Het Eiland.
U leest om dit moment het verhaal Het Eiland gepost door Chase. Dit verhaal is gepost in de categorie spannende verhalen. Wilt u een zelf geschreven, of een mooi verhaaltje posten? Klik daarvoor hier.Wilt u terug naar spannende verhalen?
Categorie: spannende verhalen
Gepost door: Chase
Gepost op: 2012-10-18
Verhaal:
Het Eiland
Een hemeltergende angstkreet klinkt door de hut. Met een ruk zit ik overeind in mijn bed en kijk verward en angstig om mij heen. Al snel hoor ik snelle voetstappen die allemaal richting de voorkant van de hut rennen. Weer klinken er angstkreten, maar dit keer van verschillende stemmen. Snel sta ik op en loop in de richting waar de kreten vandaan komen. Diegenen die zich daar al verzameld hebben hoor ik met de seconde ernstiger en harder schreeuwen. “Neeeeeheee Chantal neehee”: huilt er iemand. Het is de stem van Marlies. Ik zet het op een lopen. Eenmaal daar aangekomen zie ik mijn vrienden om iemand heen staan. Snel voeg ik mij bij de groep. In de armen van Marlies ligt het zwaar mishandelde levenloze lichaam van Chantal. “Waar is Marco, waar is hij?”: schreeuwt Geert verward. Niet veel later komt Marco aan rennen. Wanneer het tot hem doordringt wat er is gebeurd valt zijn mond open. “Neeeeee!”: zegt hij volledig verslagen. “Hoe kan dit gebeuren?” Er komen tranen in zijn ogen. ”Wat is er gebeurd?”: praat hij verder. ”Wat denk je dat er is gebeurd klootzak”: schreeuwt Geert hysterisch. “Dat eng geval heeft toegeslagen!” Marco loopt langzaam naar het lijk van Chantal en laat zich in het zand vallen. Hij begint hard te huilen. “Zie je nou verdomme wat er gebeurt door jouw verrekte koppigheid!” Schreeuwt Geert tegen hem.” “Wanneer we gisteren met de boot terug waren gegaan, dan is dit niet gebeurd”. ”Jij moet weer zo nodig blijven op dit klote eiland en … “Wanneer komt je vriend ons nou terug brengen naar het vaste land Marco?”: mengde ik er snel tussen. “Over 3 dagen”: antwoordt Marco Huilend. “Over 3 dagen zijn wij allemaal dood!”: gilt Geert en rent hysterisch de hut in. Eventjes is het stil. ”We moeten hier zo snel mogelijk weg”. “Is er geen ander manier om je vriend te bereiken Marc?”. Marco schudt snikkend zijn hoofd. “Alleen via de radio antwoordt hij”. “Alleen heeft Geert die in het water laten flikkeren!”: gilt hij uit richting de hut. Even later stormt Geert als een dolle stier uit de hut. “Verdomme en nu is het zeker mijn schuld, jij vuile klootzak!”: schreeuwt hij terwijl hij richting Marco rent om hem te lijf te gaan. Ik duw hem snel weer de hut binnen en probeer hem te kalmeren.
Chantal wordt begraven. Bij het dichtgooien van haar graf, loopt Marlies huilend richting de hut. Ik loop met haar mee en probeer haar te troosten. Na de begrafenis zitten Marco, Geert, Marlies en ik weer stil bij elkaar in het zand. “Het wordt tijd om een plan te bedenken hoe we deze 3 dagen door moeten brengen”: zegt Marco. Heel de middag zijn we aan het bespreken wat we gaan doen. De avond nadert en iedereen wilt vroeg slapen. De slaapzakken hebben we in de middag bij elkaar in 1 kamer gelegd. Nadat we elkaar goedenacht hebben gewenst, kruipt ieder van ons diep in onze slaapzakken. We proberen in te slapen maar zijn veel te gespannen. Buiten gaat Marco als eerst de wacht houden. Hij is druk bezig om een kampvuur te maken. Naast hem steken 2 handvatten van onze kapmessen uit het zand. Vier uur later zal hij dan worden afgelost door Geert.
