Halloween Geesten.
U leest om dit moment het verhaal Halloween Geesten gepost door Kenneth Temple. Dit verhaal is gepost in de categorie spannende verhalen. Wilt u een zelf geschreven, of een mooi verhaaltje posten? Klik daarvoor hier.Wilt u terug naar spannende verhalen?
Categorie: spannende verhalen
Gepost door: Kenneth Temple
Gepost op: 2009-11-8
Verhaal:
Halloween Geesten
Halloween Geesten
Eindelijk was het zover. Halloween. Suzanne deed haar heksen hoed op, keek nog een laatste keer in de spiegel, en liep de voordeur uit. Rik, Fatima en Debbie stonden al buiten te wachten.
“Wauw!” zei Suzanne. “Jullie zien er eng uit.” Rik was verkleed als boze vogelverschrikker. Fatima was een vampier en Debbie was ook een heks.
“Jij ziet er ook vet uit,” zei Fatima.
“Kom,” zei Rik. “Het Halloween schoolfeest gaat zo beginnen!” De vier verkleedde kinderen liepen snel door naar school. Daar zouden ze even feesten en dan gingen alle kinderen van Basisschool de Vlinder Trick or Treaten. En daar was het allemaal om te doen. De wijkvereniging had samen met de school alle mensen in de buurt gevraagd om mee te doen. Als de kinderen aan de deur kwamen, dan konden ze een lekkere snoepje verwachten.
De leerlingen gingen ieder naar hun eigen klaslokaal en daar zorgde hun juffrouw en meester voor een gezellig Halloween feest. De kinderen hadden hun klassen al zelf versierd met spinnen ragen van watten en zwarte papieren spinnen. Jack O’Lantern tekeningen, skelet poppen en zwart en oranje slingers hingen van het plafond. Er was ook spooky muziek, pompoenen taart en pompoenen soep.
Meneer Ton vertelden een griezel verhaal over een spookhuis uit de buurt. Het zou bespookt zijn door een boze oude vrouw en een kind. Volgens zijn verhaal waren ze op zoek naar elkaar en omdat het meisje verdween op 31 oktober, kwamen die spoken op die dag, vandaag dus, tot leven.
Toen het verhaal uit was, keken de kinderen elkaar zenuwachtig aan en lachte. “Wat een onzin,” zei Rik. “Echte spoken bestaan niet.”
Suzanne was er niet zo zeker van.
“Oké, jongens!” riep meneer Ton. “Het is half acht. We gaan allemaal Trick or Treaten!”
“Yippie!” gilde alle kinderen tegelijk. De hele school ontplofte in een enthousiaste boel spanning en opwinding. Ze hadden dit natuurlijk nog nooit gedaan. In Amerika en Engeland groeide de kinderen ermee op. Maar hier in Nederland niet. Sommigen zei dat het puur om de commercie ging. Suzanne wist wat dat betekende, het ging allemaal om geld voor de winkels. Ze keek rond terwijl tweehonderd kinderen de straat op stroomde en zag alleen maar blije en vrolijke gezichten. Wat was hier fout aan? Het was supervet om je eng te verkleden en daarna mochten ze heel veel snoep ophalen – voor niets! Ja, de mensen moesten de snoep inkopen, dat was waar. Maar als je daarmee een heleboel kinderen een prachtige avond kon bezorgen wat was er dan mis aan?
“Kom!” riep Rik. “Laten we deze kant op gaan!”
Suzanne lachte en rende Rik achterna. Debbie en Fatima gingen mee.
Ze rende de oprit van het eerste huis op en drukte op de deurbel. Een vrolijke oude mevrouw deed open.
“Trick or Treat!” riepen de kinderen.
“Ooooooo! Wat zien jullie er eng uit! Even wachten.” Ze liep even weg maar kwam meteen terug met een grote schaal snoep. “Pak er maar een, jongens.”
“Dank u wel mevrouw!” riepen Suzanne, Rik, Fatima en Debbie tegelijk en weg waren ze. Bij het volgende huis waren al kinderen aan de deur en daarachter stond een kleine rij te wachten.
