De Huurmoordenaar.
U leest om dit moment het verhaal De Huurmoordenaar gepost door M. Doedeijns. Dit verhaal is gepost in de categorie spannende verhalen. Wilt u een zelf geschreven, of een mooi verhaaltje posten? Klik daarvoor hier.Wilt u terug naar spannende verhalen?
Categorie: spannende verhalen
Gepost door: M. Doedeijns
Gepost op: 2009-7-12
Verhaal:
De Huurmoordenaar
Hoofdstuk 1
De maan stond hoog aan de hemel. Het was een warme nacht aan het begin van de lente. Over de daken sloop geruisloos een donker figuur. Zijn gelaatstrekken waren vaag zichtbaar in de nacht. De man was duidelijk iets van plan. Aan zijn houding was te zien dat hij vaker over de daken van de stad sloop. Zijn bewegingen duidelijk overwogen en goed voorbereid. De koninklijke garde die s’nachts door de stad patrouilleerde was zich van geen kwaad bewust. De schim boven op het dak repte zich naar de andere kant van het dak, nam een aanloop en sprong van het ene gebouw naar het andere gebouw. Een afstand overbruggend van ongeveer een meter. De openstaande luiken van de ramen schuin tegenover het gebouw gaven een perfect zicht op zijn prooij. Een gezette man rond middeljarige leeftijd met een grote snor onder zijn neus. Een paar plukken haar ontsierde zijn verder kalende hoofd. Nu was het observeren en wachten op het juiste moment dat hij kon toeslaan. Hij had tijdens zijn training al vaker van deze momenten meegemaakt en hij wist dat hij nog uren roerloos kon blijven zitten. Zolang het maar niet ging regenen, anders was zijn plan gedoemd om te mislukken. Hij spande en ontspande zijn spieren zoals hij had geleerd van de grootmeester der huurmoordenaars. Arian was een wijze en oude man nog volop in de kracht van zijn leven. Die berucht was om zijn dodelijke reputatie. Al zijn slachtoffers had hij succesvol vermoordt zonder ook maar één keer te missen. Sam wilde deze reputatie en status ook bereiken. Ooit zou hij de gevaarlijkste huurmoordenaar van het continent worden zwoer hij zichzelf. Hij dacht terug aan zijn kindertijd toen hij daar eenzaam op het dak zat te wachten. Vroeger was Sam altijd al een buitenbeentje geweest. Zijn moeder was een vrouw van allerlei ambachten. Ze zorgde voor brood op de plank via stelen, bedelen en zelfs haar lichaam te verkopen aan mannen die er graag voor betaalde. Sam wist niet beter. Hij had altijd op straat geleefd. Samen met zijn moeder bedelen voor geld en stelen en bedriegen om aan eten te komen. Om dan s’avonds te gaan slapen in een zelfgemaakt krot achter een paar grote pakhuizen dichtbij het industrie terrein in de stad. Zijn vader had hij nooit gekend. Het was een lafaard. Die man had zijn moeder verkracht nadat hij haar eerst in elkaar had geslagen. En 2 maanden later kwam zijn moeder er dus achter dat ze zwanger was geworden van die smeerlap. Als hij erover nadacht kon hij zijn bloed weer voelen koken van woede. Maar het was nu niet het moment om daar over na te denken en onnodige fouten te maken. Dat was iets wat Sam wel had geleerd tijdens zijn training. Om tijdens de jacht op een prooij, niet emotioneel te worden. Eindelijk was het moment daar waar hij lang op had zitten wachten boven op het dak. De gezette man ging eindelijk slapen en liet zijn raam open staan vanwege de warmte die avond. Sam kwam overeind spande en ontspande zijn spieren nogmaals om er zeker van te zijn dat ze niet stijf waren vanwege het lange stil zitten. Waarom de man dood moest wist hij niet. Het enige wat hij wist was dat de man voor morgenochtend dood moest zijn. Hij kreeg zijn opdrachten altijd door van de grootmeester. Gehoorzamen en verder géén vragen stellen werd iedere huurmoordenaar geleerd tijdens hun eerste training. Nog een keer ging Sam het plan in zijn hoofd door en dan kon het niet fout gaan. Hij klom via een touw, die hij daar enkele dagen eerder had opgehangen, enkele meters omhoog naar het dak tegenover het gebouw