In de gevangenis van HongKong.
U leest om dit moment het verhaal In de gevangenis van HongKong gepost door Casimiro Bianchini. Dit verhaal is gepost in de categorie erotische verhalen. Wilt u een zelf geschreven, of een mooi verhaaltje posten? Klik daarvoor hier.Wilt u terug naar erotische verhalen?
Categorie: erotische verhalen
Gepost door: Casimiro Bianchini
Gepost op: 2008-12-11
Verhaal:
In de gevangenis van HongKong
DE BIJZONDERE CARRIÈRE VAN ARJAN BOONK
(ook bekend onder het synoniem Al-Yang Bong)
Proloog
Dit verhaal is fictie, hoewel dat als jammerlijk mag worden beschouwd. Dit verhaal kan wel worden bestempeld als hoogstaande literatuur. Echter, wanneer u geen racisme of etnische stereotyperingen kunt waarderen, raad ik u aan dit verhaal links te laten liggen. Wanneer u niet tegen seksueel getinte beschrijvingen kunt, raad ik u ook aan dit verhaal links te laten liggen.
Wanneer u echter wel houdt van een aparte leeservaring en beschikt over een wat ruimer gevoel voor humor, dan wens ik u zeer veel leesplezier toe met dit bizarre verhaal.
Dit verhaal is in de ik-vorm geschreven. Deze ik-vorm betreft de alombekende Arjan Boonk. We bekijken het verhaal dus vanuit zijn perspectief.
Hoofdstuk 1: De lik van Hong Kong
René zat op de grond, Bart hing voorover op de tafel en ikzelf zat op de rand van mijn bed. De celdeur werd gesloten. Met een knal viel de zware metalen deur in het slot. Een gevoel van onbehagen bekroop me weer, ik kon er maar niet aan wennen om opgesloten te zitten. René staarde naar de muur, diep in gedachten verzonken. Plotseling stond hij op.
“Okay jongens, tijd voor de poesjesparade!” Hij grinnikte om één of ander vaag binnenpretje.
“Ik begin wel, daarna is Bart en Arjan mag als laatste! De normale regels, de normale gevolgen…”
René begon: “Kut”
Dan Bart: “Poes”
Natuurlijk deed ik mee, want niet meespelen betekende automatisch dat je verloren had en dat wilde je echt niet.
“Doos”
“Muts”
“Grot”
“Gleuf”
“Schede”
“Flamoes”
“Vagina”
“Vulva”
“Pruim”
“Spleet”
“Neukhol”
Dat vond ik een overtreding van René, want neukhol kon ook een anus zijn. Bart had echter geen bezwaar, dus werd het gewoon toegestaan.
“Mossel”
Klote. Ik raakte in paniek. Ik had mossel willen zeggen en ik had nu geen back-up.
“Grotje”
Ik floepte het eruit, zonder er erg in te hebben. René en Bart reageerden meteen.
“Overtreding!!!!!!!!!!!” brulden ze in koor.
“Niks overtreding,” probeerde ik nog.
René grijnsde. “Wel een overtreding, je bent de lul ventje!”
Klotezooi, verloren. Ik had een enorme hekel aan verliezen, helemaal als verliezen betekende dat je je celgenoten moest pijpen. Kut!!
Hoofdstuk 2: Vrienden voor het leven?
René Meerbeek was op zich best een aardige jongen. Een echte Tukker die een tussenstop in Hong Kong had gemaakt, nadat hij een jaar in Nieuw-Zeeland was wezen backpacken. Hij was verliefd geworden op een straathoer en had haar vrijgekocht van haar pooier. Ze leefden gelukkig samen in een bescheiden appartementje in Victoria. Uiteraard hadden ze geen seks, want zij vond dat haar lichaam wel genoeg uitgewoond was de laatste jaren. Toen ons René na een aantal biertjes een keer meer wilde, kwam hij erachter dat vrouwlief een leuter had. Tegen de tijd dat de politie, die door de buren gealarmeerd was, de woning binnendrong was het al te laat…René had de pik van het meisje afgesneden en in haar keel gestoken. Ze was gestikt…Dat gebeurt er dus als René boos wordt.
René zit een levenslange gevangenisstraf uit.
Bart Geeraths was weer een ander verhaal. Een sympathieke Nederlandse Indonesiër van het type eerst doen, dan denken. Een hart van goud, maar ook gezegend met een kwade dronk en erg losse handjes. Ook Bart had een meisje leren kennen en was zelfs met haar getrouwd. Dit meisje had geen piemel, maar wel erg vervelende ouders bij wie het stel in huis woonde. Op een nacht had Bart zich weer eens bezat om de ellende van zijn schoonouders te vergeten. Dit lukte niet en dus besloot onze Bart om terug te gaan naar huis en de hele zooi in de fik te zetten. Het hele huis brandde af met schoonouders en al. Maar oeps…hij was vergeten dat zijn vrouw er ook woonde. Dat was Bart ten voeten uit: eerst doen, dan denken.
Ook Bart zit een levenslange gevangenisstraf uit.
Ikzelf werd aanvankelijk ter dood veroordeeld, maar deze straf werd omgezet in levenslang. En dat allemaal voor een paar condooms met heroïne die in mijn aars waren verstopt. In Nederland zou je daarvoor een aai over de bol krijgen en de volgende dag weer vrijkomen, maar in Hong Kong liepen de dingen anders…
Toen ik hier aan kwam kende ik René en Bart, de enige Nederlanders hier, niet. Vanwege het sentiment werd samen met hen in één cel gestopt. De lokale gevangenen interesseerde dat niet, zij hadden aan alle blanken een hekel. De cipiers waren ook hufters, maar dat kun je ook niet anders verwachten in zo’n Aziatisch kutlandje.
Hoofdstuk 3: De arrestatie.
Mijn arrestatie kwam nogal als verrassing. Ik kwam terug uit China, waar ik de Chinese Muur bezichtigde en namens mijn werkgever wat contacten heb gelegd met Chinese zakenlieden. Ik belandde op de terugreis in Hong Kong. Ik had thuis nog wat schulden staan, wegens een gokverslavind. Ik moest nog even wat regelen. Mijn schuldeisers hadden zelfs hier hun contacten en zij regelden dat ik een pakketje mee moest smokkelen naar Nederland. Dan kwam alles goed….
Ergens was er echter iets misgegaan, want toen ik in Hong Kong uitstapte wist schijnbaar iedereen wie ik was. Binnen een paar minuten was ik de lul.
Ik werd meteen uit de rij geplukt en meegenomen door een douanier. Hij duwde me een hokje in en drong vrijwel meteen met een rubberen handschoen mijn anus binnen. Hij wist precies wat hij zocht en waar hij dat zoeken moest. Hij vroeg niets over bagage en hij fouilleerde me niet, nee, hij ging meteen richting darmkanaal. Dit kon maar één ding betekenen: ik was erin geluisd. Hoe konden ze het anders weten?
Het idee om heroïne in mijn anus te stoppen kreeg ik pas de avond ervoor, toen ik in een Chinese bar in gesprek raakte met een overjarige hippie. Hij gaf me die tip en vertelde ook dat ik wat opium in mijn reet moest stoppen, zodat de zaak zou uitdrogen en samenknijpen. Zo had ik minder kans dat ik de lading er weer uit scheet.
Waarschijnlijk hadden mijn schuldeisers me laten schaduwen en waarschijnlijk was de betreffende spion inhalig geworden en wilde hij meer geld voor zijn waar. Misschien had hij ook wel gewoon zin om een blanke te naaien, want die zijn hier niet geliefd. Op zich maakte het ook niet uit, het feit was dat ik genaaid was. Ik werd vastgehouden op het vliegveld, totdat ik drie condooms propvol met heroïne had uitgepoept.
Terwijl iedereen geduldig wachtte tot ik zover was, was het nieuws al uitgelekt. Mensen verdrongen zich voor de raampjes van mijn cel op het vliegveld en maakten foto’s van me. Die schele spleetogen dachten natuurlijk dat ik een onbekende diersoort was. Toen ik de heroïne had geloosd, werd ik afgevoerd naar het lokale politiebureau.
Hoofdstuk 4: Bij de wouten
Op het politiebureau volgde er meer van hetzelfde. De media vatte het nieuws op als een belangrijke gebeurtenis en rukte massaal uit om de kijkers op de hoogte te stellen. De agenten maakten misbruik van de situatie: ze verkochten kaartjes, waarna mensen naar me mochten kijken terwijl ik in mijn cel zat. Shit, ze moesten zelfs voor versterking zorgen om te voorkomen dat de mensen te lang bleven staan en zo teveel waar voor hun geld kregen.
De andere arrestanten kregen een soort waterige soep en brak water voorgeschoteld, maar ik mocht samen eten met de agenten. Speciaal voor mij hadden ze een kok ingeschakeld die me allerlei Aziatische specialiteiten voorschotelde. Ik kreeg Grolsch, om deze gerechten, waarin ongetwijfeld honden en katten in verwerkt zaten, weg te spoelen. Ik voelde me de celebrity van het bureau en dat alleen omdat ik, als Nederlander, zo’n opmerkelijke verschijning was….
