Confessions of an orphan child..
U leest om dit moment het verhaal Confessions of an orphan child. gepost door Liza de Jonge. Dit verhaal is gepost in de categorie spannende verhalen. Wilt u een zelf geschreven, of een mooi verhaaltje posten? Klik daarvoor hier.Wilt u terug naar spannende verhalen?
Categorie: spannende verhalen
Gepost door: Liza de Jonge
Gepost op: 2009-5-24
Verhaal:
Confessions of an orphan child.
Oke, blijf rustig. Relax. Adem in, adem uit. Geen paniek. Dit kan gewoon niet kloppen. Er móet ergens een fout zijn gemaakt. Ik kijk nog eens goed naar de fax die ik in mijn handen heb. ...spijt mij u mee te moeten delen... dhr. James Carlton ... mevr. Rebecca Carlton ... omgekomen ... boeiing 737. Langzaam kijk ik weer omhoog. Voor m'n gevoel staat de tijd stil. Ik sta op,loop naar m'n bureau en trek de la open. Na even zoeken vind ik waar ik naar zocht. Een foto van de zomervakantie op Curaçao twee jaar geleden. Pap,mam en ik, we zagen er absoluut niet uit, kletsnat waren we, vandaar dat de foto ergens onderin een laatje lag. Maar vrolijk en lachend staan we op de foto. Glimlachend denk ik terug aan het moment waarop die foto genomen werd. Papa en ik tilden mam het zwembad in, die verderop te lag zonnen. Gelukkig kon ze erom lachen, maar ze bleef net zolang achter ons aanrennen tot wij ook in het zwembad lagen. Uiteindelijk waren we er alledrie in. Ik zucht. Dit is gewoon een nare droom, ik moet alleen eventjes wakker worden, en dan word ik wakker in mijn eigen bed, en kunnen papa en mama over enkele uurtjes thuis komen. Ik knijp mezelf. En nog eens. En nog een keer. Maar er komt geen einde aan deze afschuwelijke nachtmerrie. In mijn wanhoop doe ik de televisie aan en kijk naar het acht-uur-journaal, iets wat ik normaal nooit doe. Ik kijk, maar zie niets. Ik luister, maar hoor niets. Dan zie ik een snelle flits van een vliegtuig en schrik wakker. Ik kijk naar de beelden op de televisie. Gewonde mensen, dode mensen, overal stukken vliegtuig. Een moment kijk ik ernaar. Dan gaat de telefoon. 'Met Vanessa' hoor ik mezelf zeggen. ' Vanessa, liefje,....' Het is de stem van oma. Een vreselijk gejammer en gehuil volgt. 'Vanessa, ik kom nu onmiddellijk naar je toe, oké?' En de verbinding wordt al verbroken. Langzaam dringt de realiteit tot me door. Langzaam begin ik te begrijpen dat ik nu een wees ben geworden. Ik voel een pijnlijke steek in mijn hart. En dan lijkt het of ik moet kotsen. Het begint me te duizelen en langzaam wordt alles zwart voor mijn ogen...