dat hij zolang had geobserveerd. Het enige wat hem nu nog in de weg stond was een afstand van 2 meter tussen de twee gebouwen. Hij ging aan de dakgoot hangen van het gebouw, zette zich eigen af en draaide zich om in de lucht om zich vervolgens aan de rand van het dak van het andere gebouw vast te grijpen. Gelukkig had de dakgoot zijn gewicht gehouden anders was hij zijn dood tegemoet gevallen 15 meter lager. Hij liep voorzichtig op zijn tenen naar het goede raam dat wagenwijd open stond. Hij liet zich voorzichtig zakken tot hij met zijn tenen de vensterbank voelde. Hij werkte zich zo steels mogelijk via het raam naar binnen. Eenmaal binnen in de kamer bleef hij luisterend en gebukt zitten. De man gaf geen enkele blijk van naderende einde. Uit zijn riem trok hij een vlijmscherpe dolk. De dolk was zijn allereerste cadeau dat Sam ooit had gehad. Vlak voor deze missie als lid van het gilde der huurmoordenaars had hij zijn dolk gekregen van de grootmeester. Zijn allereerste missie waar hij het vertrouwen had gekregen van de grootmeester dat hij zelfstandig deze missie kon voltooien. De dolk was een teken voor geluk en respect. Doelbewust liep hij op de man in het bed af. Hij knielde langzaam op zijn linkerknie neer. Bracht zijn arm met de dolk erin omhoog. Alsof de man het voelde aankomen zag hij de dolk omlaag komen. Recht in de ader in zijn hals. Het enige wat de man nog kon doen was langzaam met zijn linkerhand naar de wond in zijn hals reiken. Met verwarde ogen voelde hij het leven uit zijn lichaam sijpelen. Sam wist dat de man binnen enkele seconden tegenover de god waarin hij geloofde kwam te staan om zijn daden in het leven te verantwoorden. Als bewijs dat de man dood was nam Sam de ring mee die man om zijn ringvinger had zitten. Het was een grote gouden ring met een enkele dieprode robijn erin. Sam ging dezelfde weg terug zoals hij gekomen was. Via het raam klom hij terug het dak op en vertrok zo in het donker terug naar het gildenhuis. Het enige waar Sam aan kon denken was de triomf dat zijn allereerste missie was geslaagd. Hij had zijn allereerste stap gezet om de meeste gevaarlijkste huurmoordenaar te worden van het continent. Met een geeuw werd Sam wakker. Hij had veilig weten terug te komen in het Anker, dat was de naam van de schuilplaats van het gilde. Aangezien de grootmeester er niet was toen Sam was aangekomen had hij besloten om te wachten op hem in de wachtkamer. De wachtkamer lag voor de persoonlijke vertrekken van de grootmeester. Al na enkele minuten was Sam langzaam ingedut op een van stoelen waarin hij nu half onderuit in zat te slapen. Alle inspanningen die hij al die dagen had gemaakt om zijn missie te laten slagen kwamen er nu in een keer uit bij de jongen. De grootmeester had al gehoord van zijn persoonlijke lijfwacht dat Sam in de kamer voor zijn vertrekken op hem zat te wachten. Aangezien de jongen nog leefde giste hij ernaar dat zijn missie geslaagd was. Hij had ook niet anders verwacht. Deze jongen had talent dacht hij bij zichzelf. Talent om te moorden. Het was lang geleden dat hij zoveel talent bij een jongen had gezien. Dat was geen garantie dat hij zou blijven leven uiteraard. Je kon nog zo veel talent hebben maar zonder een beetje geluk kon het snel met je gedaan zijn. Als het fout ging dan zat er maar één ding op en dat was de eer aan je eigen houden. De kans dat je gevangen en gemarteld werd was groot. En na dagen martelen zou je dan toch iets zeggen over het gilde om uiteindelijk om een snelle dood te smeken. De kans dat iemand ooit iets over het gilde kwam te weten was onacceptabel. Sam werd ruw wakker gemaakt door de lijfwacht van de grootmeester. ‘’ je kunt naar binnen kleine rioolrat’’ werd hem toegesnauwd door de lijfwacht van de grootmeester. Het was een reusachtig grote man. Donker van huidskleur. Zijn armen leken wel op boomstammen en zijn hele lichaam versierd met rare