Al schreeuwend door een nachtmerrie word ik wakker. Geert komt net de kamer inlopen en ziet dit. Hij maant mij tot kalmte. Door het geschreeuw is ook Marlies in paniek wakker geschrokken. Wanneer ook zij ziet dat er niks aan de hand is wordt ook zij weer rustig. Uit stress begint ze te huilen. Geert loopt naar haar toe en geeft haar een knuffel. “Rustig maar over 2 dagen zijn we hier weg”: fluistert hij haar toe. Ik doe mijn overhemd aan, pak mijn kapmes, kijk Geert en Marlies nog even aan en loop rustig naar buiten. Achter onze hut is het begin van een grote dicht beboste gebied die meer dan de helft van het eiland bedekt. Daarvandaan komen er dan ook erg veel enge geluiden. Tijdens mijn wacht controleer ik dan ook elk getjilp of kraak. Tijdens 1 van mijn “rondje om de hut check” moet ik weer aan Chantal denken. Langzaam loop ik richting haar rust plek. Daar aangekomen kan ik mijn ogen niet van de grote berg zand afhouden, waaronder ze rust. Ik steek mijn kapmes in het zand en ga zelf ook in het zand zitten. Er rollen tranen over mijn wangen. Terwijl ik ze weg veeg, valt me tegelijk iets op. Ik sta op en begin rondjes om haar graf te lopen. Al lopend begin ik dan de omvang hiervan te bestuderen. “Chantal is toch niet zo klein?”: fluister ik tegen mij zelf. “Hoe hebben ze haar daar dan in gekregen?“. Ik blijf maar rondjes om haar graf lopen en nadenken. Een kwartier gaat er voorbij en nog heb ik geen 1 reden kunnen bedenken. Ik sta inmiddels weer op de plek waar ik mijn kapmes in het zand heb gestoken. Plotseling klinken achter mij voetstappen. Totaal verstijfd blijf ik staan en tegelijkertijd gaat er van alles door mijn hoofd heen. Mijn ademhaling begint zwaarder te worden. In een paar seconden heb ik een plan in elkaar gezet en sta klaar om deze uit te voeren. Gespannen sluit ik mijn ogen. Ik voel mijn hart sneller en sneller kloppen. Ik begin in mijn hoofd af te tellen. 1… Langzaam hoor ik de voetstappen nog dichterbij komen…. 2… Het zweet is inmiddels over heel mijn lichaam uitgebroken. Ik voel de adrenaline door heel mijn lichaam gieren. En “3derrhieee!” Ik speer mijn ogen open en in een bliksembeweging trek ik het mes uit het zand, keer me met een ruk om en doe voordat ik dat gestalte nog kan zien aanstalten om te steken“. “Frank?”, “Ahh, neeehee niet steken ik ben het Marlies!”.
Marlies en ik zitten vóór een kampvuur en zijn in gesprek. “We kunnen niet alleen Marco de schuld geven” zegt ze”. “Hij weet dat dit zich afspeelt op dit eiland maar toch denkt hij dat hem niks zal overkomen”. “We hadden eergisteren gewoon mee moeten gaan met de boot”. “Dan zal er niks gebeurd zijn”: “zeg ik. “We kunnen nu toch niets meer terug draaien. We kunnen ons beter concentreren op de terugreis”. “Ik ben echt blij dat je nog zo nuchter bent Marlies” zeg ik. De stilte van de avond wordt weer verbroken door een reeks angstige geschreeuw vanuit de hut. Snel trek ik mijn kapmes uit het zand en in totale paniek sprinten Marlies en ik richting de hut. Door de geluiden van sneuvelende spullen weten we dat daar binnen een heftig gevecht gaande is. “Hou vol jongens”: schreeuw ik terwijl ik aan het sprinten ben. Al snel horen we twee oorverdovende doodskreten. Daarna wordt het weer stil. Marlies en ik vrezen het ergste. We komen aan in ons hut en zien wat er zojuist is gebeurd. “NEEEEEEE”: Schreeuwt Marlies uit. Ze rent richting de zwaar gewonde Marco, knielt naast hem neer en barst in huilen uit. Ik loop langzaam richting het lijk van Geert. “Marco nee alstublieft, blijf bij ons, alstublieft hou vol”: hoor ik Marlies machteloos smeken. Terwijl ik vóór het lichaam van Geert sta sluit ik mijn ogen. In mijn gedachtes zie ik allemaal beelden. Beelden van wat ik de dader allemaal zal aan doen wanneer ik hem uiteindelijk te pakken zult krijgen. De beelden zorgen voor veel