De slavinnen van Uchlenrode.
U leest om dit moment het verhaal De slavinnen van Uchlenrode gepost door Katja. Dit verhaal is gepost in de categorie erotische verhalen. Wilt u een zelf geschreven, of een mooi verhaaltje posten? Klik daarvoor hier.Wilt u terug naar erotische verhalen?
Categorie: erotische verhalen
Gepost door: Katja
Gepost op: 2010-10-3
Verhaal:
De slavinnen van Uchlenrode
Ik werd op slag wakker. Net op tijd om te zien hoe Vetlip zich gereed maakte om mij een schop in mijn zij te geven.
«Opstaan, stomme slavin», zei hij.
Ik kon mij nog net snel genoeg wat opzij bewegen om de ergste kracht van zijn schop te ontwijken. Maar pijn deed het natuurlijk toch. Zwijgend stond ik zo vlug mogelijk op. Als Vetlip jou iets vraagt doe jij het beter maar meteen, want hij is een van de ergste beulen van Uchlenrode. Elk exkuus, zoals het niet meteen reageren of een kreet te slaken zijn voor hem een reden om jou nog een klap te geven. Nu wendde hij zich tot 8117 die naast mij op de grond lag te slapen. Zij was wat minder snel met de juiste reaktie en haalde zich zo meteen alle gemeenheid van Vetlip op de hals.
«Als ik zeg opstaan, gore slavin, dan bedoel ik ook opstaan.»
Met deze woorden haakte hij zijn vinger in de neusring van 8117 en trok haar daaraan overeind. Wij slavinnen dragen allemaal een ring in onze neus, dwars door ons tussenneusschot, en de beulen houden ervan om daar aan te trekken, want zij weten dat dat pijn doet.
Om een of andere reden hadden de ketens van 8117 zich ongelukkig om haar armen gewikkeld en zij was niet in staat om zich af te zetten om op te staan. Normaal gesproken zou zij even moeten neerzitten, haar armen vrijmaken en dan had zij kunnen opstaan. Maar Vetlip gaf haar die kans niet. Zij werd geacht op te staan en niet eerst neer te zitten, en zo bengelde het arme meisje hulpeloos aan haar neusring en zij gilde het uit. Er was niets dat ik kon doen om haar te helpen.
Uiteindelijk zag Vetlip ook wel in dat dit alles tot niets leidde, maar het zou een afgang voor hem zijn om dat toe te geven. Het smeet 8117 op de grond en wendde zich to de volgende slavin. Natuurlijk was iedereen nu wakker geworden, en het volgende meisje, 7423, had er wel alreeds voor gezorgd dat zij klaar was om Vetlip's bevel direkt op te volgen. Onder ons noemden wij deze beul Vetlip voor duidelijke redenen. Natuurlijk gebruikten wij die naam nooit rechtstreeks tot hem. Het was ook niet nodig want slavinnen waren niet toegestaan beulen uit zichzelf aan te spreken.
«Sleep haar naar de rail», kommandeerde Vetlip, wijzend op 8117 die snikkend van pijn op de grond lag. 7423 en ik pakten beiden een hand van het meisje en deden wat ons opgedragen was. In feite probeerde wij haar zoveel als mogelijk op te tillen, om haar zo min mogelijk over de ruwe grond voort te sleuren, maar met Vetlip ons in de gaten houdend, konden wij dat niet al te opvallend doen.
Onder de rail aangekomen hielpen wij haar met op te staan, zodat Vetlip haar behandelen kon. De rail, moet jij weten, is een horizontale balk op ongeveer 2,5 meter boven de grond, die in vrijwel elk slavenverblijf gemonteerd is. Er hangen katrollen aan voorzien met kettingen. Vetlip maakte de korte ketting los waarmee de polzen van 8117 aan elkaar zaten, en trok twee kettingen van de katrollen omlaag. Deze gingen aan de linker en rechter polsboei van 8117, en vervolgens hees de beul het arme meisje omhoog door aan de andere kant van de kettingen te trekken. Toen zij zo aan gespreide armen hing te bengelen, wij noemen het heel begrijpelijk de Y stand, vergrendelde hij de ketens en grijnsde haar toe.
Hangen in de Y stand is een vreselijke straf. De oude Romeinen wisten dat al en kruisigden ongewenste elementen uit de samenleving op deze manier. In feite hun methode was nog wat erger. Zonder zich om de beschadiging van pezen, zenuwen en bloedvaten te bekommeren sloegen zij spijkers door de polzen heen, zodat deze onder het handgewricht haakten, en netjes op hun plaats gehouden werden door tussen het spaakbeen en de ellepijp door te gaan. Omdat de armen van het slachtoffer zo horizontaal mogelijk getrokken werden was de uitgeoefende kracht nog wel een beetje groter dan alleen maar het gewicht van het lichaam. Het was dan ook een foltering die tot de dood leidde. In Uchlenrode gaat het iets minder radikaal toe. Alle slavinnen krijgen bij aankomst op diezelfde positie een stalen pin door hun polzen heengeslagen. Maar de beuldokter duwt pezen en dergelijke eerst opzij, zodat de beschadigingen miniem zijn. Dan krijg jij een ijzeren band om jouw polzen heengeklonken waarin deze pin vast komt te zitten. Nu is het mogelijk om aan jouw polsbanden opgehangen te worden zonder daaraan dood te gaan. Zonder die pin, met alleen maar de boeien, zouden jouw polzen uitscheuren. Desalniettemin is aan jouw polzen opgehangen te zijn heel pijnlijk. Slavinnen die net zo opgehangen zijn zie jij met hun voeten in de lucht trappelen, in de vergeefse moeite om zich los te werken, wat natuurlijk niet lukt. Spoedig echter zijn zij te ver heen om dat nog te proberen, want zij moeten al hun krachten aanwenden om te blijven ademen. Door het hangen wordt jouw borstkas dichtgedrukt, dus ademen wordt een opgave. Als een slavin dood gaat van het hangen, wat af en toe gebeurt, is het omdat zij gestikt is.
Dit alles ging als een flits door mijn hoofd toen ik 8117 zag hangen, maar veel meer tijd om er over na te denken kreeg ik niet, want Vetlip haakte een ketting aan mijn en 7423's neusring en trok ons daar aan voort, weg uit de keuken. Hij liep snel. Zo goed en kwaad het ging dribbelden wij achter hem aan. Want naast polsboeien dragen alle slavinnen ook boeien om hun enkels. (Zonder pin deze, jij wordt nooit aan jouw enkels opgehangen.) Deze beide boeien zijn met een korte ketting aan elkaar geklonken. Die ketting is net lang genoeg om mee te kunnen lopen, maar zeker te kort om er mee vandoor te kunnen rennen. En ook eigenlijk te kort om snel te kunnen lopen, want dan trek jij voortdurend links en rechts aan de ketting wat pijn doet, en als jij niet oplet verlies jij jouw evenwicht en val jij. Oh, Vetlip zou het heerlijk vinden als dat gebeurde, zou hem een reden geven om jou met zijn zweep af te rossen.
Ik vroeg mij af waar wij naar toegeleid werden en wat er van ons verwacht werd. Wij keukenslavinnen hebben, relatief bezien, een vrij gemakkelijk leven. Niet zoals die andere slavinnen die buiten de hele dag zware arbied moeten verrichten en na enkele jaren van uitputting bezwijken. Wij hoeven alleen maar de grote kookketels te vullen, eten te bereiden, schoon te maken, en zulk soort werkjes. Tussen de maaltijden door, of terwijl wij moeten wachten tot de brij gaar is, kunnen wij uitrusten. De beulen weten dat en daarom als er onverwacht wat extra werkkracht nodig is worden wij ingeschakeld.
Ah, ik wist waar wij naar toe gingen. De ontvangst zaal. Ja, het was blijkbaar weer de dag dat de nieuwe lichting slavinnen aangevoerd werd. Dat was zo een beetje elke week ongeveer 20 meisjes die nog niet wisten welk lot hen te wachten stond. Ik schatte dat er in Uchlenrode alleen al elk jaar minstens 1000 meisjes de slavernij ingingen. Ja dat klopte wel, ik was nummer 2892, en wij waren nu ergens bij 8500, en ik zat hier al zes jaar. Denk ik tenminste. Hier in het hete klimaat van de Tropisch Amerikaanse Republiek (TAR) is er geen zomer en winter om het verloop van het jaar aan te geven. Er is er de jaarlijkse regentijd, maar het kan ook regenen in de zogenaamde droge tijd, ik vind die dus niet uitgesproken duidelijk genoeg om zeker te zijn.
Wij kwamen nu de zaal binnen. De nieuwe meisjes waren al binnen geleid. 18 telde ik er, zoals gewoonlijk de meesten waren Kamli. De bevolking van de TAR bestaat uit ongeveer 60% Kamli en 40% Moba. De beide bevolkingsgroepen spreken een andere taal, hebben andere gewoontes, kortom zij zijn aartsvijanden. De grote baas van de TAR, generaal Kinoz, die de macht iets van 10 jaar geleden had gegrepen was een Moba, en sinds die tijd voerden de Moba een etnische opruiming politiek uit onder de Kamli. De buitenwereld wist daar niets van. Toeristen, de TAR heeft prachtige stranden met luxueuze resorts, zien alleen maar de glimlachende Moba, en als zij een Kamli zien, is het een straatveger die geleerd heeft zijn mond te houden.
