Verhalenlezen.nl - Voor al uw verhalen en sprookjes. Ook hebben we liefdes verhalen en erotische verhalen.

Mijn leven als vriendin van een weerwolf.

U leest om dit moment het verhaal Mijn leven als vriendin van een weerwolf gepost door Asanki van der Schoof. Dit verhaal is gepost in de categorie griezel verhalen. Wilt u een zelf geschreven, of een mooi verhaaltje posten? Klik daarvoor hier.

Wilt u terug naar griezel verhalen?
Categorie: griezel verhalen
Gepost door: Asanki van der Schoof
Gepost op: 2007-5-4

Verhaal:

Mijn leven als vriendin van een weerwolf
Mijn leven als vriendin van een weerwolf.

Ik rende Zo hard als ik kon. Alsof mijn leven er van afhing.
Nou Ja, Alsof, mijn leven hing er van af..
Ik was buitenadem maar bleef doorrennen. Als ik zou stoppen zou mijn leven
Eindigen, en zou ik begraven moeten worden onder de grond, terwijl wormen en andere insecten mijn stoffelijk resten zouden verorberen.
Ik struikelde over een paar Losgerukte graspollen, maar stond pijlsnel weer op. Ik rende verder richting het bos. Het bos was donker en leek net op zo’n Bos uit een horror film. Ik was zo’n omgeving gewend. Ik leef in een wereld dat hel door vele mensen hel zou worden genoemd. Je kunt niemand vertrouwen, en je bent nergens veilig. Ik knipperde met mijn ogen om de juiste koers te bepalen. Ik heb goede ogen maar in de nacht zijn ze nutteloos, hoewel ik wel was gewend om in het donker te zijn.
Bibberend zoog ik mijn longen vol lucht, En blies het krachtig uit.
Ik keek achterom. Niets te zien. Had ik mijn aanvaller afgeschud?
Zoekend bekeek ik mijn omgeving, of ik een enkel teken zag van mijn aanvaller.
Als meisje was het gevaarlijk Om alleen in het donker bos te zijn, Werd me altijd vertelt. Maar ze konden de klere krijgen. Ik was veel veiliger in het bos dan daar buiten, in de openweide, een prooi… Voor mijn Aanvaller.

Het enige wat me nog te doen stond was mijn aanvaller ontwijken en wachten tot de volle maan verdwenen was. Ik liep een stukje verder het bos in en leunde vermoeiend tegen een grote boom aan. Ik zoog weer mijn longen vol met lucht, En blies het weer krachtig uit. Lucht, ik had lucht nodig! Ik ging leunend tegen de boomstam aan zitten en bekeek mijn nagels. Mijn nagels waren smerig, De randjes waren lang, sommige stukjes waren Afgebroken En de randjes zaten Vol met smerige aarde. Brrrr…Ik vroeg me zelf af hoelang het geleden was dat ik met had gedoucht. Ik stonk als een stinkdier ( maar dan met een andere geur) En Ik was Ongelofelijk vuil. Zo zou geen 1 jongen voor me vallen natuurlijk. Maar dat was nou niet de wereld ramp. Het was nog steeds volle maan, en ik wist niet waar me aanvaller was gebleven, en dat waren me nu me grootste zorgen.

Ik had het koud. De wind had toegeslagen en ik werd omringd door koude windvlagen. Ze maakte me aan het rillen. Ik slaakte een kreetje toen ik gebroken takjes achter me hoorde. Ik stond pijlsnel op zocht een grote stevige tak en sprong achter de boom vandaan. Ik hield de tak zo vast, zoals je een honkbal knuppel vasthoudt Klaar om mijn aanvaller ermee voor zijn kop te slaan. Weer klonk er het geluid van takjes. Ik keek goed om me heen, maar zag niks van iemand of iets die mij pijn wou doen. Opgelucht haalde ik adem. Het was de wind maar. Ik verschool me weer achter de dikke boom. Ik speelde met een paar takjes ( wat moest ik anders doen?!) Terwijl Er Duizenden dingen door mijn hoofd Spookte. Ik was niet kalm, maar probeerde wel me hoofd koel te houden. Dit wordt een lange nacht. Dacht ik bij mezelf. Ik besloot een gokje te wagen om een kijkje te nemen op de weide, toen ik opeens een Beestachtig Gegrom hoorde. Ik draaide me weer vliegensvlug om, pakte de stok en concentreerde me op het beest dat naar me aan het loeren was, me aanvaller.
Het beest hijgde en het kwijl liep langs zijn behaarde bek. Zijn Rode ogen stonden vol Haat. Het had honger, En ik kon raden wie zijn maaltijd was! Ik Liep langzaam achteruit, Met de stok voor me uit. Het beest Volgde me met zijn kop. Zijn rode Ogen priemde In de mijne. Ik bleef steeds in kleine passen achteruit lopen. Het beest Schraapte met zijn poten over de grond, klaar om aan te vallen. Net toen Het beest Een Aanvalssprong Maakte Sloeg ik met Stok naar zijn Kop. Ik miste. Ik mepte nog een keer en ik trof hem in zijn buik. ( Niet slecht voor een meisje hè!?) Hij plofte op de grond neer en kwam grommend weer Overeind. Ik maakte me weer klaar om toe te slaan toen hij me onverwachts aanviel. Hij sprong boven op me. Ik viel met een dreun achterover op de grond. Mijn hoofd deed pijn. Het beest woog zwaar zo op mijn buik. Ik rook zijn stinkende adem ( dat was zelfs nog erger dan die van mij) En ik zag zijn lange gore tanden. Ik sloot Me ogen, wachtend op de dood, Toen mijn vingers de gevallen tak raakte. Ik Pakte het en sloeg met al mijn kracht het beest voor zijn kop.
Het beest liet een piepend gekreun Horen. Dat moest hem pijn gedaan hebben, want . Hij trok zich een beetje terug, maar hij keek me nog steeds vol haat aan. Ik keek Snel even naar de lucht.
Het was al een stuk lichter geworden Maar de Volle maan verlichtte nog steeds de hemel. Pech voor mij. Het Beest Gromde kwaad naar me. Langzaam liep ik op het beest af En hief mijn stok Hoog boven zijn hoofd, Toen ik weer werd verrast door een Onverwachte aanval van Het monsterlijke beest. Ik viel weer op de grond maar deze aanval kwam minder hard aan dan de vorige. Kreunend stond ik weer op. Als het zo door ging Zou ik misschien sterven door de stoten en niet door de scherpe tanden die naar de dood roken.