'Vaaanessaaaa' Ik hoor een slome stem. Ik knipper met mijn ogen. Ik zie vage schimmen, alsof ik een bril met enorm dikke glazen op heb. Langzaam maar zeker wordt alles helder. Oma hangt over me heen en ik wordt overrompelt door haar kussen en knuffels. Oké, dit is maf. Wat is er gebeurd? Dan herinner ik het me allemaal weer. De fax die binnenkwam, wanneer was dat? Vanmiddag, gister? Vorige week misschien? Hoelang ben ik knock-out geweest? Ik probeer overeind te komen, maar m'n hoofd voelt als lood. 'Vanessa liefje, kun je me horen?' Oma's stem is net zo warm en zacht als altijd. Wat er ook gebeurd, oma ziet overal het positieve wel van in. 'Ja hoor, ik hoor u wel.' Praten doet pijn. Net of ik dàgen, nee, weken lang heb gepraat. Of gehuild. Oma kijkt me met een bezorgde blik aan. 'Het gaat wel oma, echt waar.' Ik probeer me groot te houden. Voor oma is het allemaal al moeilijk genoeg. Opa is net twee jaar geleden overleden, en nu moet ze haar enige dochter ook nog es missen. Ik zie tranen in haar ogen verschijnen. Ik vraag me af wat ik moet doen. Oma is nou niet bepaald een knuffelig type. 'Vanessa, liefje..’ Begint ze. Ik kan er niet tegen als mensen in elke zin een koosnaampje gebruiken. Maar nu laat ik het maar zo. ‘Je mag best huilen. Huilen zal je goed doen.’ gaat ze verder. Ik probeer te huilen, maar ik kan het niet. Het lukt gewoon niet. Ik probeer aan iets heel verdrietigs te denken. Maar wat is er verdrietiger dan geen ouders meer te hebben? Ik probeer niet te knipperen, misschien dat er dan tranen komen. Maar nee, nog steeds lukt het niet. Waarom kan ik niet huilen? Is er iets mis met me? Misschien dringt het nog niet goed tot me door. Nee, dat is het ook niet. Het dringt heel goed tot me door. En ik wil ook wel huilen, ik wil schreeuwen, of gillen of slaan, of iets kapot maken. In ieder geval íets. Maar ik blijf zitten. Rustig en kalm. Alsof er niets aan de hand is, en het een normale doordeweekse dag is, en ik geen wees ben. Maar dat is niet zo. Ik ben een wees. Ik kan het eigenlijk nog steeds niet geloven. Ik ben een wees, ik ben een wees, ik ben een wees en ik heb geen ouders meer. Ik blijf het in mijn hoofd herhalen. Oma staat intussen op en loopt richting de keuken. Ik blijf zitten. Wat zal er hierna gebeuren? Waar moet ik wonen? Wie zal er voor me zorgen? Oma komt weer binnenlopen, met een glas water in haar handen. Met een ‘Hier, neem maar eventjes wat te drinken, daar zul je van opknappen.’ geeft ze me het glas water aan. Waarom denken mensen altijd dat het je goed zal doen om water te drinken? Maar goed, ik drink het toch maar even om haar gerust te stellen. Oma steekt haar hand uit. Ik pak hem beet en ze tilt me overeind. Even glimlach ik. Oma is een klein vrouwtje, ik steek een kop boven haar uit, maar toch is ze nog zo sterk en vol energie. Dan trekt ze een serieus gezicht. Ik schiet bijna in de lach, want oma die serieus kijkt komt niet vaak voor. Ik schrik van mezelf. Waarom wilde ik lachen? Hoe kan ik überhaupt ooit nog lachen of plezier hebben terwijl papa en mama er niet meer zijn en niet van mijn pleziertjes meer mee kunnen genieten? ‘Vanessa, laten we er maar eventjes bij gaan zitten.’ Nog steeds heeft oma een serieuze blik in haar ogen. Ik slaak een diepe zucht. Dit kan nog wel eens een héle lange avond worden.