Er waren echter ook 2 blanke meisjes in de groep. Ik zag hen in mijn richting kijken en een schok door hen heen gaan. Meisjes, meisjes, dacht ik. Jullie weten nog niet wat jullie te wachten staat hier. Dit is geen gevangenis, dit is een slavenkamp, en jullie zullen hier niet levend vandaan komen. Toen ik 6 jaar geleden op jullie plaats stond maakte ik hetzelfde mee.
Er was eens een tijd dat ik nog Katja heette, dat ik mijn examens aan school gehaald had en toestemming van mijn ouders had gekregen om met Tom, mijn vriendje, op vakantie in de TAR te gaan. Zwemmen in een tropische zee, liggen op het warme zand, de samba dansen in het resort, wandelen op het strand onder de palmen met Tom in het licht van de maan. Vol verwachtingen kwamen wij aan, te opgewonden om veel aandacht te besteden wat er gebeurde bij de immigratie en douane. Eindelijk was het onze beurt. De stempels in de paspoorten waren snel gedaan, maar toen wij onze bagage hadden opgehaald en ons naar de douane en de uitgang van het vliegveld wilden begeven, werden wij door een agent naar een aparte testbank geleid, waar potige douaniers ons stonden op te wachten. Zij vroegen niet eens of wij iets aan te geven hadden, zij begonnen meteen onze koffers open te breken. Met een mes sneden zij de bekleding in stukken. Tom wilde protesteren, maar de reaktie van degeen die de baas scheen te zijn was zo bars dat wij geen van beiden nog iets durfden te zeggen.
«Als ik het niet dacht» zei de baas toen plotseling een van zijn mannen hem een zakje met wit poeder overhandigde. «Dat is minstens 500 gram drugs, en jullie weten welke straf daar hier opstaat.»
Wat er toen precies gebeurde weet ik eigenlijk niet meer. Wij waren beide allebei te verbijsterd om iets te zeggen. Naderhand bezien ben ik er van overtuigd dat die douaniers die drugs zelf in onze koffers gestopt hadden, voordat zij het zogenaamd vonden. Of misschien een handlanger in de bagage afdeling. Tom en ik werden weggeleid en in aparte cellen opgesloten.
Mijn cel was leeg: kale wanden, een klein raampje in een van de muren nabij de zoldering, geen meubels, niets. En het stonk er. Uren gingen voorbij. Ik zat op de grond, wat anders kon ik doen? Het werd donker. Het werd nacht. Ik had dorst en honger, en ik had al in de hoek van de cel mijn behoefte moeten doen, want er was geen enkele faciliteit. Daarom stonk het er dus zo, hoeveel voorgangers had deze cel alreeds gekend?
Eindelijk het geluid van een sleutel, de deur ging open, twee agenten kwamen binnen en sleurden mij mee door een gang naar een andere kamer. Daar zat een aap op een stoel achter een buro. Sorry, dat was het enige dat bij mij opkwam toen ik die monsterlijke kerel zag, want zo zag hij er uit. Ik moest zitten op een andere stoel. De agenten bleven bij de deur staan.
«Wel, mejuffrouw Katja», begon hij zonder veel omhaal, «Uw vriend is er van beschuldigd om 520 gram drugs in ons land te willen hebben binnen smokkelen. U weet dat daar de doodstraf op staat. Gelukkig u bent onschuldig, u kunt gaan.»
Ik was te verbrouwereerd om iets te zeggen.
«Maar als u iets voor uw vriend over heeft kan ik proberen hem te redden. We kunnen het 260 gram voor u en 260 gram voor hem maken. Dan gaat u beiden voor alleen maar 20 jaar de gevangenis in.»
Ik was nog steeds te verbrouwereerd om iets te zeggen.
Nu boog de aap zich naar mij toe: «Maar 20 jaar de gevangenis in is natuurlijk nog steeds niet leuk. Gelukkig heb ik nog een ander voorstel voor u. We zeggen dat u de 520 gram ingevoerd heeft, zodat uw vriend vrij uitgaat, en ik zal, omdat u een vrouw bent, verzachtende omstandigheden aanvoeren, zodat de schade tot misschien een hoge geldboete beperkt kan blijven. Maar dan moet u mij wel een gunst bewijzen.»
«Een gunst?» wist ik uit te brengen.
«U gaat met mij naar bed.»
Toen begreep ik dat ik in een val gelopen was. Wat kon ik doen? Sex met die aap? Maar als ik niet toegaf werd Tom misschien onthoofd of wij gingen allebei de gevangenis in. Ik had geen keus, ik knikte mijn toestemming, en bibberend zette ik mijn handtekening op het formulier dat hij plotseling voor mij neerlegde.
«Zeer goed. O ja, en ook enkele van mijn vrienden willen met u spelen», voegde de aap nonchalant toe, terwijl hij opstond en de kamer verliet. De agenten dwongen mij om hem te volgen. We gingen door de gang, door een andere deur, en kwamen in een zaal, die een toneel bleek te zijn. Ik moest op het podium staan, en zag hoe een tiental agenten, dounaniers en wat ander geüniformeerd geboefte zittend in die zaal, mij geil aankeken.
De aap zei iets in een mikrofoon, maar het was in de lokale taal en dus kon ik er niets van verstaan. Het publiek daarentegen duidelijk wel. Ik kon wel raden wat het was, zo niet nu, dan zeer spoedig. Terwijl de agenten mij stevig vasthielden begon de aap mij de kleren van het lijf te scheuren. Tropisch gekleed zijnde droeg ik alleen mijn dunne jurkje en ondergoed, dus dat was snel gedaan. Hij had meer tijd nodig om zijn eigen broek te laten zakken. Om een lang verhaal kort te maken, zo werd ik dus verkracht.
Toen hij zijn beurt had gehad mocht een ander van het publiek het proberen. Ik moest een andere jurk aan trekken (mijn koffer met kleren bleek op het toneel te staan), en ik werd weer ruw ontkleed en verkracht. Ik had niet zoveel kleren meegenomen, spoedig was er nog maar 1 jurk over, mijn prachtige rode.
«Die moeten wij nog even mooi houden» zei de aap tot mij.
Het geüniformeerde tuig dat zich nog niet aan mij vergrepen had, de lagere rangen duidelijk, moest het doen met al half opengescheurde kleren. En toen ik uiteindelijk weer in mijn cel gesmeten werd had ik alleen nog maar wat vodden om mij te bedekken. Huilend lag ik neer.
Het werd weer dag, de celdeur ging open en de aap kwam binnen.
«Om 10 uur moet u voor de rechter verschijnen. Dat kan natuurlijk niet in deze vodden. Komt u mee.»
Ik weet niet meer zeker of ik veel of weinig protesteerde, of helemaal niet protesteerde, het had toch geen enkele zin. Maar ik werd naar een badkamer gebracht waar ik mij kon wassen, waar mijn rode jurk klaar lag, (daar had hij hem dus voor gereserveerd), en ook eten en drinken. Ik voelde mij dus wel iets beter toen ik daarna de rechtszaal werd binnen geleid. En daar was Tom ook. Ik wilde hem roepen, maar de agent die mij vasthield, gaf mij een ruwe stoot dat ik mijn mond diende te houden tenzij de rechter mij iets vroeg. Maar Tom had mij gezien. Hij zag er vreselijk uit. Blauwe plekken en rauwe wonden op zijn gezicht en armen lieten duidelijk zien dat hij nog heel wat ruwer was aangepakt.
De rechter kwam binnen, (ook een gorilla) en de zaak begon.
«Ik heb recht op een advokaat» zei ik.
De rechter klopte met zijn hamer en sprak boze woorden. Ik kon er niets van verstaan, maar de agenten wel en zij sloegen mij hard in het gezicht. De aap (de oorspronkelijke aap) die plots naast mij bleek te zitten, fluisterde mij toe: «Ik ben uw advokaat. En spreek niet meer tenzij de rechter u dat vraagt.»
Dat was duidelijke taal. Ik had het begrepen. Maar Tom nog niet. Hij stond plotseling op en eiste dat wij onze ambassadeur konden spreken... Een aantal klappen later begreep hij het ook.
Ik denk dat vervolgens de aanklacht werd voorgelezen. De zak met drugs (voor mij had het ook wel zeeppoeder kunnen zijn) werd getoond, onze advokaat zei iets. De rechter deed zijn uitspraak en dreunde met zijn hamer op zijn gavel en verliet de zaal. Dat was snelrecht, het had nog geen 5 minuten geduurd! Toen hij weg was sprak de aap, de advokaat, tot ons in onze eigen taal: «Het spijt mij, ik heb de rechter niet volledig kunnen overtuigen. Maar het goede nieuws is dat de 20 jaren gevangenis straf u bespaard is gebleven. U bent beiden tot slechts 10 jaar dwangarbeid veroordeeld. U zult nu in uw cellen worden opgesloten tot het eerstvolgende transport naar de gevangenis plaatsvindt.»
De agenten voerden ons hardhandig weg.
«Tom» gilde ik nog, toen ik zag dat hij in een andere richting werd weggeleid.
«Katja» hoorde ik hem nog roepen.
