Verhalenlezen.nl - Voor al uw verhalen en sprookjes. Ook hebben we liefdes verhalen en erotische verhalen.

De trap.

U leest om dit moment het verhaal De trap gepost door Shalimar. Dit verhaal is gepost in de categorie spannende verhalen. Wilt u een zelf geschreven, of een mooi verhaaltje posten? Klik daarvoor hier.

Wilt u terug naar spannende verhalen?
Categorie: spannende verhalen
Gepost door: Shalimar
Gepost op: 2009-1-16

Verhaal:

De trap
Zwetend en puffend ploegt Christien zich een weg door de sneeuw. Vanaf de bushalte is het nog een paar honderd meter naar kantoor. Met haar overgewicht valt dat niet mee. Het is al een wonder dat de bussen rijden deze ochtend, de wegen zijn weer enigszins begaanbaar, alleen op de stoepen is het glibberen geblazen. Eindelijk bereikt ze de ingang van het kantoor. Een vrijstaand gebouw van twee verdiepingen. “Peeters Assurantiën” staat er in gouden letters op de glazen deur. Sanne, de receptioniste zit al achter de balie.
“Goedemorgen Chris”, roept ze, enthousiast zoals altijd. “Neem maar snel een bak koffie, er zit een nieuwe medewerkster op je te wachten.” Christien kreunt. O nee, dat ook nog. Een uitzendkracht die haar komt helpen met de boekhouding zodat de jaarafsluiting op tijd klaar is. In een klein team is er al snel extra hulp nodig. Joop Peeters, de baas, is met wintersport. Henk doet nu de klantencontacten en Sylvia, de secretaresse, is er ook nog. Christien hangt haar jas op en haast zich naar de koffieautomaat. Ze warmt haar handen aan het bekertje koffie. In haar kantoor wacht een jonge vrouw met kort, blond haar en grote blauwe ogen die nogal onschuldig de wereld in kijken. Ze schudden elkaar de hand.
“Hoi, ik ben Christien, fijn dat je me komt helpen.”
“Dag, ik heet Manon.” De twee vrouwen zetten zich achter het bureau en Christien geeft uitleg en verdeelt de taken.
“Ik ken je nog niet geloof ik”, klinkt de hautaine stem van Sylvia. Haar rijzige gestalte vult de deuropening, lang donker haar golft over haar schouders. Ietwat afgunstig kijkt Christien naar haar collega met het slanke lichaam, dat op de een of andere manier altijd zo’n koude uitstraling heeft. Manon steekt haar hand uit naar Sylvia maar krijgt geen reactie.
“Je komt me zo bekend voor”, zegt Manon, zichzelf een houding gevend.
“Nee hoor, onzin. Ik ben in ieder geval de secretaresse en je werkbriefjes kun je bij mij inleveren. Ik neem ten minste aan dat jij de uitzendkracht bent.” Sylvia loopt hooghartig het kantoor uit. Christien haalt haar schouders op.
“Trek je er maar niets van aan. Mevrouw de ijskoningin meent het niet slecht.”
“Toch weet ik zeker dat ik haar ergens van ken”, peinst Manon.

Henk, in zijn strakke blauwe pak, hangt bij Sanne over de balie. Ze drinken koffie en flirten wat met elkaar, in de wetenschap dat ze beiden hun eigen partner hebben en er geen kwaad in steekt.
“Ik zal je eens een geheimpje vertellen”, grijnst Henk. “Die Manon, je weet wel. Er was vanochtend een klant op bezoek en hij zag haar en beweerde bij hoog en bij laag dat zij bij de Software Compagnie heeft gewerkt.”
“Dat bedrijf waar drie mensen op mysterieuze van de trap zijn gevallen?”
“Ja, drie doden. De zaak is nooit opgehelderd. Manon is een tijd verdachte geweest omdat zij steeds de slachtoffers vond maar er was niet voldoende bewijs.”
“Ach kom nou. Daarom heeft zij het toch niet gedaan? Wij hebben hier trouwens ook een heel gevaarlijke rottrap. Weet je nog dat Christien er een keer af donderde? Al zei ze dat de trap meer pijn had dan zijzelf.”
“Toch blijft het verdacht, al ziet ze er engelachtig uit, dat moet ik toegeven.”
“Welnee schat, je ziet spoken.” Sanne neemt een telefoontje aan en Henk kan niet anders dan weer aan het werk gaan.