woede. Woede die mijn lichaam langzaam laat trillen. Ik balde mijn vuisten. “Rustig blijven Frank, blijft rustig”: zeg ik tegen mijzelf. Ik voel mijn bloed koken in mijn lichaam. Ik hoor Marco met zijn laatste resten van zijn energie spreken. ”Wacht niet op de boot die vent is onbetrouwbaar”. “Zet een vlot in elkaar en peddel samen naar het vaste land”. “Het is hoogstens 2 uur peddelen dat moet jullie lukken”. Daarna klinkt er gegorgeld en wordt het stil. Marlies begint weer te schreeuwen en nog heftiger te huilen. Dat was de druppel. Ik barst uit in totale hysterie. Al schreeuwend en om mij heen slaand en ren ik door heel de hut heen en gooi alles overhoop wat ik op mijn pad tegen kom. “Waar ben je vieze, vuile, smerige klootzak”. “Ik maak je af klootzak, kom verdomme tevoorschijn”. Uiteindelijk heb ik hem niet gevonden. Nadat ik ben uitgeraasd zak ik door mijn knieën en begin uit wanhoop te huilen.
De volgende morgen worden Marlies en ik wakker op het strand. Gisteren hadden we besloten om Marco’s advies op te volgen: we bouwen een vlot en zullen vandaag nog van dit eiland gaan. In sneltreinvaart ren ik het bos in om materiaal te zoeken voor het vlot en daarna bouw ik deze gezamenlijk met Marlies. Ze ziet hoe snel en behendig ik ben en verbaasd zich hierover. “We dachten dat je niet wist hoe je een vlot moest bouwen”: zegt ze lachend. Ik beken haar dat ik het wel degelijk weet. “Ik had nooit zin om die zware boomstammen te tillen”. “Laat Geert en Marco dat maar lekker doen”. “Maar nu ligt het anders”. Het wordt middag en al heel snel is het vlot af. “Ik moet alleen nog 2 peddels uit de stukken hout snijden en dan kunnen we gaan”: zeg ik tegen Marlies. Zonder na te denken vraag ik haar: “Zal jij alvast onze spullen willen pakken?”. “Tuurlijk” antwoordt ze en doet een stap richting de hut. “Wacht” roep ik haar na. Snel trek ik een kapmes uit het zand en geeft het aan haar. “Je bent dit vergeten”. Ze pakt het mes aan, lacht kort naar mij en loopt vervolgens richting de hut. Terwijl ik bezig ben met de peddels hoor ik wederom een kreet. Verschrikt kijk ik op. “Marlies!”: schreeuw ik uit en zet het op een lopen. “Shit ik had haar niet alleen de hut in moeten laten gaan“ gaat er door mij heen. “Marlies! Marlies!”: zeg wat Alstublieft. In de hut tref ik het lijk van Marlies aan. Ik zakte door mijn knieën en begint te huilen. Door de emoties om Marlies heb ik niet in de gaten dat de lijken van Geert en Marco zijn verdwenen. “Ik moet hier weg”: zeg ik tegen mijzelf. Als een gek begin ik dan mijn spullen te verzamelen. Plotseling hoor ik achter mij het geluid van een balletje die over de vloer rolt. Kort daarna volgt er een snelle slag. Verbaasd draai ik mij om en terwijl ik dit deed wordt ik gevloerd. Iets heeft mij in mijn rug geraakt. Al vloekend lig ik dan op de grond te creperen van pijn. Achter mij klinkt een gelach van een voor mij onbekende stem. Met mijn hand op de zere plek kijk ik omhoog. Voor mij staat een vent met een golfclub in zijn handen. We bleven elkaar een paar seconden doelloos aankijken. Daarna veer ik als de bliksem overeind en ren naar de plek waar ik mijn kapmes heb neergelegd. Tot mijn grote verbazing ligt het er niet meer. Die vent begint mij hard uit te lachen. Zo hard dat ik kan sprint ik richting het vlot. Met alle krachten die ik nog heb duw ik het vlot in het water. Blij dat het vlot niet meteen uit elkaar is gevallen of gezonken spring ik hierop. Die man loopt rustig richting mij. “Shit waar zijn mijn peddels? Ik zie dat ik ze nog op het zand heb laten liggen! Snel spring ik van het vlot af om ze te pakken. Ik word vastgegrepen en krijg een stevige klap op mijn gezicht. Door de uithaal van de moordenaar valt er een kapmes uit zijn broek. Beiden proberen ze het wapen in handen te krijgen. De moordenaar grijpt net te laat.