Over de bediening had ik dus niets te klagen. Ik vroeg me alleen wel af of mijn werkgever nog het één of ander kon regelen. Blij zullen ze niet zijn met mijn arrestatie, maar ik was nog altijd werknemer. Met hart vulde zich dan ook met hoop toen zich de tweede dag na mijn arrestatie een advocaat in mijn cel meldde.
Een arrogante zak, die advocaat. Hij had een attitude die weergaf dat hij veel poen kreeg voor deze zaak. Duur betaald of niet, erg slim was deze man niet. Hij vroeg me naar mijn verdediging. Wat een topmongool!!! Ik werd opgepakt met heroïne in mijn kont, hoe moest ik me daaruit lullen?
• Het werd erin geduwd, toen ik even niet oplette?
• Ik dacht dat het legaal was?
• Ik wilde eens kijken of het me zou lukken?
Natuurlijk had ik geen verdediging, daar moest hij voor zorgen. Ik maakte hem dit ook duidelijk, maar hij lachte alleen maar dom en schreef wat op papier. Toen hij wegging deelde hij me mede dat ik gruwelijk de lul was. Je meent het…
Dag erna kwam de advocaat terug, alleen nu als gevangene. Hij had gelogeerd in een duur hotel en had een hoertje besteld. Helaas voor hem was het hoertje minderjarig en informante bij de politie. Ik lachte en vertelde hem dat hij keihard in zijn aars was gepakt….
Terwijl ik samen met nieuwe woutenvriendjes bezig was een maaltijd van gestoofd hondenvlees met rijst te verorberen, hoorde ik de kreten van mijn advocaat door het complex heen galmen. Ze waren begonnen met de verhoren, wat hier inhield dat ze hem met bamboestokken op zijn voetzolen sloegen. Ik had een nieuwe advocaat nodig en snel ook…
Hoofdstuk 5: Mijn laatste hoop
Plus Retail Oost stuurde nog een tweede advocaat. Dit keer ging het echter om een inheemse advocaat. Deze man sprak geen woord Nederlands en slechts een klein beetje Engels. Het kleine beetje Engels dat hij sprak was bovendien compleet nutteloos. Als ik hem iets vroeg pakte hij een rekenmachientje om te berekenen met welk bedrag de factuur omhoog ging. De enige Engelse zin die hij vloeiend wist uit te spreken was: “More extra charge, mister!”
Ik vroeg hem wie hem ingehuurd had. Zijn antwoord bestond weer uit het intikken van cijfertjes. Op elke vraag die ik stelde volgde een soortgelijke reactie. Nadat hij vertrok, vroegen de agenten of dat mijn nieuwe advocaat was. Toen ik bevestigend antwoordde lachten ze me allemaal uit en vertelden me dat ik genaaid was. Wat een circus…
Waarschijnlijk had mijn advocaat iedereen omgekocht en wisten die agenten ook dat ik genaaid werd. Een voorbeeld: ik vroeg eens om een paar vellen toiletpapier. De agent van dienst sprong op en belde meteen mijn advocaat. Deze kwam langs, gaf me drie vellen en verhoogde meteen zijn factuur weer.
Ik werd inderdaad genaaide en iedereen profiteerde ervan. Iedereen, behalve ik.
De dag voordat ik moest voorkomen, kwam mijn advocaat nog met een uitvluchtmogelijkheid op de proppen. Hij stelde voor dat ik met zijn zus trouwde. Hierna kon ik met zijn zus naar Nederland terug en daar zou ik de rest van haar familie over laten komen. Wanneer die eenmaal in Nederland waren geïntegreerd en een keten van eethuizen waren begonnen, kon ik van haar scheiden en gaan en staan waar ik wilde. Ik weigerde.
Hoewel het me wel een strak plan leek om de populatie van zwerfhonden en –katten in Nederland te verminderen, was ik niet van plan met de ongetwijfeld lelijke zus van mijn advocaat te trouwen.
De advocaat keek erg beledigd toen ik dat zei, tikte een aantal cijfers in en wandelde naar de cel naast me. Dat was de cel van mijn pedofiele eerste advocaat. Daar had hij meer succes. Ik zag een vettig pak bankbiljetten van eigenaar wisselen en mijn eerste advocaat was weer vrij man. Terwijl hij langs mijn cel wandelde grijnsde hij: “Je had het aanbod moeten aannemen, ouwe jongen. Ik ben vrij, ik heb een generaal pardon gekregen. Ik trouw met de zus van die gast en over een paar jaar vraag ik weer een scheiding aan. Geen probleem. Goedkoper, veiliger en efficiënter dan hier in de bak zitten. Nou, tjo kerel, ik moet mijn vliegtuig halen!”
Hij sprong in een taxi samen met zijn toekomstige zwager en vertrok. Één van de agenten reikte me een koud biertje aan. Hij keek in de richting waarin mijn twee advocaten waren vertrokken en lachte. Hij hoefde niets te zeggen, ik begreep het zo ook wel. Ik was weer eens keihard genaaid.
Hoofdstuk 6: De rechtbank
In de rechtszaal hing een smerige lucht. Het was er vochtig en warm en ik werd constant belaagd door een zwerm vliegen. Er stonden twee ventilatoren die voor verkoeling moesten zorgen. Die ventilatoren leken echter voortdurend gericht op de rechter en op de verzameling mensen naast hem, die voor jury door moesten gaan. Ze kenden hier zo’n Common Law-stelsel, wat inhield dat de jury zich ermee bemoeide.
Afijn, niemand sprak Engels en niemand deed ook enige moeite om mij te verklaren wat er allemaal stond te gebeuren. Mijn advocaat negeerde me gewoon. Waarschijnlijk omdat ik niet met zijn zus wilde trouwen. De rechtszaak, of wat daarvoor moest doorgaan, was een absolute flop.
Er was totaal geen structuur. De aanwezigen liepen een beetje door elkaar heen, vormden willekeurige groepjes waarin heftige discussies gevoerd werden en daarna gingen ze weer uit elkaar, op zoek naar een nieuw groepje om hetzelfde ritueel te herhalen. Wanneer ik mijn advocaat om uitleg vroeg, zwaaide hij me ongeïnteresseerd toe en typte wat extra getalletjes in op zijn calculator. Mijn factuur moest zo onderhand torenhoog zijn.
Ondertussen zaten we al zeven uur in de rechtszaal. Van acht uur ’s morgens tot een uur of drie ’s middags. Plotseling leek er iets te gebeuren. Twee agenten kwamen binnen met een grote kartonnen doos en iedereen in de zaal schrok wakker. Iedereen verdrong zich rond de twee agenten die met hun ellebogen de mensen wegduwden. De aanklager en mijn advocaat verzamelden hun aantekeningen, stopten die in hun koffers en gingen voor het bureau van de rechter staan. Er stond iets te gebeuren.
De agenten zetten de doos op het bureau van de rechter. Deze opende hem en toverde een fonkelnieuwe PlayStation 3 tevoorschijn. Er werden handen geschud en de agenten kregen beide een pak smoezelige bankbiljetten in de handen gedrukt. De rechter hamerde een paar keer en mijn eerste dag van het proces was afgelopen.
Schijnbaar was deze eerste dag vooral nodig geweest om het nieuwe speeltje van de rechter te kunnen financieren. Toen ik terugkwam op het politiebureau, vertelde ik mijn avontuur aan mijn nieuwe woutenvriendjes. Ze lachten er allemaal smakelijk om. Één van hen sprak me toe: “Listen, my friend. This is the way things go ‘round here. It could be over tomorrow, it could take another year. It depends on how busy people are. I hope it takes a long time. We have a picnic this weekend. You can come with us en referee the football game we will play.”
Ik snapte er niets van. Mocht ik gewoon naar buiten? Waren ze dan niet bang dat ik zou ontsnappen? Ik nam nog een grote slok van mijn bier en stelde die vragen dan ook. De agent lachte en verslikte zich in het bier. “Where will you go?”zei hij. “You stick out like a fly in a glass of milk. You wouldn’t get far!”
Hij had gelijk. Ik was één van de weinige blanken in Hong Kong en zou dus opvallen. Dan hadden ze me toch zo te pakken. Ik zonk moedeloos ineen in mijn stoel. De agent glimlachte en gooide een zwaar pakket op m’n schoot. “Don’t worry, be happy!”
De agent liep weg om te kijken wat we vanavond te eten kregen. Ik opende het pakket dat hij me toegooide. Het was een enorme baal wiet. Terwijl ik nadacht over wat ik nu moest gaan doen, begon ik een vette joint te draaien. Er moest toch een uitweg zijn?
Hoofdstuk 7: De broek vol.
De dagen werden weken, de weken werden maanden. Met het proces schoot het niet echt op. De agenten op het politiebureau vonden het prima. Hun nieuwe taak bestond uit mij bewaken en tegelijkertijd bier drinken en luxe maaltijden eten. En, o ja, ze verdienden ook een extra zakcentje door kaartjes te verkopen aan paupers die mij wilden komen bezichtigen in m’n cel. Genoeg belangstelling, zeker nu het proces media-aandacht kreeg. Komt dat zien! Komt dat zien! Een westerling bij ons in de bak!!
