Sweet Home Oklahoma.
U leest om dit moment het verhaal Sweet Home Oklahoma gepost door Tessa Vancompernolle. Dit verhaal is gepost in de categorie spannende verhalen. Wilt u een zelf geschreven, of een mooi verhaaltje posten? Klik daarvoor hier.Wilt u terug naar spannende verhalen?
Categorie: spannende verhalen
Gepost door: Tessa Vancompernolle
Gepost op: 2007-7-20
Verhaal:
Sweet Home Oklahoma
Sweet Home Oklahoma
1.De Mustangs
1879
“30.000 dollars voor de meneer achterin, 31.000, wie biedt 31.000 dollars? 31.000 dollars! Zie ik daar een hand? Ja, ja 31.000 dollars voor de charmante dame rechts! Wie biedt meer? Komaan mensen, 31.000 dollars is een zacht prijsje! Eénmaal... Andermaal.... Verkocht! Mag ik de juffrouw rechts feliciteren? Mevrouw is zomaar eventjes de eigenares van het mooie landhuis in Oklahoma!
Gejuich en gejammer steeg op in de zaal. Na een tijdje was de zaal ontruimd en alleen Jessy Munro bleef over; degene die het huis gekocht had. Ze holde naar buiten. Buiten zat een collie vastgebonden aan een houten paal. “ Oh, Prancer, ik heb het, ik heb m'n eigen huis!!!� De hond blafte opgewonden. “Kom laten we vertrekken.� Maar Prancer trok zo hard hij kon aan het touw, hij geraakte geen stap dichter. “Oh, sorry, vergeten!� Ze maakte het touw los en liep naar de koets. Het beest sprong lenig naast haar. �Ju, Cinnamon!� Het paard hinnikte en draafde weg. Na lang rijden door de prairie kwamen ze aan bij de woning. “Dit is nu écht mijn droomhuis...� sprak ze met een brede glimach.
Jessy heeft haar ouders nooit gekend, maar ze heeft erg veel geld geërfd. Ze stelde niet veel belang aan al dat geld en had haar eigen manier van leven. Gelukkig was ze zeker, met haar twee beste vrienden; Prancer haar hond en Cinnamon haar gevlekte paard. Het huis was groot en gezellig. Het was een soort van ranch; er waren stalletjes en een hele grote weide. De woning bevond zich helemaal in de prairie, weg van alle drukte.
Cinnamon voelde zich al direct thuis, ze rende door de velden en sprong als een gek op en neer. Prancer daarentegen had een grote poel ontdekt en plofte zich in het water. “Zo die zijn wel blij!� lachte Jessy. Ze ging de stallen verkennen en liet de twee even begaan. De stalletjes waren allemaal in hout gemaakt, het waren er een stuk of 4. Eén voor één bekeek Jessy ze. Het rook er vermuft.
Op het einde van de gang lagen massa's hooi. “Wat een geluk, ik moet voor een half jaar geen eten meer kopen voor Cinnamon!�
Toen ze weer buiten kwam, rolde Prancer zich in het zand. Dan kwam hij tegen Jessy leunen. “Hé, laat dat!� Maar wanneer de hond omhoog keek, moest ze zelf lachen.
“Nu mag je je weer afspoelen hoor!� Het dier ging naar de poel en deed dat ook. “Gekke hond...�
Cinnamon kwam galloperend naar haar toe en knabbelde aan Jessy's haar. “Wat is er?� Het paard bleef maar trekken. “Wil je me iets laten zien?� Onwetend wat ze wou tonen sprong Jessy op haar rug en Cinnamon vertrok. Prancer liep vooraan en was erg opgewonden. Hij niesde en snuifde, blafte en hijgde. “Wat hebben jullie toch?�
Na een paar minuten rijden stopten de 2 dieren voor een heuvel. Het was duidelijk dat Jessy daarop moest. Ze stapte af en ging naar boven. Prancer en Cinnamon volgden. Toen Jessy bovenaan was zag ze iets wat ze nog nooit van haar hele leven had gezien.
En hele kudde wilde paarden dronk aan een meer. Mustangs. Er zaten tal van kleuren bij. Er waren zelfs veulentjes.
Opeens werden de paarden door iets of iemand opgejaagd. Jessy bukte haar en keek toe. Een grote stofwolk laaide op. Geschreeuw en geroep van luide mannenstemmen. Cowboys...
Ook Cinnamon en Prancer waren bang. De mannen sloegen met zwepen en zwaaiden met lasso's. De paarden waren na een tijdje oververmoeid en er stond schuim op hun lippen. Jessy kon het niet meer aanzien. Ze moest iets doen maar ze wist niet wat. In haar eentje kon ze de cowboys niet tegenhouden. “Hiyaaa, hiyaa�klonk het. Ze knalden met hun geweren en daardoor werden de paarden nog zenuwachtiger.
Ze kreeg tranen in haar ogen. Waarom?...
De mannen dreven de paarden weg. Jessy steeg op Cinnamon en bleef gebukt. Ze daalden van de heuvel af. Ondertussen waren de cowboys al verdwenen, samen met de mustangs. Jessy volgde hen en zij werd dan weer gevolgd door Prancer.
Voorzichtig daalden ze de heuvel af.
“Daar zijn ze� zei Jessy. De mannen waren nog altijd aan het schreeuwen. Na een lange achtervolging stopten de cowboys bij Dodge City; een verlaten stad, dat had ze ooit eens in een boek gelezen.
Ze dreven de paarden in een corral omheind met houten palen. Veel plaats hadden de arme dieren niet. De paarden steigerden en briesten. Een paar van de kerels gingen een saloon in en kwamen dronken buiten. Intussen waren de ongeruste paarden wat bekomen, maar toch had Jessy medelijden. Machteloos moest ze toekijken hoe de dieren werden opgejaagd. Ze hadden er plezier mee dat de paarden bang waren. “Wat een beesten!�fluisterde Jessy kwaad. Prancer jankte zachtjes. “Rustig maar, alles komt goed...�
Maar plots...
“Oewoewoewoe� Jessy schrok zich een ongeluk.�Wat was me dat?!� Een grote stoffige zandwolk kwam dreigend dichterbij. “Nog meer cowboys?� Maar deze keer waren het geen cowboys, neen...
Wilde mensen op even wilde paarden naderden snel. De kerels in de stad namen hun geweren en schoten waarschuwend in de lucht. Het waren indianen. Zo te zien waren dat hùn paarden en de cowboys leken niet van plan om zich over te geven. Het zou een gevecht worden en niet zonder doden. Jessy,Cinnamon en Prancer zaten in het nauw gedreven...
Ze verborgen zich achter een saloon en het gevecht begon. “Paw, paw, zzzzzzff�, een pijl boorde recht in in het hoofd van een dronken cowboy.
Jessy kon niet tellen hoeveel doden en gewonden er waren. Opeens was er een indiaan die met zijn paard de corral doorbrak. De mustangs renden door heel Dodge City.
De indianen waren met dubbel zoveel en schenen ook aan de winnende hand. De strijd was bijna ten einde.
Verschillende cowboys konden nog net op tijd wegvluchten, maar voor anderen was het te laat. Er sneuvelden ook vele indianen.
Toen sloeg er een indiaan een kreet en iedereen reed terug huiswaarts.
De mustangs weg... De indianen weg... De cowboys dood...
Gelukkig kwam Jessy er met de schrik vanaf. Alleen in een verlaten stad. Een paar meter verder lag er een voorwerp. Nieuwsgierig zoals ze is, ging ze er naartoe. Het was een boek. De kaft was van echt leer gemaakt, er hingen friezeltjes aan en pareltjes. Wondermooi.
Ze maakte een klikkend geluid en Cinnamon kwam tevoorschijn. Prancer nam een kijkje om te kijken of alles veilig was. “Wat een dag!� zei ze met een bibberend stemmetje. Ook de hond en het paard moesten nog even bekomen. Ineens hoorden ze een licht gebrabbel. Aan de andere kant van de weg lag nog een man, geen indiaan maar een cowboy. Te zwak om op te staan. Hij was door een pijl getroffen in zijn buik. Voorzichtig ging Jessy kijken. Stapje voor stapje.