inkttekeningen. Hij had een groot kromzwaard aan zijn zij hangen. Een klap daarvan en je zou doormidden gekliefd worden. Sam had de man nooit gemogen en de gevoelens waren wederzijds. De donkere reus had nog nooit ook maar een enigszins aardige opmerking naar hem gemaakt. Altijd werd hij door hem uitgescholden of kreeg juist hij de schuld als er iets aan de hand was. Sam drukte de zware ijzeren klink naar beneden om de houten deur te openen. Achter een grote houten tafel waar enkele documenten verspreid over lagen zat grootmeester Arian. Begroetend kreeg Sam een stevige handdruk van de grootmeester. ‘’En hoe is het gaan’’ wilde Arian natuurlijk weten. Sam legde zwijgend de ring met de dieprode robijn op de tafel als teken van zijn succes. ‘’Gefeliciteerd met je eerste geslaagde missie Sam’’. ‘’Je hebt je eigen bewezen tegenover het gilde en daarmee ons vertrouwen gewonnen’’. ‘’Ik had de missie zelf niet beter uit kunnen voeren’’ zei de grootmeester. Dat was een groot compliment dacht Sam, want hij wist dat het voor de grootmeester een eenvoudige klus was om de dikke slapende man uit te schakelen. Maar Sam was wel trots op wat hij deze nacht bereikt had. ‘’Ga eerst maar eens goed uitrusten knul en kom dan vanavond terug om een hapje met me te eten’’. ‘’Dan kunnen we het gelijk hebben over je vergoeding die je voor deze klus hebt verdiend’’. Tevreden verliet Sam de vertrekken van de grootmeester. Het eerste waar hij aan dacht was zijn eigen bed. Die stond al op hem te wachten in een van de verlaten pakhuizen dichtbij het Anker. De pakhuizen deden dienst als kazerne voor alle leden van het gilde. Sam had daar gelukkig een bed weten te bemachtigen van een vorig lid van het gilde nadat die tijdens een missie op brute wijze was afgeslacht. Dagen later had het gilde zijn romp in het riool zien ronddrijven. Het was jammer voor hem dacht Sam nog, maar hij had in ieder geval een bed weten te bemachtigen en dat was beter dan op de grond te slapen. Aangekomen bij het pakhuis ging hij achterom het gebouw. Het gebouw zelf had geen enkele deuropening in het gebouw zitten. Het enige daglicht dat in het pakhuis naar binnen scheen kwam van een paar ramen die hoog in de muur vlakbij het dak waren gemaakt. Om de kazerne van het gilde binnen te komen moest je achter het gebouw ergens tussen al het onkruid zoeken naar een afgesloten put. Een onbekende zou nooit de put kunnen vinden al stond hij er bovenop. De hele achterplaats van het pakhuis was afgeladen met onkruid en afval. Sam wist natuurlijk precies waar hij moest zijn. Hij had al talloze keren de doorgang gebruikt. Eenmaal aangekomen bij de put stampte hij met zijn voet drie keer flink hard op de deksel van de put. Zo wisten leden van het gilde aan de andere kant dat Sam door de tunnel naar binnen kwam. Zo voorkwam Sam dat hij zodra hij een voet binnenstapte in het pand dat hij niet een pijl uit zijn lichaam had steken. Het was al wel eens eerder gebeurd dat iemand vergat om aan te kondigen dat hij kwam. Gelukkig was het niet fataal afgelopen voor diegene. Hij had er nu alleen nog een groot litteken aan over gehouden in zijn zij. Het was niet druk in de kazerne. Met een plof liet Sam zich op zijn bed vallen. Na enkele tellen was hij al in een diepe slaap. Het was nog niet donker toen Sam wakker schrok. Gelukkig had zich niet verslapen voor het etentje dat hij had met de grootmeester. Dat was natuurlijk typisch iets voor hem dacht hij bij zichzelf. Snel kleedde hij zich aan. Deed zijn laarzen aan die eigenlijk al een maat te klein waren en hing zijn pas gekregen dolk aan zijn riem. Hij liep naar de andere kant van het gebouw, waar een paar emmers met koud water waren neergezet. Hij spatte gauw wat water in zijn gezicht en ging met zijn handen door zijn haren. Zijn lange lokken haar vielen op natuurlijke wijze naar achteren. Sam had nog nooit echt bij zijn uiterlijk stil gestaan. Vroeger zat