De sloerie en de magier.
U leest om dit moment het verhaal De sloerie en de magier gepost door Jan Bruning. Dit verhaal is gepost in de categorie sprookjes. Wilt u een zelf geschreven, of een mooi verhaaltje posten? Klik daarvoor hier.Wilt u terug naar sprookjes?
Categorie: sprookjes
Gepost door: Jan Bruning
Gepost op: 2008-7-17
Verhaal:
De sloerie en de magier
Duisternis. Het was rond middernacht in het grote eekhoornrijk. De eerste nachtdieren begonnen gestaag hun opmars te maken. Het geritsel vond ik een geruststellend geluid. Buiten het feit dat het betekende dat er geen sloeries in de buurt waren, herinnerde het mij ook aan de tijd dat ik filosofeerde met koning Squirl. De heerser van het eekhoornrijk en ik spendeerden uren aan het optimaliseren van de eikelroute, het boombikkelkeverprobleem en het geboortebeperkingissue. Mijn magie kwam goed van pas als een paar van de geile eekhoorntjes weer eens niet van ophouden wisten. Het volume van hun liefdesspel verraadde keer op keer hun positie. ‘Eek, eek..EEK!’ galmde het door het bos. Een energiestraal uit mijn toverstaf en de dames eekhoorn gingen zich spontaan met andere eikels bezighouden. Wat hebben we gelachen over de verbaasde en de daarna onmiskenbaar boze koppies van de gedupeerde eekhoornmannetjes.
Dat was nu al meer dan zes jaar geleden. Sinds de grote sloerie het eekhoornvolk vervloekte zijn er geen jongen meer geworpen.
Ik liep verder het bos in. Een normaal wezen zou het niet in zijn hoofd halen om op dit uur zo ver van het dorp verwijderd te raken. Maar ik was een magiër met een missie en zou niet rusten tot ik mijn doel bereikt had.
Na nog een paar kilometer door dicht kreupelhout en langs beekjes en dennenbomen gelopen te hebben, zag ik in de verte een licht. ‘Ik ben op de goede weg.’ dacht ik. Afgelopen winter bedankte misschien wel het oudste wezen van dit bos, Tom, mij met zijn nieuwste uitvinding.
Ik had hem gered uit de gelakte nagels van een dienaar van de grote sloerie.
Het was een kunstig gemaakt doosje dat je de weg kon wijzen. Het was gemaakt van prachtig hout en rijkelijk versierd met houtsnijwerk. Sindsdien heb ik het altijd in mijn mantel gehouden. Aan de binnenkant van het doosje had Tom de volgende inscriptie gekerfd:
‘Gij vriend van verre reizen, zeg twee keer mijn naam, en ik zal je wijzen.’
Het bleek een nuttig geschenk. Terwijl het licht langzaam dichterbij kwam, bereidde ik mij voor op wat er komen ging. Ik controleerde nogmaals mijn aantekeningen en begon mijzelf af te vragen of dit niet de zoveelste illusie zou zijn. ‘Het zal niet de eerste keer zijn’ dacht ik. De grote sloerie is dan wel puur slecht, zelfs bijna waanzinnig te noemen, maar dom is ze niet. De afgelopen jaren heeft ze mij keer op keer kunnen ontlopen door haar opgeroepen illusies en door gebruik te maken van haar twee grootste talenten: misleiding en bedrog. Maar ik moest en zou haar doden. Ik moest een einde maken aan de vloek die ze uitsproken had over het eekhoornrijk! Sinds dat moment is er geen eekhoornman meer geweest die de daad kon volbrengen. Een donkere sluier van ontmoediging en wanhoop hangt sindsdien over het eekhoornimperium. Maar er is hoop. De grote sloerie bezit een krachtig elixer. Dit elixer, samen met mijn ontwikkelde bezwering zou krachtig genoeg moeten zijn om deze vloek voor eens en altijd op te heffen.
De naam van dit elixer spreekt tot de verbeelding: Iagra.
Ik kende wel angst. Misschien minder dan een gewone sterveling, maar dit zou niet makkelijk worden. Ik haalde een keer diep adem, vermande mijzelf en liep richting het licht...
Haar hut was gemaakt van een eenvoudig mengsel van takken, klei en een vreemdsoortige substantie die ik niet thuis kon brengen. Het was dié substantie die het licht veroorzaakte. Één keer eerder had ik een dergelijk materiaal gezien. En slechts enkele seconden. Toen ik het wilde aanraken greep ik er dwars doorheen alsof het lucht was. De illusie die de grote sloerie opgeroepen had getuigde werkelijk van een groot talent. Ondanks mijn afkeer voor haar moest ik erkennen dat ik respect voor haar vaardigheid in magie had.