Mijn zaak was inmiddels in een echte klucht veranderd. Op sommige dagen kwam de rechter niet eens opdagen, omdat hij een belangrijke lunchafspraak had. De jury zat voortdurend te sms’en en spelletjes te spelen en mijn advocaat wekte de indruk dat hij me zo snel mogelijk achter de tralies wilde hebben. Hij sprak nooit met me en als hij al eens naar me keek, dan was zijn blik altijd vervuld van walging en afschuw. Super…
Azië beviel me geenszins. Mijn maag begon overstuur te raken van al dat vreemde eten. Op een dag zat in het beklaagdenbankje toen ik mijn maag voelde rommelen. Meestal een slecht teken, zo ook dit keer. Ik wenkte mijn advocaat en gebaarde dat ik naar de plee moest. De lul negeerde me gewoon en deed alsof ik er niet was. Ik stond op en probeerde me naar de wc te haasten. Één van de dienstdoende agenten stopte me echter subtiel: hij plantte zijn gummiknuppel in mijn edele delen.
Dubbelgevouwen lag ik op de grond, happend naar adem als een vis op het droge. Terwijl ik probeerde om lucht in mijn longen te zuigen aan het ene uiteinde, probeerde ik te voorkomen dat m’n darmen zich leegden aan het andere uiteinde. Samenknijpen was de oplossing. Ik schreeuwde met schorre stem dat ik aan de dunne was en meteen naar het toilet moest. Iedereen negeerde me. Ik liet een scheet, zo’n vieze natte. Een zwavelachtige lucht vulde de zaal. De rechter kneep zijn neus dicht en walgde zichtbaar van me. Een aantal juryleden giechelde en een oud mannetje uit het publiek porde me in mijn ribben met een wandelstok. Dit tot grote hilariteit van alle aanwezigen. Ik wilde opstaan om hem af te ranselen met zijn eigen stok. Probeerde, want een nieuwe darmkramp wierp me terug op mijn knieën. Opnieuw liet ik een scheet en de lucht van zwavel werd nog sterker. De rechter begon te schreeuwen en kreeg tranen in zijn ogen. Hij stormde weg. Een jurylid opende een raampje. Inmiddels werd ik weggesleurd door twee agenten. Ze openden ergens een deur en smeten me naar binnen. Godzijdank, eindelijk een plee!!!
Zo snel als ik kon kroop ik richting de pot, onderweg mijn broek uittrekkend. Ik ging het niet redden. Een halve meter voor de plee, mijn broek inmiddels op mijn enkels, voelde ik dat ik het niet ging redden. Ik liet de zaak maar gewoon lopen en kroop verder. Toen ik eenmaal op de pot zat, bleef de zaak gewoon lopen. Een smerig ruikende, dampende, bruin-groene smurrie stroomde eruit. De hele vloer zat onder die troep, evenals mijn broek, sokken en schoenen.
Ik was nog steeds aan het schijten, toen ineens de deur openging. Mijn advocaat verscheen in de deuropening met een fraaie digitale camera in zijn hand. Hij maakte wat foto’s, gooide een rol pleepapier naar me toe en smeet de deur weer dicht.
Na dit incident hoefde ik niet meer terug naar de zaal, want de zitting werd geschorst voor die dag. Eenmaal terug op het bureau vroeg ik aan de agenten wat nu de bedoeling was geweest van die fotoshoot. Ze vertelden me dat mijn advocaat de foto’s te koop had aangeboden aan diverse plaatselijke kranten en tv-stations. Had ik weer….
Die nacht, na het avondeten, vroeg ik aan de plaatselijke commissaris wat hij van de hele situatie vond. Hij zei: “Your trial will never end. You eat and drink and bide your time. People will get bored. They’ll forget you. Don’t worry my friend, I can tell you with no doubt that your trial will never end!!”
De volgende dag werd ik ter dood veroordeeld.
Hoofdstuk 8: Last meal??
Ik dacht dat mijn laatste uur geslagen had. Dat dachten de agenten ook, maar in plaats van dat ze medelijden met me hadden, waren ze kwaad op me. Wanneer ik weg zou gaan, zouden zij geen geld meer verdienen en geen bier meer kunnen drinken onder werktijd. Ze vonden me maar een egoïst, omdat ik ter dood was veroordeeld. Ik verneukte hun bijbaantje…
Hoe pissig ze waren wist ik nog niet, maar ik had een slecht voorgevoel. Dit gevoel werd bevestigd toen ze met z’n zevenen mijn cel binnenkwamen. Er werd een accu geïnstalleerd, evenals een stel startkabels. Ze drukten me tegen de grond en ontdeden me van mijn kleding.
De startkabels werden aan mijn testikels bevestigd. Dit was op zich al genoeg om de tranen in m’n ogen te doen springen, maar ik kon ook al vrij snel raden waar het andere uiteinde van de kabels aan bevestigd zou worden. Gefrituurde kloten…dit was niet goed.
Om te voorkomen dat ik zou gaan schreeuwen, stopten ze een prop in m’n mond. Terwijl ik daar lag, wachtend op het moment dat ze mijn toekomstige erfgenamen zouden frituren, hoorde ik een deftige stem op de gang. Eentje met een overdreven Engels accent.
“Come along, where is he? I’m here on official business.”
Iemand zocht naar me, de hemel zij geprezen. Alle activiteiten in mijn cel werden gestaakt. De accu en de startkabels werden onder mijn bed geschoven, de prop verdween uit mijn mond en ik mocht mijn kleren weer aan. Er werd me te kennen gegeven dat ik mijn bek moest houden of anders…De wijsvinger die langs de keel werd gehaald sprak boekdelen…
De celdeur zwaaide open en een jonge kerel, onberispelijk gekleed in een wit maatpak, stapte naar binnen.
“Mister Boonk?”
Hij keek me vragend aan. Ik knikte ter bevestiging. Ik was de schok, of liever: het uitblijven daarvan, nog niet echt te boven.
“Hi there! I’m Emerald Lennon from the Embassy. Bad situation, isn’t it? Do they want to execute you?”
Engelse zak…Natuurlijk was het een klotesituatie. Mijn gezicht sprak boekdelen wat dat betreft. Hij ging verder met zijn verhaal: “We will appeal, if you like.”
Natuurlijk vond ik het goed dat hij in beroep ging. Maar ik wilde wel eens weten waarom hij als Brit een Nederlander kwam helpen.
“Haha old chap. We ran the show here for centuries now. Our influence here is far greater than anyone elses. We were asked by your government to intervene. We always win these appeal cases. We didn’t lose one for years now. You just need to know how to negotiate ‘round here.”
Dit viel me hard mee. Misschien dat die theezuipende gek me zelfs kon helpen.
“Tomorrow they’ll take you for execution. They don’t hang around here. The Ambassador is already visiting the foreign minister. My guess is we’ll have completed the formalities before breakfast. Sleep well!”
Mij verbijsterd achterlatend verliet de heer Lennon de cel.
Slaap lekker, zei die mafketel. Ik deed natuurlijk geen oog dicht. Ik lag daar maar te woelen in mijn cel, verwachtend dat de agenten terug kwamen om me te martelen. Ik verwachtte ook dat Lennon terug zou komen om te zeggen dat ik in Candid Camera zat. Ik verwachtte van alles, behalve dat ik vrij zou komen. Toen de morgen aanbrak, meldde Lennon zich weer.
“Good news, mate. The appeal was a success!”
Ik zat hem vol ongeloof aan te staren, terwijl hij me grijnzend waarnam. Hij zag mijn ongeloof en gaf een toelichting. “It means the death penalty has been lifted. That’s great news.”
“So…I can go?” vroeg ik.
De woorden kwamen aarzelend uit mijn mond. Ik was vrij, ik kon verdomme gaan!! Mijn hard vulde zich langzaam met hoop. Althans, totdat Lennon begon te lachen.
“Of course, old chap. You can go to the state prison.”
Dat was niet de bedoeling…
“The state prison? For how long?”
“For a hundred years. It’s the done thing if you appeal against the death penalty.”
Van de regen in de drup. De hoop verdween weer uit mijn hart en er kwam wanhoop voor in de plaats.
“What does that mean I serve?”
“You do them all. Well, obviously, you do as many as possible.”
“And what about parole, good behaviour?”
De grijns verdween van Lennons gezicht.
“There’s no such thing as parole ‘round here. A hundred years is a hundred years. It means you’re here for the rest of your life, old chap. Still, it beats the death penalty, doesn’t it?”
De agent die achter Lennon stond, deed ook nog een duit in het zakje.
“Yes! The rest of your life will be spent here, in Hong Kong-prison.”
Hoofdstuk 9: Peace.
De eerste dagen in de gevangenis waren nog zo slecht niet. Ik had een cel voor mezelf en een aantal cipiers waren erg vriendelijk tegen me. Later kwam ik erachter dat ze alleen maar wilden zorgen dat ze bovenaan de lijst van om te kopen mensen kwamen te staan.
René Meerbeek en Bart Geeraths waren de enige andere Nederlanders in de gevangenis. Ze stelden zich aan me voor en nodigden me uit in hun cel voor een gezamenlijke maaltijd. Die maaltijd werd afgesloten met een paar stevige borrels. Ik wilde weten hoe ze daaraan kwamen. Ze grinnikten…
“Ik hoop dat je thuis wat geld op de bank hebt staan,” zei Bart. “Laat de bank je iedere week een beetje sturen, want met geld is hier alles te krijgen, behalve je vrijheid. De gevangenis kent een uitgebreide zwarte markt.”
“Met de nadruk op zwart,” voegde René eraan toe.