In de lunchpauze verlaat Manon het kantoor om wat boodschappen te doen. Sanne en Christien zitten in de keuken aan tafel met hun boterhammen en een pot thee.
“Zeg Chris, wat ik nu toch gehoord heb…” Christien buigt zich nieuwsgierig naar voren en haar stoel kraakt onder het gewicht.
“Wat dan?”
“Nou die Manon, ze heeft bij de Software Compagnie gewerkt en in die tijd overleden er drie mensen die van de trap vielen.”
“Hemel, wat afschuwelijk!”
“Ja, en zij heeft elke keer de lichamen als eerste aangetroffen. Vreemd toch?”
“Hou op zeg, wat akelig. Ze heeft er niets over verteld.”
“Nee, dat zou ik ook niet doen! Ze is verdachte geweest maar ze konden haar niets maken.”
“Dat wil toch niet zeggen dat ze die mensen een duw heeft gegeven?”
“Nee maar het zou toch fijner zijn als ze helemaal vrijgepleit was. Nu wordt het nooit meer opgelost.” Christien zucht.
“Ik wil er liever niets over horen, je maakt me bang.”

’s Middags werpt Christien tersluikse blikken op Manon. Zou ze het echt gedaan hebben? Een moordenares? Manon werkt hard en heeft verstand van de boekhouding. Christien verzint een excuus om even het kantoor van Sylvia binnen te wippen. Sylvia zit brieven te tikken achter de computer.
“Heb jij het ook al gehoord?”
“Wat moet ik gehoord hebben?”vraagt Sylvia terwijl ze blijft tikken.
“Dat Manon bij de Software Compagnie heeft gewerkt waar drie mensen van de trap zijn gevallen.” Christien meent even een zenuwtrekje te zien rond Sylvia’s mond maar ze wijt het aan haar eigen verbeelding.
“Zo? Zeker een niet al te beste trap daar.”
“Maar het is toch raar dat zij steeds de lichamen vond?”
“Iemand moet ze vinden. Ga nu maar aan het werk. Dikke mensen raken snel van slag door dit soort dingen, je moet het je niet aantrekken.” Christien voelt haar wangen gloeien. Wat een rotopmerking. Toch vindt ze een bepaalde rust door de koele houding van haar collega, eigenlijk is ze er zelfs jaloers op, zo beheerst als Sylvia kan zijn. En ze herinnert zich nog dat Sylvia een bosje bloemen voor haar kocht na de valpartij van de trap. Christien staat te dralen.
“Zeg Syl, morgenavond zal ik moeten overwerken samen met Manon om alles op tijd af te krijgen. Ben jij,…ik bedoel,…wil jij, heb jij dan..”
“Maak je toch niet zo druk Christien. Als je niet alleen hier durft te zijn met Manon wil ik voor die ene keer ook wel wat langer blijven. Dan sluit ik af en neem de sleutels mee.”
“Oké, fijn, ik bedoel Manon heeft er vast niets mee te maken, maar ik vind het toch eng allemaal.” Opgelucht zoekt Christien haar eigen bureau weer op.

Om vijf uur biedt Henk aan haar met de auto naar haar flat te brengen. Dankbaar stapt Christien in. Dat scheelt weer uren op de bus wachten.
“En hoe voelt het om met een potentiële moordenares te werken?” grijnst Henk. Geschrokken grijpt Christien naar haar keel.
“Weet jij het ook al?”
“Iedereen weet het inmiddels, een klant vertelde het mij. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat ze schuldig is. Maar ik zou toch maar niet de trap af gaan als zij achter je loopt.”
“Wat flauw Henk. Stel dat ze er echt niets mee te maken heeft, hoe moet ze zich dan wel niet voelen dat iedereen haar verdenkt.”
“Jij vertrouwt het anders ook niet. Je hebt Syl gevraagd of ze morgen ook langer wil blijven omdat je niet alleen durft te zijn met Manon.”
“Dat komt door al jullie enge verhalen. En vergeet niet dat ik al eens van de trap ben gevallen.”

