altijd gedroogde vruchten. Zegt Hajo.
Maar het was niet erg, want ik was het gewend.
Stacey staat op , en ze zegt: Ik ga je leren koken.

Dat doe ik nooit meer. Zucht Hajo.
Gewoon slavernij.
Oké, dan kook ík wel alles voor voor jé. Zegt Stacey.
Echt waar? Vraagt Hajo met opgetrokken wenkbrauwen.
Nee. Zegt Stacey.
Ik moet hier verdomme niet alles doen! Schreeuwt Stacey.
Stace, doe es even rustig! Roept Hajo.
O, ík moet rustig doen? Ik hoef hier niet alles te doen! Schreeuwt Stacey ,midden in zijn gezicht.
Weet je wat? Laat maar! Ik ga wel weg! Hajo pakt zijn jas, en hij loopt het schuurtje uit.
Hij slaat de deur hard achter zich dicht.
Verdomme! Schreeuwt Stacey.

Waarom deed ze zo boos tegen Hajo? Hij heeft haar toch niets misdaan? Denkt Stacey met opgetrokken wenkbrauwen.
Hajo was wel veranderd, hij deed....gewoon anders.
Maar ik ben ook wel veranderd, daar kan het ook wel aan liggen.
We zijn allebei veranderd, maar ik hou nog wel van Hajo.
Morgen ga ik hem wel zoeken.
Hij heeft het best moeilijk, hij heeft veel te veel meegemaakt.
Hij had haar ook vertelt dat zijn vader overleden is op 23 april 1908.
En het was vandaag....23 April 1910! Verdomme! Daarom deed hij zo raar.
Wat erg! ze is het helemaal vergeten!
Stacey gooit van pure frustratie de glazen kom op de grond kapot.
Auw! Ze staat in een een glas splinter, ze hinkt naar haar bed.
Stacey pakt haar pincetje, en pulkt hem uit haar voet.
Ze valt ten einde raad achterover op haar bed, en ze valt in slaap.

Stomme rot Stacey! Hij had haar toch vertelt over zijn vader?
Ze snapt helemaal niets. Hij dacht dat ze anders was....
Opeens realisseerd Hajo zich dat zij er ook niets aan kan doen, dat zijn vader dood is.
Hij houd toch van haar? Dat moet hij het haar kunnen vergeven.
Maar Stacey had wel wat begrip kunnen tonen.
Plotseling hoort hij het gestampvoet van het leger.
Stacey! Zij is niet veilig!
Hij staat snel op en hij zet het op lopen, hij moet naar Stacey toe, zij is niet veilig.
Opeens herinernt hij zich dat Jaan hun had gewaarschuwt, en dat hij naar het hutje moet gaan.
Daarna hoor hij hem zacht op de grond vallen, hij dacht dat hij huilend op de grond zakte ofzo.
Hij moet vermoord zijn door het leger! Wat was het anders geweest?! Het was vast geen eenhoorn of een ander iets.
daar is de hut al!
Hajo stormt naar binnen, Stacey sliep al, ze schiet van schrik overeind.
Hajo? vraagt ze, terwijl ze in haar ogen wrijft.
Kleed je gauw om! Het leger weet waar we zitten! Roept Hajo.

Auw, auw! Niet zo snél! Roept Stacey.
We moeten hier ver vandaan. Zegt Hajo vluchtig.
Wat als ze ons vinden. Zegt Stacey huilend.
hajo stopt met renen en hij pakt haar hoofd beet.
Niet aan denken Stace, hij zoent haar, en dan rennen ze weer verder.
Hij hoort de man die het leger leid wat roepen.
kort daarna horen ze nog meer geschreeuw: daar zijn ze!
hajo, ze hebben ons ontdekt! Piept Stacey.
Rustig maar, stace. Er gebeurd vast niets!
Maar Stacey ziet hevige paniek in zijn ogen.
Jij bent ook bang hé hajo? Vraagt Stacey aan hem.
Hajo knikt, kom we moeten verd....Maar zijn stem word gauw afgebroken, door een speer die zijn arm in schiet.
Hij schreeuwt het uit van pijn.
Stacey gilt het uit van schrik.
In paniek trekt Hajo de speer uit zijn arm, en ze rennen weer verder.
Gaat het hajo? Vraagt Stacey bezorgt.
Ja hoor, gaat wel. knikt Hajo stijfjes.
Ze trekt Hajo weer mee, en ze rennen weer verder, maar met meer dan duizend man achter hun aan.

Stace, we redden dit niet samen, ren jij maar verder ik ga tijd rekken. Zegt Hajo.
Nee,we gaan dit samen overleven Hajo. Hoe dan ook.
Zegt Stacey vast beraden.
Hajo zucht vermoeit, en kijk thaar doordringet aan.
Stacey, je moet accepteren dat ik het misschien niet overleef, kom rennen! Zoek een grot, als ik morgen nog niet terug ben, mag je me pas gaan zoeken.
Hij zoent haar iniig, en hij loopt vastberaden de richting van het leger.
Hajo, Stacey strekt haar hand naar hem uit.
Stacey laat het los. Roept Hajo.
Ik hou van je.... Zegt STacey.
Ik ook an jou, zoek een grot, beloof je me dat? Vraagt Hajo.
Stacey knikt. Ja, ik beloof het.