Ik luister naar het zachte gesnurk van oma. Ze is op de bank in slaap gevallen, nadat we alles besproken hadden voor de begrafenis. We hebben het er nog niet goed over gehad bij wie ik ga wonen na de begrafenis. Ik neem aan bij oma, maar zij is ook al oud. Ik zucht. Dan zie ik oma's blik weer voor me. Ze keek me steeds op zo'n rare manier aan, vaak met tranen in haar ogen, alsof ze me iets belangrijks te zeggen had, maar het niet kon. Of, nou ja, misschien beeld ik het me maar in, het is ook zo'n rare dag geweest. Mijn hoofd is leeg en ik voel me dood en lusteloos. Ik kijk nog eens naar oma, en zie haar rillen. Zelf krijg ik het ook aardig koud. Ik loop naar de slaapkamer van papa en mama om een dekentje voor oma te pakken. Als ik in de deuropening sta kijk ik even rond. Het is zo ongeloofwaardig, dat ik papa en mama hier nooit meer zal zien. Nooit meer ontbijtjes op bed brengen, nooit meer luieren met mama met wat tijdschriften, of gewoon wat kletsen. Nooit meer belangrijke gesprekken voeren met papa over school en dat soort zaken. Ik realiseer me dat ik me altijd ergerde aan al die kleine dingetjes, maar wat maakt het nou uit, zolang ze maar leven is het toch allemaal oké? En ik moet niet alleen dingen missen die we in de slaapkamer deden, als ik ooit zou trouwen, zou papa me niet eens kunnen weggeven, als ik kinderen zou krijgen, zouden zij één opa en oma moeten missen... Dan herinner ik me weer waarvoor ik kwam, ik zou een dekentje halen. Ik loop naar de kast en trek de deur open. De kast hangt bomvol met kleding. Ik glimlach. Papa en mama hebben echt ontzéttend veel kleren. Maar ja, papa is, oh nee was natuurlijk, een belangrijke directeur en hij verdiende aardig wat geld. Ik bijt op mijn lip als ik naar de kast kijk. Ik pak een bloesje van mama, dat ik ooit samen met haar heb gekocht toen we een weekendje in Parijs waren. Het was haar lievelingstruitje en ze had het vaak aan. Ik ruik eraan, maar haar geur zit er niet meer aan. Alleen de geur van de wasmachine. Oh, ik zou toch zo graag haar geur naar boven willen halen. Ik kijk de kamer rond, of er ergens nog een vies truitje ligt. Maar nee, natuurlijk niet. Mama gooit altijd gelijk haar vieze was in de wasmand. Aha de wasmand! Ik ren er gelijk naar toe. Gelukkig, hij zit nog helemaal vol. Ik graai erin, en vind een trui. Ik ruik eraan en die vertrouwde geur van mama komt naar boven. Ik zou haar zo graag willen knuffelen nu. Als alleen papa was overleden, had mama me kunnen troosten, maar nee, ze zijn gewoon allebei hartstikke dood. Dan voel ik een traan over m’n wang lopen. En nog één, en nog één , en dan stromen de tranen eruit. Ik huil hartsverscheurend alsof ik nooit meer kan ophouden. Dan, het lijkt wel na 4 uur, voel ik me rustig worden. Ik sta op, loop naar de wastafel, maak een washand nat en haal hem over m’n gezicht. Ik kijk in de spiegel. Ik zie er verschrikkelijk uit. Ik haal heel diep adem en loop dan weer naar papa en mama’s slaapkamer om de deken te halen waarvoor ik kwam. Ik pak hem op, en op dat moment valt er een papiertje onder vandaan. Nieuwsgierig pak ik hem op. Ik vouw hem open, en lees hem door. Mijn ogen worden groter en groter. Ik doe mijn mond open, maar er komt geen geluid uit. Nog een keer lees ik de brief door. Dan sta ik op, loop naar oma en schud haar wakker. Met een vermoeid gezicht kijkt ze me aan. Dan ziet ze de brief in mijn handen en barst in huilen uit...