En dat is de laatste keer geweest dat ik hem gezien heb. Ik heb geen idee wat er met hem gebeurd is. Waarschijnlijk is hij naar een Uchlenrode voor mannen vervoerd. Waarschijnlijk is hij daar enkele jaren geleden al doodgefolterd. Of misschien ook niet. Maar wat doet het er toe? Spoedig, misschien volgende maand, misschien volgend jaar, wie zal het zeggen, zal ik zelf ook wel doodgefolterd worden. Ik ben al 6 jaar in Uchlenrode, de meeste slavinnen wordt niet meer dan 2 gegeven. Ik ken niemand die nog zo een laag nummer heeft als ik, 2892. De laagste die in onlangs gezien heb was alreeds ergens in de 4000. Alleen het feit dat ik weet hoe ik de slavinnenleverpastij moet maken is wat mij in het leven houdt. Mijn voorgangster, slavin 36, die het mij moest leren en ook al jaren hier zat, hebben de beulen genadeloos afgeslacht toen het eenmaal duidelijk was dat ik het werk kon doen en 36 niet langer meer nodig was. De laatste keer dat ik de pastij maakte moest ik het samen doen met 5821. Ik weet dus dat mijn dagen geteld zijn. Misschien ook maar beter. Ik zal hier nooit meer vandaan komen, dus waarom dit vreselijke bestaan nog verder rekken? Laten zij mij maar doodfolteren, dan ben ik er vanaf. Waarschijnlijnk denken mijn ouders al jaren lang dat ik dood ben. Ik heb geen idee wat TAR regering hen verteld heeft om mijn verdwijning hier aannemelijk te maken.
Ik geloof dat ik 4 dagen in die cel doorbracht. Er lag nu een matras waarop ik liggen kon, er stond een bak waar ik mijn behoefte kon doen, en er werd mij te eten gebracht. Maar er werd ook van tijd tot tijd geüniformeerd tuig binnen gelaten. Gelukkig maakte de stank dat zij het allemaal tot een vluggertje beperkt lieten. Op die 4e dag was mijn enige overgebleven jurk, die rode, grotendeels in rafels en ik stonk als een beerput.
Mijn laatste maal werd gebracht en ik kreeg het advies om daarna klaar te staan voor transport naar de Uchlenrode vrouwen gevangenis. Handboeien gingen om mijn polzen en ik werd naar buiten geleid waar een gepantserde vrachtwagen klaar stond. In die wagen, in het midden over de lengte was een rail bevestigd, waar ik mijn handen overheen moest schuiven, en ik kon zitten op een van de banken die er links en rechts van stonden. Twee meisjes zaten daar al. De rail werd vergrendeld, wij konden ons wat bewegen, maar wij konden onze geboeide handen niet van om de rail losmaken. De deur ging dicht en de wagen zette zich in beweging. Na een tijdje stopte hij, de deur ging open en een paar andere meisjes werden naar binnen geschoven. Op die manier ging de wagen blijkbaar verschillende politie buros langs om gevangenen op te pikken, totdat wij vol zaten met een twintigtal meisjes. Sommigen waren nog vrij netjes, met al hun kleren intakt. Anderen kwamen duidelijk van cellen waar eenzelfde ruwe behandling gangbaar was als in de mijne. En sommige waren zelfs helemaal naakt. Het waren allemaal lokale meisjes, ik was de enige buitenlander. Zij spraken met elkaar en ik verstond natuurlijk weer geen woord.
«Ik ben Anina» zei het meisje dat naast mij zat plotseling in het Engels.
«Ik ben Katja» zei ik.
«Wat heb jij gedaan om hier verzeild te geraken?»
«Zij hebben mij valselijk beschuldigd voor het importeren van drugs.»
«Oh ja. Een favoriete truk. Zij willen jou gewoon hebben. Een blanke is altijd leuk om mee op te scheppen.»
«Wat heb jij gedaan? En al die andere meisjes?»
Anina haalde haar schouders op. «Wij zijn Kamli.»
Het was toen dat zij vertelde hoe de Kamli langzaam maar grondig uitgeroeid werden door de Moba. Elk jaar werd het leven hen moeilijker gemaakt. Zelf was Anina onderwijzeres geweest. Totdat op een dag generaal Kinoz verordend had dat zulke belangrijke taken alleen maar door Moba gedaan mochten worden. Kamli kinderen mochten slecht maximaal 4 jaar basis onderwijs hebben, en moesten vanaf dat punt dom gehouden worden. Elke Kamli slimmer dan dat was verdacht. Anina was toen teruggegaan naar het winkeltje van haar ouders, die hun leeftijd begonnen te voelen en wel wat hulp konden gebruiken. En toen kwam de bedrijfs verordenering. Winkels van die en die grootte of groter, zoals die van haar ouders, mochten niet door Kamli gedaan worden en moesten aan Moba verkocht worden. Officiëel voor een redelijke prijs. In de praktijk, omdat het moest, konden de Moba de prijs betalen. Anina's vader had geweigerd dat aalmoes te aksepteren. De politie had hem en zijn vrouw in elkaar geslagen (die oude mensen hadden toch geen nut meer), en Anina was tot Uchlenrode veroordeeld.
«Ik heb niet gehoord dat ooit iemand daar levend vandaan gekomen is», zuchtte zij. «Het maakt niet uit of jij daar 1 jaar of levenslang krijgt. Zij zorgen er wel voor dat jij dood gaat net voordat jouw periode erop zit.»
Ik begon mij zorgen te maken. Waar ik eerst overtuigd was geweest dat, al dan niet bij dat schijn proces, dan toch wel eerder dan later mijn ambassadeur mij zou bezoeken en vrijkrijgen, begon ik mij nu af te vragen wat de toekomst voor mij in petto had.
Intussen voelde ik dat de wagen de hoogte in ging.
«Wij hebben nu de stad verlaten en gaan de bergen in», zei Anina, «naar de chrysoberyl mijnen.»
De TAR is erg rijk in chrysoberyl, legde zij uit. Chrysoberyl bevat beryllium, een metaal dat tegenwoordig in geavanceerde metallurgie erg belangrijk is geworden. Er is niet veel beryllium op de wereld, dus de weinige vindplaatsen die er zijn, zijn plotseling erg strategisch geworden. Vooral de Verenigde staten zouden het niet leuk vinden als generaal Kinoz de ertsen plotseling aan China zou verkopen. En dus doen de Verenigde staten een oogje toe als het om de mensenrechten hier gaat.
De rit duurde enkele uren. Maar oplaatst stopte de wagen. Ik hoorde stemmen, voetstappen, en toen werd de deur van de wagen geöpened, en wij moesten allemaal uitstappen. Wij waren op een soort erf, maar ik had niet veel tijd om rond te kijken, want wij werden meteen door een open deur een gebouw ingejaagd, waar wij in een gang terecht kwamen. Stevige, potige kerels, weer andere apen, maakten een voor een onze handboeien los en duwden ons voort in een zaal, terwijl achter ons een zware deur in het slot viel. Geen kans om te ontsnappen.
Meer potige kerels, onze bewakers, (ofschoon ik spoedig genoeg aan hen alleen als 'onze beulen' zou denken), dwongen ons om in een rij te gaan staan. De meesten waren in een soort legeruniform gekleed en zij hadden vrijwel allemaal een zweep die zij wisten te gebruiken. Ik verstond natuurlijk weer niet wat zij zeiden maar vond het snel genoeg uit wat betreft die rij. Echter niet snel genoeg naar hun zin en de zweep kletste hard over mijn huid, snel rode striemen achterlatend. Met tranen in mijn ogen bleef ik staan en durfde niets te zeggen. Met blik dwaalde door de ruimte en bleef plotseling stokken op een meisje dat ik achter de beulen zag staan. Een schok ging door mij heen. Het was een slavin. Zij was bijna naakt, zij droeg alleen een minirok. En een badmuts op haar hoofd, een ring in haar neus, een staaf dwars door haar beide borsten heen. En daaronder op haar buik was een groot nummer gebrandmerkt. Zij had ook ijzeren banden om haar polzen en enkels geklonken die met korte kettingen aan elkaar vast zaten. En haar gezicht zag er ingevallen uit.
«Wat hebben zij met haar gedaan?» dacht ik nog. «Waar heeft zij dat aan verdiend? Maar zo zullen zij ons toch niet gaan behandelen?»
Ja, dat dacht ik toen. En nu, zelf zo een slavin zijnde, toen ik die meisjes zo zag staan, nu dacht ik het niet meer, nu wist ik het dat die meisjes er over enkele uren ook zo zouden uitzien.
Intussen liepen de majoor en de professor langs de gevangenen heen om hen te keuren. De majoor is de baas van alle beulen, de professor is degeen die onze folteringen uitvindt. Hij is een monster en sexueel gefrustreerd. Vorige keer droeg een zwarte, halfdoorzichtige onderjurk waar de stand van zijn pummel duidelijk te zien was. Vandaag had hij zichzelf een maat G of H beha aangetrokken, de houders opgevuld, en hij droeg ook een wijde rok met een veellagige onderrok, zodat die rok wijd uitstond.