“W...Wie bent u?� vroeg ze stotterend.�Hij mompelde wat en zei toen: “Wie ik ben?...Wie ik ben?!� Hij lachte en probeerde weer wat te zeggen. “Hahaha...auw...� De man had een raar Amerikaans accent. “Ze mogen hun f*cking paarden houden...�Jessy schrok een beetje van zijn ruwe taal. Hij begon weer te lachen, wat Jessy erg irriteerde.
Maar wat ze niet zag was dat de man zijn revolver nam. “Jij bent waarschijnlijk ook één van die indianen?� De kerel raaskalde. Prancer hield de man in de gaten en zag wat hij probeerde te doen. De cowboy trok zijn geweer over en ging bijna schieten. Opeens haalde hij z'n wapen boven en richtte die naar Jessy. Ze kon nauwelijks slikken en haar hart klopte in haar keel. Prancer grolde en beet in de man zijn hand. “Aaaaaarhh, STOM BEEST!!!� “PAAW� Hij vuurde een schot af recht op de hond... “KAII� Jessy schreeuwde. De cowboy viel op de grond en blies zijn laatste adem uit. “Prancer, nee!!!�
Jessy bukte haar naast het dier en nam hem vast. Ze voelde dat ze in tranen ging losbarsten. Cinnamon kwam aangedraafd en hinnikte paniekerig. “Kom, ik neem je mee naar huis...�
Ze nam het beest op en legde hem op Cinnamon.
Zo vlug als ze kon reed ze terug naar huis.
“Volhouden, Prancer, volhouden...�
Na lang rijden door de prairievelden, eindelijk zag ze de ranch.
Ze rende naar binnen en haalde een deken. Ze legde het op haar hond en haalde verbandmateriaal. Ze hielp vroeger bij een dokter in haar geboortedorp en wist wel wat van wonden.
Het zweet drupte langs haar kin. Hoe moest ze daaraan beginnen... Mes, waar is het mes? Ok daar... eum...tang, een tang ja, ok doek....
“Ziezo, klaar. Nu gaan we hem laten rusten� zei ze geruststellend tegen Cinnamon. Maar zelf was ze er niet zo gerust op.
Minuten, uren gingen voorbij. Nog steeds geen beweging. Ze werd ongerust. Ze begon op haar nagels te bijten. Cinnamon at of dronk niet meer. Je kon de wind horen waaien, een veldmuisje horen trippelen, een naald horen vallen...Tot op een ogenblik. Een zacht gepiep. Jessy sprong uit haar zetel. Maar het was Prancer niet, een houten deur waaide de hele tijd open en dicht. Voor de zekerheid ging ze eens kijken. Wanneer ze aankwam bij zijn mand was er niets te zien. Even leken Jessy's hersenen te stoppen. Haar adem stalkte in haar keel. “Prancer? Prancer???� Ze spurtte het huis rond, rende om het hele huis, nergens was de hond te bespeuren. Haar hart had nog nooit zo snel geklopt. “De stallen!!� Daar had ze nog niet gekeken. En ja, Prancer en Cinnamon waren aan het spelen. Toen ze Jessy zagen liepen ze naar haar toe, Prancer sprong op haar en Cinnamon hinnikte vrolijk. “Kom, hier schatten van me!!!�
Ze keek over de uitgestrekte prairievelden en zuchtte opgelucht...
2.De zoektocht
Op een dag zat Jessy buiten in haar zetel, het boek te lezen. Het ging over indianen. Nadat ze hen en de cowboys had bezig gezien, wou ze er wel wat meer over weten. Jessy vond namelijk dat de indianen een boeiend volk was. Op de eerste pagina stonden er geboden.
1.De aarde is onze moeder zorg goed voor haar.
2.Koester al je relaties.
3.Open je hart en ziel voor de grote geest.
4.Alle leven is waardevol en kwetsbaar, behandel deze met respect.
5.Neem van de aarde wat nodig is, en niet meer.
6.Doe wat nodig is voor het goede van alles.
7.Dank de grote geest voor elke nieuwe dag.
8.Spreek de waarheid, wees goed voor andere.
9.Volg de ritmes van de natuur, sta op en rust met de zon.
10.Geniet van je reis op aarde, maar laat geen sporen achter.
Bij de vierde regel moest ze terugdenken aan de cowboy die Prancer schoot. Maar ze dacht daar niet meer aan terug en probeerde het te vergeten. En ze las verder. De hemel kleurde oranje en de zon begaf zich in het westen.
Het was nacht. Jessy kon niet goed slapen en ze nam het indianenboek terug en begon er weer in te lezen. “Woeoeoeoe, Woewoewoeoe� Prancer. Hij huilde de hele nacht aan één stuk door. Het werd haar te veel. Ze deed haar pantoffels aan en ging naar buiten. Daar zat hij, ver op de prairievelden. “Prancer!!! Wat heb jij toch?� Hij stopte even en ging naar haar toe. Zijn tong hing uit zijn muil en hij keek onschulding naar Jessy. “Wil je naar binnen?� Prancer stapte voorzichtig op de trapjes en vestigde hem in de sofa. Met grote verbazing ging Jessy terug naar boven en viel in slaap.
De volgende morgen lag Prancer nog steeds waar Jessy hem had achtergelaten. Hij snurkte een beetje. In de keuken zette Jessy een kopje koffie.
Toen de waterkoker floot, kwam Prancer de keuken binnengewandelt. “Ah, je bent wakker!�
De hond geeuwde en begon weer te janken. Jessy bukte haar en keek het beest aan. “Prancer, ik maak me zorgen, je doet zo raar.
Dat ben ik niet gewoon van jou...�
Met een bezorgde blik dronk ze haar koffie op. Prancer liep rond in het huis en krabde aan de voordeur. Jessy deed open en zuchtte nogmaals. Nadat ze ontbeten had, stapte ze naar buiten en tuurde over de velden. “Nu Cinnamon hooi geven.� Opeens dook Prancer weer op. Voor de zoveelste maal jankte hij weer en liep de hele tijd tegen Jessy haar been. “Prancer, af!� Maar de hond luisterde niet. Eenmaal aangekomen bij de stallen ging Jessy naar het hooi en schiep met een riek een heleboel hooi bijeen. “Hier, Ci...�
Er was geen spoor van Cinnamon te bespeuren. “Oh, nee... Niet weer!!!� Jessy riep... Maar nergens was ze te zien. Zelfs niet in de verste verte... “Prancer, zoek, zoek!!!� Maar de hond deed zijn best en hij vond nergens een teken van het paard. Maar plots blafte Prancer enthousiast. Jessy spurtte naar hem. Er waren hoeven te zien... Een heleboel. Dat kon niet van één paard zijn. Nee, er was nog iemand te paard. Ze dacht na over hoe ze dat moest aanpakken. Ze was helemaal over haar toeren. Zo vlug als ze kon liep ze terug naar de woning, nam een tas, stak er proviand in en als laatste,... Het geweer dat ze van haar opa heeft gekregen.
Ze herinnerde zich de wijze woorden van grootvader:
“Hier, mijn kind, je zult dit nog wel nodig hebben. Denk goed na. Laat de goede dingen gebeuren, voorkom de slechte, je kan de slechte voorkomen zonder geweld, dus dit zal je meer nodig hebben dan het geweer...�
Ze keek naar het amulet dat ze van grootvader gekregen had. Het was een adelaar, niet zomaar één, het was Aguila; symbool van de Apaches.
“Fwiiit!!� Ze floot op haar vingers. Daar kwam Prancer al aangerend. Ook hij was alert. Met zijn neus in de lucht snoof hij in het rond. Hij bleef plots staan en blafte. Prancer liep naar het westen en Jessy volgde hem.
“Prancer, wacht even...�Jessy zag iets aan de horizon. De lage avondzon stak in haar ogen. Toen ze dichterbij was zag ze een lijk.
Het was een jonge indiaan, een Apache.
“Hij is gewond geraakt in Dodge City.� zei ze stil.
Prancer snuffelde aan het dode lichaam.