Ik moest bij Joney in cel 176 zijn voor mijn waren. Die kon alles voor me regelen en voor schappelijke prijsjes. Zijn broer werkte op het vliegveld en die kon alles tax-free regelen. Dit was in elk geval betrouwbaar. Bart en René hadden nog wel een waarschuwing voor me.
“De mensen hier hebben een enorme hekel aan Chinezen…en aan Japanners, en Indiërs, Irakezen, Koreanen, Tamils, Filippino’s, Russen, Brazilianen, Pakistani en aan Duitsers.”
Ik hoorde hun stemmen wegsterven terwijl ik richting cel 176 wandelde. Een kleine, ietwat dikke gast met een donkere huidskleur bleek de man die ik moest hebben. Ik stelde me aan hem voor en bestelde een paar flessen blanke wodka en een pak Van Nelle halfzware shag. Toen liep ik weer terug.
“….en aan Argentijnen, Portugezen, Schotten, Cambodjanen, Vietnamezen, Amerikanen, de Amerikanen hebben ze echt een gruwelijke hekel aan en de Aussies en Zwitsers.”
Het illustere tweetal ging nog even door en viel op een gegeven moment stil. Ik wilde weten of er ook mensen waren aan wie men hier geen hekel had. Bart grijnsde opnieuw.
“Aan Engelsen en Nederlanders. De Engelsen, omdat die de voormalige kolonisator zijn en de Nederlanders vanwege de drugshandel.”
Hoofdstuk 10: Verkracht door satéprikkertjes
De volgende dag mocht ik voor het eerst onder de douche in mijn nieuwe ‘thuis’. Ik trok mijn kleren uit, nam een stuk zeep mee en een handdoek en stapte de gezamenlijke doucheruimte binnen.
Terwijl ik me in stond te zepen, bedacht ik me ineens dat ik me al een tijd niet had afgerukt.
Omringd door Aziatisch tuig in een smerige gevangenis, wilde het eigenlijk ook niet echt lukken, maar toen ik even aan Marijke Helwegen dacht deed dat wonderen. ‘Little John’ kwam in no-time tot leven en ik begon met het verkrijgen van RSI. Toen ik net een beetje in het ritme begon te komen, klonk achter me een stem…
“Hey there, sexy white boy.”
Ik draaide me om terwijl ik mijn erectie probeerde te verbergen. Tevergeefs…Ik werd geconfronteerd met een stuk of tien Aziaten die me allemaal aan zaten te staren. Dit kon wel eens pijn gaan doen.
Sodomie is geen prettige ervaring, dat zweer ik je. Maar het had erger gekunt, want die Aziaten hadden allemaal pikkies van het formaat van een tandenstoker. Dat maakt de ervaring dat je anus wordt uitgewoond er niet prettiger op, maar toch kon het erger. Ik had bijvoorbeeld in een Afrikaanse gevangenis kunnen zitten.
Mijn aars werd al snel gevoelloos terwijl die tien hufters me op de grond gedrukt hielden en zich uitleefden, terwijl ze gilden als banshees. Ze sloegen me op m’n billen en bleven schreeuwen.
Toen verscheen er eentje voor me. Tot nu toe had alle actie bij de achterdeur plaatsgevonden, maar deze had andere plannen. Hij grijnsde en onthulde een bek vol goude tanden.
“Daddy wants to pop it into your mouth, sugar. Something sweet for you to swallow.”
No way! Ik hield mijn kaken stijf op elkaar. Ze hadden m’n reet al, mijn mond kregen ze niet. Hij greep me bij mijn neus. Ooit zou ik adem moeten halen. Ik besloot om alles wat ze in mijn mond staken af te bijten.
Ik kreeg het benauwd. Dit hield ik niet lang meer uit. Ik deed m’n mond open en hapte naar lucht. De Aziaat stapte naar voren met zijn satéprikker in de aanslag. Vanuit het niets verscheen een houten stok met een dweil eraan vast en deze maakte contact met Daddy’s hoofd. Het hoofd van Daddy schoot naar achteren en knalde tegen de muur, een spoor van bloed en haren op de witte tegels achterlatend. Ik hoorde nog meer geluiden: het klappen van hout op vlees, kreten van angst en pijn. Op dat moment realiseerde ik me dat niemand me nog vasthield. Ik probeerde op te staan, maar zakte direct weer door mijn trillende benen. Fuck…
De geluiden van het gevecht verminderden. Iedereen, op wat KO geslagen Aziaten na, was weg. Toen kwamen Bart en René binnen, allebei met een dweil in de handen. Ze schopten de liggende Aziaten nog een paar maal in de ribben en kwamen toen op me af.
“Sjonge, Boonkie. Je bent wel lekker populair hier, hè…Je kunt bij ons in de cel komen, dat is veiliger voor je sterretje.”
Daar ging ik meteen mee akkoord. Ik besloot ook om even langs Joney in cel 176 te gaan om wat extra drank te bestellen, evenals een pak maandverband voor mijn gescheurde kringspier.
Hoofdstuk 11: Joney’s handeltje
De deal die ik qua financiën sloot met Joney, was een effectieve en o zo simpele. Ik zou het geld aan hem laten overmaken door mijn bank. Hij liet het geld door zijn broer opnemen en die broer kwam vervolgens bij hem op bezoek om het geld te bezorgen. Ik kreeg het geld dan weer van Joney. Uiteraard streken zowel Joney, als zijn broer een percentage op, maar uiteindelijk kreeg ik nog altijd 90% van het oorspronkelijke bedrag in handen, cash. Cash geld was even waardevol als goud binnen deze muren.
Op een dag vroeg Joney me of ik de directeur van de gevangenis al had ontmoet, mister Mister. Ik antwoordde ontkennend en wilde weten of dat zijn echte naam was. Joney haalde zijn schouders op. Niemand kende zijn echte naam, hij was gewoon mister Mister. Joney ratelde, zoals zovaak, gewoon door: “He’s okay, you’ll like him. I’m sure of that. I be arranging it. You will like him, you will. What’s the word again? Bum-Chum…”
Ik wilde nog zeggen dat bum-chum geen geschikt woord was, maar die gek van een Joney bleef maar doorlullen. Hij probeerde me uit te leggen hoe hij contact zou leggen. De nicht van de buurman van zijn broer had een broer die ooit een pak had gekocht bij een kleermaker die zijn stoffen kocht van de moeder van de vrouw van de schoonmaker van de schoonzus van mister Mister, of zoiets. Ik hoorde het over een aantal dagen wel.
Hoofdstuk 12: Op naar de directeur
Joney bleef me voorzien van alles dat ik nodig had, terwijl hij ook een afspraak met de gevangenisdirecteur voor me zou maken. God weet waarom ik dat zou willen, maar ach, het kon vast geen kwaad. René en Bart waren verbaasd toen ik hun vertelde over de aanstaande ontmoeting. De directeur liet zich zelden zien in de gevangenis, laat staan dat hij de gevangenen wilde ontmoeten.
Op een gegeven ogenblik was het dan zover. Ik werd door een bewaker opgehaald uit mijn cel. Hij nam me mee naar het kantoor via een serie poorten en trappen. Overal stonden gewapende bewakers en hingen camera’s. Voordat ik het kantoor binnenging werd ik ook nog gefouilleerd. De directeur moest nogal op zijn privacy en veiligheid gesteld zijn.
Ik stapte het kantoor binnen, onzeker over hetgeen me te wachten stond. Ik was in principe overal op voorbereid en tegelijktertijd nergens op voorbereid. Wat ik te zien kreeg, tartte in elk geval de grenzen van mijn verbeeldingsvermogen.
Hoofdstuk 13: Mister Mister
Achter het bureau zat de directeur. Het was een goed uitziende, waarschijnlijk West-Europese man gekleed in een prachtig zwart pak met een zilvergrijze zijden stropdas om zijn sterke nek gebonden. Hij stond op, glimlachte en stak zijn hand uit.
“Good afternoon. My name’s Ritchie Klein Gebbink, but my friends call me Geb.”
Ongelooflijk. De directeur blijkt een Nederlander te zijn. Wel een compleet in Hong Kong ingeburgerde Nederlander, maar het blijft een Nederlander. Ik schudde hem de hand, waarna hij me gebaarde te gaan zitten. Hij grinnikte vrolijk. Bijzondere kerel.
“It’s a pleasure to meet another European gentleman in this shithole,” sprak de man. Aparte gespreksopening, zeker gezien het feit dat ik niet de enige Europeaan in de gevangenis was. Dat liet ik ook blijken.
“Well, there are two other…”
Geb schudde zijn hoofd, afkeurend.
“No! One of them married a hooker and the other one fucked a heathen boy. No, they’re not better than the other wogs in this stinking country. From which European country are you?”
Nu kwam het dan. “I am from Holland,” antwoordde ik met een stalen gezicht.
Gebs gezicht begon te stralen. “Kom jij uit Nederland? Niet te geloven…en we spraken nog wel in het Engels met elkaar.”