hij altijd zo onder het vuil dat niemand een vinger naar hem uit durfde te steken. Maar dat was tijdens zijn eerste trainingen wel veranderd. Het is verplicht om je eigen iedere dag te wassen bij het gilde. Een huurmoordenaar moet zich kunnen verbergen in een massa mensen. En dat gaat niet als je een uur in de wind stinkt. Snel rende Sam door de tunnel naar buiten. Aangekomen bij het Anker ging Sam snel naar binnen. Zoals hij al had verwacht stond Musad de donkere reus voor de deur van Arian. Gelukkig liet hij Sam zonder al te veel commentaar door de deur. Grootmeester Arian zat nog steeds achter de houten tafel. De documenten die eerder verspreid over de tafel lagen hadden nu ruimte gemaakt voor een grote schaal met wild vlees erop. Aan beide kanten van de tafel lag er een bord en bestek. Sam was nog steeds niet gewend om met mes en vork te eten. Jarenlang had hij gewoon met zijn handen gegeten. Ook dat was weer een van de vele veranderingen nu hij was toegetreden tot het gilde. Iedereen werd geleerd om beschaafd met mes en vork te eten. Wat voor soort wijn kan ik voor je inschenken Sam, zei Arian op een beleefde manier. Sam had nog niet echt een smaak voor wijn ontwikkeld maar hij wist wel dat hij liever een rode wijn had dan een witte wijn. Die vond hij maar zurig smaken. Zal ik maar een rode wijn voor je inschenken dat smaakt beter bij het vlees. Arian rinkelde een keer met een kleine zilveren bel. Er kwam een prachtig jonge vrouw het vertrek binnen lopen met een kan rode wijn in haar handen. Gracieus schonk zei de rode wijn in het glas van Sam. ‘’Bedankt’’ was het enige wat Sam kon uitstamelen. Sam keek het meisje na toen ze de kamer weer verliet. Grijzend keek Arian naar hem. ‘’Knap is ze hé, ik heb haar van een slavenhandelaar gekocht in het zuiden’’.’’ Het koste me flink wat goud, maar ja dan heb je er wel iets prachtigs voor terug’’. Het drong pas een paar tellen later door bij Sam dat Arian het meisje gekocht had. Hij had daar altijd al een mening over gehad. Hij vond dat er niet in mensen gehandeld kon worden. Iedereen was vrij om zijn eigen keuzes in het leven te maken. Het leek Sam maar het beste om zijn mening niet met de grootmeester te delen. Sam vroeg gauw aan de grootmeester over zijn missie om een ander onderwerp te beginnen aan tafel. ‘’Waarom werd ik gestuurd om die man te doden Arian’’ vroeg Sam zich af. Bedenkelijk trok Arian zijn wenkbrauw omhoog. Het was niet gebruikelijk dat een lid van het gilde hem dit vroeg. Hij kon het wel begrijpen. Sam was nog jong en onervaren. Zijn antwoord was kort en bondig. ‘’Dat komt omdat ik vertrouw in je vaardigheden Sam’’. ‘’Maar waarom moest die man dood Arian ?’’. ‘’Het leek me een normale man die niks fout had gedaan’’ bedacht Sam zich hardop. De grootmeester begon zich steeds ongemakkelijker te voelen. Als hij een doel had gegeven aan een lid dan werd diegene gedood zonder verdere vragen. ‘’Het was een crimineel Sam. Misschien kon je het niet gelijk aan hem zien of zou je het niet van hem verwachten. Maar hij heeft opdracht gegeven om een hele familie uit te moorden’’. Ernstig keek de grootmeester Sam diep in de ogen. Aan zijn expressie kon Arian zien dat Sam hem geloofde. Sam vond het een prettig idee dat hij niet zomaar een onschuldig iemand had vermoord maar iemand die het verdiende. Iemand die zomaar opdracht kon geven om een hele familie uit te moorden verdiende het om met gelijke munt terug betaald te worden. ‘’Laten we het nu over je beloning hebben die je verdiend hebt Sam’’. ‘’Ik moet toegeven dat je plan goed uitgedacht was en uiteraard goed uitgevoerd’’. ‘’En dat is natuurlijk waar het om draait’’. Als beloning krijg je 10 goudstukken en 5 zilverstukken. In een klein zakje werd hem het fortuin overhandigd. Nog nooit van zijn leven had Sam zo’n fortuin in zijn handen gehad. ‘’En weet je al hoe je het gaat besteden? ‘’. Natuurlijk had Sam hier al