Het beest was uitgeput, je zag het aan zijn ogen en aan zijn manier waarop hij aan het hijgen was, gelijk had hij, Ik was Ook Uit-Ge-Put! Het liefst wou ik mijn ogen dicht doen en slapen, dromen over, uh, Waar meisjes nou eenmaal over dromen. Over wat wist ik niet meer, het was al zolang geleden dat ik had gedroomd laat staan me naar een meisje kon gedragen. Ik had veel meer weg van een jongen, Behalve mijn vrouwelijke vormen en mijn kinderlijke gezicht. Maar Mijn gedrag en mijn manier van doen, was dat van een jongen.

In mijn ogen verscheen hoop. Achter het viervoetige beest Zag ik een pad dat naar een meer leidde. Als ik hem afkon lijden zou ik snel naar dat pad moeten rennen. Het was te proberen. Ik smeet de stok Weg en Het beest Rende er achteraan. Halverwege Zijn weg bleef hij verwarrend staan. Ik rende Zo snel als ik kon naar het pad. Dat was makkelijk, ik had het moeilijker verwacht. Dacht ik blij in mezelf. Ik rende Het pad op en volgde het pad naar beneden. Ik sprong over omgevallen bomenstronken, takken, En stenen En holde zonder Achterom te kijken verder. Ik was blij, ik had het tot nu toe overleefd, als ik het meer zou bereiken dan zou ik een vreugde dans maken. Ik concentreerde me weer en hield mijn hand op mijn zij. Ik had steken. Het werd steeds lichter en ik begon nu echt hoop te krijgen toen ik opeens twee poten tegen me rug aan voelde. Ik struikelde en viel. ( alweer.) Ik hoorde weer dat akelige gegrom, en het betekende dat mijn plan had gefaald. Op naar Plan B. had ik die dan? Ik Zocht weer naar een tak om hem weer te kunnen meppen.. Maar ik vond er geen. Mijn handen ging tastend door de aarde opzoek naar een bruikbare tak of steen. Toen gilde ik. Hard , Kort en vol Afschuw. Ik voelde opeens een vreselijke pijn. Mijn ogen traanden, maar pijn hield niet op. Ik keek op. Het beest had zijn tanden in mijn arm Gezet. Hij Rukte Wild aan mijn huid. Ik gilde het uit toen hij een heel stuk huid meenam. Dit was absoluut geen pretje. Dit had ik nog nooit meegemaakt. Het bloed Klotste uit mijn open gehaalde arm terwijl ik kreunend op de grond lag. Nog steeds tastend met mijn hand, wist ik dat dit mijn einde was. Vaarwel wereld. Zei ik Mompelde tegen het beest. Het leek alsof het beest medelijden met me had. Ik knipperde met me ogen en keek in de zijne. Ze waren niet meer rood. Een kreet ontsnapte uit me mond. Zijn ogen hadden iets vriendelijks, Iets menselijks. Toen ontblootte hij zijn tanden En bracht zijn Tanden naar mijn gezicht. Ik bleef ongelukkig liggen. Tik! Auw! Mijn hand was hard tegen een grote steen aan gekomen. He, wacht eens even. Een steen. Een Steen! Ik gilde het bijna uit. Met een Harde uithaal knalde ik de grote steen op zijn kop. Raak! Ik knalde de steen op zijn buik. Raak! Het beest viel op de grond neer, piepend van de pijn. Ik probeerde op te staan en hervond mijn evenwicht. Mijn arm zat onder het bloed. Ik keek naar het beest dat trillerig op de grond lag. Het beest dat een wolf was. Ik keek naar de Wolf de wolf die langzaam veranderde in een mens. Ik keek naar de mens, dat een jongen was. De jongen die mijn beste vriend was En James heette.


Aantal keer bekeken: 8401
Waardering: 8.66 op 10
Geef een cijfer:

Alle rechten voorbehouden 2005-2024 - www.verhalenlezen.nl


Verhalen

Wilt u een verhaaltje lezen uit één van de onderstaande categorieën? Klik dan gewoon op een categorie en u komt op de pagina met de verhalen van deze bepaalde categorie.

Verhalen posten

Hebt u zelf een verhaaltje geschreven? Of een onvergetelijke blunder tegengekomen, of iets anders. En je wilt er anderen mee amuseren, lezen? Met verhalenlezen.nl kan dat geen probleem zijn. Klik hier om een verhaal te posten!


Statistieken

Totaal verhalen: 5184
Totaal categorieën: 10
Totaal 96 bezoekers online