Vier gestaltes houden zich schuil in de bosjes. “Zullen we hem verlossen Marc?”: zegt Chantal lachend. “Laat hem maar lekker doorstoeien met Anno”: antwoord hij en werpt haar een knipoog toe. “Ik hoop dat Anno hem nog een paar goede klappen uitdeelt”: zegt Geert. Met zijn allen beginnen ze te greinzen.. “Dat zal hem leren dat kreng!”: zegt Marlies. “Jullie hebben echt heel goed geacteerd allemaal!”: zegt Macro. ”Hij is er echt volledig ingetrapt!”: praat hij verder. “Dat zal hem leren om ons altijd in de zeik te nemen lacht Marlies hard”. “Dit krijg je terug Frank”: zegt Chantal, “Omdat je mij expres een dag lang in de boom had laten hangen, toen het mis ging met parachute springen!”. “En omdat je mij op een rode mieren hoop had laten slapen”: zegt Geert. “En al die vele lullige dingen die je had uitgehaald met ons”: zegt Marco. “Ik heb Anno gevraagd of hij voor elk van ons afzonderlijk hem een extra stoot wilde geven”: zegt Marco lachend. In de verte hoort de groep iemand schreeuwen: “Die is voor marlies!”. Daarna klinkt er een pijnlijke kreet. En zo gaat diegene elk naam langs en klinkt er na elk naam weer een kreet. “Wat neemt die jongen zijn taak toch serieus”: spreekt Marco verder.
Ondertussen zit Frank op het zwaargewonde lichaam van Anno. Vastbesloten om hier een eind aan te maken heft hij zijn handen op waarin hij het kapmes vast heeft. Langzaam kromt hij zijn rug.
“Kom laten we hem gaan verlossen”: zegt Marco lachend. Terwijl hij opstaat ziet hij in zijn ooghoeken wat er op het strand gebeurt. “En deze”: gilt Frank, is dan uiteindelijk voor Marlies!”. Frank ramt met al zijn krachten gepaard met een luidkeelse kreet het kapmes door Anno’s lichaam en doorboort ermee zijn hart. Terwijl hij dit doet veert Marco overeind en gilt zo hard hij kan richting Frank: “Frank NEEEEHEEEE!”.
Aantal keer bekeken: 12222
Waardering: 5.06 op 10
Geef een cijfer:
Totaal categorieën: 10
Totaal 309 bezoekers online
Verhalen
Wilt u een verhaaltje lezen uit één van de onderstaande categorieën? Klik dan gewoon op een categorie en u komt op de pagina met de verhalen van deze bepaalde categorie.- blunders
- dieren verhalen
- erotische verhalen
- griezel verhalen
- humor verhalen
- kinderverhalen
- liefdes verhalen
- sex verhalen
- spannende verhalen
- sprookjes
Verhalen posten
Hebt u zelf een verhaaltje geschreven? Of een onvergetelijke blunder tegengekomen, of iets anders. En je wilt er anderen mee amuseren, lezen? Met verhalenlezen.nl kan dat geen probleem zijn. Klik hier om een verhaal te posten!Statistieken
Totaal verhalen: 5184Totaal categorieën: 10
Totaal 309 bezoekers online