over nagedacht. ‘’ Het lijkt me het slimst om eerst een paar goede passende laarzen te kopen want degene die ik nu aan heb dat is helemaal niks meer’’. ‘’Dan ga maar snel op pad misschien kun je nog slagen op de avondmarkt’’ tipte de grootmeester hem. viermaal in de week was er een avondmarkt in de stad. Alle kraampjes bleven dan de hele avond staan. Vroeger was het een perfecte manier om aan eten te komen voor Sam. De avondmarkt werd altijd druk bezocht door de inwoners van de stad. Omdat iedereen vaak overdag aan het werk was kwam veel mensen s’avonds naar de avondmarkt. Het was dan erg druk waardoor een koopman niet zo snel in de gaten had dat er stiekem een brood verdween als er veel mensen bij zijn kraam stonden. Nu was het voor het eerst dat hij naar de avondmarkt ging en daadwerkelijk iets kon kopen. Al gauw had Sam gevonden waar hij naar op zoek was. Een paar schitterende zwarte lederen laarzen. Die hem ook nog eens als gegoten zaten. Na de koopman te betalen voor zijn laarzen wandelde hij nog wat rond over de markt. Na de straat uitgelopen te zijn kwam hij uit bij het handelsplein. Dit was het plein in de stad waar altijd de markt stond. Vele kraampjes stonden zij aan zij hun handelswaren aan te bieden. Er waren 4 wegen uit alle windrichtingen die naar het plein leiden. Sam kwam vanaf de noordkant het plein opgelopen. Op het plein was het nu spitsuur. Veel mensen liepen over het plein op zoek naar allerlei spullen die ze nodig hadden. Met moeite wist Sam erdoor heen te komen. Hij had tijdens zijn wandeling besloten om zijn moeder op te zoeken die ergens in de Zuiderstraat waarschijnlijk zat te bedelen om geld. Eenmaal door de mensenmassa heen was hij al snel aangekomen aan het begin van de straat. De Zuiderstraat was een lange brede straat die vanaf de stadsmuur in het zuiden recht door liep naar het handelsplein. Eenmaal vanaf het handelsplein liep de straat door naar het noorden van de stadsmuur. Daar ging hij in naam over naar de Noorderstraat. De brede straat was gemaakt om de cavalerie van de Koning snel door de stad te kunnen sturen van noord naar zuid mocht er zich problemen voor doen. Het was een van de hoofdwegen van de stad, daarom waren er ook veel bedelaars en prostituees te vinden in deze straat. Vele taveernes en herbergen lagen aan deze weg. Altijd liepen er wel een paar soldaten van het plaatselijke garnizoen van de Koning de wacht te houden in de straat om opstootjes zo snel mogelijk het hoofd te bieden. Ook zijn moeder vond hij terug in de straat, bedelend voor een van de luxere kledingwinkels van de stad. In de hoop wat medelijden te krijgen van de rijkere mensen die veelal in een van deze winkels hun prachtig op maat gemaakte kleding kochten. Het was al een tijd geleden dat hij zijn moeder had gezien. Sam had het erg druk gehad tijdens zijn training bij het gilde. Verderop zag Sam zijn moeder in de straat zitten. Hij kreeg een gevoel van medelijden toen hij haar zag zitten. Het was de eerste keer dat zijn moeder hem weer zag voordat hij bij het gilde in training ging. In eerste instantie herkende ze haar eigen zoon niet eens. Er stond een knappe jonge man voor haar neus die met een glimlach een goudstuk in haar hand drukte. Pas na een paar tellen drong het tot haar door dat die knappe jonge man haar eigen zoon Sam was. Met tranen in haar ogen kwam ze overeind om haar zoon te omhelzen en hem eens van top tot teen goed te bekijken. ‘’Waar heb je die laarzen weten te gappen’’ was het eerste wat bij haar opkwam. Sam kon zijn lach niet onderdrukken toen hij vertelde dat hij er eerlijk voor had betaald. Natuurlijk had hij onderhandeld over de prijs maar desalniettemin had hij wel voor de laarzen betaald. ‘’en hoe is het met jouw ma’’ wist Sam tussen de omhelzingen nog er uit te krijgen. Zijn moeder was altijd al een magere vrouw geweest. Maar naarmate ze ouder werd leek het toch erger te worden.