«Zo jullie stelletje hoeren» begon de majoor zijn toespraak. «Wat zeg ik, 'hoeren' is nog te goed voor jullie. Jullie zijn een stel onderkruipsels. Maar dat zullen wij jullie wel afleren. Slavinnen zullen jullie hier zijn, de rest van jullie leven. Jullie zijn nu in Uchlenrode waar jullie zullen boeten voor jullie wangedrag jegens onze grote leider, generaal Kinoz. Gelukkig kunnen jullie je hierzelf nuttig maken. Werken zullen jullie, de hele dag, want er moet beryl geproduceerd worden. En sommigen van jullie mogen de vooruitgang van de wetenschap dienen, want de professor hier kan altijd proefkonijnen gebruiken om zijn folter theorieën te testen. Hoe dan ook, jullie kunnen maar beter doen wat jullie opzichters jullie vertellen te doen, want anders zullen de pijnen wel eens vrij heftig kunnen zijn.
Goed dan. Dan zal de sergeant beginnen jullie kaal te scheren. Als dat gebeurd is kunnen jullie je stinkende kleren uittrekken en in die vuilnisbak daar gooien, dan raad ik je aan om even het toilet te bezoeken, dan nemen jullie een bad over daar, en vervolgens staan jullie hier weer in de rij voor de volgende behandeling. Opschieten. Die kant eerst.»
Een voor een werden de meisjes snel kaalgeschoren. De Kamli meisjes lieten zich gelaten behandelen, maar het eerste blanke meisje dat mooi lang haar had huilde dat zij het wilde houden. Het leverde haar alleen een paar extra zweepslagen op en haar haar ging er toch af.
Toen de meisjes, nog steeds halfnat, een voor een weer in de rij terugkwamen werd hun kaalgeschoren hoofd met een of andere zalf ingesmeerd. Ik heb begrepen dat die bijtende zalf de haarwortels aantast, zodat de haren niet meer aangroeien. Daarna werd hen een rokje en een badmuts gegeven, en zij moesten die aan en opdoen.
«En doe maar voorzichtig met die kleren, want als zij stuk gaan en vervangen moeten worden dan kost dat 10 zweepslagen. Elk. Dus wees maar dankbaar dat jullie vandaag deze eersten voor niets krijgen in plaats van 20 zweepslagen.»
Ik weet eigenlijk niet waarom wij rokjes dragen omdat wij verder toch naakt gaan, en in dit hete klimaat heb jij natuurlijk eigenlijk helemaal geen kleren nodig. Misschien willen de beulen ons zo een kans geven onze maandelijkse ongesteldheid te verbergen. Zodat zij zelf dat niet hoeven te zien. De rok zelf is van een of ander dun soepel materiaal gemaakt maar toch wel sterk. Met normaal gebruik duurt minstens een jaar voordat er gaten in beginnen te vallen en het vervangen moet worden. De rok kan niet uitgetrokken worden. Als jij hem omgedaan hebt klemmen de beulen de uiteinden van de heupband met een speciale tang opelkaar en smelten de einden vast. De rok kan dus ook nooit gewassen worden, jij spoelt hem maar wat af als jij zelf ook een bad neemt. Wat overigens alleen maar gebeurt als de beulen jou te erg beginnen te vinden stinken. Aan de badmuts is een riempje bevestigd dat om jouw kin vastgezet moet worden. Het is streng verboden jouw badmust af te zetten. Elke slavin die, ook al is het maar voor een sekonde, zonder badmuts wordt gezien krijg zware straf. De badmuts is van rubber, dus het zweet wordt er door vastgehouden en dat begint te stinken. Het rubber teert weg na een paar maanden, en dan krijg jij weer 10 zweepslagen voor een nieuwe. Het zit strak. Maar na 6 jaar ben ik er wel aan gewend.
7423 en ik moesten de beulen helpen. Wij droegen de doos waar de rokjes en badmutsen inzaten, en moesten die aan de meisjes geven. Zo van dichtbij zag ik hen allemaal angstig kijken, en verscheidenen hadden tranen in hun ogen. En dan wisten zij niet dat het ergste nog steeds moest komen. De neusring was eerst. Dat was nog vrij makkelijk. Met een speciale tang kregen de meisjes een gat in hun tussenneusschot geponsd, een niet gesloten ring ging erin, en daarna werd de ring dichtgeknepen en de uiteinden aan elkaar geklonken. Die ging er nooit meer uit.
Toen kwamen de enkelboeien. 7423 en ik moesten de boeien aangeven. Zij bestonden uit twee helften die om een enkel gingen en dan aan elkaar geklonken wewrden. De korte ketting die de linker en rechter enkelboei verbond ging tegelijk mee. De beul gebruikte klinknagels die hij op een aambeeld onverwijderbaar vastzette. Dan de polsboeien. Dat was een ander verhaal. Een snede werd in de huid gemaakt, de onderliggende pezen, zenuwen en bloedvaten opzij geduwd, zowel aan de bovenkant als de onderkant en dan werd de stalen pin door de pols heengehamerd. De halve boeien gingen er omheen en boeien en pin werden samen vastgeklonken. Anders dan die van de enkels, de ketting die de polzen verbindt is verwijderbaar. De beulen maken hem los als zij jou in de Y-stand willen ophangen.
En dan kwam de doorboring van de borsten. Toen ik naar Uchlenrode kwam was dat nog niet algemeen. Ik was indertijd een van die slavinnen die als proefkonijn mocht dienen, en dat is waarom ik nu een hele buis in mijn borsten heb in plaats van alleen maar een paar centimeter dikke staaf. Maar spoedig sinds die tijd wordt het als een standaard slavinnendracht beschouwd en alle meisjes worden als zodanig behandeld bij aankomst. Eigenlijk moet ik zeggen dat als iemand C of D borsten heeft het best wel sexy staat. Maar als jouw borsten kleiner zijn of ongelijk of jij scheef doorboord wordt, is het erg lelijk. Maar tegenwoordig hebben de beulen een aparte doorboormachine zodat het scheef erin zetten niet zo vaak meer voorkomt. Stel jou een middeleeuws borst harnas voor, maar met 2 grote gaten en een sleuf erin. Als slavin moet jij daar in gaan staan, of liggen, hoe jij het precies wilt opvatten, want het kuras is opgesteld onder een hoek van 45°. Jouw borsten komen precies door die 2 gaten naar buiten piepen. Zij hangen omlaag, maar toch ook naar voren zodat de beulen er bij kunnen. Het rugstuk van het kuras wordt dicht geklapt en vergrendeld, zodat jij jou niet meer bewegen kunt. Ook jouw armen worden vastgezet. In feite zit het kuras to strak dat jij ook nauwelijks meer ademen kan, maar onder de handen van een ervaren beul is de operatie zo snel gedaan dat jij geen tijd hebt om te stikken. In het oude model hadden de beulen een paar tangen met scherpe naalden erin, waarmee zij de toppen van jouw borsten grepen en konden vasthouden. Dat was alreeds pijnlijk genoeg. Met het nieuwe model gaat het met twee kappen die over jouw borsten gaan en waaruit dan de lucht weg gezogen wordt, zodat hierdoor jouw borsten effektief vastgezet worden. Dat is niet pijnlijk. Maar natuurlijk is die nieuwe metode niet uitgveonden om ons leven plezieriger te maken, maar om het doorboren voor de beulen makkelijker te maken. In de volgende stap worden 4 cirkelvormige messen ingezwaaid die snel en doeltreffend ronde insnijdingen van 2 cm diameter in jouw huid maken in de zijkanten van jouw borsten. De stukjes huid zo losgesneden worden er uit getrokken. Dat doet natuurlijk wel pijn en het is bloederig. Maar veel tijd voor het bloed om te stromen is er niet, want nu wordt er een soort kogel met een scherpe punt die aan het einde van een staaf bevestigd is door jouw borsten heengeduwd van links naar rechts achtereenvolgens door beide heen. Als jij grote borsten hebt loopt de staaf tussen beide borsten vrij van jouw borstkas, anders rust hij er op. De kogel is scherp, maar toch ook niet vlijmscherp. Scherp genoeg om door jouw bosten heengeduwd te worden en zich een weg langs de weefsels the ploegen, maar ietwat bottig ook om inderdaad eerder langs de bloedvaten en zo te gaan en er niet recht doorheen en hen te beschadigen. Trouwens, normaal gesproken is het vrij moeilijk om een scherpe punt door iemand heen te duwen, omdat huid zo taai is. Een vleeshaak in een stuk vlees te slaan is makkelijk. Om eerst door de huid naar binnen te gaan is al iets moeilijker. Maar om van binnen door de huid naar buiten te komen is zelfs vrij lastig. Hier echter al deze problemen waren alreeds opgelost door het uitponzen van die stukjes huid waar de staaf heeft te passeren. Wanneer de staaf, ongeveer 35 cm lang, een stukje links en rechts uitstekend, eenmaal op zijn plaats zit wordt de doorboor kogel losgekoppeld, alle klemmen losgemaakt, het borstkuras geopend, en het meisje eruitgetrokken. Nu begrijp jij waar die sleuf in het kuras nodig voor is. Dan de volgende slavin erin, en zo werden zij allemaal snel en doeltreffend van een borstenstaaf voorzien.
De meisjes waren nu bijna volledig behandeld. Maar de twee ergste folteringen moesten nog komen.