“Het is te laat, hij is dood...�zei Jessy tegen haar hond. Hij duwde zijn natte neus tegen het koude lichaam.
Ze maakte een kruisteken en begon een graf te maken. Jessy vond dat als kinderen zo jong stierven een goede rustplaats verdienden. Met weinig woorden keerden ze terug naar de sporen. De avond viel. “We moeten een slaapplaats vinden voor het helemaal donker wordt.� Jessy legde een klein deken op de grond voor Prancer en haar. Ze zaten verscholen in het lange prairiegras, maar echt veilig voelde Jessy haar niet. Bij elk geluid keek ze of er niets aan de hand was. Na een tijdje viel ze toch in slaap.
Een koele bries maakte Jessy wakker. Het was nog vroeg. Het lange gras wiegde heen en weer. Ze duwde zachtjes tegen Prancer, die nog slaperig was. “Kom, Prancer het is tijd om te vertrekken. Het dier geeuwde en stond in één keer op z'n vier poten. Jessy stak het deken terug in haar leren tas. De zon zat in het oosten, dus hadden ze daar geen last van. Ze had nog maar een paar stappen gezet of Prancer begon weer te janken. Ze draaide haar om en kreeg bijna een hartstilstand. Een indiaan, een kop groter dan Jessy stond voor haar neus. Zijn grote bruine ogen priemden in de hare. De indiaan had een gezicht van staal, hij had een pluim in zijn donkere haren. Zijn armen waren gekruist.
“Uh, wie jij zijn?� Jessy slikte en zei met een klein stemmetje: “Euhh, ikke?� De indiaan kon er niet om lachen. Geen spiertje bewoog. Hij had een zodanige blik dat ze meteen wist dat hij een antwoord wou. “Eum, Jessy Munro...� De man knikte en vroeg: “Waarom jij betreden onze jachtvelden?� Euhm...� Jessy wist niet wat ze moest zeggen. “Mijn paard is weg en eu... ik zoek het...� zei ze op een angstige toon. Ze wou net haar mond open doen om iets te zeggen maar de indiaan viel haar weer in de rede. “Jij, blanke squaw zijn. Blanken onze vijanden.� Haar mond viel open, wat moest ze daar op antwoorden? “ Niet allemaal, toch?� Weer mis. Het stalen gezicht keek weer even geërgerd als voorheen. “Jij, meekomen.� Prancer grolde. Jessy probeerde hem te sussen. De indiaan schrok en zei vol afschuw: “Wat dat zijn?� “Mijn hond, Prancer.� De man reageerde ongeïnteresseert en richtte zich weer tot Jessy.
“Jij en klein paard met lang haar meekomen, nu!�
Jessy moest haar inhouden. Kwaad keek de indiaan in haar richting. “Jij stil wezen.�
Hij nam z'n paard bij de teugels en liep naar Jessy toe. “Moet ik daarop?� vroeg ze.
De indiaan zei niets en bevend kroop Jessy op het paard. Net zoals de indiaan had het dier een pluim in zijn manen en was beschilderd op z'n dij. Een blauwe hand. Dat was het teken van de Apaches. Jessy besefte nu pas wat haar te wachten stond. Op het betreden van hun land stond een zware straf. Voorlopig zou ze wel haar mond dichthouden, voor ze weer iets doms eruit flapte. Na een tijdje was er een klein dorpje zichtbaar. Allemaal beschilderde tipi's en mensen die buiten nieuwsgierig kwamen kijken. Vele kinderen waren bang van Prancer, zoiets hadden ze nog nooit gezien.
Het paard en de indiaan bleven maar doorwandelen. Jessy's handen waren geboeid met een touw. Vluchten kon ze niet. Ze vond wel dat de indianen goeie smaak hadden, want alles was zéér gezellig. De mustangs liepen vrij rond op de prairievelden. Op een één of andere manier kreeg ze een warm gevoel. Een gevoel van vriendschap, vrijheid...
Opeens moest Jessy afstappen.Ze stonden vlak voor een grote tipi. Er stond een rode bizonkop op. “Jij naar binnen.� Jessy keek hem vragend aan en deed wat hij zei. Binnen was het donker. Overal lagen er dierenhuiden tapijten. “Wat kom jij hier doen?� vroeg een donkere stem. Midden in de tipi zat een man, het opperhoofd. Voor ze het wist flapte Jessy er weer iets uit. “ Bent u het oppperhoofd?� Jessy forceerde een glimlach die stilletjes aan verdween. “Uh, dat ben ik. Wie jij zijn?� “Jessy Munro...� De indiaan fronste zijn wenkbrauwen. “Jij blanke squaw zijn, waarom jij hier?� “ Ik ben mijn paard verloren en ik zoek het.� Het opperhoofd blaasde zijn rook uit van zijn pijp en keek haar aan. “En jij denkt paard hier te vinden?� Lap, nu mocht ze weeral naar een goed antwoord zoeken. “ Euh, ik weet het niet?�
De man stond op en sprak:
“Blanken hebben velen van ons dorp uitgemoord, onze paarden gestolen, vrouwen en kinderen opgehangen en nog veel erger... Jij ook blank zijn en slecht!
Morgen wanneer de zon wakker wordt, dan zal jij ondergaan wat ook ons volk is overkomen!� Nogmaals slikte ze. Er viel een zware hand op haar schouder en ze werd in een tipi geduwd. Prancer sprong nog vlug bij haar. De tipi was leeg en koud.
Jessy bibberde en Prancer legde zich dicht tegen haar aan en gaf likjes. Geen oog had ze dicht gedaan. Bang afwachten. Wachten... Op de dood...
Een nieuwe dag brak aan, de zon had net de boomtoppen bereikt. Ze begon sneller en sneller te ademen. Prancer was juist wakker. Haar bewakers openden de tipi. Elk namen ze een arm van Jessy beet. Een andere knoopte een touw om Prancers nek. Hij jankte. De indiaan trok hard aan het touw. Jessy kookte van woede... en angst. Met haar ogen keek ze kwaad in de richting van de man. Het deed hem niets. Weer een stalen gezicht. Uiteindelijk kwamen ze aan bij de totems.
Jessy werd vastgebonden en Prancer ook. Alle leden van de stam verzamelden zich. Dood met de pijl. Dat had ze gelezen in het indianenboek. De eerste in de rij nam pijl en boog. Hij trok de pijl ver naar achter... Jessy sloot haar ogen. Bijna was het zover.
Zzzzzzffffffff !!! Een vlijmscherpe pijlpunt boordde zich rechts naast haar ogen in de totempaal. Haar hart ging tekeer als een gek. Haar ogen waren dicht maar toch dwarrelden er tranen over haar wangen. Nu was de tweede indiaan aan de beurt. Ook hij nam een pijl en richtte. Hij ademde diep en...
3. Cora
“HALT� klonk de zware stem van het opperhoofd. Hij stak zijn hand in de lucht en de indiaan liet pijl en boog zakken. Vragend keek hij het opperhoofd aan. Met een veelbetekenende blik liet het opperhoofd de indiaan achter. Jessy kon niet meer volgen. Hij gaf teken om de geboeide handen los te maken. Prancer niesde. De polsen van Jessy zagen rood. Met grote ogen keek ze naar hem. “Kom, Jessy Munro. Ze ging hem
achterna.
Weer moest ze de tipi met de bizonkop binnengaan. “Neem plaats.� Jessy deed wat hij zei en haar hond legde hem op een dierenhuid. Het opperhoofd wees naar haar. “Bonk, bonk� Jessy hoorde haar eigen hartslag. “Dat amulet...� begon hij. “Van wie heb je dat gekregen?� Jessy staarde hem verwonderd aan. “Van mijn grootvader...� Voorzichtig haalde ze de ketting van haar hals. De indiaan stak zijn hand uit. Met veel bewondering keek hij er naar. Hij rochelde en sprak:
“Vele, vele jaren geleden was er een grote strijd tussen onze stammen en de blanken. Blanke mensen brandden onze dorpen plat, beroofden de indianen van hun land. Ze verspreidden ziektes en verleidden ons tot het drinken van vuurwater. Nu is die drank verbannen uit onze streken.