’s Nachts slaapt Christien onrustig. Ze voelt zich onveilig met haar enge dromen en is blij als het weer tijd is om naar kantoor te gaan. Manon wacht haar op en heeft zelfs al koffie gehaald.
“Manon ik moet met je praten, ik weet alles, van de Software Compagnie en zo.” Manon wordt bleek en er verschijnen tranen in haar ogen. Trillend laat ze zich in een stoel zakken.
“Ik heb het niet gedaan, echt niet. Ik weet niet wat er gebeurd is. In enkele maanden tijd vielen er drie mensen van de trap, twee personeelsleden en een klant. Het was in de trappenhal waar niet vaak iemand kwam. Maar ik ging altijd met de trap in plaats van de lift en daarom was ik steeds de eerste die ze vond. Het was een heel groot bedrijf met wel driehonderd medewerkers, iedereen kan er iets mee te maken hebben maar ik…ik werd gearresteerd.” Christien heeft spijt dat ze er over begonnen is, haar twijfels zijn niet weggenomen maar tegelijk voelt ze ook medelijden.
“Laten we maar aan de slag gaan, vanavond moeten we overwerken, hopelijk wordt het niet te laat.” Eenmaal weer aan het werk proberen beide vrouwen het nare gesprek te vergeten. In de middagpauze verlaat Manon opnieuw het kantoor om boodschappen te doen. Christien en Sanne peuzelen hun brood op achter de balie.
“Weet je Chris, je had niets tegen haar moeten zeggen, het is zo lullig.”
“Ik wilde het weten, maar eigenlijk weet ik nu nog niets. Gelukkig is Syl er vanavond.”
“Waar ben je dan bang voor? Dat ze je hier van de trap gaat gooien? Daar moet bij jou dan wel een heel harde duw voor nodig zijn.” Sanne lacht om haar eigen grap en slaat haar collega joviaal op de schouder. Dan stapt Manon naar binnen met een volle boodschappentas. Tegelijkertijd verlaat Sylvia het pand, rommelend in haar schoudertas.
“Ben zo terug”, roept ze en klikt weg op haar hoge hakken. Er valt iets op de grond. Het is een agenda. Manon raapt het op. Haar oog valt op de opengeslagen pagina’s. Ze verstijft en legt het boekje op de balie. Zonder verder iets te zeggen zoekt ze haar werkplek weer op. Christien waggelt achter haar aan. Die middag praten ze niet veel.
Om vijf uur gaan Henk en Sanne naar huis. Christien bestelt wat te eten bij de Chinees. Ze brengt ook wat naar Sylvia die aan de andere kant van de ontvangstruimte in haar kantoor zit te werken.
“Zeg even tegen die Manon dat ze alvast haar werkbriefjes door mij moet laten tekenen.” Met haar mond vol bami brengt Christien de boodschap over.
“Nu weet ik waar ik Sylvia van ken”, zegt Manon als ze enkele minuten later het kantoor van Sylvia weer heeft verlaten. “Ze is de ex van de directeur van de Sofware Compagnie en was toen ook zijn secretaresse. Ik zag haar getrouwde naam nog in haar agenda staan. Misschien is zij wel de dader.” Christien zet grote ogen op en zakt bijna door haar stoel.
“Dat meen je toch zeker niet? Waarom weten wij dat niet?”
“Dat moet je maar aan haar zelf vragen. Ik denk niet dat ze me kent, er werkten daar zoveel mensen.” Met moeite concentreert Christien zich weer op de lijsten met cijfers. Ze weet niet meer wie en wat ze moet geloven. Teveel mensen met een dubbele agenda. Nu zit ik hier ineens met twee potentiële moordenaressen, denkt ze. Haar zwartgallige gedachten worden nog zwarter als ze Sylvia om half acht met haar jas aan door de hal ziet lopen en de deur hoort slaan. Paniekerig hijst ze zichzelf overeind. Nu laat ze me hier toch nog alleen, straks lig ik dood onder aan de trap. Ze rukt de deur open. Sylvia staat kalmpjes op de stoep een sigaret te roken.
“Wat is er? Wil je ook een sigaretje?” Christien is zo opgelucht dat ze vergeet antwoord te geven en de deur weer dicht gooit. In alle opwinding was ze gewoon vergeten dat Sylvia enkele keren per dag buiten een sigaret rookt.