Dit praatte al stukken makkelijker. We praatten een hele tijd gezellig over koetjes en kalfjes en we rookten van die lekkere dikke Cubaanse sigaren van Geb. Na een tijdje over voetbal te hebben gesproken, kwam Geb ter zake. “Helaas komt, in dit verdorven land, cricket op de eerste plaats wat sporten betreft. Daarna komt een ander balspel, hockey. Polo wordt gespeeld door de wat rijkere bevolking en de minder bedeelden spelen een spel genaamd Kabaddi. De meeste Hongkongers hebben geen visie. Die heb ik wel. Ik hou alleen van voetbal en ik ben voorzitter van een voetbalclub hier. Het ontbreekt ons helaas aan mensen die kennis van het spelletje hebben en die de spelers fit kunnen houden. Jij hebt toch wel enige kennis van voetbal?”
Ik knikte. Ik had al een idee waar die rat naartoe wilde.
“Dan denk ik dat je mij wel van enig advies kan voorzien, hè? Aangezien ik te druk ben om er zelf wat aan te doen.”
Ik probeerde een glimlach te onderdrukken. Dit was kat-in-het-bakkie. Nu nog even onderhandelen over de privileges.
“Wat zit erin voor mij?” vroeg ik.
Geb dacht even na, overduidelijk verward door mijn vraag.
“Je helpt de mensen er mee vooruit, natuurlijk.”
Interessant. Ik wilde hem eigenlijk zeggen dat ik er geen zin aan had, maar dat leek me niet het geschikte moment daar voor. Boze mensen zijn namelijk vaak slechte onderhandelpartners.
“Als ik besluit te helpen, mag ik dan bij de trainingen en wedstrijden aanwezig zijn?”
Geb verslikte zich in zijn thee, kuchten eens en begon toen hartelijk te lachen.
“Nee, nee, meneer Boonk. Jij bent een gevangene hier, geen gast.”
Ik haalde mijn schouders op.
“Sorry, maar dan kan ik niet helpen.”
Verkeerde antwoord. Geb werd woest. Zijn hoofd werd rood en hij sloeg met zijn vuist op tafel.
“Jij vuile hufter. Je bent nog erger dan een Chinees. Nee, nog erger dan een Indiër. Je bent een schurftig hondenjong dat laf wegduikt, wanneer hij behulpzaam kan zijn,” schreeuwde hij.
Ik probeerde hem te kalmeren.
“Kijk, je moet begrijpen dat ik zo niet kan helpen. Geb, onthou…”
Weer een verkeerde reactie. Geb was opgestaan en ging door met schreeuwen, zwaaiend met zijn stevige, gebalde vuisten.
“Noem me geen Geb, vuile lijer. Zo noemen vrienden me, geen vijanden. Uit mijn ogen, klootzak! Mijn vriend hier…”
Intussen was een bewaker het kantoor binnengekomen, zwaaiend met een honkbalknuppel…
“…zal je helpen je beslissing te heroverwegen!”
Hij gaf de bewaker een bevel in de één of andere koeterwaalse taal en ik werd meegesleurd. Onderweg werd ik tegen muren, deuren, poorten, ja eigenlijk overal tegenaan gesmeten. Ter afwisseling kreeg ik af en toe een por met de knuppel. Ik zag ook dat we niet via dezelfde weg teruggingen als we gekomen waren. Dit was niet goed…
Hoofdstuk 14: Koffietijd voor mij?
Ik probeerde in slaap te komen, maar hoe ik me ook wendde of keerde, ik lag altijd wel ergens op de pijnlijke zwelling van een gekneusd lichaamsdeel. De bewaker had me een stevig pak slaag gegeven met zijn honkbalknuppel. Nadat hij klaar was met slaan, waren een paar van de oudere en lelijkere bewakers mijn cel binnengedrongen en hadden me verkracht. Toegegeven, ze hadden allemaal een kleine leuter, maar leuk is anders…
Ik was overigens niet naar mijn eigen cel teruggebracht, maar naar een cel in de kelders van de gevangenis. Daar was het dikke pret. Ik was afwisselend de boksbal en het seksspeeltje van de bewakers. Het eten dat ze me gaven was bedorven en mijn matras bestond uit een berg stro, die overdag dienst deed als urinoir voor de bewakers. Ja, dit was echte service, een vijfsterrengevangenis. En dan had ik het nog niet eens over het personeel.
Op een nacht hoorde ik naast me een gevangene hard krijsen. een bewaker probeerde me uit te leggen wat er gaande was.
“We are taking the big coffee can, yes. And drill a hole in the bottom, yes? Then we tape the can to the prisoner’s butt.”
Hij sloeg met zijn vlakke hand op mijn kont en lachte.
“Before this, we put rat in the can. Then we heat up a metal stick, yes, until it’s red. Then slowly put it through the hole. You understand? Into the can, yes? And mister rat, he doesn’t like. No, he doesn’t like. So he runs wherever he can. Oops, up into bumhole, yes? He scared, so he starts to bite to escape.”
De bewaker vond het allemaal nogal hilarisch. Hij stond voorover gebogen te lachen, terwijl de tranen langs zijn wangen stroomden. Hij knipoogde naar me.
“Tomorrow it’s coffee time for you.”
Had ik weer…
De nacht erna was het dus mijn beurt. Ik zweette als een gek, maar ik had besloten om toch maar op het aanbod van Geb in te gaan. Zodra één van de bewakers zich liet zien, vroeg ik een gesprek aan met Geb. De bewaker keek me vuil aan en liep weg. Een paar minuten later kwam hij terug met een dozijn van zijn vriendjes. Ze hadden allemaal iets in hun handen waarmee zo konden slaan. Een kachelpijp, een tafelpoot, een biljartkeu, een bevroren beenham en er was er zelfs eentje bij die met een dildo van 40cm liep te zwaaien.
Ik was bang. Dit was niet de bedoeling. Ik vroeg aan de bewakers wat de directeur ervan zou zeggen als ze één van zijn berschermelingen zouden mishandelen. Ze lachten me uit. Één van hen snauwde me een antwoord toe.
“Why do you think that fucking cunt has all that security? It’s not to protect him from you, it’s to protect him from us. This here is our world, he’s locked away counting money and fucking prostitutes. No, if he wants you, then we kill you to hurt him.”
Dit was niet goed, dus. Ik probeerde nog een verdediging te bedenken, maar het laatste wat ik zag was een grote bevroren beenham die mijn kant op geslingerd kwam.
Hoofdstuk 15: Ontwaken
Het was de stank die me uit mijn coma haalde. Een verschrikkelijke stank drong mijn neusholtes binnen en ik kwam er niet vanaf. Ik schudde m’n hoofd en toen was ik wakker. De kamer waar ik me in bevond was goed verlicht en nog beter schoongemaakt. Ik was naakt en lag op bed, bedekt door een dun wit laken. Naast me zat een beeldschone vrouw. Ze hield een flesje onder m’n neus waar die vieze stank uitkwam. Ik glimlachte naar haar.
“You are the most beautiful Asian woman I’ve ever seen,” stamelde ik.
Ze keek me even verbaasd aan en zei:”Yeah, that’s because I’m from New Zealand!”
Haar gitzwarte haar was naar achteren gebonden in een staart, haar huis was goudbruin en haar reebruine ogen keken me belangstellend aan. Ze had prachtige, volle lippen. Ik werd op dat moment botergeil en kreeg een enorme erectie. Ik vroeg of ik nog in de gevangenis was en ze antwoordde helaas bevestigend. Ze stelde zich voor als de zuster van het gevangenishospitaal.
“I am the nurse ‘round here. My name’s Tanya.”
Ze giechelde en haar kleine, maar stevige borsten deinden op en neer in haar strakke, witte uniform. Ik kreunde even, de erectie werd steeds heftiger. Tanya zei dat de directeur me wilde spreken en dat zij me weer moest oplappen. Ze sloeg opeens het laken weg en zag me daar liggen in mijn naakte glorie. Opnieuw giechelde ze en die heerlijke tieten schudden weer op en neer. Als de bewaker niet net op dat moment was binnengekomen, had ik haar vast en zeker bevuild. De bewaker snauwde haar een bevel toe, waarop ze reageerde.
Ik was verbaasd vanwege het feit dat ze ook de inheemse taal sprak. Tanya legde me uit dat ze dat geleerd had toen ze hier was komen werken. Ik keek zo mogelijk nog verbaasder. Waarom zou een Nieuw-Zeelandse in godsnaam in dit godvergeten kutland willen werken?
“That’s an easy one. All the Hong Kong nurses have gone to work in England, because all the English nurses have gone to work in the United States, ‘cause all the American nurses have joined the army to go and humiliate Iraqi prisoners. So the New Zealand nurses come to work here.”
“And what about New Zealand?” vroeg ik.
“They import Filippino nurses.”
“And the Philippines?”
Ze haalde haar schouders op en lachte.
“Well, I think people just die ‘round there.”
Ze lachte nog even door en haar tieten schudden heerlijk heen en weer, bouncy.
Uiteindelijk hielp ze me met aankleden en gingen we terug naar het kantoor van Geb. Geb was overduidelijk in zijn nopjes, hij leek erg tevreden met zichzelf. Hij keek naar me als een kat die net van de room gesnoept had, zo tevreden was die gladjakker met zichzelf.
“Nou, wil je me nu wel helpen met het voetbalteam?”
Ik knikte. Ik had geen zin in weer een tijdje ziekenboeg.
“Ja, maar het blijft jammer dat ik ze niet kan zien, want dan heb ik een beter idee van wat er gebeurt. Je kan me wel elke dag updates geven van….”