Nog steeds snikt oma een beetje. Ze schokschoudert zo nu en dan, maar gelukkig wordt ze langzamerhand kalmer. Ik zit naast haar, mijn arm om haar heen geslagen. Zwijgend kijk ik haar aan, wachtend tot ze begint te vertellen. Dan neemt oma een diepe zucht, trekt haar mond open en begint te vertellen. ' Vijftien jaar geleden adopteerden Bex en James je. Zelf konden ze geen kinderen krijgen, en wilden toch graag een kind. Vooral je moeder, ze...’ oma haalt even diep adem. ‘Je moeder had het er erg moeilijk mee.’ besluit ze dan . ‘Toen ze plotseling van een vage kennis hoorde dat er een mooi meisje ter adoptie werd gesteld, besloten ze dat ze je zouden adopteren.’ Ik zie dat oma vecht om haar tranen tegen te houden. Ik streel geruststellend over haar arm. Liefkozend kijkt ze me aan. Ze haalt een hand door mijn haar en gaat dan verder. ‘Je biologische ouders...’ Er rolt een traan over mijn eigen wang. Ik kan niet geloven dat de mensen die ik m’n leven lang papa en mama heb genoemd, niet mijn eigen ouders blijken te zijn. Als ik er even over nadenk, klopt het wel allemaal. Ik lijk helemaal niet op papa of mama. Op geen van beide. Ik heb helemaal niets van ze. Hoe langer ik er over nadenk, hoe logischer het wordt. Oma veegt de traan van m’n wang, lacht lief naar me, maar gaat dan weer verder met haar verhaal. ‘Ik weet niet veel over je biologische ouders, maar ik weet wel dat ze dol op elkaar waren, dat je vader een auto-ongeluk kreeg, waardoor je moeder ontzettend gespannen raakte. Ze hield zo veel van hem, dat ze eigenlijk niet meer verder wilde leven. Ze...’ even slikt ze. ‘Ze was niet in staat om voor je te zorgen.’ Met grote ogen kijk ik oma nog aan. Deze dag is gewoon teveel geweest. Ik kan er niet veel meer bij hebben. ‘Leeft ze nog?’ kan ik niet laten om te vragen. ‘Ik weet het echt niet, Vanes.’ antwoord ze. ‘Ik wou dat ik het wist. Als je wil, help ik je haar te vinden. Als je haar wil vinden’ Ik kijk oma aan. Meent ze dit nu serieus? Ik denk even na. Natuurlijk wil ik mijn eigen moeder vinden! Ik wil weten of ik op haar lijk, hoe ze is, waar ze van houdt... Ik geef oma spontaan een knuffel. ‘Dat zou ik erg fijn vinden oma.’ begin ik. ‘Maar... Nog één dingetje. Ik snap alleen niet...’ ik maak m’n zin niet af. ‘Waarom we je nooit iets verteld hebben?’ vraagt oma. ‘Ja, inderdaad’ vragend kijk ik haar aan. ‘Die vraag had ik al zien aankomen.. Ik weet het niet Vanessa. Je ouders wilden het niet, ik denk voor je eigen bestwil. Zelf was ik er op tegen, ik vond dat je het recht had om de waarheid te weten, maar je ouders lieten me beloven dat ik het je nooit zou vertellen.’ Het lijkt of oma diep in gedachten verzonken zit. Ik geef haar een zoen op haar wang. Verwonderd kijkt ze me aan. ‘Dankuwel dat u me dit verteld hebt.’ Zeg ik zachtjes. ‘Ik vind het niet het beste nieuws dat ik ooit heb gehoord... Maar weet u, ik ben in tenminste waarschijnlijk geen wees. En daar ben ik wel heel blij om.’ Oma krijgt alweer tranen in haar ogen, en trekt me tegen zich aan. Dan voel ik dat ik toch wel erg moe ben, en kruip tegen oma aan. Dan vallen we allebei in een diepe slaap.