Eindelijk zit het werk er bijna op. Manon heeft goed haar best gedaan. Eigenlijk zou het fijn zijn als ze kon blijven, maar ja, dat trapverhaal, stairway to heaven. Christien zucht. In de deuropening verschijnt Sylvia met een stapel mappen.
“Manon, wil je me even helpen wat mappen naar het archief te brengen. Ik leg ze hier neer. De trap ligt naast de keuken.” Niemand voelt zich nog prettig bij de gedachte aan een trap behalve Sylvia, ze lijkt er geen erg in te hebben. Zwijgend pakt Manon de mappen en verdwijnt richting de keuken. Christien ruimt haar bureau op, even diep ademhalend nu het kan. Schreeuwende stemmen van achter de keukendeur bezorgen haar een nieuwe schok. Zo snel als ze kan haast ze zich naar de trappenhal achter de keuken. Verbijstert staart ze naar het schouwspel. Manon en Sylvia staan boven aan de hoge steile, stalen trap, elkaar duwend, trekkend, met vuurspuwende blikken.
“Jij hebt het gedaan, ik weet het zeker, en mij vals laten beschuldigen”, gilt Manon.
“Hoe durf je, stomme oen, jij bent de dader, zal ik je eens laten voelen hoe het is van een trap te donderen?” schreeuwt Sylvia. Ze geeft Manon een duw die tegen de muur botst en op haar beurt Sylvia een duw geeft.
“Hou op, hou alsjeblieft op”, roep Christien wanhopig. Maar de vrouwen vechten als kemphanen, trekken elkaar aan de haren en dan gebeurt het. Beiden verliezen hun evenwicht en zich aan elkaar vastklemmend vallen ze naar beneden. In een reflex hijst Christien zich op de trap en gooit haar hele lichaam er tegen aan. Haar vetkussens breken de val van de gillende vrouwen. Zwaar puffend zakt Christien tegen de grond, de lichamen boven op haar.
“Ik heb het niet gedaan, echt niet”, kreunt Manon.
“Ik ook niet, echt niet”, kreunt Sylvia.

“Nee, jullie zijn het niet geweest”, klinkt plotseling de stem van Sanne. De vrouwen staren haar aan.
“Ik ben speciaal terug gekomen om jullie te vertellen dat vandaag de toiletjuffrouw van de Software Compagnie is gearresteerd nadat er weer iemand van de trap was gevallen die het na kon vertellen en verklaarde dat hij een klap op zijn hoofd en een duw heeft gehad van die vrouw. Zullen we nu dan maar allemaal naar huis gaan?”






Aantal keer bekeken: 6741
Waardering: 7.84 op 10
Geef een cijfer:

Alle rechten voorbehouden 2005-2024 - www.verhalenlezen.nl


Verhalen

Wilt u een verhaaltje lezen uit één van de onderstaande categorieën? Klik dan gewoon op een categorie en u komt op de pagina met de verhalen van deze bepaalde categorie.

Verhalen posten

Hebt u zelf een verhaaltje geschreven? Of een onvergetelijke blunder tegengekomen, of iets anders. En je wilt er anderen mee amuseren, lezen? Met verhalenlezen.nl kan dat geen probleem zijn. Klik hier om een verhaal te posten!


Statistieken

Totaal verhalen: 5184
Totaal categorieën: 10
Totaal 259 bezoekers online