“Wauw,” zei Rik. “Het is wel druk hier.”
“Ja, wat wil je,” zei Suzanne. “Alle kinderen zijn tegelijk begonnen. We moeten gewoon even wachten.”
“Of we gaan ergens anders heen,” zei Rik.
“Dat heeft niet veel zin,” zei Fatima. “Alleen onze wijk doet mee.”
“We kunnen de Kerkhofstraat in lopen,” zei Rik met een ernstig gezicht.
“Ja, dag,” zei Debbie. “Daar ga ik echt niet naar toe. Die straat is echt mega eng in het donker!”
“Het is mega eng in het licht!” zei Fatima.
“Het is wel in onze wijk,” zei Suzanne. “Ik wed dat het daar rustiger is.”
“Ja,” zei Fatima, “omdat het zo eng is. Niemand durft daarin als het donker is.”
“Ik ga echt niet,” zei Debbie. “Ik wacht hier wel.”
“Ik ga ook niet,” zei Fatima.
Suzanne en Rik keken elkaar aan en knikte. “Wij gaan wel,” zei Suzanne. “Kom Rik, wij zijn niet bang.”
Samen liepen Suzanne en Rik richting de donkere Kerkhofstraat. Overal rende kinderen van deur tot deur en overal stonden er andere kinderen te wachten. Sommige huizen waren heel gezellig versierd met pompoen lampions en vogelverschrikkers. Een paar huizen hadden skeletten of zwarte katten op hun ramen geplakt. Het zag er allemaal leuk maar een beetje creepy uit.
Eindelijk kwamen Suzanne en Rik aan bij de Kerkhofstraat. De straat dankte zijn naam aan een oud kerkhof die niet meer gebruikt werd. Hier was ook geen straatverlichting en Suzanne vroeg zich af of ze dit wel durfde. Ze stopte en keek Rik aan.
“Wat is er?” vroeg Rik.
Suzanne zag dat hij een beetje bleek was geworden. “Ja… Zullen we dit wel doen? Het is wel eng.”
Rik keek even de donkere straat in. Hier waren inderdaad geen kinderen aan het Trick or Treaten. Aan de linker kant stond een rij oude huizen ver uit elkaar. Tussen die huizen was weiland en bomen. Aan de rechter kant was ook een weiland die een beetje lager dan de straat lag. Het ging over in een heuvel met boven op de heuvel het oude kerkhof. Ze waren er allebei wel eens langs gereden of gefietst maar nu… in het donker… op Halloween, was het heel anders.
“Ja,” zei Rik. Zijn stem kraakte een beetje. “Laten we snel naar een paar huizen gaan. Dan gaan we terug en dan zal het wel rustiger zijn.”
Suzanne knikte. Haar keel was te droog geworden om te praten.
Half lopend, half rennend gingen Suzanne en Rik de Kerkhofstraat in. Het eerste huis was nog aan deze kant van het kerkhof en hier zagen ze lichten binnen. Ze rende de lange oprit op en klopte op de deur. Er kwam niemand. Rik wou net weer kloppen toen de deur open krakte. “Ja?” vroeg een man in een rolstoel.
“Um…” zei Suzanne.
“Trick or Treat?” zei Rik met een muizen stem.
“Wat moeten jullie!?” zei de man, heel chagrijnig. “Wegwezen hier! Rot op met dat Halloween gedoe!”
“Kom,” zei Rik. Hij draaide om en pakte Suzannes arm en liep snel weg. “Volgens mij doet hij niet mee.”
“Wat een engerd,” zei Suzanne, die blij was om weg te kunnen.
Het volgende huis was tegenover het kerkhof. De maan scheen fel op de oude grafstenen en de bladloze bomen maakten enge schaduwen die met de wind meedanste.
“Gadverdamme!” zei Suzanne. “Het is echt eng. Wie zou tegenover een oud kerkhof willen wonen?”
Rik haalde zijn schouders op en keek op naar het huis.
Het was een oude villa met een versleten trap naar de voordeur. “Zou er iemand wonen?” vroeg Suzanne.