Een angstaanjagend gevoel bekroop mij toen ik dichterbij kwam. Ik was nog geen tien meter van de hut verwijderd toen ik het plotseling merkte: ik werd bekeken! Vanuit het niets verschenen daar opeens zeven sloeries. Hun gelach ging door merg en been en ik merkte dat mijn hormonen in sneltreinvaart door mijn lichaam raasden. Sneltreinen? Ik weet niet waarom ik dat zei. Ik probeerde nog snel een afweer op te roepen, maar het was al te laat. Als een colonne door lust bezeten takkewijven scheurden ze mijn mantel aan flarden en rukten de staf uit mijn hand. Drie van de sloeries vluchtten brakend weg toen ik de inhoud van een flesje over ze uitgoot. Het aroma van oud bier, scheten en het verteringsluchtje na een boer, was voor de sloeries de ultieme stinkbom. Maar de vier anderen hadden al kans gezien om mij te verdoven met hun parfum. Het volgende moment werd alles donker.
‘Zo magiër...dacht jij mij te kunnen vangen?’ Ik keek zwakjes omhoog maar had daar gelijk weer spijt van. ‘Aaah.' kreunde ik zachtjes. Het leek wel of mijn hoofd uit elkaar barstte. De vrouw die voor mij stond keek mij wellustig aan. De twee blaadjes die haar boezem in bedwang moesten houden waren amper groot genoeg voor haar tepels. Het twijgje dat moest dienen als slipje, golfde mee op het ritme van haar lichaam. Nu pas begreep ik hoe makkelijk het voor haar geweest was om koning Squirl te verleiden.
‘Zal ik jou eens lekker verwennen, magiër?! lachte ze. Het zieke geluid stond in schril contrast met haar uiterlijk. ‘Hoe moest ik mij hier uit redden?’ dacht ik. En even maakte een licht gevoel van paniek zich meester van mijn denken.
‘Spot niet met mij, grote sloerie!’ riep ik uit. En hoopte maar dat de angst in mijn stem niet opviel. ‘Ik weet wie jij bent magiër en beschermer van het eekhoornrijk! Jij bent mijn gevangene!’ Weer die ijskoude lach. ‘Morgen, bij het aanbreken van de dag zullen wij jou offeren aan de grote Hoer. Geniet maar van de komende zonsopgang. Het zal de laatste keer zijn dat je het daglicht ziet verschijnen.’
Voordat ze wegliep streelde ze plagend over mijn naakte lichaam. Uit alle macht dacht ik aan mijn vorige vrouw, maar kon niet verhinderen dat mijn hoofd het enige bleef dat uit elkaar leek te barsten. Haar aantrekkingskracht was ongelooflijk. Elke man die ze in haar eeuwenoude bestaan genomen had gaf haar meer kracht. Ze blies in mijn ogen en een zware slaap overmande mij. Het duurde niet lang voordat de vermoeidheid het won van mijn wil en ik wegzakte in een onrustige slaap. Een slaap met dromen die je nooit meer wil herinneren...
De nacht ging voorbij. Toen ik uiteindelijk wakker werd was de pijn nog volop aanwezig. Jaren geleden had ik al geleerd om met mijn geest mijn lichaam te genezen, door energie te focussen op de plek waar de wond zich bevond. De magie in deze hut hield dat echter tegen. Het was nog donker en ik durfde mij niet te bewegen. Bang dat ik de grote sloerie zou wekken. Ik had overigens ook weinig speling door de dikke riemen waarmee ik vastgebonden lag. ‘Hoe laat zou het zijn?’ vroeg ik mij af. Ik keek om mij heen en zag links in de hoek een kleine opening naar buiten. Het was een heldere nacht en ik tuurde de sterrenhemel af op zoek naar herkenningspunten. Het moest een uur of vier zijn, rekende ik uit. Nog maar heel even en dan zou de zon opkomen. Vervolgens zouden ze mij naar buiten slepen en zou ik geofferd worden aan de grote Hoer. Geen prettig vooruitzicht. Ze zeggen wel eens dat het leven voorbij schiet als het uur van sterven nabij is. Ik had alleen geen tijd voor die film. Film? Nah ja. Ik moest wat doen en snel ook.