Het brandmerken van het nummer. De majoor bestudeerde het identiteits bewijs van elk meisje, maakte een aantekening en zei dat vanaf nu zij niet meer Krali of Zaziu of what dan ook heetten, maar slavin 8445 en slavin 8446 enzovoorts waren. En dat elke slavin die vanaf nu iets anders dan haar eigen nummer zou gebruiken om zichzelf aan te duiden, of een andere slavin bij een wat ook andere naam dan diens nummer zou aanduiden, zwaar gestraft zou worden. Ja, ik denk dat de aktie van de brandmerking wel beschouwd kan worden als jouw overgang van persoon tot slavin. Voor het brandmerken ben jij nog iemand, na het brandmerken ben jij... nou ja, niets meer. Een groot elektrisch brandijzer werd nu gebracht. Het eerste nummer werd ingesteld, het ijzer rood gloeiend opgewarmd en vervolgens met kracht voor minstens 5 sekonden op de buik van de eerste slavin gezet. Rookwolken, gegil, maar het nummer zat er op voor de rest van haar leven. Het luidsnikkende en kermende meisje werd dan voortgesleurd naar de hangbank. Kettingen werden bevestigd aan haar polsboeien en opgetrokken. Op dat moment hing zij nog niet daar aan, zij stond nog op haar voeten mat alleen haar armen omhoog.
Terwijl in de andere hoek meisjes nog gebrandmerkt werden kwam hier een beul met een simpele tang naar voren. Een andere beul schoof haar een stuk hout tussen haar kaken zodat zij haar mond niet meer kon sluiten. De slavinnen die later kwamen en al hadden gezien wat er ging gebeuren probeerden hun mond stevig dicht te houden. Maar de beulen kenden hun trukjes. Zij knepen zo een meisje in haar neus, toch al pijnlijk vanmwege de ring, zodat zij van schrik en om te ademen haar mond open deed, en dan was het al te laat voor haar. Intussen was de eerste beul begonnen om systematisch een voor een alle tanden en kiezen van de meisjes er uit te trekken. Iedereen gilde van de pijn. Ik weet nog goed hoe ik bijna flauw viel, ik wilde dat ik echt flauwgevallen was, toen het in die tijd met mij gebeurde. Maar ik viel niet flauw, en de pijn was vreselijk.
«Waarom trekken wij die tanden er eigenlijk uit?» hoorde ik een leerling beul eens vragen.
«Omdat wij niet willen dat zij ons bijten» had de oudere beul uitgelegd. «En wij voorkomen ook dat zij kiespijn krijgen.»
«Maar wij willen toch graag dat zij pijn lijden?»
«Jawel, maar alleen als wij dat willen. Denk jou eens in dat een slavin zoveel kiespijn heeft dat zij de zweepslagen niet meer voelt. Dat kunnen wij toch niet gebruiken? Beter om die kiezen er nu uit te trekken dan er later mee lastig gevallen te worden.»
«Maar hoe moeten zij dan eten?»
«Zeg, vertel mij niet dat jij de papbrij niet gezien hebt, die wij hen voeren. De slavenprut, daar hoeft zeker niet op gekauwd te worden.»
Intussen was een van de blanke meisjes aan de beurt.
«Oh nee» zei de beul die de kiezen trok, en hij wendde zich tot de professor die het allemaal goedkeurend aanzag.
«Wat is er aan de hand?»
«Die griet daar was waarschijnlijk een Amerikaan. Teveel gesnoept, al haar tanden en kiezen zitten vol met vullingen. Ik ken dat, die breken af de een na de ander als ik hen eruit probeer te trekken. En dan moet ik in het tandvlees gaan snijden om de afgebroken wortels eruit te halen, anders gaat dat allemaal ontsteken. Maar met het tandvlees opengesneden moet ik dat allemaal dichtnaaien. Het is een rotzooi en een hel van een werk. Wat zal ik doen?»
«Oh, maar dat geeft helemaal niet» zei de professor. «Ik heb toevallig net een nieuw sieraad uitgedacht wat toch nog getest moet worden en daar is zij ideaal voor. Trek alleen maar haar voortanden eruit, en dan doorboor jij haar tong en kin. Vervolgens gaat deze ring erin — hij liet nu een ring zien zo groot als een armband — dus via haar mond erin en van onderen door haar kin eruit, en als dat een beetje leuk werkt maken wij dat misschien de nieuwe slavenmode. De kin ring.»
Toen alle nieuwe slavinnen behandeld waren, allemaal met kiesloze kaken en bloedende monden, behalve een die een ring in haar kaak had, werden zij omhoog getrokken. Nu hingen zij echt allemaal aan hun polzen. Krampachtig trappelden zij met hun voeten alsof dat enige verlichting zou brengen.
«Zeer goed slavinnetjes» zei de majoor «hier blijven jullie maar eens 2 dagen hangen om het af te leren. Daarna gaan jullie de mijnen in. Dag!»
Hij, en met hem de meeste andere beulen, verlieten daarop de ontvangst zaal. Slechts enkele beulen bleven achter die nog een extra taak te volvoeren hadden. Zij hadden een vreemd soort apparaat dat zij met kracht in de vagina van elk van de meisjes duwden.
«Wat is dat?» vroeg diezelfde leerling beul tussen het gegil van de meisjes door.
«Dat is de verkrachter» werd hem uitgelegd, «oftewel de eileider schraper. Wij geleiden het door de baarmoeder van die stomme slavinnen naar hun eileiders, en dan schakelen we de messen aan, die een eileider zo verwonden, dat er geen eicel meer door heen kan. En insgelijk de andere eileider. Zodat zij niet zwanger kunnen worden als wij hen verkrachten.»
«Oh ja. Wij kunnen hier natuurlijk geen kinderen gebruiken.»
«Precies. He wat is dat? Oh, die daar is alreeds zwanger, wij kunnen niet bij haar eileiders komen. Ach wel, geeft niet. De verkrachter is tenslotte ook geen precisie apparaat, jij kunt er niet altijd bij, niet altijd zien wat jij doet, en soms genezen de verwondigen en kan de slavin toch zwanger worden. Maar dat zijn er maar enkelen waarbij dat gebeurt, en tegen de tijd dat hun zwangerschap in de weg begint te zitten, dan slachten wij hen wel af.»
Intussen waren 7423 en ik ook achtergebleven. Wij moesten alle meisjes te drinken geven, en daarna werden wij terug naar de keuken gebracht, waar wij met de andere slavinnen die alreeds met het bereiden van de slavenprut begonnen waren weer aan het werk werden gezet.
2 dagen lang aan jouw polzen hangen. Een vreselijke straf. Maar als ik er over nadenk vanuit het standpunt van de beulen, zeer effektief. Elke gedachte die jij hebt voor ontsnappen, wraak, zelfbeklag, noem maar op, na die 2 dagen heb jij niets meer, jij bent een zombie. Af en toe komen de beulen langs, zetten een trechter in jouw mond en gieten wat lauwe soepbrij naar binnen. Net genoeg om niet van te sterven, maar niet genoeg om van te leven. Jij zult altijd honger hebben. En als jij moet ontlasten, nou ja dan laat jij het maar vallen. Alle hangrekken zijn boven een afvoergoot gemonteerd, zodat jouw pies en poep daar precies invallen. Ofschoon er altijd poepresten aan jouw rok blijven kleven. En tegen de tijd dat het zoveel is dat de stank ondraagbaar is, spoelen de beulen de goot even makkelijk schoon. Na 2 dagen word jij neergelaten, jij hebt dan zelfs niet meer het fut om die afvoergoot proberen te vermijden, en jij zakt neer in de prut.
De slavinnen werden uit de goot getrokken en werden met stukken ketting van ongeveer 1,5 meter lang een voor een met hun enkelboeien aan elkaar geklonken. En zo de rij marcheerde af. In het begin ging het nooit zo makkelijk. Slavinnen dragen natuurlijk geen schoenen, en totdat jouw voeten gehard zijn is het pijnlijk op de stenige bodem te moeten lopen. Dan de een liep wat sneller dan de ander, zodat de ketting strak getrokken werd, en als dan de een de linkervoet naar voren zette waar de ander de rechtervoet nam, kwamen beiden te vallen. De zweepslagen vielen uitbunding dat uur. Maar na enige tijd leer jij als slavin jou aan de anderen aan te passen, en werden de meisjes aan de slavenketting als een marcherende soldaten kompanjie. De slavinnenrij verliet de gevangenis en marcheerde de korte afstand naar de beryl mijnen. Elke slavin kreeg een grote zak en dan daalde de rij af over een smal en gevaarlijk pad dat langs de schat van de mijn naar de duistere dieptes beneden spiraliseerde. Wanneer zij eenmaal op de bodem van de mijn aangekomen waren, moesten zij hun zakken vullen met het gruis dat door de slavinnen beneden uitgehakt en fijn gemalen was. En dan met een zak van 30 kg op hun rug begon de lange zware tocht omhoog.
«Jullie hebben niets te klagen» gilden de beulen. «Als jullie slaven waren geweest hadden wij jullie 50 kg zakken gegeven.»
