Verhalenlezen.nl - Voor al uw verhalen en sprookjes. Ook hebben we liefdes verhalen en erotische verhalen.

Handel In Bangkok.

U leest om dit moment het verhaal Handel In Bangkok gepost door Becky Boot. Dit verhaal is gepost in de categorie spannende verhalen. Wilt u een zelf geschreven, of een mooi verhaaltje posten? Klik daarvoor hier.

Wilt u terug naar spannende verhalen?
Categorie: spannende verhalen
Gepost door: Becky Boot
Gepost op: 2009-9-3

Verhaal:

Handel In Bangkok
‘Ga je dat nog eten?’ vraagt hij terwijl hij niet naar mij kijkt maar naar het laffe cakeje op het blad voor me. ‘Nee hoor, neem maar. Ik voel me toch niet zo lekker’, antwoord ik terwijl ik met mijn handen over mijn buik wrijf. Hij antwoordt met een graai naar het in plastic verpakte chocolade gebakje. Het klaptafeltje drukt pijnlijk in mijn buik en zodra de stewardess aan komt lopen met een karretje geef ik haar opgelucht het blad mee. De weeïge geur, ontstaan uit een combinatie van op elkaar gepakte passagiers en voedsel, heeft me misselijk gemaakt. Dennis leest de krant. We zitten dicht op elkaar en ik kan makkelijk meelezen. Een bekende Zweedse journalist is in een ziekenhuis in Bangkok overleden nadat hij op straat aangetroffen was met een lelijke wond in zijn buik die profesorich dichtgenaaid was. Voor één nier het leven laten, spreekt de kop. ‘Het is toch verschrikkelijk’, roept Dennis zo hard dat ik ervan schrik. ‘Heb je dat gelezen? Over die illegale orgaanhandel in Thailand? Ik wist helemaal niet dat het zo erg was. Dat je gewoon van straat geplukt wordt en opengereten.’ ‘Het zal wel meevallen,’ mompel ik, terwijl ik langs de krant naar buiten kijk. ‘Van mij mogen we landen’, zeg ik tegen Dennis. Hij kijkt me aan en zegt lachend: ‘Het duurt nog wel een paar uur, lieve schat.’ Lieve schat spreekt hij denigrerend uit. Alsof ik een kind ben. Ik vervloek zijn wens naar Thailand op vakantie te gaan en ik vervloek mijn eigen instemming met dit klote plan. Ik ben zwanger. Ik voel me ziek. Ik ben moe. Ik wil naar huis. Ik bijt op mijn lip. ‘Ja, dat weet ik hoor, ik ga nog even proberen te slapen’, zeg ik terwijl ik zijn hand pak en er zachtjes overheen aai. De landing is dof. Het vliegveld heet. Als we de bagage hebben afgehaald worden we via borden naar een grote hal begeleid waar we nog een half uur moeten wachten voor we met een stempel in ons paspoort op het grote trottoir van het vliegveld van Bankok staan. Dennis is hier vaker geweest en vindt geroutineerd het juiste type taxi. ‘De rest zijn afzetters.’ Ik breng een instemmend geluidje voort. Hele woorden formuleren lukt me niet meer. Ik ben moe. Ik wil alleen maar naar bed. Zelfs mijn lipgloss blijft in mijn tas terwijl ik mijn lippen meestal elk half uur bijwerk. Mijn grote, net nieuwe Luis Vuitton koffer wordt door de chauffeur voor het hotel op de stoep gezet. Hij is gelukkig niet beschadigd. De incheckbalie bevindt zich net naast de parkeerplaats die vol staat met tuk tuks. Het is volle maan en daarmee krijgt alles een gloed alsof er licht in gevangen zit, dat eruit wil. De bomen, de huizen, de kleine kraampjes op straat waar eten wordt verkocht. Het heeft iets magisch. ‘Sawadee Ka’, zegt de vrouw als ze ons voor de balie ziet staan. We checken in. Dennis pakt de koffers. We vinden onze kamer en ik plof meteen op bed. ‘Moet je niet douchen?’ Hoor ik Dennis nog vanuit de verte vragen.