Zo lag ik nog een tijdje te piekeren terwijl mijn lichaam klam werd van het zweet. Toen hoorde ik het. Een donker gerommel. Heel ver op de achtergrond. Ik legde mijn oor op de houten vloer en spande mij in om er meer grip op te krijgen. Het geluid kwam duidelijk dichterbij. Op dat moment opende De Grote Sloerie haar ogen en begon direct te krijsen. ‘Sloeries, verdedig ons!’ Binnen no-time schoten er tientallen sloeries langs mij heen. Waar ze zo snel vandaan kwamen was mij een raadsel maar ik vond het geheel nogal chaotisch overkomen. Toen ik vanuit mijn ooghoek de Grote Sloerie bekeek bespeurde ik even iets van angst in haar ogen. ‘Wat gebeurd hier?!’ schreeuwde ik tegen haar. ‘Stil jij magiër!’ snauwde ze mij toe. Buiten was intussen een gevecht uitgebroken. De sloeries sisten als katten in het nauw. Hun nagels zettend in het vlees van de ongelukkigen uit de voorhoede.
Als een donderslag brak de eikenhouten deur doormidden. Splinters en stukken metaal vlogen door de hut heen en verwondden daarbij diverse sloeries. Gelukkig lag ik op de grond. Een lach borrelde op uit mijn keel en ik was niet in staat om mijzelf in te houden.
Sissend van woede keek de Grote Sloerie mij aan met een blik die letterlijk kon doden.
Toen verscheen hij in de opening. In een harnas van fonkelend blauw metaal, een mantel van de mooiste stof ooit geweven en met een kapsel waar iedere haar de ander perfect in harmonie bracht, stond hij daar.
‘Hai!’ riep hij uit en accentueerde dat met een glimlach waardoor zelfs ik aan mijn geaardheid begon te twijfelen. ‘Maak je geen zorgen vriend, ik zal die snol eens op haar plaats zetten.’ Prins Charming was gewaarschuwd door een kleine, jonge eekhoorn. Het moedige ventje was mij stiekem gevolgd op mijn tocht naar de hut. Het moment dat ik gevangen werd was hij teruggerend en had alarm geslagen bij koning Squirl. Die had vervolgens via een magisch toestel contact opgenomen met de prins. De prins schatte de ernst van de situatie goed in en was direct in actie gekomen. Met een compagnie van zijn mooiste mannen had hij de hele nacht doorgereden. Het gevecht was inmiddels in volle gang.
Zo stonden ze daar. De prins met zijn killer looks en de Grote Sloerie met haar gekmakende aantrekkingskracht. Wat er zich afspeelde in hun geest zal voor een ieder verborgen blijven. Ze keken elkaar alleen maar aan. De indringende blikken waren teveel voor mij en ik dwong mijzelf de andere kant op te kijken. Er was hier magie aan de gang van ongekende proporties. Toen brak ze. ‘Neeeeeeeeeeeeeeee, laat me los!’ schreeuwde ze met wanhopige stem. De prins glimlachte alleen maar intenser. Zijn ogen fonkelend als twee blauwe diamanten. Hij liep rustig naar haar toe en reikte naar het zakje om haar hals. Ze stond als bevroren. Met haar laatste krachten ontblootte ze haar borsten. Het was een zielige poging. Het volgende moment viel ze dood neer op de grond.
‘Dat duurde mij veel te lang.’ lachte de prins. ‘Misschien toch eens een ander zalfje proberen!’ Het moment dat de Grote Sloerie stierf verdwenen plots ook al haar dienaren. Een luid gejuich galmde door het bos. ‘Overwinning!’ riepen de mannen in koor. ‘Eer aan de prins!’
Die nacht werd er feest gevierd in het eekhoornrijk. De volgende ochtend was er geen eekhoorn te bekennen die géén grijns op zijn gezicht had.
Aantal keer bekeken: 3751
Waardering: 7.25 op 10
Geef een cijfer:
Totaal categorieën: 10
Totaal 108 bezoekers online
Verhalen
Wilt u een verhaaltje lezen uit één van de onderstaande categorieën? Klik dan gewoon op een categorie en u komt op de pagina met de verhalen van deze bepaalde categorie.- blunders
- dieren verhalen
- erotische verhalen
- griezel verhalen
- humor verhalen
- kinderverhalen
- liefdes verhalen
- sex verhalen
- spannende verhalen
- sprookjes
Verhalen posten
Hebt u zelf een verhaaltje geschreven? Of een onvergetelijke blunder tegengekomen, of iets anders. En je wilt er anderen mee amuseren, lezen? Met verhalenlezen.nl kan dat geen probleem zijn. Klik hier om een verhaal te posten!Statistieken
Totaal verhalen: 5184Totaal categorieën: 10
Totaal 108 bezoekers online