“Er is maar een manier om erachter te komen,” zei Rik en hij stak de tuin over.
Suzanne bleef staan. “Zullen we gewoon terug gaan, Rik? Ik vind het eng.”
“Even aanbellen en dan gaan we. Kom je mee of blijf je daar alleen staan, tegenover het kerkhof.”
Suzanne keek om.
Het creepy kerkhof stond direct achter haar en even meende ze iemand te zien lopen. Snel keek ze terug naar Rik en rende naar hem toe. Ze haalde hem in halverwege de trap.
“Volgens mij woont er hier niemand,” zei Suzanne.
“Je weet maar nooit,” zei Rik. Hij klopte aan.
Plotseling moest Suzanne aan Meneer Ton’s verhaal denken. “Zie je wel,” zei ze. “Er woont niemand. Kom, laten we alsjeblieft terug gaan.”
“Nog een keer,” zei Rik en hij bonsde op de deur.
“Zoooo,” zei Suzanne. “Niemand thuis. We gaa-”
De woorden zaten vast in haar keel. Ergens in het huis sprong een licht aan. En nog een. En nog een. Orgel muziek begon te spelen. De voordeur kraakte open. Een oude dame deed open en keek ze vragend aan.
“Trick or Treat?” vroeg Rik zachtjes.
Suzanne moest alweer aan het spookverhaal denken en dook achter Rik.
“Wat is dat, ‘Trick or Treat?” vroeg de vrouw vriendelijk.
“Nou,” zei Rik. “Dat is met Halloween. Dan geven mensen alle kinderen een snoepje. Wij verkleden en gaan langs alle deuren en roepen, ‘Trick or Treat.”
De vrouw keek even bedenkelijk weg. “Dat is waar ook,” zei ze. “Het is Halloween. Hebben jullie mijn kleindochter gezien? Ze is al sinds vanmiddag buiten aan het spelen en ik maak me zorgen. Volgens mij is ze ergens in huis verstopt.”
Rik schudde zijn hoofd. “Nee, hoe heet ze?”
Suzanne gaf hem een por in zijn zij. “Het is de vrouw van meneer Ton’s verhaal!” fluisterde ze. “Ze zoek haar kleindochter!”
“Nel heet ze,” zei de vrouw. “Willen jullie mij helpen haar te zoeken?”
Rik keek om naar Suzanne. “Hou op met je spookverhaal. Je ziet toch dat zij geen spook is.” Hij keek terug naar de vrouw. “Ik help wel.” En Rik liep het huis binnen.
Suzanne kon haar ogen niet geloven. “Rik! Je laat me toch niet alleen hier?”
“Kom helpen zoeken dan.”
Suzanne keek om.
Ze zag het kerkhof en de lange, donkere straat waar ze alleen zou moeten lopen om terug te gaan. Dat was nog enger. Dus liep ze achter Rik aan.
Met een klap viel de voordeur achter haar dicht en ze pakte Rik’s arm vast.
“Suzanne, je stelt je aan. Je-” Rik hield op met praten. Zijn ogen werden groot, net als die van Suzanne.
“Hoor jij dat ook?” vroeg Suzanne.
Rik knikte langzaam.
“Oooomaaaa? Oooomaaaa? Waar bent u?”
De vrouw keek naar boven. “Ik ben hier schat, waar ben jij?” Ze keek Rik en Suzanne aan. “Zie je wel? Ze zit gewoon in huis maar ik kan haar niet vinden. Willen jullie me helpen zoeken?”
Rik en Suzanne konden haar alleen verbaasd aankijken. Ineens veranderde het gezicht van de vrouw. Rondom haar ogen werd het donker en ze leek plotseling meer tanden te krijgen. Ze werd langer en schreeuwde, “Zoek mijn kleindochter! Zoek Nel!”
Suzanne slaakte een kreet en greep naar de voordeur maar die kreeg ze niet open. Rik kon alleen met open mond naar het spook staren. “Spoken bestaan niet, spoken bestaan niet.”
“Blijkbaar wel,” zei Suzanne. “Waar moeten we zoeken?” vroeg ze.
De vrouw werd weer normaal en zei, “Boven denk ik.”