Stop hier. Het meisje is dood. Zegt Hajo tegen de aanvoerder van het leger.
Aanvoerder Pieter-Jean kijkt hem diep in de ogen.
Je liegt, zegt hij naar een tijdje, tegen Hajo.
Nee hoor, echt niet. Hajo zet een stap achteruit.
Maak hem af. Pieter-Jean wijst in de richting van Hajo.
Het leger komt op hem af.
Pieter-Jean stapt op het af, en pakt hem bij de keel, hij smijt Hajo tegen een boom aan.
Hajo voelt de klap in zijn hooft nagalmen.
Een soldaat stekt een mes in zijn been, zodat hij niet mer kan lopen.
Laat hem hier uitdrogen. Zegt Pieter-Jean.
Maar een man stormt woeden, en gillend naar voren, en duwt met al zijn kracht een mes in Hajo's maag.
Hajo begint dubbel te zien, voordat hij al bijna voorgoed zijn ogen sluit ziet hij, dat het Stacey's vader is.
Dan word het zwart voor Hajo's ogen.

Hij had haar gezegd, dat als hij er over 1 niet zou zijn dat zij hem dan moest gaan zoeken....
Denkt Stacey bezorgt.
In de grot was het koud en donker, overal op haar zaten beestjes.
Hoelang was het wel niet geleden dat ze een fatsoenlijke warme douche had gehad?
Ze stond op, en veegde alle beestjes van haar af.
Ze Breekt De minihakjes van haar schoenen af, en bind er een stuk konijnenvel omheen.
Ze loopt de grot uit, en ze loopt de richting in, waar Hajo heen was gelopen.
Na een stuk of 2 uur, ziet ze iets liggen, het heeft eenmenselijke vorm, opeens realiseerd ze zich dat het Hajo is.
HAJO! Roept ze blij uit, maar als ze dichterbij komt, ziet ze dat er iets mis is.
Haar glimlach glijd langzaam van haar gezicht.
Ze rent vlug naar hem toe, en ze slaat hem een maar maal tegen zijn wangen.
Even trillen zijn oogleden.
Hij opent zijn ogen.
Stacey....Fluisterd hij.
Kom Hajo, we gaan. Zegt Stacey zacht.
Hajo schud zijn hooft. Gaat niet....
Dan til ik je toch. Stacey begint aan hem te sjorren.
Stacey, ik ga het niet meer redden, ik ga dood. Brengt Hajo vermoeid uit.
Nee, je gaat niet dood! ALs jij dood gaat, ga ik dat ook. Zegt Stacey.
Hajo schud zijn hooft.
Nee STace, jij gaat niet dood.
Niet vandaag, niet nu.
Jij sterft in je bed als een erg oude vrouw, maar eerst ga je veel kinderen krijgen.
Belooft? Vraagt Hajo.
Belooft. Zegt Stacey.
Beloof je ook dat je me nooit zult vergeten? Vraagt Hajo.
Ik zal je nooit vergeten, ik laat je nooit los.

STacey blijft bij Hajo zitten totdat het avond word.
Hij begint langzamer te ademen.
Waarom is zij niet degene die dood gaat?
Waarom Hajo? Hij was de enige die echt om haar geefde.
En nu gaat hij dood.... Er rolt een traan over haar wang.
Stace, huil niet om mij. Ik zal je nooit vergeten, ik zal op je wachten....
Hij krijgt meer moeite met ademen, toen sloot hij zijn ogen voorgoed.
Stacey voelde aan zijn pols, maar er was geen hartslag meer.
Hajo was dood.
Hajo? Vraagt Stacey met een bevende stem.
Hij reageerd natuurlijk niet.
O, Hajo. Waarom moest jí'j sterven.
Stacey begraaft haar gezicht in zijn handen.
Maar zijn handen zijn koud, zo doods.
Ze barst in snikken uit.

83 jaar later....

Is dat allemaal echt gebeurt oma? Vraagt kleine Lizzy.
Ja, lieverd het is allemaal echt gebeurd. Zegt Stacey.
Stacey was immers al honderd, en ze was ooit getrouwd geweest met Hajo's neef.
Hij had haar gevonden, hij heette Julien.
Hij is al 20 jaar dood.
Stacey heeft 3 kleinkinderen, de kleine Lizzy van 3, Julia van 8, en Thomas van 12.
Heftug. Zegt Thomas verbaast.
Julia's mond staat open.
Dan gaat de deurbel. Haar dochter Juliana staat voor de deur.
Was het gezellig met oma kinders? Vraagt ze.
Ze knikken allemaal heftig.
Mooi, we moeten gaan, papa heeft het eten al bijna klaar.
Oké mam, Ze trekken allemaal vlug hun jas aan.
Eet jij ook mee ma? Vraagt Juliana aan Stacey.
Nee, sorry ik heb het gevoel dat ik beter thuis kan blijven. Zegt Stacey.

Als Sajcey op bed gaat liggen, en het licht uitknipt.
Ligt ze een tijdje wakker.
Opeens verschijnt Hajo voor haar bed, hij straalt een mooi warm licht uit.
Kom. Zegt hij, ze pakt zijn hand, en ze staat langzaam op.
Ze voelt zich opeens weer zeventien jaar.
Ze kijkt naar haar armen en benen, ze is weer jong.
Dan kijkt Hajo haar aan.
Hij zegt; Ik zei toch dat in op je zou wachten?
Dan kijken ze elkaar verliefd aan en ze beginnen te zoenen.


Eindelijk zijn ze weer samen.


















































Alle rechten voorbehouden 2005-2024 - www.verhalenlezen.nl


Verhalen

Wilt u een verhaaltje lezen uit één van de onderstaande categorieën? Klik dan gewoon op een categorie en u komt op de pagina met de verhalen van deze bepaalde categorie.

Verhalen posten

Hebt u zelf een verhaaltje geschreven? Of een onvergetelijke blunder tegengekomen, of iets anders. En je wilt er anderen mee amuseren, lezen? Met verhalenlezen.nl kan dat geen probleem zijn. Klik hier om een verhaal te posten!


Statistieken

Totaal verhalen: 5184
Totaal categorieën: 10
Totaal 127 bezoekers online