Ik kijk m'n ogen uit. Wauw, dit is zó gaaf. Al dat water, het ziet er zo sterk uit. Krachtig spul eigenlijk, water. Maar ook weer een rare vloeistof. Je kan het drinken, maar er ook gewoon in zwemmen en bewegen. Ik merk dat ik een beetje afdwaal, en kijk snel bewonderend verder. Ondertussen kijk ik even achterom of oma nog op een bankje zit. Na even rondspeuren zie ik haar zitten, met haar veel te grote, moderne zonnebril voor haar leeftijd. Ze steekt haar hand op. Ik zwaai terug, en draai me dan weer om, om de Niagara watervallen verder te bezichtigen. Ik neem een diepe zucht. Er is veel gebeurd de afgelopen maand. De crematie van papa en mama was ontzettend mooi, maar toch ook weer erg pijnlijk. Het is moeilijk te omschrijven, maar het was wel erg bijzonder. Ik heb een mooi kettinkje van oma gekregen, waar ik een beetje as van allebei heb. “Zo kan je ze altijd bij je dragen, dicht bij je hart.” had ze gezegd. Ik vond het een erg mooie gedachte. Ik mis ze nog steeds, elke dag, vooral ‘s avonds, maar ik kan in ieder geval wel weer een beetje leuke dingen doen. Zoals deze vakantie naar Canada. Tenminste, vakantie... Het is natuurlijk wel vakantie, maar de echte reden waarom we hier zijn is de zoektocht naar m’n echte moeder. De avond na de begrafenis kwam oma opeens naar me toe, met informatie die ze al had opgezocht. Ik was totaal verbaasd. Ze wist nog niet heel veel, maar toch genoeg om een zoektocht te beginnen. Haar naam is Laura Crusie. Ik vind het een leuke naam. Het heeft wel iets... Tsja, ik weet het eigenlijk niet. Iets bijzonders. Buitenlands. Beroemds. Het adres waar ze nu woont is hier ergens in Canada. Alleen de grote vraag is nu: Waar? We hadden eerst een adres, en dachten dat ze daar woonde. Daar zijn we gister langs geweest, maar die meneer gaf ons een nieuw adres. Dus nu zijn we weer terug bij af, en genieten we even van het mooie uitzicht van de watervallen. Althans, ik geniet van het mooie uitzicht. Oma heeft hoogtevrees, en bleef liever op een bankje in het zonnetje zitten. Ik heb het wel weer gezien en loop terug naar oma. .‘En? Wat vond je d’r van?’ nieuwsgierig kijkt ze me aan. Ik kijk lachend terug. Het is een geweldig mens, oma. Ze heeft een afschuwelijke hekel aan water, en vooral aan hoogtes, maar ze stond erop dat ik dit even bekeek. En ja, ik moet toegeven, het is erg indrukwekkend. ‘Ik vind het schitterend. Dus, waar gaan we nu naartoe?’ Het liefst ging ik gelijk naar het volgende adres om te kijken of we daar moeten zijn, maar misschien dat oma dat liever niet heeft. Oma moet even nadenken. ‘Ik stel voor, dat we nu eerst even naar het hotel gaan om te eten, en daarna doorgaan naar Toronto om dat nieuwe adres te vinden. Wat vind je daarvan?’ vragend kijkt ze me aan. Ik voel dat ik toch ook wel een beetje honger begin te krijgen en knik dan. ‘Ja, doen we.’ Ik pak m’n tas, en steek dan m’n hand uit om oma overeind te helpen. Langzaam lopen we in de richting van de auto die we gehuurd hebben. ‘We kunnen ook even ergens anders wat eten als je dat liever hebt.’ stelt oma plotseling voor. Ik denk even na. Ja, daar voel ik eigenlijk meer voor. ‘Goed plan. Een restaurant of gewoon even bij de mac?’ Zelf ben ik niet echt in de stemming voor de Mcdonald’s, maar aan de andere kant, je bent dan wel lekker snel klaar, en dan kunnen we snel doorrijden naar Toronto. Maar ik zie al aan oma’s gezicht dat zij daar niet echt zin in heeft. Ik moet lachen. ‘Oké, een restaurantje dus.’ Ik zie oma glimlachen. ‘Ja, liever wel.’ verontschuldigend kijkt ze me aan. ‘Laten we wat in de skylon tower eten.’ De skylon tower? Ik frons m’n voorhoofd. Daar heb ik echt nog nooit van gehoord. Oma wijst. Daar, die toren. Ik heb gehoord dat je daar bovenin wel kan eten. Ik kijk oma even aan. ‘Weet u dat wel zeker? U heeft toch hoogtevrees?’ oma wuift met haar hand. ‘Ach joh, zo hoog kan dat toch niet zijn?’