Daar leek Geb wat minder blij mee. Zijn gezicht betrok toen ik begon te spreken. Hij gebaarde dat ik m’n mond moest houden.
“Updates? Elke dag? Dus ik moet elke dag naar jouw smerige, gevaarlijke hok komen?”
Ik glimlachte even naar hem. Wat een zakkenwasser.
“Geb, jij werkt hier…dus hoor je hier elke dag te zijn toch?”
Geb was inmiddels opgestaan uit zijn stoel en was begonnen met ijsberen door z’n kantoor.
“Nee, meneer Boonk. Jij bent een man met eergevoel. Misschien is het inderdaad het beste als je het team te zien krijgt. Ik zal een speciale vergunning voor je regelen, zodat je trainingen kan geven. Je zal geëscorteerd worden door een bewaker.”
Ik wilde het onderste uit de kan halen, koste wat kost.
“Ik heb ook een tolk nodig en een fysiotherapeut. En als ik geëscorteerd moet worden, waarom niet door Tanya, de zuster. Ze kan trouwens ook voor tolk en fysiotherapeute doorgaan. Dat komt het team ten goede.”
Geb keek naar me alsof ik gek geworden was.
“Dat is onmogelijk. Je zou kunnen ontsnappen.”
Ik speelde m’n laatste troef uit.
“Prima. Maar dan heb je wel een bewaker die kennis van zaken krijgt en je moet betalen voor een tolk en een fysiotherapeut. En trouwens, waar moet ik nu naar ontsnappen?”
Geb leek onder de indruk van dit argument. Hij dacht even na, glimlachte naar me en zei:
“Ik heb een geweldig idee. Waarom zou Tanya je niet escorteren? Ze kan ook doorgaan voor tolk en fysiotherapeute. Ik zal je moeten vertrouwen en trouwens, waar kun jij nu naar ontsnappen?”
Ik haalde mijn schouders op, lachte en feliciteerde hem met zijn geniale ingeving. Hij riep Tanya zijn kantoor binnen en legde haar uit wat haar nieuwe baan zou worden. Ze vroeg me of ze dan een trainingspak aan moest. Ik zei dat haar strakke witte uniform wel zou volstaan….
Hoofdstuk 16: HKFC
De dag na mijn gesprek met Geb werd ik ’s ochtends na het ontbijt afgehaald en naar buiten geleid. De cipiers gaven me mijn oude kleren terug, dus stond ik gelukkig niet compleet voor lul. Tanya wachtte me al op en ik zweer dat het jurkje dat ze droeg nog strakker was dan dat van de dag ervoor. Toen ze me zag begon ze enthousiast te zwaaien en haar tieten deden al even enthousiast mee.
We stapten in twee riksja’s. Inderdaad in twee, want ik ging niet alleen met Tanya. Ik werd ook vergezeld door een gorilla met een automatisch geweer. Dit om te voorkomen dat ik toch zou vluchten. Of: misschien was het een stok achter de deur voor mislukte onderhandelingen.
Afijn, de riksja-chauffeur startte de motor en we reden met een hoop kabaal weg. Zo te horen hadden ze de motor van een grasmaaier ofzo op deze riksja gemonteerd, heerlijk.
Eigenlijk was allemaal wel oké. Ik was eventjes verlost van de gevangenis, zat naast een ontzettend stuk en ik had een mooi baantje. Een paar adviezen geven, een paar handen schudden, beetje netwerken, beetje socializen, etcetera. De riksja scheurde dwars door de stad heen en stopte uiteindelijk voor de poorten van een hypermodern sportcomplex. Op de boog boven de poort stond in fraaie, Gothische letters: HONG KONG FOOTBALL CLUB
Ik stapte uit, samen met Tanya en wilde naar binnen lopen, toen een klein jongetje naar ons toe liep. Hij droeg een versleten en vaal Manchester United shirt met rugnummer 7 en de naam van Beckham. Typisch Aziatisch. Het jong sprak me aan: “Mister, you go in there?”
Ik knikte. Hij lachte en wees naar Tanya.
“I hope she does good fucki-fucki.”
Ik draaide me om en wilde hem een klap verkopen. Het joch dook echter weg en spuugde op m’n schoenen. Hij herhaalde zijn commentaar.
“I hope she does good fucki-fucki, because football is shit here.”
Daarna rende hij hard weg. Ik had kennis gemaakt met de eerste supporter.
Hoofdstuk 17: Welkom bij de club.
We stapten het complex op. Geb wachtte ons al op. Die gluiperd spreidde zijn armen in een verwelkomende begroeting. Ik negeerde hem en keek eens wat rond. Hong Kong Football Club mocht dan wel, volgens de fans, belabberd voetbal spelen, ze hadden wel de beschikking over een fantastisch sportpark.
Ik telde al snel vier velden, enkele tennisbanen, een zwembad en diverse gebouwen. De club mocht dan wel weinig talentvolle spelers in huis hebben, aan de faciliteiten kon het niet liggen. Dat was dik in orde.
Geb had schijnbaar genoeg van mijn verkenning van het complex en gebaarde me dat ik door moest lopen. Hij nam me bij de hand en leidde me richting het grootste gebouw op het complex.
Ik stapte naar binnen en even leek het alsof ik terugging in de tijd. De Engelse koloniale sfeer was hier nog tastbaar aanwezig. We werden zelfs opgewacht door een jonge Aziatische man gekleed in livrei. Binnen zag alles er uit zoals je dat in oude films over safaritochten zou verwachten. De gehele ruimte was gebouwd van hout, maar dan gelakt mahoniehout. Dik, rood tapijt bedekte de vloeren, terwijl aan de muren schilderijen hingen van zeeslagen en het Engelse koningshuis.
De bediende opende een deur voor ons en we stapten een soort van bibliotheek binnen. Althans, het leek een soort van bibliotheek vanwege de boekenkasten die uitpuilden met boeken. Er stond een lange tafel in deze ruimte, waaraan een gemêleerd gezelschap zat. Een mix tussen Aziatische en Europese mannen die allemaal vrolijk kwekten in de één of andere onverstaanbare taal.
Toen ik samen met Tanya en Geb binnenkwam hielden ze allemaal even hun mond dicht. Waarschijnlijk was dat niet vanwege mij, maar omdat Tanya er zo lekker uitzag in haar zustersuniform. Hierna kwekten ze weer vrolijk verder. Geb gebaarde dat we konden gaan zitten, waarna hij zelf ook aan tafel ging zitten en vrolijk deelnam aan het gesprek zonder zich verder om mij te bekommeren. Hoe onbeleefd!
Af en toe keek ik naar Tanya, in de hoop dat zij dat gekakel voor me kon vertalen. Ze haalde haar schouders op en vertelde me dat deze mannen een dialect spraken dat ze niet kende. Ja, de heren wisten precies hoe ze je het gevoel moesten geven dat je hier welkom was…
Hoofdstuk 18: Glad geschoren
Het gesprek kabbelde vrolijk verder en ik had nog altijd geen idee waar die klojo’s het over hadden. Ik had wel in de gaten dat de gemoederen nogal hoog opliepen en dat er duidelijk twee kampen aan tafel zaten. Je had de Europeanen aan de ene kant en de Aziaten leken er lijnrecht tegenover te staan, als ik tenminste af mocht gaan op het verloop van de discussie.
Uiteindelijk scheen iemand zich mij te herinneren, want ineens wees iemand naar mij en begon iedereen mijn kant uit te kijken. Geb stond op en begon te ratelen, waarbij ik af en toe mijn naam hoorde vallen. Geb sprak mijn naam op een grappige manier uit. Waarschijnlijk omdat de Aziaten aan tafel de naam op z’n Nederlands niet begrepen. Het klonk zo ongeveer als: ‘Al-Yang Bong’. Hij was me aan het voorstellen. Daarna keek Geb me aan en wendde hij zich in het Engels tot me.
“What are your aims for the club?”
Ik haalde mijn schouders op.
“I will try to give you some advice and I want to help in the future if you need it.”
Geb vertaalde dit, maar één van de Europeanen stond ook op.
“Mister Bong, I love the way you’ve mastered the English art of phrasing understatements.”
Hij grinnikte en ging weer zitten, terwijl de Aziaten hem allemaal vuil aankeken. Wat gebeurde hier in vredesnaam?
Waar maakten ze zich zo druk om? Ik kwam hier alleen maar wat advies geven en die mafkezen hadden een hele topconferentie in elkaar gezet.
Terwijl de bobo’s verder kwekten gleed mijn hand onder tafel en begon ik Tanya’s been te strelen. Ze keek niet op of om en je weet het: zwijgen is toestemmen. Mijn hand gleed langzaam omhoog langs haar dijbeen, totdat ik onder haar rokje zat. Hier kwam ik tot de aangename ontdekking dat ze geen slipje aan had en een glad geschoren poesje had. Zou ze dat speciaal voor mij hebben gedaan??
Terwijl ik verder droomde over geschoren kutjes en Tanya’s lekkere tieten, merkte ik ineens op dat het gesprek was stilgevallen en iedereen mijn hand wilde schudden. Ik haalde mijn hand onder Tanya’s rok vandaan en schudde geheel zonder te weten waarom de handen van al die gekken. Het gezelschap verliet al kletsend de ruimte. Ik vroeg Geb wat er gebeurd was. Hij zei dat ze blij waren om me te leren kennen, maar ik zag Tanya bedenkelijk kijken. Ze verklaarde dat ze een deel van het gesprek had verstaan en dat Geb een paar woorden had gebruikt die haar wel bekend voorkwamen. Geb snauwde Tanya af en liep woedend weg.