Maar plots ontstond er een verband. Mijn vader en jouw grootvader...â€? Jessy luisterde met alle aandacht. De indiaan ging verder. “Mijn vader Maguta en jouw grootvader Hyawotu waren vrienden geworden. Hyawotu was in dienst bij het leger van de blanken, maar zelf was hij een Apache, net als mijn vader. Ze vochten en overwonnen. De blanke mensen gaven op en hun manschappen keerden terug naar huis. Maguta gaf Hyowotu dÃt medailon als teken van hun vriendschap. Mijn vader heeft vele manen geleden zijn geest aan de Grote Aguila, God van de Apaches gegeven...
Nu ben jij, Jessy Munro, kleindochter van de grote Hyawuto naar hier gekomen. Wij ons verontschuldigen voor de onvriendelijke ontvangst.� De Apache die Jessy gevonden had kwam binnen. Hij ging naar het opperhoofd en zei iets tegen hem in het indiaans.
Het opperhoofd zei iets terug en de indiaan keek ineens naar Jessy.
De man stapte naar Jessy en zei: “Namaktok, ajornarmat.�
Hij buigde en verliet de tent. “Hij verontschuldigde zich.�vervolledigde het opperhoofd. “Hij zei ook dat je Kiowa begraven hebt, de jongen die gestorven was. Wij danken jou daarvoor.� Jessy zag weer de jonge indiaan voor zich liggen.� Ik moet me ook verontschuldigen... “ Hij stond recht en gaf Jessy een hand. “Goyathlay.� Jessy glimlachte en stond ook recht. Het was al middag en Jessy's buik grolde. “Mijn squaw zal eten klaarmaken.� en hij was weg. “Kom, Prancer.�
Ze verkenden het kamp. Opeens hoorde ze iemand naar haar roepen. Het was de vrouw van Goyathlay. Glunderend stond ze te wachten met een grote kom eten. Jessy haar maag knaagde nog meer. Het zag er lekker uit. Jessy zette zich naast de vrouw. Ze bloosde. Waarschijnlijk wist het hele kamp nu dat ze de kleindochter was van 'De Grote Hyawotu'. Voorzichtig nam ze een hap van de pudding. Het smaakte naar kruiden. En het was lekker. “Mmmmmm...Lekker� De vrouw haar bolle wangen werden nog roder.“Jessy Munro� zei ze. Ze stak haar hand uit en de vrouw schudde zachtjes. “Cora, aangenaam je te ontmoeten.� Ze had een kalme, zachte stem. “Dus jij bent...� De vrouw kwam niet goed uit haar woorden. “De kleindochter van Hyawotu� Vol bewondering keek ze naar Jessy. “En jij bent de squaw van Goyathlay.�antwoordde ze. Cora giechelde. Jessy lachde mee. “Wat is dat?� vroeg ze en ze wees naar Prancer. “M'n hond, Prancer.� “Hond...�, herhaalde Cora. Hij blafte en Cora viel omver.
“W-wat deed hij?� “Oh, hij blafte, dat doen honden.�verontschuldigde Jessy zich. Cora lachte opnieuw. Ze was een grappige vrouw. “Eu... Cora, ik zou je één ding willen vragen...� Cora keek nieuwsgierig naar Jessy. “Waar zijn de paarden?...� Haar bolle wangetjes werden weer gewoon van kleur. “Oh, geen problem, kom maar mee.� Jessy had een andere reactie verwacht, maar ze was blij dat ze zo positief reageerde. “Hierheen.� Jessy volgde Cora en Prancer vond duidelijk dat ze een vriendelijke persoon was. Daar waren ze, tientallen mustangs graasden naar hartelust rond op de prairie. En daar was ze... Cinnamon hief haar hoofd op en leek wel bevroren.
Ze tuurde naar Jessy, die helemaal opfleurde. “Cinnamon!!!�
Het paard rende naar haar toe. Prancer blafte opgewonden.
Jessy omhelsde Cinnamon en Prancer sprong in het rond.
Cinnamon hinnikte blijer dan ooit.
Ook Cora zuchtte van opluchting. Trots als een pauw steigerde het paard. Het was een hartverwarmend weerzien...
Goyathlay kwam aangewandelt. Hij bekeek Cinnamon goed en keek dan naar Jessy. “Dat jouw paard zijn?� Jessy knikte. Het opperhoofd dacht diep na. Dan kwam Cora plotseling naar hem toe. Ze fezelde iets en ging terug in het dorp. Minutenlang dacht de indiaan na. Hij wreef over zijn kin en zei :�Paard liep over de prairievelden, ver, ver, weg. Wij dachten dat het één van de onze was, dus namen wij paard mee. Maar wij wisten niet dat het paard van jou is. Nogmaals onze excuses.� “Nee het was mijn fout, ik had het hek niet goed dichtgedaan...� De indiaan accepteerde wat Jessy zei en ging naar Cinnamon. “Wat is zijn naam?� “Het... is een meisje.� voegde Jessy toe. “Cinnamon.� Opnieuw dacht Goyathlay na. Hij streelde Cinnamon op haar neus en zei toen: “Het is jouw paard.� Eerbiedig gaf Jessy hem een hand. “Nokarami.� Wat dankjewel wilde zeggen. Het opperhoofd trok zich terug in zijn wigwam. “Cinnamon, wat ben ik blij dat ik je terug zie.� Ze nam het het paard stevig vast alsof ze het nooit meer zou willen loslaten. “Je mag nog zolang blijven als je maar wil.� zei Cora vriendelijk. Ze glunderde van blijdschap. Jessy lachte.
Cora was een vrouw van in de zestig, ongeveer even oud als Goyathlay. Jessy was een kop groter dan haar. Cora had pekzwart haar en had kleine donkerbruine oogjes. “Kom ik wil je wat laten zien.� zei Cora.
Ze zigzagde door de wigwams. Ze stopte bij een tipi. “Ga maar.� zei ze. Jessy bukte zich en ging door de ingang. Zo'n gezellige tipi had ze nog nooit gezien. Cora haalde een paar indianenkleren uit en het was duidelijk zo dat Jessy die moest aantrekken. Cora stapte uit de tent en ontfermde zich over Prancer. Ze konden het goed met elkaar vinden. “Ziezo, klaar.� “ Oooohh mooi, mooi.�pronkte Cora. Prancer vond het zo te zien ook leuk.
Met Prancer en Cora maakte Jessy een wandeling door het dorp. Cora liet alles zien en legde alles goed uit.
Ze stelde haar aan iedereen voor, ze was fier op Jessy. Jessy voelde zich nu één van hen. Alsof ze thuis was... Iedereen was vriendelijk en vrolijk.
Jessy raakte stilaan gehecht aan de stam.
Samen zaten ze op een bankje, gemaakt van een stronk onder een grote eik. Cora vertelde allerlei oude indianenverhalen.
“Jouw moeder, de dochter van Hyawotu...�begon Cora. “Was mijn beste vriendin.� Jessy keek verwonderd naar Cora. Ze had namelijk nog nooit iemand horen vertellen over haar ouders. “We kenden mekaar al toen we nog jong waren. We zijn samen opgegroeid. Maar wanneer de blanken kwamen...� Cora kreeg tranen in haar ogen. Jessy begreep Cora, de blanken hadden haar moeder vermoord...Ze gaf een zakdoek aan de huilende vrouw. �Dankje...� “ Nu jij hier bent, is het alsof jouw moeder naast me zit.� Jessy keek naar de grond.�Weet je, er heeft mij nog nooit iemand verteld over mij moeder.� Ze keek terug naar Cora. Jessy legde haar arm over de oude vrouw. “We kunnen de tijd niet terug draaien...� zei Jessy troostend. “Ik ben blij dat ik je leren kennen heb, Cora.� Er verscheen weer een glimlach op Cora's gezicht. “Kom het is al laat, laten we naar het dorp gaan.�zei ze. Jessy stond recht en hielp Cora overeind. “Kom, Prancer.� De halfslapende hond geeuwde en rekte hem uit.
De zon scheen over de velden en maakte plaats voor de maan.