Uren later stonden de meisjes weer in het zonlicht — of maanlicht, want het werken in de mijnen ging dag en nacht door. Terwijl de ene groep slavinnen sliep, een andere te eten kreeg, waren weer anderen aan het werk. De zakken werden geleegd in de grote troggen waar de chemische separatie van het beryllium werd uitgevoerd. En dan ging de groep weer met lege zakken naar beneden om de volgende voorraad erts te halen. Misschien dat daarna zij de gelegenheid kregen om zich te wassen en te eten. En dan werden zij misschien naar een kot gebracht waar zij konden slapen. Of misschien was het daar nog geen tijd voor en was er nog een andere trip naar beneden. Of misschien kwam een opzichter beul langs, die een lijst met nummers had. Die en die moesten naar beneden en zouden daar blijven voor misschien enkele dagen, misschien enkele weken. Of die en die zouden aan een andere transport ketting worden vastgeketend, omdat sommige slavinnen daar van uitputting bezweken waren of door een misstap naar beneden gedonderd waren. Of jij werd naar een speciaal gebouw gebracht voor additionele behandeling. Niemand wist ooit van te voren wat er met haar zou gebeuren, maar de beulen hadden het allemaal precies uitegerekend. Ik heb begrepen dat de professor ons allemaal in de komputer heeft zitten, zodat hij op elk moment precies weet welke slavin waar is, wie er nog gefolterd kan worden, wie deze of die eigenschap heeft nuttig voor dit of dat experiment, en zo voorts. Toen ik zelf zo een slavin was in die tijd werd ik al spoedig naar zijn laboratorium gebracht.
«Uitstekende borsten» zei de professor. «Die gaan wij oprekken. Elke week doen wij er een iets dikkere staaf in. Zien wat er gaat gebeuren.»
In die tijd moet het doorboren van de borsten nog nieuw zijn geweest dat de professor zulke experimenten wilde doen. Tegenwoordig krijgen alle meisjes dezelfde staaf in. Een paar maanden later had ik een staaf van 5 cm diameter in mijn borsten. Nee eerder een buis, een massieve staaf zou te zwaar zijn geweest. Er waren stoppen in de uiteinden geduwd en vastgelijmd, maar na verloop van tijd zou ik merken dat eentje loszat. Dat was wel handig, want sinds die tijd kon ik die buis als een geheime bergplaats voor badmutsen gebruiken, zoals ik nog wel eens zal vertellen, en de beulen wisten dat niet. Maar toen werd ik plotseling naar de bodem van de mijnen getransporteerd, en mijn behandling is nooit meer vortgezet.
Maar ik ken, nee, ik kende, ik heb haar al in geen tijden meer gezien, waarschijlijk is zij al lang geleden doodgefolterd; ik heb dus een meisje gekend waar het oprekken van de borsten was voortgezet, en zij had oplaatst een buis van wel 50 cm diameter in haar borsten. Haar borsten waren niet meer te herkennen, het waren gewoon riempjes die om de staaf heenzaten. En dan die 2 meisjes die geen dikke staaf, maar wel een hele zware in hun borsten hadden gekregen. Van een van hen waren haar borsten oplaatst zo uitgerekt geworden dat de staaf tot op het midden van haar rok bengelde. De ander deed iets wat niet mocht en werd zwaar gestraft. Zij werd aan haar staaf, die toen op haar buik bengelde, opgehangen en met zware gewichten aan haar voeten daar aan haar lot overgelaten tot zij van uitputting stierf.
Maar ik loop vooruit op de gebeurtenissen. Ik was dus eerst voor paar maanden onderdeel van de kettingploeg die in de mijn afdaalde en dan met het erts weer naar boven kwam. Het was monotoon werk, in feite mijn borsten behandelingen door de professor, als het niet zo pijnlijk was geweest, waren een welkome onderbreking. Al snel leerde ik het ritme kennen. De werkdag in Uchlenrode bestond uit 5 periodes van 5 uur elk. Als jouw werk'dag' dus aanvankelijk bij daglicht was, dan was het een paar weken later tot in de nacht verschoven, en weer bijna 2 weken later terug in de 'dag'. Dat maakte dat alle slavinnen gelijkelijk in de misère van dag en nacht werk deelden. Maar natuurlijk was dat niet gedaan om ons te behagen, maar om onze beulen een eerlijke verdeling te geven. Terwijl de ene ploeg sliep, werkte de ander, at nog een ander, enzovoorts, elke 5 uur opschuivend. Aan het einde van de slaapperiode kreeg jij een ontbijt, om het zomaar te noemen, want in werkelijkheid was er geen verschil tussen de verschillende maaltijden. Het voedsel, de slavenprut genoemd, was een smakeloze brij, een pap die eerder gedronken dan gegeten moest worden. Niet dat jij veel keus had natuurlijk met jouw tandeloze mond. Iedereen kreeg een precies afgewogen hoeveelheid. De beulen bepaalden jouw gewicht om de zoveel tijd, en als zij vonden dat jij vermagerde kreeg jij meer te eten, en als jij te dik werd juist minder. Kortom het was precies genoeg om van te leven, ofschoon het eerder leek dat het was om van te sterven. Iedereen was mager en zwak, maar werd toch net sterk genoeg gehouden om het harde werk te kunnen blijven doen. Ondanks de smaak was de brij wel voedzaam.
De 1e periode van de 'dag' was hard werk, en ging ongemerkt in de 2e periode over. Maar tegen het einde van die periode mocht jij een bad nemen en was er het 'avond'eten. Het enige moment van de werkdag dat jij even voor jouwzelf had. Bij de 3e periode was het weer hard werken. Bij de 4e periode werd jij weer naar het kot gebracht, kreeg nogmaals te eten, en dan de rest of periode 4 en 5 waren om te slapen. Als jij kon slapen tenminste. Dat hing er van af hoe jij geketend werd. Normaal werd er een ketting tussen jouw benen doorgehaald, zodat jij er niet vandoor kon, vergeet niet dat jouw enkels altijd aan elkaar geklonken zitten. Dan kon jij tenminste liggen en, uitgeput als jij was door het werk, misschien sliep jij ook nog als jouw buurvrouw 's 'nachts' niet plotseling lozen moest, dan naar de dichtstbijzijnde goot scharrelde om haar behoeftes te doen, en daarmee jou aan de ketting half meesleurde. Maar als de beulen een slechte bui hadden, of vonden dat jij iets gedaan had wat niet mocht, niet hard genoeg gewerkt bijvoorbeeld, dan konden zij jou aan nekboei aan haken op de grond vastketenen. Met als gevolg dat jij jouzelf niet kon omdraaien. Of jouw behoeftes doen. En als jij echt slecht was, in de ogen van de beulen, waren er nog andere straffen. Aan jouw armen in de Y-stand opgehangen worden bijvoorbeeld was altijd populair. Of de S-stand. Voor de S-stand werden jouw polzen op jouw rug aan elkaar geketend en ging er van daar een korte ketting onder jouw enkelboeien voorlangs naar jouw nek. Jij moest dus jouw benen helemaal opvouwen met jouw gezicht in jouw knieën geduwd. Of dan wat ik een paar keer had. Met mijn handen op mijn rug gebonden werd ik met neusring aan een haak in de muur geklonken die een meter of zo boven de grond zat. Net te hoog om knielend er bij te kunnen, en dus moest ik half op mijn hurken zitten. Spoedig had ik zulke zere benen, dat ik het niet meer kon uithouden, en ik trachtte iets te doen om te verzitten. Maar met jou enkels en jouw polzen aan elkaar geketend heb jij niet veel bewegingsvrijheid, en dus viel ik om. Dan kwam ik aan mijn neusring te hangen, en dat deed pas echte pijn en ik gilde het uit. Verstoord kwamen de beulen kijken. Een paar harde zweepslagen later trokken zij mij overeind. Toen stond ik op mijn benen, maar met mijn rug voorovergeboden, nog steeds met mijn neusring aan die haak. De hele nacht (ik herinner mij dat het een echte nacht was) heb ik zo gestaan. Geen oog dichtgedaan en de volgende morgen was mijn rug zo stijf en pijnlijk dat ik mij nauwelijk meer kon bewegen en zeker niet werken. Voor straf moest ik een hele werkperiode in de Y-stand hangen, en aan het einde van die periode werd ik in het openbaar gefolterd, terwijl alle aanwezige slavinnen ter lering gedwongen werden toe te kijken. Toen ik daarna weer zware ertszakken op mijn bebloede rug moest dragen was ik blij dat ik daar nog toe instaat was zonder dood neer te vallen. Ofschoon… zou ik dan misschien niet beter af zijn geweest?
Een paar maanden later brak de regentijd aan. Het pad in de mijn werd slipperig en op een gegeven moment terwijl wij ertszakken naar boven droegen, verloor een van de meisjes aan mijn ketting groep haar voeting en viel naar beneden. Zij sleurde de volgende mee en die de volgende en zo denderden en gleden wij allemaal omlaag. Toen wij eindelijk ergens halverwege de helling to stilstand kwamen waren twee van ons dood, twee andere hadden gebroken botten, en nog een andere zat onder het bloed omdat haar halve huid was weggeschuurd. Zelf had ik niets, afgezien van want kleine schaafwonden. De beulen kwamen kijken. Degenen van ons die het overleefd hadden moesten de doden en zwaargewonden naar boven slepen. Daar werden zij weggevoerd. In die tijd had ik nog geen idee wat zij met hen deden, maar dat zou ik later nog wel eens uitvinden. Vervolgens werden wij gefolterd, alsof het onze fout was dat het nu dode meisje gevallen was, en wij werden naar beneden gestuurd, dit keer om daar te blijven. In de mijnen gaat het erg toe. De meeste meisjes worden bij een ertsader vastgeketend en moeten dan de rotsen uitschrapen. Zij worden alleen maar losgemaakt, om een eind verder weer vastgeketend te worden, als zij de rotsen in hun buurt zo uitgeschraapt hebben dat zij er niet meer bij kunnen. Voor de rest werken, eten, poepen en slapen zij op dezelfde plek. Ik geloof niet dat iemand het daar langer dan een jaar uithoudt. Het is er heet en bedompt. Jij bent altijd nat van het zweet, want ventilatie is er maar nauwelijks, en daardoor eeuwig bedekt met stof. Ik werd te werk gezet in een afdeling waar enige tijd geleden een instorting has plaatsgevonden. Verscheidene keren maakte ik het mee dat wij bij het schrapen op een half vergaan lijk stootten. De stank maakte dat meteen duidelijk. De beulen werden kwaad en sloegen ons, alsof het onze fout was dat wij een dood meisje hadden gevonden. Wij moesten haar dan uitgraven en opzij slepen zodat andere slavinnen, die het transport moesten doen, haar konden wegslepen.