Ik keek Tanya diep in de ogen, dacht aan haren geschoren poes en zei:
“I want to fuck you, right here en now.”
Tanya lachte lief en antwoordde:
“I believe Geb just introduced you as the new manager, my love.”
Ik draaide me direct om en stormde achter Geb aan.
“Geb, jij smerige klootzak, je hebt me wat uit te leggen!”
Hoofdstuk 19: Genaaid! Wederom genaaid!
Ik kreeg Geb te pakken, net nadat hij het gebouw had verlaten. Mijn vingers groeven zich in zijn hals en ik drukte hem tegen de muur, terwijl mijn hand zich als een bankschroef om zijn keel klemde. Nog een geluk dat de cipier met het automatische geweer niet in de buurt was.
Ik was des duivels.
“Nou, wat is je verhaal?”
Omdat ik zijn luchtpijp dichtkneep kon Geb alleen maar luisteren.
“Is misverstand…”
Ik bleef furieus en kneep nog wat harder.
“Dat denk ik ook, jij gluiperig zwijn!”
“Ze willen resultaten, en anders willen ze hun geld terug.”
“Ja, en?”
“Ik had een manager nodig met een hoog profiel.”
“En dus heb je me genaaid?”
“Ik had geen keuze. Ze wilden anders niet investeren.”
“Je hebt me verdomme niks gevraagd!”
“Ik kan je niet betalen, je had vast en zeker salaris willen hebben.”
“En zij dan? Kunnen zij me niet betalen?”
Gebs lichaam verslapte, een teken dat zijn verzet gebroken was. Hij zou het nu ook niet meer erg vinden als ik hem doodde. Dat was dus niet de bedoeling.
Ik liet zijn nek los en hij zakte als een zak aardappelen in elkaar op de grond. Gebs collega’s c.q. investeerders stonden het hele gebeuren vanaf een afstandje te bekijken, maar ingrijpen deden ze niet. Ik had geen zin aan dit circus. Ik wees naar hen en richtte me weer tot Geb.
“Ga ze maar vertellen dat ik me terugtrek. Noem het een verschil in tactisch inzicht, noem het een te groot cultuursverschil, noem het wat je wilt, maar vertel ze dat ik het niet doe!”
Geb werd wanhopig. “Alsjeblieft, misschien heb ik iets dat jou interesseert.”
Op dit punt had ik me om moeten draaien en weg moeten lopen. Ik draaide me alleen maar om en vergat vervolgens weg te lopen. Ik wat te nieuwsgierig naar wat die rat me te bieden had.
“Spreek snel of ik ben weg.”
“Nou, als je iets wint, als je voor de club iets wint, ben je vrij man.”
Dat klonk op zich wel aardig. Een prijsje pakken en weer pleite. Maar toch, er zaten haken en ogen aan het voorstel.
“En dan? Wat moet ik zonder paspoort doen? De rest van mijn leven door Hong Kong dolen?”
Geb lachte, voor zover zijn toegetakelde luchtpijp dat toeliet.
“Nee, zonder gekheid. Ik geef je een officieel pardon.”
“En hoe wil je dat voor elkaar krijgen?”
“Simpel! We zoeken zo’n loser die is wezen backpacken en stoppen wat drugs in zijn bagage. Daarna zal hij…hoe zeg je dat?....de misdaad bekennen en zich voor jou uitgeven. Dan ben jij vrij man.”
Het klonk allemaal prachtig, maar Geb was een detail vergeten. Ik had die drugs in mijn reet zitten toen ik gepakt werd.
Geb glimlachte, schijnbaar wist hij hier ook een oplossing voor.
“Och, hier in Hong Kong experimenteren mensen met hun seksualiteit. Anale seks tussen homo’s komt veel voor en misschien heeft een homo in plaats van zijn lul, drugs in jou anus gestopt.”
Dit was toch te gek voor woorden? Ik keek Geb nog eens aan om te testen of hij een geintje maakte, maar hij bleef me serieus aankijken.
“Dat is normaal hier in Hong Kong.”
Tanya knikte bevestigend. Ach, fuck it, ik was de nieuwe manager van HKFC, de Hong Kong Football Club. Het belachelijke is alleen dat ik eigenlijk helemaal geen verstand heb van voetbal. Ik heb het alleen in mijn jonge jaren zelf gespeeld, maar het talent ontbeerde me. Ik interesseerde me er ook nooit voor. Vreemd dat Geb me dan aanstelt als manager, maar ja…het is voor hem een goedkope manier en hij kon de investeerders mooi wijs maken dat ik een trainer uit de Hollandse School was.
Hoofdstuk 20: Fuck René en Bart
Het was al laat toen ik weer terugkeerde richting gevangenis. Ik had besloten om dit tripje maximaal te rekken. Geb was naar de dokter gegaan om zijn luchtpijp te laten behandelen en ik was dus met Tanya de stad ingegaan en had zoveel mogelijk shag en drank ingeslagen als ik kon krijgen. Het was qua kwaliteit dan wel niet veel soeps, het was altijd nog goedkoper dan de spullen naar binnen te laten smokkelen. Bart en René stelden in ieder geval geen vragen, ze namen hun deel en zwegen verder. Mooi, want ik was eigenlijk ook niet van plan geweest hun vragen te beantwoorden.
De dag erna stond een delegatie Pakistaanse gevangenen voor onze cel. Ze hadden gehoord dat ik ook spullen de gevangenis in kon smokkelen en ze waren bereid te onderhandelen. Misschien dat ik goedkoper was dan de andere aanvoerroutes.
Bart en René vonden het nogal interessant en leidden de Pakistani naar buiten. Die sukkels hadden dollartekens in de ogen staan en waren alvast de winst aan het berekenen. Ik grinnikte. Stumperds. Ik was niet van plan mee te werken.
Toen ze terugkwamen gaf ik René en Bart geen kans hun verhaal te doen. Ik sprak de leider van de Pakistani direct aan.
“Sorry about this, but fuck you. I’m not doing it. Find some other fucking mug.”
Hij had me begrepen, glimlachte en schudde zijn hoofd. Daarna balde hij zijn rechterhand in een holle vuist en duwde hij de middelvinger van zijn linkerhand enkele malen in die opening. Hij knipoogde naar me.
“See you in the showers, white boy.”
Bart en René waren woest. Waarom ik dat deed, wilden ze weten. Of ik wel besefte dat ik een egoïstische klootzak was. Tuurlijk besefte ik dat, het deerde me alleen niets. Ik kon straks mijn positie verbeteren, dankzij dit baantje.
Terwijl ik nadacht over mijn nieuwe positie als manager verscheen er een cipier. Hij gebaarde dat ik naar hem toe moest komen. Toen ik dichterbij kwam, toverde hij een gummiknuppel tevoorschijn en knuppelde me neer. Hij sleurde me aan mijn haren mee m’n cel uit. Terwijl ik meekroop zo snel als ik kon, bedacht ik dat Geb me waarschijnlijk wilde spreken.
Hoofdstuk 21: Zin aan een speculaasje?
Ik zat op een stoel aan Gebs bureau te mokken, terwijl Tanya mijn pijnlijke kaak behandelde. Geb bekeek het hele tafereel onbewogen en ging door met thee inschenken voor hemzelf en voor mij. Daarna toverde hij een grote koektrommel tevoorschijn uit een lade in zijn bureau. Hij haalde het deksel eraf en liet de inhoud zien.
“Zin aan een speculaasje?”
Ik werd woest…Nee, woest is te zacht uitgedrukt. Ik werd furieus. Ik wilde zijn luchtpijp ditmaal permanent beschadigen.
“Een fucking speculaasje? Of ik een fucking speculaasje wil? Je zadelt me op met een kutbaan, profiteert van me, laat de bewakers me de tering slaan, de Pakistani willen me verkrachten en jij vraagt of ik een speculaasje wil? Weet je…je kan dat koekje daar steken op de plek waar je moeder je nooit gekust heeft, vuile rat! Trouwens…volgens mij heeft ze je daar wel gekust, met haar tong.”
Ik sprong overeind en morste thee op mijn broek en op de grond. De gedachte echter aan de cipier de gummiknuppel, die buiten het kantoor stond te wachten, kalmeerde me. Ik ging maar weer zitten.
Geb bleef onverstoorbaar gedurende mijn uitbarsting. Hij pakte een paar koekjes, deed de deksel weer op de trommel en borg deze weer op. Tanya was inmiddels onder het bureau gekropen om de thee van de grond te poetsen en om mijn broek te deppen. Geb dompelde een koekje in de thee en vrat het ding op. Daarna keek hij me aan.
“Mijn beste,” zei hij, terwijl hij me besproeide met een mengsel van thee en koek.
“Jou aanstelling als manager, zal mijn reputatie in Hong Kong ten goede komen. Ik hoop dat het ertoe leidt dat ik als een groot man in het internationale voetbal wordt beschouwd. Een soort icoon.”
Die hufter had nu echt zijn verstand verloren.