Jessy had een eigen tipi gekregen. Cinnamon voelde zich echt thuis in haar nieuwe kudde.
“Wat een verschil, vanmorgen waren we ter dood veroordeelt en nu zijn ze onze vrienden waarvan we een warm onthaal kregen. En Cora, ik had nooit kunnen denken dat ze zo een vriendelijke vrouw was. Ze ontfermt zich over me, zoals een tweede moeder...“Prancer zuchtte.
“Je zal wel moe zijn, na al wat er gebeurt is.� Maar Jessy zelf kon niet slapen. Ze nam het medaillon en bestudeerde het. De arend had witte diamanten oogjes, en was uit zilver gemaakt. Hij was van onschatbare waarde, dat interesseerde haar niet, wel dat haar grootvader dat had gekregen van Uncas, vader van Goyathlay. Met die gedachte viel ze in slaap. “Grrrrr, grrrrrr...� Jessy werd wakker. Het was Prancer die snurkte. Ze schudde haar hoofd en rekte haar armen uit. Prancer ontwaakte na een tijdje uit zijn diepe slaap. Ze kleedde haar aan en stapte uit de tipi. Jessy was klaar voor een nieuwe dag.
4. De jacht
Ze keek naar de boogschietende jongens. Ze konden er wat van vond ze. Toen de jongens even een pauze namen, vroeg Jessy of ze ook eens mocht proberen. De jongens keken verbaasd, want geen enkele indiaanse vrouw had ooit een wapen gehanteert, laat staan vastgehouden. Maar ze wilden eens zien wat Jessy kon. Eerst toonden ze hoe ze pijl en boog moest vastnemen en daarna leerden ze Jessy mikken en schieten. In het begin kon ze er niets van... “Woeps, waar is die pijl nu?� De pijl was namelijk over de schietschijf gevlogen in een boom. “Geeft niet.� zei één van de indianenjongens. De tweede keer was het beter, ze zat dan in de derde ring. Na lang oefenen vloog haar pijl recht in de roos. De jongens juichten. “Ik ga nu wel stoppen, hoor.� zei ze vermoeid. Ze ging terug in het dorp en zag iets wat ze niet verwachtte. Iedereen, de volwassenen, zaten teruggetrokken in hun tipi. Jessy ging naar de tipi van Goyathlay, het opperhoofd. Hij was zijn tomahawk aan het slijpen.
“Wat doet u?� vroeg Jessy. De indiaan keek op en zei: “Wij ons klaarmaken voor de jacht.� “Welke jacht?� “Op tatanka's.� zei hij kort. Jessy wist niet wat er aan de gang was en ging met een heleboel vragen naar Cora. Ook zij was aan het werk. Allemaal messen en bijlen lagen voor de vrouw. “Cora, wat gebeurt er?� “ De mannen gaan op jacht. Iedereen helpt dan mee. Mannen bereiden zich voor, terwijl squaws wachten tot zij terugkomen.� Jessy trok grote ogen en zette haar naast de indianenvrouw. “Hoe gaat het er op zo'n jacht aan toe?� “Weet ik niet, ik ben nog nooit meegeweest. Dat is de taak van mannen.� “Maar wat zijn dan 'tatanka's'?� “Bizons.� zei Cora kalm. Jessy deed haar mond dicht. “Zou ik mogen meegaan?� Verbaasd ze keek naar Jessy en liet een mes dat pasgeslepen was vallen. “Jij wil meegaan met de mannen op bizonjacht???� Jessy probeerde: “Ja, ik wil wel eens mee. Heb jij je nooit afgevraagd wat ze daar doen?� Cora hief haar schouders op. “Niet echt...� Jessy sprong recht en ging terug naar Goyathlay. “Mag ik mee?� Goyathlay zei niets. “Op bizonjacht?� vulde hij haar aan. Weeral een verbaasd gezicht. “Jij?� Ze knikte. “Als jij dat wil.
Maar kan je goed schieten?�
“Ja, tuurlijk, ik heb daarnet met die jonge indianen geoefend.
En ze zeiden dat ik het kon.�
Het opperhoofd zei: “Jij eerst adelaarsveer verdienen...� Jessy blies. “Nou dan is er niks aan te doen...�Koppig vertrok Jessy. Een paar indianen maakten de paarden klaar. Ze hadden een soort van oranje vloeistof bij zich, dopten hun hand erin en plaatsten die op hun paard. Sommigen hadden een bizonkop vast, die ze gebruikten als camouflage. Jessy zou dolgraag willen meegaan. Ze haalde diep adem. Prancer lag uitgestrekt op de grond voor de tipi. Cinnamon kwam ook een kijkje nemen. Jessy streelde zachtjes op haar manen. “Wat zou jij doen?� vroeg ze aan Cinnamon. “Meegaan op jacht?� Cinnamon begreep haar natuurlijk niet.
Plots hoorde ze een luide stem. “Stamleden! Wij zijn klaar voor de jacht. Laten we vertrekken! Hayaaaaa!� Jessy schrok. Dit was haar kans. De paarden van de indianen deden de grond daveren. Ze hoorde kreten van blijdschap. Eén grote stofwolk drong het dorp in. Jessy nam haar Stetson (haar cowboyhoed), legde op Cinnamon een deken met daarop haar pijl en boog en steeg op. “Prancer jij moet hier blijven, het is veel te gevaarlijk, je kunt altijd terecht bij Cora.
Cinnamon nam aanstalten om te vetrekken en daar gingen ze. “Komaan, Cinnamon, ju!!!� Het paard galopeerde door het prairiegras. Zonder dat iemand het merkte voegde ze haar achteraan bij de groep toe. Gelukkig lette niemand op haar. Het was een bijna een dag rijden. Jessy herrinnerde zich dat Goyathlay had gezegd dat de bizonkudde altijd op dezelfde plek stonden. Ieder jaar.
Ineens werd er bruusk gestopt. Ze stonden op een hoge clif waar ze een uitzicht hadden over een uitgestrekt landschap. Goyathlay was helemaal vooraan in de menigte indianen. Jessy kon een kleine glimp zien dat hij aan het overleggen was. Onrustige blikken werden uitgewisseld. Er was iets mis. Een indiaan vroeg aan haar wat er aan de hand was. Lap. Jessy stond helemaal achterop om niet opgemerkt te worden. Maar wat moest ze nu doen. Met haar lange blonde haar onder haar hoed viel ze meteen op. “Euhm, eu... eu...� De indiaan schrok. “Wat jij hier doen?� “Ik wou zo graag mee met de jacht, dus... Maar zeg niets tegen de anderen,... alsjeblieft...�
Hij was nog jong, ongeveer even oud als Jessy en zag er betrouwbaar uit. “Stil maar, ik zal niets zeggen.�
Hij glimlachte. �Hawkeye.� Hij stak zijn hand uit. “Jessy�
Ze stak haar haar onder de hoed en schraapte haar keel. “Hé, jij, wat is er aan de hand?� vroeg ze met een zware stem. Ze glimlachte naar Hawkeye.
De indiaan een beetje verderop zei: “Bizons, ze zijn er niet, weg.�
Geschokt keek Jessy naar de indiaan die haar ontdekt had. “Wat nu?� De glimlach van de indiaan verdween. Hij keek ook geschokt. “Weg?� herhaalde hij. Hij reed naar voor. Er was inderdaad geen kat te zien. Goyathlay was druk aan het overleggen. Ook hij was er niet gerust in. “Krijgers, de avond valt, wij zullen hier overnachten.�zei hij, maar Jessy, en zij was niet de enige, hoordde dat de stem van het opperhoofd onzeker klonk.
Ze haalden het gerief van hun geladen paarden en legden een vuur aan. Het was donker. Jessy zag verschillende gezichten die verlicht waren door het vuur. Meer dan de helft van de mannen sliep al. Jessy kroop wat dichter en verschool haar achter een verdorde struik, zodat ze kon horen wat ze zeiden. “...moeten we nu doen?� Even was het stil. “Morgen neem ik de moedigste krijgers mee en ga ik de bizons zoeken... Ze kunnen niet ver zijn...� “Weten wij dat zeker?� “We kunnen alleen hopen dat de Grote Geest ons goed gezind is... Nu moeten we slapen, misschien hebben onze dromen iets te zeggen.� Voorzichtig kroop Jessy naar Cinnamon toe. Ze legde zich dicht tegen het paard aan en viel ook in slaap.