De volgende ochtend is Dennis weg. Eerst denk ik dat hij beneden aan het ontbijt zit. Ik douche me uitgebreid. Open mijn koffer en trek een blauwe jurk aan, van een zachte stof. Sinds ik zwanger ben is dit mijn lievelingsjurk. Ik combineer de jurk met mijn roze, hoge hakken. Ik ben dan wel zwanger, maar ben niet van plan niet meer sexy te zijn. Ik ga zitten voor de spiegel en open mijn beauty case. Thailand of niet. Zonder make-up kom ik de kamer niet uit. Ik wil er graag mooi uitzien. Vooral voor Dennis. We hebben niet zo’n fijne tijd achter de rug. Het gebrek aan intimiteit, mijn buien, de extra klusjes in het huishouden. Dennis heeft het er moeilijk mee en is niet echt meer enthousiast. Dan valt mijn oog op de koffer van Dennis. Hij zit nog dicht en staat onaangeroerd bij de deur. Zijn telefoon ligt nog op het nachtkastje. Snel knoop ik mijn haar in een knot en ga beneden kijken. Er staan een aantal tafeltjes. Er zitten maar een paar gasten aan het ontbijt. Dennis zit er niet bij. Ik probeer mezelf gerust te stellen: Hij is even een blokje om. Even de buurt verkennen. Hij komt zo wel weer aanwaaien. Ik pak wat te eten en een kop koffie, maar ik krijg niks weg. Ik ga weer naar boven en in de kamer wacht ik op Dennis. Ik wacht een uur, twee uur en dan knal ik bijna uit elkaar van onrust: Hij is echt weg! ‘Sawadee Ka’, zegt de vrouw weer bij de balie. ‘My boyfriend is missing!’ roep ik uit. De vrouw kijkt verward. Ze heeft geen idee wat ik bedoel te zeggen. ‘You miss boyfriend? You want to make phone?’ Ik blijf maar herhalen dat Dennis er niet meer is. ‘Call the police’, schreeuw ik. Ze stamelt wat en loop dan naar achter. Een jonge jongen, amper zestien, komt vanaf het woongedeelte, achter de balie, op mij af gelopen: ‘Miss, what is problem?’

Even later zit de jongen op het politiebureau op zijn dooie gemak een krantje te lezen. Ik ijsbeer langs de balie. De wat oudere agent die mij in eerste instantie te woord heeft gestaan is al een tijdje weg.‘Accident?’ had hij gevraagd. ‘No! he is missing!’ ‘I check’ zei hij en vertrok. Ik heb hier geen tijd voor. Ik wil weten waar Dennis is. Ik vraag de jongen van het hotel om een sigaret. Hij kijkt even zorgelijk naar mijn dikke buik en treft dan mijn vastberaden blik. Ik trap de klapdeur naar buiten open en sta trillend op de stoep te roken als mijn blik valt op een rij protestaffiches tegenover het politiebureau. Thai police, wake up! Staat er in grote letters. Ik loop naar de muur met de posters om te zien waar het over gaat. Ik herken meteen de man op het affiche van de krant van vanochtend. Het is de Zweedse man uit het artikel over orgaanhandel. Opeens wordt het knisperend helder in mijn hoofd. Ik snel terug naar binnen en schreeuw naar de bejaarde politieman. Even later ren ik naar buiten met het adres van de Nederlandse ambassade in mijn hand. Die rottige hakken! Ik schop ze uit en laat ze op straat achter. Ik ren zo hard en zo ongecontroleerd dat ik al snel geen lucht meer krijg. Het is ook zo godvergeten heet hier. Overal staat het verkeer vast, iedereen schreeuwt, iedereen toetert. Ik moet een tuk tuk vinden die rijdt. De voorbijgangers die ik om hulp vraag herkennen alleen het woord tuk tuk en wijzen naar de rijen tuk tuks midden op de vierbaansweg, waar chauffeurs in liggen te slapen omdat er zo weinig zicht op beweging is. Mijn voet haal ik open aan een stuk ijzer dat om een onverklaarbare reden uit de grond steekt. Ik bloed, maar ik voel niets. Ik moet de ambassade vinden. Ik heb geen water. De zon brandt. De lucht is één groot blauw gat. Ik loop totdat er weer wat beweging terug is in het verkeer en ik in de eerste de beste tuk tuk stap en het adres onder de chauffeur zijn neus duw. Die wil de onderhandeling inzetten als ik schreeuw dat de prijs niet uitmaakt. Dat ik nu weg wil en dat hij snel moet gaan en niet vast moet komen in het verkeer. Heeft hij enig idee waar ik het over heb? Hij kijkt alsof dat niet het geval is en ik heb zin om hem vol op zijn wazige hoofd te slaan, maar even later vertrekken we en we omzeilen inderdaad het verkeer. Misschien is het mijn zwetende rode hoofd, mijn dikke buik, mijn bloedende voet of de paniek in mijn ogen. Maar hij brengt me inderdaad naar de ambassade.