We begonnen de onderhandelingen over de voordelen die ik als manager zou krijgen. Ik wilde niet langer in de gevangenis verblijven. Geb leek niet van plan om me al te veel voordeeltjes te gunnen en hij was al helemaal niet van plan om me de gevangenis uit te zetten. Net op het moment dat ik mijn verhaal wilde doen ritste Tanya mijn broek open en begon me te pijpen. Mijn stem begon ervan te trillen, waardoor het leek alsof ik vol passie sprak. In werkelijkheid probeerde ik het gewoon zo lang mogelijk vol te houden, in ieder geval voorkomen dat ik klaar kwam midden in mijn verhaal.
“Geb, jij kan dat icoon uiteindelijk wel worden en ik wil ook zeker wel dat het gebeurt. Maar kan je je voorstellen wat Sepp Blatter zal zeggen wanneer hij erachter komt dat jou manager in elkaar werd geslagen door bewakers en verkracht werd door medegevangenen? Weet je wat hij dan zal zeggen? Schennis van de mensenrechten zal hij dan zeggen en hij zal Hong Kong voor onbepaalde tijd uitsluiten van het internationale voetbal. Ik ben best bereid mijn mond te houden, maar dan moet ik de garantie krijgen dat ik 24 uur per dag met het team kan werken. Dan maak ik van HKFC een topclub en wordt Hong Kong het nieuwe Brazilië. En dan zul jij de status van een internationale held krijgen.”
Geb zat met glazige oogjes in de verte te turen. Ja hoor, die hufterige klootzak was erin getrapt.
Vanonder het bureau kwam de stem van Tanya, die heel even mijn pik uit haar mond had gehaald en me inmiddels aftrok.
“House arrest.”
Geb was meteen weer alert en sprong op, alsof hij een geweldig idee had.
“Ik weet het antwoord op ons probleem. Huisarrest! Maar eens zien…wie woont er dicht bij het trainingscomplex?”
Tanya was druk bezig met me af te trekken, maar volgde het gesprek ook nog steeds. Hoewel ze geen Nederlands sprak, kon ze het wel redelijk begrijpen.
“I do,” zei ze.
Geb was echt een onverbeterlijke klootzak.
“Ik heb een geweldig idee. Tanya woont dichtbij het complex. Je kan op de club gaan werken en daarna blijf je in haar huis onder arrest!”
Onder het bureau had Tanya mijn pik intussen weer in haar mond genomen. Ze zoog de laatste druppel eruit en toen ik klaar was kreunde ik luidruchtig.
Geb keek verschrikt.
“Echt waar, Arjan. Ik probeer echt het beste te doen, maar het is nog steeds niet goed genoeg voor jou.”
Ik keek hem aan en wist met moeite enkele woorden uit te kramen.
“Nee, Geb. Het is echt meer dan genoeg voor me.”
Hoofdstuk 22: Porno-Pakistani
De volgende ochtend zou ik vertrekken. Ik had niets verteld aan Bart en René. Ik zou gewoon mijn spullen pakken en vertrekken. Ik deed net alsof ik hoofdpijn had en dus de douchesessie oversloeg. Ze tuinden erin. Toen ik het punt stond om te vertrekken drongen een aantal Pakistani mijn cel binnen. Ze drukten me terug de cel in en sloten de deur achter zich. Kut, dit ging pijn doen…
De Pakistani begonnen hun broeken uit te trekken. Shit man, met die tandenstokers konden ze niet veel schade aanrichten. Beter aangerand worden door mannen met een kleine, dan door mannen met een grote, dacht ik terwijl ze me probeerden op de knieën te krijgen. Het was natuurlijk nog beter om helemaal niet aangerand te worden.
Mijn voet schoot uit en ik raakte er één vol in zijn kloten. Huilend van ellende ging hij neer en bleef in de foetushouding liggen jammeren. Een ander stak twee vingers in mijn neusgaten en sleurde me aan mijn neus mee. Shit, ik dacht dat hij mijn neus eraf zou trekken. Hij ramde mijn hoofde tegen het beton van de celwand en plotseling werd alles stil. I hoorde alleen nog maar het bloed in mijn oren bonzen en ik had ook moeite met zien.
Ik worstelde om vrij te komen en het lukte me om een hand los te krijgen. De eerstvolgende die naar voren stapte met zijn pik in de aanslag was de sigaar. Ik greep hem bij z’n ballen en kneep. Hij klapte dubbel en jankte als een aangereden hond, steeds harder naarmate ik harder kneep. Op een gegeven moment stond z’n mond nog open, maar kwam er geen geluid meer uit. Zijn stembanden hadden het opgegeven. Luttele seconden daarna verloor hij het bewustzijn.
Toen zwaaide de celdeur open. In een slechte B-film zou Tanya nu naar binnen stormen, iedereen met kung fu-bewegingen afslachten en daarna misbruik maken van mijn verwondingen om me te gebruiken voor haar perverse seksuele fantasiën. Helaas was dit geen B-film, dus kwam er een cipier naar binnen in plaats van Tanya.
De cipier bekeek de situatie in de cel. Twee Pakistani die KO op de grond lagen, een stuk of vijf anderen met hun broek op hun enkels en ik, ook met de broek op de enkels en op de knieën gedwongen. De bewaker grijnsde en begon zijn eigen broek te laten zakken. Shit….wat was dit? Free for all??
Op een slechte dag was de bewaker achteraan gaan staan en had hij op zijn beurt gewacht om mijn kringspier op te rekken. Dit was echter een goede dag, dus greep de cipier een van mijn aanvallers en maakte zich klaar diens anus op te rekken. De jammerende Pakistaan verzette zich niet eens en enkele vrienden van hem sloegen op de vlucht. Je kon immers geen bewaker gaan slaan, want dan werd je leven een hel.
Dit gaf me de kans om zelf ook op de vlucht te slaan. Ik spurtte naar het einde van het cellenblok, waar Geb en Tanya stonden te wachten. Één van de Pakistani riep me nog iets achterna.
“If you ever return, you’re a dead man!”
Ik was echter niet van plan ooit nog terug te keren.
Hoofdstuk 23: In Azië zijn genoeg jonge jongens
Soms, heel sporadisch, is het leven zo slecht nog niet. Ik was vrij om te gaan en staan waar ik wilde, terwijl ik werd ‘bewaakt’ door een beeldschone Nieuw-Zeelandse die maar al te graag met me naar bed wilde. Het schatje had zelfs wat spulletjes voor me geregeld die me aan thuis deden denken.
Via iemand op het vliegveld had ze hagelslag, drop, pindakaas, een editie van de Telegraaf en een sixpack Grolsch-blikjes meegenomen.
Ze wat niet alleen knap en goed in bed, ze was nog zorgzaam ook. Ik was echt niet van plan deze situatie te verneuken.
Ik begon de Telegraaf door te spitten. Er stond weinig spectaculairs in. Balkenende stond onder druk, Patrick Kluivert was opgepakt wegens openbaar dronkenschap en rechts-extremisten hadden een moskee in brand gezet in Haaksbergen. Niets bijzonders, allemaal oude koek. Er was één artikel wat wel mijn aandacht trok, alleen de kop al was interessant: ‘Trainer ontslagen wegens seksueel misbruik.’
Jaja, ik kon het amusement wel gebruiken. Een voetbaltrainer die in opspraak geraakt was. Nu dit toch mijn wereldje aan het worden was, was ik wel benieuwd wie het was en wat de beste man precies gedaan had.
Trainer ontslagen wegens seksueel misbruik
Berkelland – Zesdeklasser Sportclub Rekken is in opspraak geraakt vanwege een seksschandaal. Eerste elftalspeler en jeugdtrainer Patrick N. uit Haaksbergen zou zich schuldig hebben gemaakt aan seksueel misbruik van een aantal jeugdspelers.
N. zou enkele spelers in de leeftijd van 11 t/m 15 jaar seksueel geïntimideerd hebben en een enkeling ook daadwerkelijk misbruikt hebben. Naar verluid stond hij geregeld samen met de spelers onder de douche. Daarnaast zou hij spelers hebben gedwongen zijn geslachtsdeel aan te raken, in ruil voor een basisplaats. N. beweerde bij hoog en laag dat dit goed was voor het balgevoel van zijn pupillen.
De inmiddels op non-actief gezette N. was de afgelopen vijf jaar trainer van verschillende jeugdteams van Sp. Rekken. Ond
Aantal keer bekeken: 17128
Waardering: 7.20 op 10
Geef een cijfer:
Totaal categorieën: 10
Totaal 288 bezoekers online
Verhalen
Wilt u een verhaaltje lezen uit één van de onderstaande categorieën? Klik dan gewoon op een categorie en u komt op de pagina met de verhalen van deze bepaalde categorie.- blunders
- dieren verhalen
- erotische verhalen
- griezel verhalen
- humor verhalen
- kinderverhalen
- liefdes verhalen
- sex verhalen
- spannende verhalen
- sprookjes
Verhalen posten
Hebt u zelf een verhaaltje geschreven? Of een onvergetelijke blunder tegengekomen, of iets anders. En je wilt er anderen mee amuseren, lezen? Met verhalenlezen.nl kan dat geen probleem zijn. Klik hier om een verhaal te posten!Statistieken
Totaal verhalen: 5184Totaal categorieën: 10
Totaal 288 bezoekers online