‘’Met mij gaat het wel goed hoor’’ probeerde ze haar zoon wijs te maken. Sam wist wel beter dan dat. Zijn moeder schaamde zich nog altijd dat ze haar zoon niet een betere jeugd had kunnen geven dan een leven op de straat. Hij had haar dat nooit kwalijk genomen. Zij kon er weinig aan doen, en terugkijkend vond Sam dat hij veel dingen had geleerd van het haarde straatleven. Het leek hem een goed idee om zijn moeder maar mee te nemen naar een herberg in de stad voor een stevige maaltijd en een bed om in te overnachten. Nadat ze twee volle borden eten op had bij herberg de slapende geit zag zijn moeder er al een stuk beter uit in Sam’s ogen. Zijn moeder leek doodop dus terwijl zij naar haar kamer ging, betaalde Sam de waard het bedrag wat hij hem verschuldigd was. Ook had hij hem nog een extra zilverstuk gegeven zodat de waard een lekker ontbijt zou maken voor zijn moeder zodat ze in ieder geval sinds lange tijd weer eens een volle maag had. Nadat hij zijn moeder gedag had gezegd ging Sam terug naar het pakhuis van het Gilde. Eenmaal aangekomen in het pakhuis borg hij zijn geld veilig op in de sloop van zijn kussen. Nadat hij zijn nieuwe laarzen uit had gedaan ging hij op zijn matras liggen. Sam kon moeilijk de slaap vatten. Lange tijd dacht hij na over wat hij de vorige avond gedaan had. Nog steeds vond Sam het wel terecht dat hij de man vermoord had. De man had een hele familie laten uitmoorden, het was zijn verdiende loon. Maar hoe langer hij erover nadacht hoe meer medelijden hij met de man kreeg. Hij zich niet eerlijk kunnen verdedigen tegenover Sam. Het was een lafhartige moord als hij erover nadacht. Ruw werd Sam wakker geschud door iemand van het gilde. Toen hij de slaap uit zijn ogen wreef zag hij dat Rico hem wakker had gemaakt. Rico was al oude man naar maatstaven voor een huurmoordenaar. Meestal werden huurmoordenaars niet zo oud. Hij had lang golvend grijs haar. Een kleine stoppelbaard op zijn gezicht. Een paar diepe rimpels in zijn gezicht verraadde dat de man al een respectievelijke leeftijd had gehaald. Sam mocht de man erg graag. Hij had veel van Rico geleerd. ‘’Wakker worden slaapkop’’ werd er tegen hem gezegd. Op de eerste dag dat Sam bij het gilde kwam had de grootmeester, Rico aangewezen om Sam alles te leren wat hij wist en hem uiteraard te beschermen. Rico had zijn taak erg serieus genomen. Bijna 2 jaar lang had hij Sam alles geleerd wat hij wist. Iedere dag gingen ze samen trainen. Daardoor had Sam een ijzersterke conditie gekregen. ‘’Je mag dan wel voor het eerst iemand vermoord hebben maar je training houdt nooit op’’. ‘’Je bent er pas klaar voor als ik vind dat je er klaar voor bent’’. ‘’ Ik denk dat we de dag maar eens beginnen met een lekker rondje door de bossen’’ glimlachte Rico. Kreunend kwam Sam omhoog‘’Ik ben net wakker Rico, wil je me dood hebben ofzo’’. ‘’Er uit voordat ik er 2 rondjes van maak, jij lamstraal’’. Met een schop tegen het bed benadrukte Rico zijn woorden. Sam wist dat Rico geen geintje maakte dus hij vloog zijn bed uit. ‘’wassen doe je straks maar’’. Toen Sam buiten kwam uit het pakhuis zat Rico op zijn zwarte hengst al te wachten. Hij had al sinds dat Sam hem had leren kennen een grote zwarte hengst in zijn bezit. Het paard was een goed strijdros wat alleen maar naar Rico luisterde. Toen ze door de Noorderpoort liepen de stad uit, ging het tempo omhoog. Bij de Noorderpoort was het nooit zo heel druk. Dat kwam omdat de weg vanaf de Noorderpoort rechtstreeks naar het schaduwbos liep. Het schaduwbos was een groot bos. Diep in het hart van het bos was het altijd donker vanwege de dichte begroeiing. Veel mensen geloofde de verhalen dat er rare wezens in de bossen woonde. Sommige die in het woud waren geweest zeiden ze daar geesten hadden gezien. Sam had er nog nooit een woord van gelooft. Het waren verhaaltjes om de kinderen van de