Een keurige, blanke man zit er achter een groot bureau. ‘Spreekt u Nederlands?’ roep ik uit, terwijl ik richting zijn werkplek loop. Even later zit ik met een glas water onder een kitcherige poster van een waterval. De man bladert in een map. Hij stopt en kijkt mij aan. ‘We hebben inderdaad wel eens een Nederlander begeleid die slachtoffer was van illegale orgaanhandel. Die man lag toen al in het ziekenhuis en heeft ons ingeschakeld om zo snel mogelijk thuis te komen.’ Ik zit meteen rechtop: ‘Ik moet weten op welke plek ze hem van zijn organen beroofd hebben.’ ‘Mevrouw, ik begrijp dat heel goed. Maar dat is een zaak voor de politie. Hoe weet u zo zeker dat uw man ontvoerd is door orgaanhandelaren. Misschien is hij nu wel weer in het hotel.’ ‘Nee. Daar is hij niet. Dan zou hij mij wel bellen.’ ‘U heeft aangifte gedaan toch? De politie is nu waarschijnlijk naar hem op zoek. Het lijkt mij het beste rustig af te wachten.’ Ik stap op uit mijn stoel: ‘Die politie is een aanfluiting! Dat heb ik meteen gezien. Dat moet u ook weten. Mijn man kan overal wel zijn, dat snap ik, maar ik wil hem zoeken en dat doe ik met of zonder u hulp.’ Dan word ik overvallen door kramp in mijn buik. Ik krimp ineen en schreeuw het uit. De man probeert mij te kalmeren, maar ik wil maar één ding van hem horen: ‘Gaat u me nou helpen of niet?’ ‘Ik zal kijken wat ik kan doen en of ik wat gegevens uit Nederland kan bemachtigen. Laat me u over een uur bij uw hotel ophalen dan kunnen we samen rond gaan vragen.’ Het laatste wat ik wil is wachten, maar de man weet mij te overtuigen en ik ga terug naar het hotel.