“Kom Rik,” zei Suzanne. Ze had het idee dat hun enige hoop om te ontsnappen was om het meisje te vinden. “Laten we boven gaan zoeken.”
Suzanne trok Rik naar de trap en alweer schrokken ze zich te pletter.
Voor ze liep een wit gedaante de trap op. Het leek op een meisje – maar dan de geest van een meisje. Samen namen ze de krakende treden een voor een. Suzanne dacht weer aan het verhaal van meneer Ton. Het meisje, Nel, verdween op 31 oktober. Blijkbaar viel ze in een oude waterput en werd pas drie weken later ontdekt. De oma stierf van verdriet voordat het lichaam van Nel werd gevonden. En dus zou haar geest nog steeds niet weten waar haar kleindochter is.
“Zou Nel op het kerkhof begraven zijn?” vroeg Suzanne ineens.
“H-huh?” stotterde Rik.
“Misschien is Nel hier op het kerkhof begraven.”
Rik was lijk wit en leek iedere moment flauw te vallen. “Z-zal wel.”
Suzanne bereikte de bovenste tree en keek door de lange gang.
“Oooomaaaa? Oooomaaaa? Waar bent u?”
Suzanne en Rik verstijfde van schrik. Rik deed zijn ogen dicht. “I-ik wil naar huis. Het spijt me. We hadden hier nooit moeten komen.”
Suzanne keek ineens op. “Kijk op de wand. Is dat een foto van Nel?”
Samen liepen ze naar de foto toe. “Het is wel een meisje,” zei Rik. “Het zal wel-”
Alweer schrokken ze zich wezenloos.
Het foto veranderde plotseling van een lief meisje tot een enge demon.
Rik begon zachtjes te huilen. “Ik wil naar huis,” snikte hij.
Suzanne probeerde rustig te blijven. “Rik, ik denk dat als we naar huis willen dat we Nel moeten vinden. Laten we deze kant op gaan.”
Ze hadden nog geen drie stappen gezet toen ze haar zagen.
Ze stond naast een tafel.
“Nel?” vroeg Suzanne.
Het spook knikte.
“Waarom kan jouw oma jou niet vinden?”
“Weet ik niet. Ik kan haar ook niet vinden. Ik wordt dan ook zo boos.” Nel keek schuldig weg. “Sorry dat ik je liet schrikken met mijn foto maar ik wordt zo kwaad! Ik wil oma vinden!” Nel leek groter te worden en haar ogen werden weer eng.
Rik deed zijn ogen dicht en kneep in Suzannes arm.
“Wacht!” zei Suzanne met een trillende stem. “We kunnen helpen.”
“Hoe!?” vroeg Nel, die nog steeds boos was.
“Volgens mij,” zei Suzanne, “liggen jullie allebei hier op het kerkhof begraven. Misschien kun je elkaar niet vinden omdat jullie allebei dood zijn en horen jullie in de hemel te zijn.”
Nel werd weer rustig. “Is oma dood?”
Suzanne knikte. “Jij ook. Je was in een put gevallen en voordat ze jou vonden, ging jouw oma dood en zij heeft nooit geweten wat er met jou gebeurd is.”
Nel keek bedenkelijk weg. “Zijn wij op het kerkhof begraven?”
“Weet ik niet,” zei Suzanne. “Maar het ligt voor de hand dat jullie ook naast elkaar liggen.”
“Laat mij zien,” zei Nel.
“Zou ik graag willen, maar wij kunnen het huis niet uit.”
“Waarom niet?”
“Omdat jouw oma wil dat wij jou vinden. Zij heeft de deur op slot gedaan.”
“Ik maak het wel open,” zei Nel. “Dan rennen jullie naar het kerkhof. Beloofd?”
“Beloofd,” zei Suzanne.
“Beloofd,” zei Rik zachtjes.
Nel ging naar beneden met Suzanne en Rik achter zich aan. Oma stond onderaan de trap maar zag Nel niet. “En?” vroeg de vrouw. “Heb je haar gevonden?”
“Ja,” zei Suzanne.