stad bang te maken dat ze niet te ver het bos in dwaalde als ze aan het spelen waren. Al gauw kwamen ze dichtbij de rand van het bos. De bomenrij stond dicht tegen elkaar aan. Er was duidelijk een ingang te zien in het bos. Ieder jaar werden er een aantal bomen gekapt om een doorgang in het bos te maken. Eenmaal in het bos was er een natuurlijk pad dat je kon volgen. Sam en Rico hadden dit pad al vele keren gevolgd. Sam vond het altijd wel fijn om een rondje door het bos te hardlopen. In het bos kon hij altijd beter ademhalen dan in de drukke stad. Ze volgde het pad zoals ze altijd hun rondje deden. Het was redelijk heuvelachtig dus het werd steeds zwaarder voor Sam. Al gauw parelde er zweetdruppeltjes op zijn voorhoofd. Rico volgde Sam op een drafje. Rico moest de hengst steeds in bedwang houden zodat het niet in galop ging rennen. Nadat er heel wat zweetdruppels waren verspild kon Sam eindelijk stoppen. Ze waren aangekomen bij een groot meer dat in het bos lag. Heel toepasselijk hadden de stadsbewoners het meer maar het Schaduwmeer genoemd vanwege de vele bomen die erbij stonden. Sam stopte bij het meer terwijl Rico op zijn gemak kwam aan rijden op zijn paard. Nadat Rico het paard had afgezadeld liet hij het paard vrij rondlopen langs het meer zodat het wat kon drinken. Sam had zijn broek en hemd al uit en rende het water in. Het water was verfrissend na de lange tocht. ‘’kom je er ook in Rico’’ Brulde Sam vanuit het koele water. ‘’het is lekker verfrissend’’. ‘’Nee ik blijf lekker hier op de kant zitten Sam, Het is mij veel te koud dat water en dan moet ik ook nog mijn panster uit doen’’. ‘’Waarom heb je dat ding dan ook aan Rico’’. ‘’Gewoonte denk ik , als ik het niet aan heb dan voel ik me eigen niet op m’n gemak’’. Het pantser wat Rico aanhad was een lederen harnas. Het was zwart van kleur en had een paar versieringen op zijn borst. Sam had nooit kunnen begrijpen waarom de oude man altijd maar zijn pantser aanhad. Hij zou zelfs kunnen zweren dat Rico ermee naar bed ging. Druk pratend hoorde Rico niet dat er achter hun iemand in de bosjes langzaam naderde. Ineens zag Sam een paar meter achter Rico iets veranderen in de bossen. ‘’Pas op, achter je Rico’’ Schreeuwde hij vanuit het water. Rico sprong op vanaf de kant draaide zicht vliegensvlug om en had zijn zwaard al getrokken. Het was maar goed dat de oude huurmoordenaar nog steeds snel met het zwaard was. Hij had nog maar net zijn zwaard getrokken of er kwam al een zwarte gedaante op hem af die met een bovenhandse slag zijn hoofd eraf wou hakken. Sam zwom snel naar de kant om zijn mentor te helpen. Een tweede gedaante kwam uit de bossen rennen die een grote strijdknots in zijn handen uit. Naar achteren reikend om zijn dolk te pakken kwam Sam erachter dat zijn riem en dolk nog thuis onder zijn bed lagen. Hij vervloekte zichzelf dat hij zo dom kon zijn om die niet mee te nemen. Een vluchtige blik op Rico zijn paard leerde hem dat daar nog een zwaard aan het zadel hing. Rico blokte een aanval van de zwarte gedaante met zijn zwaard en begon daarna zelf een paar ijzeren slagen uit te delen. De man had duidelijk moeite om de slagen van Rico te blokkeren. Na een bovenhandse slag pakt hij de man bij de krijg draaide de man om zijn as en liet hem tollend los. De man struikelde door de plotselinge actie van Rico en viel achterover met zijn hoofd op een boomstronk. Rico reikte snel naar zijn laars waar hij een dolk in had zitten. Toen hij de dolk wilde gooien zag hij al dat het niet meer nodig was. De man keek hem glazig aan en levenloos aan. Rico draaide zich om en zag dat Sam zich knap verweerde tegenover de tweede man. Het was een grote man die tegenover Sam stond. Aan zijn bewegingen kon Sam zien dat de man nogal lomp en erg traag was. Hij moest het hebben van zijn brute kracht. Sam wist dat hij dit niet kon winnen door de