De ventilator piept en zucht in langzame golven wat frisse wind over het bed. Ik kijk naar het plafond, dat ooit wit geweest moet zijn, maar langzaam is vergeeld door rook en vuil. Ik volg de barsten en probeer niet aan Dennis te denken. Maar als ik de ijzeren greep op mijn gedachten heel even laat varen dendert de angst over me heen. Misschien wordt hij op dit moment wel opengesneden. Steken ze het ongeslepen, gore mes in zijn vlees en drukken door totdat zijn huid kapot is. Dan wrikken ze een gat groot genoeg om zijn nier eruit te trekken. Ze lachen terwijl de amateuristische verdoving Dennis alleen weerhoudt van tegen stribbelen, maar niet kan voorkomen dat hij vergaat van de pijn en zich ten volste bewust is van wat er gebeurt. Bij de deur staat nog steeds de koffer van Dennis. Ik open hem om zo dichter bij hem te zijn. De inhoud verbaast me. Drie dikke truien, waarvan één zelfs van wol. Verder alleen maar spijkerbroeken en sokken. Heel veel sokken. Alsof hij de hele sokkenmand in de koffer heeft uitgestort. Geen korte broeken, geen t-shirts, zwembroek of andere luchtige kleding. Wat is het toch een rare vent. Ik had hem moeten helpen met inpakken, maar was te druk met klagen en moeilijk doen omtrent mijn eigen voorbereidingen. Vol van schuldgevoelens zak ik neer voor het bed, op de grond, met om me heen de kleren van Dennis. Door hem te ruiken voelt hij zo dichtbij. Ik wil iets doen! Gelukkig is Charl, de medewerker van de ambassade er snel. Hij klopt op de deur en zodra ik open doe begint hij te praten: ‘Ik heb een adres: de plek waar het Nederlandse slachtoffer gevonden is. Het is geen fijn gedeelte van de stad, het is in Patpong, de hoerenbuurt van Bangkok en ik zou liever hebben dat we de politie erop af sturen.’ ‘Die gaan niks doen’. zucht ik. ‘Ik wil er nu heen.’ Even later stopt de tuk tuk aan de rand van een grote weg. De chauffeur wijst een klein steegje in. Ondanks de hitte ligt het steegje vol met plassen water. Is het wel water? Het stinkt enorm. In het midden van de steeg is een grote hoop met vuilnis. Dan schiet er iets weg voor mijn voeten. Was dat een rat? Ik probeer mijn angst te onderdrukken en denk aan Dennis. Dat hij hier misschien ergens gedumpt is, als een afgedankt stuk slachtvee. ‘Wil je terug?’ vraagt Charl. ‘Nee, ik wil weten wat hier gebeurt.’ Maar er gebeurt helemaal niets. De steeg bestaat uit blinde muren aan de ene kant en een grasveld aan de andere kant omringd door vervallen hekken, veel vuilnis en in het midden wat kinderen die voetballen met een lekke bal. Aan het einde van de steeg een andere steeg. ‘Dit huis misschien’, roep ik. Terwijl ik Charl meetrek naar een laag huis op de hoek waar een groot zilver rolluik half open staat. Voordat Charl me tegen kan houden sta ik binnen. Het is een kale ruimte, het lijkt wel een soort garage. Er staat in elke hoek een krakkemikkig bed. Op één bed ligt een meisje van amper zestien onder een dikke, blanke man. Ik schreeuw naar de man die meteen geschrokken opspringt en het toilet in rent. Dit is gewoon een hoerenhuis! Ik ben in de hel terecht gekomen. Het meisje staat nonchalant op en pakt een glas water. Ze klopt op de toiletdeur. ‘Sir, you come out, we have fuck.’ Ze kijkt mij wazig aan. Ik besta niet eens voor haar. De hoop om Dennis hier ergens te vinden dendert uit mijn lichaam. Ik krijg er keiharde wanhoop voor terug, die blaast vanuit alle hoeken van de kamer. Mijn jurk is gescheurd en hangt scheef bij mijn schouder. Ik ben vies en ik ben kapot. Ik voel me geen vrouw, ik voel me niet eens een mens. Ik voel me een beest dat uit zijn natuurlijke habitat is weggejaagd en niet meer weet hoe hij terug moet. Opeens staat Charl voor me. Zwijgend lopen we terug naar de grote straat en wachten op een tuk tuk. Ik kijk uit over de brede straat waar het verkeer geen vaste lijnen lijkt te volgen. Alles en iedereen sjeest door elkaar. Voertuigen worden zonder aankondiging opeens achteruit gereden of met piepende remmen omgedraaid, brommertjes wringen zich overal doorheen. Gek genoeg vloeit alles toch door. Maar dan staat alles stil, in mijn hoofd althans. Ik probeer te roepen, maar kan geen geluid voortbrengen. Daar is hij! Het is Dennis, daar, in die Tuk Tuk. Dan meteen daarna een ongelooflijke constatering: Hij zit daar op zijn dooie gemak, in een witte, linnen broek, zijn haar netjes gekamd, met een Thaise, jonge vrouw in zijn armen. Hij ziet mij niet. Ik sta op de stoep en kijk naar mijn voeten. Ze zijn zo vies dat ik ze niet herken. Ik ken alleen maar mijn voeten fris gewassen, nagels gelakt. Nu zijn ze zwart met opgedroogd bloed aan de zijkant. ‘Ik moet nodig mijn voeten wassen’, zeg ik tegen Charl, terwijl we de tuk tuk instappen.

Aantal keer bekeken: 2736
Waardering: 6.67 op 10
Geef een cijfer:

Alle rechten voorbehouden 2005-2024 - www.verhalenlezen.nl


Verhalen

Wilt u een verhaaltje lezen uit één van de onderstaande categorieën? Klik dan gewoon op een categorie en u komt op de pagina met de verhalen van deze bepaalde categorie.

Verhalen posten

Hebt u zelf een verhaaltje geschreven? Of een onvergetelijke blunder tegengekomen, of iets anders. En je wilt er anderen mee amuseren, lezen? Met verhalenlezen.nl kan dat geen probleem zijn. Klik hier om een verhaal te posten!


Statistieken

Totaal verhalen: 5184
Totaal categorieën: 10
Totaal 346 bezoekers online