Hoe lang ik daar op de bodem van de mijn heb doorgebracht, erts uitgraven, weet ik niet. Daglicht drong daar niet door en de lampen brandden voortdurend. Misschien verscheidene maanden, misschien wel een jaar. Maar nee, dat denk ik niet. Onverwachts op een dag kwam een opperbeul de mijn in en vroeg de lagere beulen waar slavin 2892 was.
De schrik sloeg mij om het lijf toen ik dat hoorde. Als zij mij speciaal wilden hebben, wat ging er gebeuren? Een speciale foltering? Aarzelend stond ik op. Een beul kwam naar voren. Met een natte doek veegde hij ruw het gruis van mijn buik, zodat mijn nummer te lezen was.
«He, zij is een blanke, dat wist ik helemaal niet» zei hij nog.
«Nou de komputer wist het wel, en daarom hebben wij haar nodig» snauwde de opperbeul.
Ik werd van de slaven ketting losgemaakt, mijn polzen werden op mijn rug aan elkaar gebonden, en een dunne ketting aan mijn neusring gehaakt.
«Meekomen jij» zei de opperbeul terwijl aan die ketting rukte. Gelukkig zag ik het aankomen, dus ik kon snel in de juiste richting stappen om de pijn te vermijden. Desondanks werd de trip uit de mijn naar boven toch een martelgang want snel lopen met die korte ketting tussen jouw enkels en jouw evenwicht bewaren op het ongelijke pad zonder jouw armen te kunnen gebruiken, is niet mogelijk. Maar uiteindelijk kwamen wij toch boven. Ik werd verder geleid, en al snel zag ik dat ik teruggevoerd werd naar het centrale gebouw waar ik ooit tot slavin gemaakt was. Ik werd een badhokje ingeduwd met het bevel mijzelf schoon te maken. Wauw, dat was een luxe. Ik mocht mijzelf wassen zonder kontinu door een beul lastig gevallen te worden. En toen zij mij enige tijd later kwamen halen was ik schoon en niet meer zwart. En mijn rokje was weer wit en niet meer bruin van de vastgekleefde poepresten.
«Hm» gromde de opperbeul, «ik vraag mij af of zij jullie daar wel regelmatig gewogen hebben. Jij ziet er veel te mager uit. Wat dan ook. Luister jij maar eens goed. Vanavond hebben wij hier speciale receptie. Hoge pieven uit het leger komen hier op bezoek. En jij zult een van de slavinnen zijn die de versnaperingen moet rondbrengen. Een blanke die dat doet, dat doet het toch altijd wel. En dan hebben wij nog een leuke verrassing voor jou, maar dat zie jij dan wel weer. Gniffel. gniffel.»
De manier waarop het gniffelde beviel mij helemaal niet, en in de verrassing had ik nog meer minder vertrouwen. Maar als goed opgevoede slavin, eentje die geleerd heeft de zweep te ontwijken, hield ik braafjes mijn mond.
En zo brachten ik en een aantal andere slavinnen die avond als serveersters door. We hadden een muilkorf om onze monden gekregen om te voorkomen dat wij van de lekkernijen zouden peuzelen. Maar zelfs zonder dat zou het meeste hoe dan ook voor ons onbereikbaar zijn gebleven, omdat het kauwwerk vroeg. Maar aan de drankjes hadden wij ons natuurlijk met onze tandeloze monden, zonder die muilkorven, nog steeds wel aan kunnen vergrijpen. Hoe dan ook, als jij zelf alleen vieze brij te eten krijgt en dan nog steeds hongerig gaat is het een foltering de geuren van al dat lekkere eten te moeten opsnuiven en er toch niet bij te kunnen.
Ergens halverwege de avond vroeg de ceremoniemeester om stilte: «Generaal, heren, het is tijd voor onze spelletjes.» Hij zei nog meer, maar het was in het Mobaans waarvan ik toen eigenlijk alleen nog maar de woorden: 'werken' en 'slavin' goed kende. Hij leidde de officieren naar een soort werkbank waar vijf hoofdhelmen waren opgesteld. Die helmen waren aan een soort bankschroef bevestigd, waarmee zij als een pers omhoog en omlaag gedraaid konden worden. En onder de helmen was een stevige ijzeren staaf bevestigd. 5 slavinnen werden binnengebracht, die aan de werkbank moesten gaan zitten, met de helmen op hun hoofd en hun kin rustend op die ijzeren staaf.
Wij, de serveer slavinnen, waren nu niet meer nodig, zo wij stonden wat langs de muur af te wachten wat er zou gebeuren, terwijl de officieren in geagiteerde diskussie waren en blijkbaar weddenschappen aangingen van welke slavin het hoofd het best tot moes geperst zou kunnen worden.
«Zij gaan straks die persen omlaagdraaien» fluisterde een van de andere slavinnen mij in het Engels toe door haar muilkorf. Ik keek haar aan. Ik had al het gevoel gehad die avond dat ik haar kende, en nu ik haar stem hoorde wist ik het zeker.
«Anina!»
«Noem mij zo niet» zei zij geschrokken terwijl zij angstig om zich heen keek om te zien of een van de beulen het net niet gehoord had.
«Sorry» fluisterde ik terug. Natuurlijk, wij waren slavinnen, wij hadden geen namen meer, dat was verboden. Zij was slavin 2897 en ik was 2892.
Anina, 2897 bedoel ik, vervolgde: «Het eerste wat gebeurt als zij die persen omlaag draaien is dat jouw tanden en kiezen verbrijzeld worden. Als wij die nog gehad zouden hebben natuurlijk. Vervolgens breekt de kaak en tenslotte breekt de schedel in gruzelementen. Maar als de pers met de juiste snelheid omlaag gedraaid wordt worden voor die tijd jouw ogen uit hun kassen gedrukt. Daarvoor zijn die kleine bakjes daar, daar moeten de oogballen precies invallen. Als de beul te snel draait echter, kraakt de schedel voordat de ogen de kans hebben eruit te ploppen, en als hij te langzaam gaat blijven zij door de elasticiteit ook zitten. De officieren zijn nu weddenschappen aan het afsluiten welke beul zij denken de eerste zal zijn om de ogen er netjes uitgeplopt te hebben.»
Inderdaad intussen hadden de officieren 5 beulen uitgekozen om hun foltermethodes te laten zien. De beulen namen plaats aan de werkbank en op het signaal van de ceremoniemeester begonnen zij helmen omlaag te draaien. De arme meisjes begonnen te gillen van pijn. Heel gedempt natuurlijk omdat zij hun mond niet konden openen. Dan, de een na de ander, weerklonken de droge krakken van de kaakbenen die braken. Dat was het begin. Nu zouden spoedig de eerste ogen eruit geperst worden. Welke beul was het bekwaamst, maar had ook het geluk toevallig een slavin te hebben waar de ogen een beetje makkelijk uit hun kassen kwamen? Dat maakte de weddenschap interessant, het was een kombinatie van kans, kunst en kunde.
Een zucht van teleurstelling steeg op van de verzamelde officieren. Beul nummer 3 had te snel gedraaid of gewoon pech, maar van zijn slavin vergruizelde de schedel terwijl de ogen er niet uitgekomen waren. Dan beul 4 deed beter. Een oog kwam er al uit. Maar het andere oog puilde wel wat, doch wilde niet echt. En plotseling, niemand verwachtte het, iedereen keek naar beul 5, de favoriet, beul 1 juichte triomfantelijk. Twee oogballen zaten bij hem al in de bakjes. Het leek wel een eeuwigheid voordat dat eindelijk ook bij beul 5 gebeurde. Beul 4 modderde nog steeds aan. Hij draaide de helm wat omhoog om een nieuwe aanval te proberen. En ja, eindelijk lukte het, het andere oog kwam er ook uit. En beul 2, hij was ook een mislukking, de schedel van zijn slavin kraakte maar de ogen waren er niet uitgekomen.
Er was nu wat tweedracht onder de officieren. Had beul 4 gewonnen, die als eerste er een oog uit had gekregen, of beul 1 die het zoveel netter gedaan had en beide tegelijk? Uiteindelijk kreeg beul 1 de eerste prijs, en beul 4 een troostprijs. Terwijl wij snel de overwinningsborrels moesten serveren werden de mishandelde meisjes weggevoerd. Nummer 2 en 3 waren al dood, maar de anderen leefden nog; voor hoe lang het ook nog zou zijn.