Jessy werd gewekt door de eerste zonnestralen die over de prairie schenen. Goyathlay en de rest van de indianen die gisterenavond rond het kampvuur zaten, waren ook al wakker. Ze stond recht en geeuwde wijd. Een stuk of negen mannen waren al vertrekkensklaar. Ook Hawkeye stond klaar. Ze stegen op hun paarden, namen hun wapens mee en namen afscheid van de groep. De anderen keerden om en gingen terug naar het kamp. Nu kon Jessy niets meer doen. “Alle moeite voor niets...� Ze bleef achteraan in de groep rijden.
Na een uitputtende tocht kwamen ze aan in het kamp. Jessy besefte dat ze een stommiteit had begaan. Ze had een hol gevoel in vanbinnen.
Ze had niets kunnen doen. Nog steeds was er geen teken van leven.
Jessy maakte haar zorgen om hen, maar vooral om Hawkeye. Want iedere keer dat ze Hawkeye tegenkwam in het kamp kreeg ze een rare knoop in haar buik.
Stillaan besefte Jessy dat ze iets voelde voor hem...
De volgende dag was er nog altijd niemand. Tot op een moment een oude indiaan riep:�Onze mannen blijven te lang weg... Iemand moet ze zoeken, of we gaan verhongeren...�
Geroezemoes walmde door het kamp. “Wie wil?� Dit was Jessy's kans.
Ze stak haar hand op.
“Ik zal gaan.� Plots kwam Cora tevoorschijn met Prancer. “Jessy, nee...� Jessy zag de onrustige blik op Cora's gezicht. “Het is mijn plicht Cora... Jullie zijn als familie, nu moet ik iets terug doen.� “Maar wat als...als...� Jessy kreeg medelijden met de oude vrouw, ze had ooit gezegd dat ze als haar dochter was en nu dacht ze die te verliezen. Jessy nam de ketting met de arend erop en gaf hem aan Cora. Cora keek paniekerig op.
�Dat zal niet gebeuren...� zei Jessy kalm. Ze knikte. Zachtjes klopte ze op Cora's schouder.
�Nee...Wees gerust.� De indiaan keek verwondert naar Jessy. “Jij wil gaan?� Er viel een veelzeggende stilte. Hij wenkte iemand. Cora. Ze liep naar de indiaan en zei iets tegen hem. “De squaw van het opperhoofd vind het goed...� Jessy's ogen zochten naar Cora, ze was nergens meer te zien. “Niemand hoeft mee te gaan, jullie hebben mij behandelt als één van de stam. Nu moet ik een wederdienst doen. Ik vertrek deze middag.� zei Jessy vastberaden. “We zullen bescherming vragen aan de Grote Geest. Wees gezegend Jessy Munro...� zei de oude indiaan met een hese stem. Jessy ging naar Cinnamon en maakte zich klaar voor de tocht.
5. De verdwijning
“Prancer, ik kom terug, wees maar niet ongerust.� Ze streelde hem zachtjes over zijn kop. Het was in de late namiddag en de zon zakte af naar het westen toe. Cinnamon rechtte haar oren en snoof. Het paard nam een flinke aanloop en gallopeerde weg uit het dorp. Jessy wist welke weg ze hadden afgelegd tot aan de berg, maar verder moest ze het zelf zoeken. Jessy had geen enkel idee van wat er zou gebuerd kunnen zijn. Het was gewoon één groot raadsel. Jessy keek naar het kamp. Cora zwaaide met Prancer naast zich. Langzamerhand werden ze een kleine stip in de verte.
Wat als ze het niet haalde? ...
Jessy was aangekomen waar ze de nacht had overgebracht op de klif. Het uitzicht ging verder dan dat ze kon kijken. “We moeten van de klif af.� Rechts van de top was een klein weggetje. Een hele horde hoeven waren gevormd in de stoffige aarde. Toen ze beneden kwamen wachtte de eindeloze prairie op hen. “Hier begint het...�
Cinnamon zweefde over de grasvelden. De nacht viel en de zon glipte weg achter de tijdloze prairie. Jessy zette door, Cinnamon leek wel onvermoeibaar. Over klonken de geluiden van de natuur. De prairiewolven huilden en hier en daar hoorde Jessy een ratelslang ratelen. Jessy dacht aan haar huis die er verlaten bij lag. Maar het kon haar bijna niets schelen. Dit was avontuur. Dit moest ze gewoon doen. Plotseling werd de lucht dikker. Er brandde een lichtje. Jessy's maag maakte een salto. Was ze er nu al?
Cinnamon had duidelijk ook gezien dat er iets aan de gang was. Ze rechtte haar oren en begon nog sneller te lopen. Uiteindelijk zag Jessy dat het lichtje vuur was. Een kampvuur. Opeens doemde uit het donker een dorp op. Hier zaten absoluut geen indianen. Cowboys. Jessy hoopte vurig dat het niet de cowboys waren van hun eerste ontmoeting. Er was maar één manier om daarachter te komen. Cinnamon remde bruusk, Jessy stapte af en wandelde het dorpje in met een volgende Cinnamon. Het vuurtje was bijna uitgedoofd zodat er bijna niets van licht meer was. Het was midden in de nacht, er was geen kat te zien.
Behalve één iemand.
De saloon was nog open en alleen de barkeeper stond nog zijn glazen af te drogen. Ze bond Cinnamon vast en liep naar een leeg tafeltje. In de saloon was het aangenaam warm. De oude man keek geschrokken op. “Wat kom jij hier doen kind? Het is al middernacht.� Jessy verzon vlug iets en zei: “Gewoon een beetje ronddwalen...� De man hoorde duidelijk niet erg goed, deed zijn had achter zijn oor en Jessy herhaalde: “Gewoon een beetje ronddwalen!!!� De barkeeper had het eindelijk door. Ineens kwamen er voetstappen aan. Laarzen klingelden. Er kwamen twee mannen door de twee flapdeuren. Jessy kon niet meteen hun gezicht zien, het was te donker. “Goeienacht heren, wat zal het zijn?� De ene cowboy deed zijn hoed af en zei met een norse stem: �Twee whisky's.� De man draaide zich om en sprak tot Jessy: “Mag ik er op wijzen dat er niet wordt geroepen middernacht in Purgatory?� Ook de andere cowboy keek naar Jessy. Hij spuugde z'n bruine tabak uit. De norse man dronk zijn whisky in één gulp uit en boerde wansmakelijk. De oude barkeeper zei plots: “Laat dat meisje er buiten, het was mijn schuld, ik hoor niet al te best ziet u...� Hij was onrustig en bibberde. “Nog 2 whisky's.� zei de andere cowboy.
“En geef de juffrouw ook iets.� “Nee, nee... Ik ga maar eens.�
De cowboy klikte met zijn revolver. “Dodge City... Zegt u dat iets?� Jessy stopte even met ademen. Bijna had ze haar verslikt. “Euh, niet echt... Waarom?� “Gewoon...� Jessy stond recht en wandelde recht naar de deur. Ze maakte Cinnamon los maar ze wist dat ze met de cowboys nog niet gedaan had. Ze hoorde de deurtjes opengaan. “Shit...� mompelde ze. “Het schijnt dat een blond meisje bij indianen vertoeft. Weet u soms wie dat zou kunnen zijn?� zei hij sarcastisch. “Kijk, kijk...� Hij wendde zijn ogen af van Jessy en keek naar Cinnamon. “Heeft mevrouw geen zadel of hoofdstel?� “Het schijnt dat indianen dat ook niet hebben.�
“Wat een gelijkenis...� voegde de andere cowboy spottend eraan toe. Jessy gaf ze een vernietigende blik. Ze steeg op Cinnamon en zei:�Als u me wilt excuseren, ik moet nog ergens naartoe.� De cowboys lachten overdreven hard.