“Waar is ze dan?”
“Daar, bij de voordeur,” zei Rik maar ze zagen elkaar niet.
“Is Oma hier?” vroeg Nel.
“Ja,” zei Suzanne. “Ze staat hier en wordt weer boos volgens mij.”
“Ik zie haar niet.”
“Tegen wie heb je het?” vroeg de vrouw boos. “Waar is Nel? Ik hoor haar maar…”
“Het is Nel, ze staat hier,” zei Suzanne.
“Ik geloof jullie niet!” En de vrouw werd weer groet en lelijk. Ze bracht haar armen omhoog en liep achter Suzanne en Rik aan.
“Vlug Nel!” riep Suzanne. “Maak de deur open!”
De voordeur vloog open en Suzanne en Rik rende naar buiten. De oude vrouw zweef ze achterna. Nel ging er ook achteraan, maar zij zag haar oma nog steeds niet.
Suzanne en Rik rende zo hard ze konden het kerkhof op. “We moeten hun graven zoeken!” riep Suzanne.
“Waar is Nel?” schreeuwde de oma. “Je zou haar helpen zoeken!”
De volle maan scheen een duister licht op de stenen en Suzanne en Rik begonnen ze snel te lezen. “Dit is hem niet,” riep Rik.
“Hier ook niet,” zei Suzanne.
“Waar is mijn kleindochter?! Vind haar of ik scheur jullie aan flarden!”
“Ze is hier begraven!” riep Suzanne.
Ineens voelde Suzanne koude handen om haar nek. Ze begonnen hard te knijpen en ze kreeg geen lucht. “Waar is Nel!?”
“Hier,” fluisterde Suzanne.
“Kijk!” riep Rik.
“Daar staat Nel!”
Suzanne voelde de handen los laten. Ze keek naar de oma en zag haar weer normaal worden. “Nel?” vroeg ze. Langzaam zweefde de vrouw naar Nel toe. “Nel ben jij het?”
Nel keek op en knikte. “Hoi Oma.” Ze gooide haar armen om de vrouw heen. “Kijk maar,” zei Nel en ze wees naar een grote grafsteen. Op de steen stonden de namen van oma en Nel. Ze waren inderdaad begraven in hetzelfde graf.
Suzanne en Rik gingen erbij staan. “Daar liggen ze,” zei Suzanne.
“Dank jullie wel,” hoorden ze Oma en Nel zeggen. En ineens verdwenen ze.
Suzanne en Rik keken om zich heen. Het was muis stil en pik donker. “Zullen we?” vroeg Rik.
Suzanne knikte en samen renden ze zo hard ze konden terug naar de straat en helemaal de Kerhofstraat weer uit. Het was inderdaad een stuk rustiger geworden en ze hadden al snel hun snoepzakken vol. Ze vonden Fatima en Debbie weer maar besloot het verhaal voor zich te houden – niemand zou ze geloven.
“Ga je morgen mee Rik?” vroeg Suzanne.
“Waar naar toe?”
“Een bloemetje leggen bij een graf.”
Copywrite © Kenneth Temple
Kijk naar meer spannende verhalen op www.kennethtemple.com
Aantal keer bekeken: 7520
Waardering: 7.08 op 10
Geef een cijfer:
Totaal categorieën: 10
Totaal 30 bezoekers online
Verhalen
Wilt u een verhaaltje lezen uit één van de onderstaande categorieën? Klik dan gewoon op een categorie en u komt op de pagina met de verhalen van deze bepaalde categorie.- blunders
- dieren verhalen
- erotische verhalen
- griezel verhalen
- humor verhalen
- kinderverhalen
- liefdes verhalen
- sex verhalen
- spannende verhalen
- sprookjes
Verhalen posten
Hebt u zelf een verhaaltje geschreven? Of een onvergetelijke blunder tegengekomen, of iets anders. En je wilt er anderen mee amuseren, lezen? Met verhalenlezen.nl kan dat geen probleem zijn. Klik hier om een verhaal te posten!Statistieken
Totaal verhalen: 5184Totaal categorieën: 10
Totaal 30 bezoekers online