«Dan nu, generaal, tijd voor ons banket» zei de ceremonie meester. Iedereen werd naar een nis gestuurd waar een grote ketel met kokende olie bleek te staan.
«Oh nee» dacht ik nog, «zij gaan een van ons levend braden.»
«En deze speciale slavin zullen wij daar nu langzaam in gaan onderdompelen. Ik denk dat niet velen van u al eens blank vlees geproefd hebben, dus dat zal een gedenkwaardige ervaring zijn die wij niet elke dag hebben.»
Voordat ik wist wat er gebeurde hadden zijn helpers mij gegrepen en naar voren gesleurd.
«Nee» gilde ik, toen mijn muilkorf losgemaakt werd, «genade». Terwijl ik dat deed wist ik dat het nutteloos was. Mijn polzen werden op mijn rug gebonden, en een ketting die van een katrol aan de zoldering hing werd aan mijn borstenstaaf vastgemaakt. Daar werd ik aan opgehezen. Ik gilde nog steeds.
«Niet die» zei een van de officieren plotseling. «Wij kunnen die blanke beter voor een andere gelegenheid bewaren. Trouwens Kamli vlees smaakt veel beter. Neem liever die slavin daar.»
Een roes kwam over mij terwijl ik weer op mijn voeten neergelaten werd. Ik hoorde nauwelijks dat de ceremonie meester: «zoals u wilt, generaal» zei. Nadat mijn ketens losgemaakt waren, werd mijn plaats door een andere meisje ingenomen. Pas toen ik weer met de andere slavinnen langs de muur stond zag ik wat er gebeurd was. Zij hadden Anina genomen. Omdat zij geen borstenstaaf droeg hadden zij maar snel vleeshaken door haar borsten heengeslagen. En daar hing zij nu aan, al boven de ketel en zij werd langzaam neergelaten. Zij was dapperder dan ik en gilde niet. Toen de kokende olie naderbijder kwam trok zij haar knieën op om de exekutie uit te stellen. Maar tevergeefs, natuurlijk. De beulen lieten haar met schokken nog wat verder zakken en haar linkervoet dipte in de olie. Nu gilde zij het ook uit en met een nog vergeefsere poging trachtte zij weg te komen, om alleen maar nu met haar beide benen in de kokende olie terecht te komen. Het was vreselijk om te zien, en het was mijn schuld dat zij nu aan het sterven was, zo voelde ik het. Nu was zij al tot haar heupen in de olie en zij schreeuwde nog steeds. En toen, vanwege mijn ondervoeding, moet ik flauwgevallen zijn.
Toen ik weer bijkwam lag ik op de grond met mijn polzen op mijn rug aanelkaar gebonden. Een slavin zat bij mij. Het was nummer 36, die later mijn grote vriendin zou worden. Een heel laag nummer, een van de eerste slavinnen van Uchlenrode. Zij was toen al de oudste van ons allen. Zij zag dat ik bij gekomen was en zette mij een kom aan de lippen. «Hier drink dit» zei zij.
Gewoon water waarschijnlijk, maar het was een weldaad voor mij uitgedroogde lippen.
«Arm meisje» zuchtte 36, «het was niet handig van jou om flauw te vallen in het bijzijn van generaal Kinoz.»
Generaal Kinoz?! Plotseling ging mij een licht op en herinnerde ik mij dat een van de officieren met 'generaal'aangesproken was geweest. Zo, dat was dus generaal Kinoz, die grote boef, die ons in de slavernij had gebracht!
«De generaal was erg boos dat jij flauw viel, en heeft verordeneerd dat jij gefolterd zult worden» zei 36.
De schrik sloeg mij om het hart. «Gefolterd, hoe dan?» piepte ik.
Maar 36 gaf geen antwoord, plotseling stond zij op en liep weg. Even was ik verbaasd, maar toen zag ik dat een beul naderde.
«Zij is nog steeds bewusteloos» zei 36 tot de beul. «Ik denk dat een foltering geen zin heeft.»
«Dat maken wij wel uit» gromde de beul. «Wij wachten wel tot zij bijkomt.»
Intussen was hij naar mij genaderd en gaf mij een trap in mijn zij. Natuurlijk had ik de suggestie van 36 met volle handen aangegrepen en ik hield mij als bewusteloos lijkend voor als mogelijk. Wonder boven wonder slaagde ik er in om zelfs geen reaktie te tonen op die trap.
Maar ach, het was zo nutteloos. De volgende dag (of was het de volgende week?, gevoel voor tijd had ik niet meer) merkten de beulen dat ik wel bijgekomen was en ik werd direkt overeind gesleurd.
«Morgen zul jij gefolterd worden zoals jij nog nooit gefolterd bent. Maar eerst moet jij wat eten, jij moet sterk genoeg zijn om de mishandelingen te weerstaan.»
Die volgende dag werd ik naar buiten geleid en in een rek geslagen dat langs een drukke weg stond. Dat was de plek waar iedereen altijd in het openbaar gefolterd werd. Slavinnen kwamen hier langs, op weg naar de mijnen, of net terug van de mijnen, of om eten te brengen, of erts weg te dragen, wat dan ook. Kortom het was een plaats van druk verkeer. Vanuit het standpunt van de beulen een ideale plaats om een overtuigende demonstratie te geven aan zoveel mogelijk slavinnen. Met knikkende knieën stond ik in het rek te wachten. Het rek, even terzijde, is een grote rechthoek met kettingen in de vier hoekpunten, waar jouw polzen en enkels worden vastgeketend. Ietwat zoals de rail, behalve dan dat jij nog steeds op jouw voeten staat en niet aan jou polzen hangt. Totdat jij van pijn niet meer staan kunt, want dan hang jij natuurlijk.
Een elektriseer machine werd bij mij neergezet, en overal op mijn lichaam werden elektroden bevestigd: handen, voeten, borsten, neus, kut, noem maar op. De machine werd aangezet, en ja hoor, de ene elektrische schok na de andere zinderde door mijn lichaam heen. Er draaiden allerlei tandwielen in de machine rond, die hele reeksen van onverwachte kombinaties kreëerden. Soms duurde het lang, soms duurde het kort voordat de volgende schok volgde. Soms was het een lichte schok, dan weer een heftige. Soms duurde het lang, dan weer kort. Soms op het ene lichaamsdeel, dan op het andere. Het was een verschrikking. De schokken kwamen maar en kwamen maar, en zij hielden niet op. Het ergste was dat de beulen niet eens iets hoefden te doen, zij lieten mij gewoon aan mijn lot over. Spoedig gilde ik het uit bij elke schok en hing ik verkrampt en bezweet aan mijn kettingen. Slavinnen kwamen langs en keken mij onverschillig aan. Als er enige reaktie was, dan was het vrees dat misschien een dag zij zelf zo een behandeling zouden moeten ondergaan. Bij elke schok maakte de machine ook een brommend geluid. Of dat nu het gevolg was van een slecht afgestelde alternator, of dat het express gedaan was zodat de omstanders konden horen wanneer ik pijn leed, weet ik niet. Maar dat geluid zelf maakte mij al bija gek. En zelfs tot vandaag, elke keer als ik zo soort geluid hoor, al is het maar het zoemen van een onschuldig elektrisch apparaat, dan krimp ik nog steeds van de ingebeelde pijnen in elkaar.
En de foltering ging maar door, uur na uur na uur. Het werd donker en het werd weer licht, een hele dag voorbij. En het werd weer donker... of misschien ook niet. Ik wist niets meer, ik wist alleen maar pijn, pijn, pijn en nog eens pijn. En toen kwam ik weer bij. Ik wist niet eens dat ik bewusteloos was geweest. En slavin 36 zat weer naast mij en gaf mij weer te drinken.
«Jij hebt geluk gehad, 2892» sprak zij, «jij hebt de foltering overleefd. Kop op, jij mag een keukenslavin zijn.»
Al spoedig kwam ik er achter wat 36 met dat geluk bedoelde. Keukenslavinnen hadden een goed leven, relatief gesproken dan voor een slavin natuurlijk. In de grote keuken stonden 5 reuze ketels en elke 5 uur, de standaard Uchlenrode periode, moesten 2 ketels eten produceren, elk voor 400 slavinnen. Elke ketel had zijn eigen groep slavinnen. In het begin van een periode moest de ketel worden schoongemaakt, en dan gevuld worden met water dat aan de kook gebracht werd. Intussen moesten wij dan de ingredienten voorbereiden. Zet
Aantal keer bekeken: 24110
Waardering: 3.96 op 10
Geef een cijfer:
Totaal categorieën: 10
Totaal 301 bezoekers online
Verhalen
Wilt u een verhaaltje lezen uit één van de onderstaande categorieën? Klik dan gewoon op een categorie en u komt op de pagina met de verhalen van deze bepaalde categorie.- blunders
- dieren verhalen
- erotische verhalen
- griezel verhalen
- humor verhalen
- kinderverhalen
- liefdes verhalen
- sex verhalen
- spannende verhalen
- sprookjes
Verhalen posten
Hebt u zelf een verhaaltje geschreven? Of een onvergetelijke blunder tegengekomen, of iets anders. En je wilt er anderen mee amuseren, lezen? Met verhalenlezen.nl kan dat geen probleem zijn. Klik hier om een verhaal te posten!Statistieken
Totaal verhalen: 5184Totaal categorieën: 10
Totaal 301 bezoekers online