Toen ze waren uitgelachen en Jessy wou vertrekken, hoorde ze de ene tegen de andere zeggen: “...is misschien op zoek naar haar vriendjes.�
Jessy had haar nog maar net omgedraaid om te vertrekken.
De cowboys hielden de Apaches gevangen, het kon niet anders. Waarschijnlijk hadden de overlevenden van het gevecht in Dodge City wraak genomen. Jessy wist dat de mannen achter haar ook van die bende waren. Nog steeds waren ze aan het fluisteren. Jessy draaide haar abrupt om. De cowboys legden het gesprek stil en keken haar verbaasd aan. Jessy moest een list verzinnen. “Waarom zou ik bij die indianen horen?� zei ze met een nonchalante stem. “Denken jullie dat?� Hopelijk lukt het, dacht ze smekend... De twee keken elkaar aan.
“Wel, je lijkt sprekend op het meisje dat een kennis van ons gezien heeft.�probeerde de man. “Dus ik zou me aansluiten bij die... die...� “Mafkezen?�zei de cowboy gretig. “Euh...Ja!� zei Jessy met een overdreven stem. Haar hart bonkte sneller dan ooit. Weer keken de stomverbaasde cowboys elkaar aan.
“Bewijs het!�zei de slimste van de twee. “Wat?�zei Jessy ongerust. “Bewijs dat je geen van hen bent!� Jessy besefte dat ze te ver was gegaan. Véél te ver. “Eum... goed ik zal... het bewijzen.�
�Kom dan maar even mee!� Jessy stapte opnieuw af en nam Cinnamon mee met de cowboys. Het was een klein stadje. Het leek precies op Dodge City. Het was ook zo...leeg. Jessy besefte dat dit geen gewoon dorp was. Dit kon wel eens het hol van de leeuw zijn.
De maan scheen hoog boven het dorp, ze gaf net genoeg licht om te zien hoe het cowboydorp eruit zag. De stoffige aarde onder hun voeten had koud en af en toe waaide er een klein windje door de stad. Er liep één cowboy voor haar en één achter haar. Cinnamon bleef dicht bij Jessy. “Waar breng je me naartoe?� “Zul je wel zien.�zei hij. Ze wreef in haar ogen. De nacht leek wel eeuwen te duren. De woorden van de cowboy drongen niet tot haar door. “Is het nog lang?� “Ga je nu je klep houden?� zei de cowboy brutaal.
“Ah, we zijn er...�
Jessy werd meteen klaarwakker. Het stonk er verschrikkelijk.
Allemaal, modder... Ze hoorde zwijnen knorren. Maar toen zag ze houten palen dicht bij elkaar. Geschrokken keek ze naar de cowboys. “Wat is dit?� De mannen keken elkaar geniepig aan. Jessy fronste haar wenkbrauwen en keek hen vragend aan.
“Dit zijn indianen... de smerige rotzakken...� siste hij.
Jessy liep naar de andere kant van de houten cel en bekeek de indianen. Ze telde er maar vijf. Ze waren met negen... Wat zou er met de anderen gebeurd zijn? De indianen sliepen in de modder.
Hoelang zouden ze er al zitten?
“Wraak is zoet, wordt gezegd. Suikerzoet...� Hij bekeek de indianen met een blik vol afschuw. “Morgen hangen ze. Hun verdiende loon!� Jessy spande haar vuisten op, haar tanden beenhard op elkaar... Het liefst van al zou ze de cowboys een goeie dreun geven. Maar nu mocht ze haar niet verraden. De minst snuggere van de twee deed de houten deur open. Eén van de indianen schrok wakker. Het was een jonge kerel, ongeveer even oud als Jessy... Zijn gezicht werd verlicht door het maanlicht. Het was niemand minder dan Hawkeye. Jessy's hart begon als een gek te kloppen. Hawkeye ging haar meteen herkennen. Haar hele plan ging een fatale afloop krijgen. De jonge indiaan keek op maar zei niets. Zijn gezicht zat onder het bloed, zijn voet sleepte over de grond en zijn ademhaling verzwakte om de minuut. Hij herkende Jessy zelfs niet. De cowboy kneep erg hard in zijn arm. “Dit stuk onbenul heeft mij een gebroken schouder bezorgt. Hij mag als eerste de galg een bezoekje brengen. Bewijs dat je geen van hen bent.� “Hoe?� zei Jessy die haar stem niet meer in bedwang kon houden.
De andere cowboy zei: “ Zal ik een kleine demonstratie geven?�
Hij sloofde z'n mouw op een gaf Hawkeye een keiharde stomp in de maag. Jessy wist dat Hawkeye vol zou houden tot het eind. Hij gaf geen kik maar kreeg tranen in zijn ogen. “Het is aan jou nu.�
“Waarom zou ik?� zei Jessy met een brok in haar keel.
“Doe het of...� Hij hield een mes op Hawkeye's strot en drukte het diep in de indiaan z'n huid. Stilaan kwam er bloed zichtbaar.
Hawkeye riep zo hard als hij kon. De andere gevangen stamleden schrokken wakker. Erger kon het niet. Er rolden dikke tranen langs Jessy's gezicht. Ze trok haar arm naar achter en sloeg haar vuist recht in de jonge indiaan z'n maag. “Hèhè, ik wist het wel!� riep de cowboy.
Hij smeet Hawkeye terug in de houten kooi en verdween.
6.De vergiffenis en het onverwachte
Hawkeye legde zijn handen krampachtig over zijn buik en hoestte bloed op. De anderen kwamen vlug naar hem toe. Jessy knielde in de modder met haar handen voor haar ogen. Ze huilde hevig. Opeens liep Goyathlay naar Jessy toe. “Je hebt gedaan wat je moest doen, anders was... was hij dood.� zei hij rustig. Jessy keek naar Hawkeye die ineengekrompen op de grond lag. “Hawkeye is een sterke jongeman, hij komt er wel door.� Jessy stopte even met snikken en keek de wijze man aan. “M...maar ik heb hem...hem...�
“Weet ik, maar het kon niet anders... Het was dat of sterven...� Jessy toonde wat begrip door zacht te knikken en keek naar Hawkeye. “Hawkeye...� Jessy stak haar hand door de hoten palen en nam zijn hand vast.�Het spijt me...�zei Jessy bibberig. Hawkeye kwam weer overeind. Zijn knappe gezicht was besmeurd met bloed. “Het is je vergeven Jessy Munro...� zei Hawkeye en er verscheen weer een glimlach op zijn gezicht. Ondanks haar tranen forceerde Jessy een kleine glimp van blijdschap. “Ik moet jullie hier uit zien te krijgen.� zei ze en keek naar de houten palen. “Eerst en vooral wil ik je bedanken, Jessy.� zei Hawkeye plots. “Zonder jou zouden we morgen op de eeuwige prairievelden ronddolen.�
“En zonder jou zou ik hier niet zijn...� zei ze en keek Hawkeye aan. Deze keer voelde ze een echte blijdschap.
Een heel stuk opgewekter zei Jessy:� Deze houten balken zijn rot vanbinnen. Alleen moet ik nog iets vinden om ze door te breken.� Jessy keek in het rond maar zag niets. Cinnamon hinnikte. “Jouw paard...� zei één van de indianen. Jessy keek vlug naar Cinnamon en legde haar hand op het paard haar schoft. “Ja, dat is het!�
Ze sprong op Cinnamon en keerde zich met Cinnamons achterbenen naar de balken. Ze daalde van het paard af, wees naar de houten cel en riep: “Nu, Cinnamon!!!� Zo hard als ze kon stampte Cinnamon op het hout. Het rotte hout sprong uiteen en bijna alle balken lagen in stukken verspreid over de grond. Hawkeye werd gedragen door twee indianen en alle vijf kwamen ze rond Jessy staan.
“Waar zijn de andere vier?� vroeg Jessy aan Goyathlay.
“De blanken hebben ze meegenomen... Ze zouden dienen voor slaven.
Maar toen ze hen meenamen, hoorden wij cowboys zeggen dat ze hun leven hebben opgegeven.�zei hij stil. “Liever dood dan gevangen...� vulde Jessy hem aan. Even was het stil.