Wel dus. In de lift naar boven krijg zelfs ik het een beetje benauwd. Ik zie dat oma zicht totaal niet op haar gemak voelt. Ik zie zelfs een klein zweetdruppeltje op haar voorhoofd staan, maar misschien komt dat gewoon door de drukte. Als we helemaal bovenin zijn, komt er een ober op ons aflopen die ons een tafel wil wijzen. ‘Bonjour’ begint mijn oma. Verschrikt kijk ik haar aan. Dit is nou niet echt de geschikte plek om grappig te doen. ‘Eh... nous voulons ehh. deux ehm’ Met grote ogen kijk ik nog naar oma. Ik geef haar een stoot. Dan kijk ik de ober aan. ‘We would like a table for two, please.’ De ober wijst ons een tafel en wij gaan zitten. Oma krijgt inmiddels een ontzettend rooie kop. Nadat we drinken besteld hebben, en de ober verdwenen is schieten we in de lach. ‘We zijn niet in Frankrijk joh’ ik krijg tranen in m’n ogen. ‘Ja, ik was even in de war.’ Dan zie ik dat een paar mensen ons heel apart aan zitten te kijken Snel houd ik m’n lach in. Ik kijk even naar buiten. Wat en fantastisch uitzicht! Je kan kilometers ver weg kijken. Ik pak m’n kettinkje vast en denk aan papa en mama. Ik wou dat zij dit ook konden zien. Ze zouden het vast geweldig vinden. Wat zou m’n biologische moeder van zo’n uitzicht vinden? Ik vraag het me af. Misschien lijkt ze juist helemaal niet op mij. Misschien wil ze helemaal niets met me te maken hebben. Waarom zou ze me anders niet hebben opgezocht? Een angstig gevoel komt in me op. Wat als dit alles voor niets is geweest? Ik slaak een diepe zucht. Misschien zal ik er vanavond achter komen...
Ik loop achter oma aan in een veel te drukke straat. Ik kijk even snel om me heen. De mensen kijken chagrijnig en lopen snel. Van dit weer word je ook gewoon chagrijnig eigenlijk. Het miezert, en de lucht is grijs. Ik richt m'n blik weer snel op oma, bang om haar kwijt te raken. Ze mag wel even wat sneller gaan lopen, anders zijn we kletsnat voordat we bij de auto zijn. Te laat. Ik zie een flits, en nog geen seconde erna hoor ik de donder al. Precies op dat moment begint het te stortregenen. Ik rol met m'n ogen. Fijn, dat heb ik natuurlijk weer. Ik kijk of oma nog voor me loopt. Net op dat moment kijkt ze om en wenkt me. Ik loop naar haar toe. 'Draai je eens even om.' beveelt ze. Ik kijk haar vreemd aan, maar als ik zie dat ze het meent, draai ik me gehoorzaam om. Oma ritst m'n tas open, haalt er iets uit, en doet hem dan weer dicht. Als ik me weer omdraai heeft oma een zwart parapluutje in haar handen. Ik kan mezelf wel voor me kop slaan. We lopen al 5 minuten in de regen, en al die tijd heb ik gewoon een paraplu in mijn handen gehad? Ik zucht even diep. Oma steekt de paraplu op, en zwijgend lopen we verder. We hebben een gezellige avond gehad, en lekker gegeten. Het was zelfs zo gezellig, dat we niet eens doorhadden dat het alweer 10 uur was toen we de Skylon tower uitliepen. Oma vond dat het veel te laat was om nu nog naar het opgegeven adres te rijden, en ik was woest op haar geworden. En dat ben ik nog steeds. Als we even flink hadden door hadden gelopen hadden we nu al in de auto kunnen zitten, en op weg kunnen zijn. Mensen in Amerika liggen echt nog niet om half 11 in bed, zoals oma. Als we bij de auto zijn, ga ik er in zitten, zet de radio aan, en leg met opzet mijn voeten op het dashboard, omdat ik weet dat oma dat haat. Oma blijft kalm en rustig, zoals altijd. Stil rijdt ze door zonder ook maar iets te zeggen. Voorzichtig kijk ik opzij. Ik voel me schuldig. Oma doet dit allemaal voor mij, en ik word al boos omdat ze een avondje niet wegwilde. 'Sorry, oma.' Ik kijk haar aan. Oma glimlacht naar me. 'Het is al goed, liefje.' Ze klinkt opgelucht. Ik voel me ook opgelucht, en als ik even normaal nadenk zouden we onmogelijk nu nog helemaal naar Toronto kunnen rijden en dan uiteindelijk na 2 uur zoeken, bij m’n waarschijnlijke moeder aankloppen en zeggen: “Hee, hallo, ik ben Vanessa en ik ben je lang verloren dochter”. Nee, dat zou simpelweg niet kunnen. Oma zet een cd’tje op, en zingt gezellig mee. Ze heeft een prachtige, diepe, zachte stem. Ik sluit m’n ogen en luister. Na een ruime twintig minuten rijden we de straat van ons hotelletje weer in. Oma parkeert behendig de auto, en we stappen uit. M’n benen voelen stijf aan, van al dat geloop vandaag, en rek ze uit. Ik voel dat ik best slaperig wordt, en ren snel naar oma toe, die al een stukje verder loopt.