klappen met zijn zwaard op te vangen. Hij moest de man snel en behendig af zijn. Sam maakte een schijnbeweging naar de rechter zij van de man. Zoals hij al had verwacht probeerde de man zijn zijkant te beschermen met zijn strijdknots. Snel gooide hij het heft van het zwaard in zijn andere hand en boorde zijn zwaard diep in de linkerzij van de man. De strijdknots gleed uit zijn hand. Met een bons stortte de man ineen. Met een zucht smeerde Sam het zwaard schoon aan de tuniek van de dode man. Het paard van Rico was iets verderop aan de kant nog wat water aan het drinken. Hij liep er naar toe om het zwaard terug te hangen aan het zadel. ‘’Wat denk je dat die twee van ons wilden’’ vroeg Sam aan Rico. ‘’Ik weet niet, maar aan hun kleding te zien waren het volgens mij struikrovers’’. ‘’Ze hadden niet echt veel waardevolle spullen bij hun, ze dachten natuurlijk dat het wel een makkie was om een oude opa van achteren te overvallen’’. ‘’Kom op laten we terug gaan naar de stad’’. ‘’klim maar achterop’’. Sam stapte als eerste op het paard en schoof naar achteren, waardoor Rico op het zadel kon zitten. In galop reden ze terug naar de stad. Toen ze eenmaal terug waren in de stad gingen Rico en Sam gelijk naar het Anker om de grootmeester te spreken. Het waren dan misschien wel struikrovers maar het moest wel gemeld worden. Altijd als er iemand van het gilde werd aangevallen dan werd het tot de bodem uitgezocht of dat het toeval was of dat er iemand op het spoor van het gilde was gekomen. En als diegene dan op het spoor van hun was dan werd die zo snel mogelijk uitgeschakeld. Sam en Rico waren al vroeg terug in de stad dus daarom besloten ze om eerst maar eens iets te gaan eten in herberg de Bierpul vlakbij het pakhuis. Na de maaltijd gingen ze terug naar het pakhuis om te oefenen in zwaardgevechten. Met een plof liet Sam zich vallen in een stoel in de herberg waar hij s’middags ook had gezeten. Samen met Rico zat hij aan een tafeltje te genieten van een lauwe pul bier. In deze herberg waren altijd wel wat lieden van het gilde te vinden. Nadat Sam en Rico hun derde pul hadden besteld kwam er een onopvallend ventje aan tafel zitten. Hij was net binnengekomen maar dat was eigenlijk niemand opgevallen. Het was een klein mager ventje. Zijn gezicht had wat weg van een rat. Kleine zwarte kraaloogjes keken Sam aan. Hij wist wie het was want hij had de man wel eens eerder gezien in het gildenhuis. Zijn naam kon hij zich zo niet herinneren. ‘’Zijn jullie Sam en Rico’’ vroeg de man met een fluisterende stem. ‘’Ik heb bericht van Arian, jullie moeten gelijk naar hem toe’’. De man stond weer op en binnen een paar tellen had hij de herberg al weer verlaten. Ze dronken eerst hun bier op en Sam legde een paar koperen munten op de tafel voor de waard voordat ze weg gingen. Toen ze eenmaal buiten waren repte ze zich naar het Anker. Arian zat al te wachten op hun. ‘’Neem plaats’’ zei hij wijzend met een vinger naar de stoelen die tegenover hem stonden.’’ Ik heb een opdracht voor jullie beiden en het zal geen gemakkelijke worden.’’
Aantal keer bekeken: 3894
Waardering: 6.86 op 10
Geef een cijfer:
Totaal categorieën: 10
Totaal 285 bezoekers online
Verhalen
Wilt u een verhaaltje lezen uit één van de onderstaande categorieën? Klik dan gewoon op een categorie en u komt op de pagina met de verhalen van deze bepaalde categorie.- blunders
- dieren verhalen
- erotische verhalen
- griezel verhalen
- humor verhalen
- kinderverhalen
- liefdes verhalen
- sex verhalen
- spannende verhalen
- sprookjes
Verhalen posten
Hebt u zelf een verhaaltje geschreven? Of een onvergetelijke blunder tegengekomen, of iets anders. En je wilt er anderen mee amuseren, lezen? Met verhalenlezen.nl kan dat geen probleem zijn. Klik hier om een verhaal te posten!Statistieken
Totaal verhalen: 5184Totaal categorieën: 10
Totaal 285 bezoekers online