“We moeten paarden vinden.� besliste Jessy. “Er zijn nog cowboys in de stad, zij hebben paarden.�zei Goyathlay. “Hoeveel?� “Drie of minder.� Jessy keek rond. “We zullen met twee op één paard moeten.� Met z'n vijven slopen ze langs de huizen. “Daar!� fluisterde een indiaan. Hij richtte naar de saloon waar Jessy voor het eerst binnen ging. Aan de houten barn stonden inderdaad drie paarden. “Ik maak ze los.� zei Goyathlay.
“Ik ga mee.� zei iemand. “Goed, maar wees voorzichtig Qakkuk...� Qakkuk en Goyathlay bukten zich en gingen muisstil naar de paarden. Ze maakten de knopen los en namen de paarden bij de teugels. “De bleekhuiden binnen hebben te veel vuurwater gedronken.� fluisterde het opperhoofd.
De indianen bestegen hun paarden. “Hawkeye...� zei Jessy en wenkte hem. Het maanlicht scheen op hem en al hinkend ging hij naar Jessy. Ze nam zijn hand en trok hem op Cinnamon. Nog steeds muisstil reden ze het stadje uit. De barkeeper knipoogde naar Jessy. Dankbaar wuifde Jessy naar de oude man. Als zwarte schimmen verdwenen ze uit Purgatory.
“Waar gaan we nu naartoe?� Jessy was voorp gereden en reed naast het opperhoofd. “Als we de bizons niet vinden zullen we verhongeren.� Jessy dacht na. “We kunnen hoogstens nog vier dagen reizen.� zei ze. denkend over het water dat ze hadden. “Zal dat genoeg zijn?� “Morgen zullen wij thuis zijn...�zei hij verbaasd. Jessy keek vragend naar Goyathlay. Hij wees naar de grond. Nu zag ze het ook. Een heleboel pootafdrukken waren te zien in het gras. “Bizons?� vroeg Jessy blij. Goyathlay stak zijn hand op. “Halt!�
De drie paarden remden bruusk. “Yapago, Qakkuk...� zei Goyathlay. “Wat denken jullie?� Yapago voelde aan de grond en Qakkuk nam wat zand en rook eraan. “En?� Yapago glimlachte. “Nog geen uur geleden.� “Ze kunnen niet ver zijn.� Jessy, Goyathlay, Hawkeye, Yapago en Qakkuk stegen op hun paarden met Yapago en Qakkuk als eerste.
Rechts van haar zag Jessy de voetsporen duidelijker worden. “Hawkeye�zei Jessy. Hij zag het ook. De sporen zaten alsmaar dieper in de grond. Jessy wreef in haar ogen en zag heel ver weg een klein stipje dat groter en groter werd. Ze liet Cinnamon versnellen en ging naast het opperhoofd rijden. “Goyathlay, wat is daar aan de horizon?� Hij fronste zijn wenkbrauwen. “Wat jij zien?� Ik... Ik denk dat...� Nu zag ze dat het stipje een kudde was van dieren. “Yapago, ziet jouw arendsblik ook wat de mijne ziet?�zei hij tegen de indiaan. Yapago had de bizons ook al in de gaten. “Maak je klaar om te jagen vrienden.� De paarden stopten en de indianen grepen het pijl en boog. “We moeten een plan hebben.� zei Hawkeye. “We moeten de bizons naar het dorp drijven.�zei Jessy. Goyathlay tekende een plannetje in het prairiezand en legde de strategie uit. Nadat ze hadden overlegd ging iedereen op z'n afgesproken plaats staan. Het opperhoofd stak zijn vuist omhoog en de twee verste indianen krijsten en de bizons sloegen op hol. Jessy en Hawkeye riepen zo hard ze konden tegen de kudde. De paniekerige beesten renden in de geplande richting, gedreven door vijf indianen. Het was een vermoeiende tocht, Jessy's stembanden waren helemaal schor. Konijnen wolven, prairiehonden, alle dieren die op de weg van de stampede liepen, vluchtten voor hun leven. De grond daverde onder het getrappel van bizons en paarden. Na een tijdje vertraagden de dieren want de indianen staakten het roepen. En daar was het. Nog geen halve mijl van de kudde lag hun vertrouwde dorpje. De hele stam keek verwonderd, toen opeens vijf krijgers, waaronder Jessy, achter de horde tevoorschijn kwam. Eén vrouw rende zo hard ze kon naar hen toe, Cora. Haar wangen zagen roder dan normaal en tranen stonden in haar ogen. Jessy en de andere vier stegen van hun paarden. Cora omhelsde eerst Goyathlay hartelijk en dan nam ze Jessy zo stevig vast dat ze Jessy's ribben bijna fijnkneep. “Oh, Jessy, nu laat ik je nooit meer los!� Nadat Jessy verlost was uit Cora's greep kwam nog iets aanrennen. Cinnamon gallopeerde zo hard ze kon want het was niemand minder dan Prancer... De hond rende naar haar toe en blafte vrolijk. Samen met haar twee levensgezellen ging ze naar het dorp.
7. Hawkeye
In het dorpje was alles in rep en roer. Vrouwen maakten allerlei eten klaar, terwijl de andere leden benieuwd waren naar wat ze allemaal hadden meegemaakt. Het opperhoofd, Qakkuk en Yapago vertelden hun verhaal en zeiden ook dat de vier andere het niet gehaald hadden. De enige twee die ontbraken waren Jessy en Hawkeye. Samen zaten ze op de houtstronk waar Jessy eerder had opgezeten met Cora, ver weg van het dorp. Het was er adembenemend mooi onder de lage avondzon. Het bankje was vlak bij een meer, waar de zon in weerspiegelde. “Ik wou altijd al avonturen beleven... Maar nu ik er goed over nadenk... Dit is wat ik wou, een familie.� Hawkeye staarde naar het water. “Je blijft hier toch nog een tijdje?� vroeg hij.
Jessy glimlachte. “Morgen ga ik terug naar de stad...� Hawkeye keek teleurgesteld naar zijn voeten.
Jessy keek hem aan en zei:�Om te kijken of er kopers zijn voor m'n huis...�
Hawkeye's vertrouwde glimlach verscheen op z'n gezicht. “Dus je blijft?� “Ik blijf.�zei ze geruststellend. “Ga je mee morgen?�
“Als je dat wil.�
Ze zaten urenlang aan het meer. In het dorp was het feest bijna afgelopen. Cora ging naast haar man zitten. “Waar is Jessy?� vroeg ze aan Goyathlay. “Ik denk bij Hawkeye.�zei hij. “Er bloeit iets tussen die twee, al van in het begin.� Cora glunderde. “Ik ben blij voor haar.�zei ze dromerig. “Zonder haar zou ik hier niet zitten.� zei hij. “Jessy is moedig, ze verdiend het een indiaanse te zijn.� besloot Goyathlay.
Ondertussen was het al laat en Jessy en Hawkeye zaten nog altijd samen aan het water. “Ik ben blij dat ik je heb leren kennen Hawkeye...� zei Jessy, legde haar hoofd tegen hem aan en nam zijn hand vast.
“Ik ook...�zei Hawkeye en hij legde zijn arm over haar heen.
“Eind goed, al goed...�zei Jessy.
Einde
Aantal keer bekeken: 3700
Waardering: 8.00 op 10
Geef een cijfer:
Totaal categorieën: 10
Totaal 308 bezoekers online
Verhalen
Wilt u een verhaaltje lezen uit één van de onderstaande categorieën? Klik dan gewoon op een categorie en u komt op de pagina met de verhalen van deze bepaalde categorie.- blunders
- dieren verhalen
- erotische verhalen
- griezel verhalen
- humor verhalen
- kinderverhalen
- liefdes verhalen
- sex verhalen
- spannende verhalen
- sprookjes
Verhalen posten
Hebt u zelf een verhaaltje geschreven? Of een onvergetelijke blunder tegengekomen, of iets anders. En je wilt er anderen mee amuseren, lezen? Met verhalenlezen.nl kan dat geen probleem zijn. Klik hier om een verhaal te posten!Statistieken
Totaal verhalen: 5184Totaal categorieën: 10
Totaal 308 bezoekers online