Als ik een halfuurtje later in bed lig, kan ik niet slapen. Ik heb het gevoel alsof ik morgen een spreekbeurt moet geven en dat is geen fijn gevoel. Ik draai me op m’n zij en kan zo het raam zien. Ik kijk naar buiten. Het ziet er allemaal zo rustig en vredig uit. Maar vanbinnen voel ik me leeg. Sinds papa en mama dood zijn is er binnenin me een stukje weg, zo lijkt het wel. Ik doe m’n ogen dicht en probeer te slapen.
Ik schrik overeind. M’n ademhaling is snel en m’n hartslag is hoog. Ik voel de zweetdruppeltjes over m’n voorhoofd lopen. Ik kijk om me heen. Gelukkig, het was maar een droom. Tenminste,droom... Het was nogal apart. Ik schud m’n hoofd in de hoop dat het vreemde beeld uit m’n hoofd verdwijnt. Maar het lukt niet. Steeds zie ik weer die vrouw op de grond liggen, haar arm uitgestrekt, en een pot met -ik denk- pillen erin opengevallen op de grond, vlakbij haar uitgestrekte arm. Ik ril. Het klinkt niet eng, maar dat was het wel. En die ogen... Wijd open. Alsof er geen leven meer in het lichaam zat. Maar toch was er een duidelijke ademhaling zichtbaar. Ik probeer er niet meer aan te denken, en ga weer liggen. Ik kijk naast me. Oma slaapt nog als een roosje, en snurkt zachtjes. Ik trek de deken over me heen, draai me om, en probeer weer in slaap te vallen.
We rijden op een rustig, verlaten weggetje. Gelukkig is het niet meer zulk vies weer als gisteren, in tegendeel: het is prachtig weer en de zon schijnt volop. We hebben de kap van onze gehuurde auto naar achteren gedaan, en de wind wappert nu lekker door m'n haren. Ook oma's knotje zit een beetje door de war. Ik doe m'n ogen dicht en ga een beetje achterover zitten, in de hoop dat ik een lekker kleurtje krijg. Steeds zie ik weer die vrouw uit m'n droom voor me en ik krijg haar niet meer uit m'n gedachten. Zou het een herrinnering zijn? Dat lijkt me sterk. Oma rijdt niet erg snel, maar ik vind het wel best. We komen binnen een paar minuten in Toronto aan. Ik voel me misselijk, bang en blij tegelijk. Misschien zie ik vandaag wel m’n biologische moeder... Ik probeer niet aan het vreemde gevoel in m’n maag te denken en kijk naar buiten. Dan zie ik al een bordje : Welcome in Toronto! Ik kijk oma aan met een dikke glimlach op m’n gezicht. Ik zie aan oma dat zij het ook wel spannend vind. Dan kijk ik nog een keer naar het briefje waar het opgegeven adres opstaat.
299 Queen Street West. City, Toronto, M4P 1K5 staat er, in een klein priegelig handschrift. Ik weet het inmiddels al uit m’n hoofd, maar ik blijf er steeds maar weer naar kijken. We rijden inmiddels op de snelweg, merk ik op. Het is aardig druk, en we komen meer een meer flats en andere hoge gebouwen tegen. In de verte zie ik net zo’n toren als bij de Niagara watervallen. Grappig wel, overal van die torens, die zie je in Nederland nou echt nergens. We naderen het centrum van Toronto, en komen gelijk vast te staan. Ik verwonder me over de enorme drukte. Mensen lopen gehaast op en af met hun mobiel in hun hand, en het verkeer is veel te druk. Het zweet breekt me bijna uit, ik hou niet zo van die drukte. Dan rijden we een meter voor uit. Wow, wel een héle meter. Langzaam verdwijnt de glimlach van m’n gezicht, dit was nou niet bepaald het idee dat ik had over onze zoektocht in Toronto. Na een kwartier zijn we zo’n 10 meter, twee colablikjes, 4 koeken en een ruzie verder. Oma slaakt een hele diepe zucht. Ze lijkt driftig te worden, en dat gebeurt bijna nooit. Dan toetert ze keihard, bijna tien seconden lang. Ik zie mensen die voorbij lopen geïrriteerd naar onze auto kijken en ik schaam me dood. ‘Oma, stop daarmee!’ hoor ik mezelf nét iets botter dan bedoeld zeggen. Ze antwoord niet, maar pakt haar stuur stevig met twee handen beet, draait het, drukt het gaspedaal in en rijdt dan half op de weg - half op de stoep keihard langs alle auto’s voorbij, slaat een zijstraatje in en dan rijden we rustig verder. Ik heb m’n mond nog steeds open en sta helemaal perplex. Dit had ik nou nòoit van oma verwacht, die zich altijd braaf aan de regels houdt. ‘Sorry vanes, doe me dit nooit na, maar deze ene keer kon het echt niet anders.’ Ze kijkt er zo schuldig bij, dat ik spontaan in lachen uitbarst. Ik kan niet meer stoppen met lachen en de tranen stromen over m’n wangen. Even later veeg ik ze weg en richt m’n blik dan weer naar buiten. Het is toch wel een leuke stad eigenlijk, Toronto. Druk maar leuk. Anders in ieder geval. We naderen het inmiddels het iets rustigere deel van Toronto, een schattig buitenwijkje met vrij grote huizen. Wauw. De huizen zijn echt geweldig. Bijzondere architectuur allemaal, fraaie tuinen en dikke mercedesen voor de deur. Zou m’n moeder het zo ver hebben geschopt dat ze in een van deze huizen woont ? Stiekem hoop ik het wel. Het lijkt me leuk om zo’n huis eventjes vanbinnen te mogen bezichtigen. Ik schrik op uit m’n gedachten doordat oma begint te praten.‘Welk nummer was het ook al weer?’ ik kijk op het briefje in m’n handen. ‘nummer 229,’ antwoord ik mat. Snel kijk ik weer bewonderend naar buiten. Ondertussen schieten m’n ogen snel heen en weer.. nummer 317 zie ik...315...312.. We komen in de buurt. Een stuk of wat huizen verder zie ik het staan: 229. Dit is absoluut het mooiste huis van de hele straat. Het is prachtig wit met een zwart dak en grote ramen. De tuin ziet er keurig uit. We stappen uit de auto en blijven voor het huis even stil staan. Ik kijk oma aan. Dit is dan misschien wel hét grote moment waar ik de afgelopen paar dagen op heb gewacht. Ik voel m’n benen slap worden en m’n maag ineenkrimpen. Het lijkt wel of ik moet overgeven, maar ik houd me groot. Oma opent het tuinhekje, en samen lopen we richting de deur. Oma belt aan. Ik hoor haastige voetstappen naderen, hoor iemand aan het slot zitten, en dan zie ik langzaam de deur open gaan...
Aantal keer bekeken: 2944
Waardering: 8.25 op 10
Geef een cijfer:
Totaal categorieën: 10
Totaal 288 bezoekers online
Verhalen
Wilt u een verhaaltje lezen uit één van de onderstaande categorieën? Klik dan gewoon op een categorie en u komt op de pagina met de verhalen van deze bepaalde categorie.- blunders
- dieren verhalen
- erotische verhalen
- griezel verhalen
- humor verhalen
- kinderverhalen
- liefdes verhalen
- sex verhalen
- spannende verhalen
- sprookjes
Verhalen posten
Hebt u zelf een verhaaltje geschreven? Of een onvergetelijke blunder tegengekomen, of iets anders. En je wilt er anderen mee amuseren, lezen? Met verhalenlezen.nl kan dat geen probleem zijn. Klik hier om een verhaal te posten!Statistieken
Totaal verhalen: 5184Totaal categorieën: 10
Totaal 288 bezoekers online