Verhalenlezen.nl - Voor al uw verhalen en sprookjes. Ook hebben we liefdes verhalen en erotische verhalen.

Vrienden.

U leest om dit moment het verhaal Vrienden gepost door Geertje Wolters. Dit verhaal is gepost in de categorie liefdes verhalen. Wilt u een zelf geschreven, of een mooi verhaaltje posten? Klik daarvoor hier.

Wilt u terug naar liefdes verhalen?
Categorie: liefdes verhalen
Gepost door: Geertje Wolters
Gepost op: 2008-1-20

Verhaal:

Vrienden
Ze kenden elkaar van het werk, zij deed de adminstratie en hij werkte op de ict- afdeling. Al jaren waren ze vrienden en ze deelden een gemeenschappelijke hobby: tekenen. Menige cursus hebben ze samen gevolgd, zonder dat ze van elkaar wisten dat ze zich voor dezelfde cursus ingeschreven hadden. Zo kwamen ze elkaar steeds weer tegen. Er ontstond een goede band tussen hen en steeds vaker kwamen ze elkaar ook tijdens het werken tegen. Dan stonden ze uitgebreid te praten en informatie over hun hobby uit te wisselen.
Het viel collega’s wel op dat ze het zo goed samen konden vinden, maar er was niets tussen hen, dus als er al commentaar was, gleed het langs ze af als water. Ze waren bovendien beide ook getrouwd en ook al schortte er wel het één en ander aan hun huwelijk, ze waren trouw aan hun partners. Het kwam niet bij ze op om met andere ogen naar elkaar te kijken.
Tot 5 jaar geleden....Opeens viel het haar op dat hij allerlei dingen zag aan haar, die haar man niet eens opvielen. Hij zag dat ze een ander kapsel had of dat ze opeens andere make-up ging dragen. Hij besteedde aandacht aan haar op een manier waar ze al heel lang naar hunkerde.... Ze werd tegen wil en dank tot over haar oren verliefd op hem. Maar omdat ze niet het idee had dat hij hetzelfde voelde voor haar en omdat ze hun vriendschap niet op het spel wilde zetten, hield ze het voor zichzelf.
Telkens als hij haar echter aanraakte of haar aankeek met zijn bruine ogen, voelde ze vlinders in haar buik. En tijdens de pauzes of tekenlessen, kwam ze op de één of andere manier telkens weer naast hem terecht. Ook nu werden er opmerkingen over gemaakt door collega’s, maar nu schrok ze ervan. Sommigen vroegen, wellicht voor de grap, of ze misschien verliefd op hem was, want ze zat toch wel erg vaak naast hem. De tijd erna lette ze dan extra goed op, zodat ze geen argwaan zou wekken bij de collega’s en bij hem. Ze voelde zich licht schuldig tegenover haar man, maar, omdat er niets gebeurde en ze haar gevoelens niet tentoonstelde, merkte hij niets en kon ze verbergen dat er nog een man in haar hart leefde.
Ondertussen nam ze genoegen met de kleine attenties naar haar toe, met zijn aandacht en zijn vriendschap. Ze keek naar hem uit als ze op de gang liep en haar hart sprong op als ze hem tegenkwam. Maar ze liet niets merken van haar verlangens en haar gevoelens voor hem. Die zaten goed opgeborgen in haar hart. Op een geven moment werd het een vorm van leven. Zo leefde ze door, haar man had een drukke baan en steeds minder aandacht voor haar, maar ze hield nog steeds van hem en het kwam niet bij haar op om bij hem weg te gaan. Jaren gingen op deze manier voorbij. Tot de expositie zich aandiende...

Tijdens de laatste cursus vond de cursusleidster dat ze wel klaar waren voor een grote gezamenlijke expositie. Opgewonden hoorden ze het nieuws aan en bijna een jaar lang gingen ze elke dinsdagavond ijverig aan de slag.
Ze vergeleken hun werk met elkaar en ook tijdens hun pauzes konden ze over niet veel anders praten dan over de aanstaande expositie. Zo kwamen ze steeds nader tot elkaar. Omdat hij geen begrip bij zijn echtgenote vond voor zijn hobby, kon hij zijn
ei kwijt bij haar. En zij vond bij hem de aandacht voor haarzelf, die ze zo miste in haar huwelijk. Langzaam kwam bij haar het deurtje, van het hoekje van haar hart, waar hij al die tijd gebivakkeerd had, weer op een kier te staan. Het ging zo geleidelijk, dat ze het aanvankelijk niet eens merkte.
Eindelijk was de dag van de expositie aangebroken en de opwinding die ze beiden daarover voelden bereikte een hoogtepunt. Toen hij haar, tijdens één van hun gesprekken, in zijn opwinding, opeens een kus gaf, merkte ze dat het hoekje van haar hart te klein was geworden voor hem. Verward draaide ze zich van hem af en liep weg. Haar hart maakte een vreemde buiteling, maar ze wist niet wat ze ervan moest denken. Het kon net zo goed een vriendschappelijke zoen zijn, maar dan op haar mond.
Drie dagen later moesten ze voor hun werk naar een etentje. Hij vroeg of hij met haar mee kon rijden, samen met anderen weliswaar, maar toch...Natuurlijk zei ze ja. Het vooruitzicht dat hij naast haar zou zitten, deed haar zweven. Ondanks de anderen bij hen in de auto, voerden ze een geanimeerd gesprek met elkaar. De collega’s achterin babbelden met elkaar, dus het viel niemand op dat ze alleen interesse in elkaar hadden. Nu en dan rustte zijn blik op haar gezicht en haar ogen. Dan moest ze zorgen dat ze snel weer voor zich keek, want anders zouden haar ogen verraden wat ze voor hem voelde. Het was verwarrend en hemels tegelijk om zo naast hem te zitten. Ze moest er diverse malen diep van zuchten. Eenmaal aangekomen, bleef er een vreemde spanning tussen hun hangen.
Zij moest nog even iets uit de auto halen, hij wachtte op haar. Iedereen was al naar binnen toen ze zich weer bij hem voegde. Op dat moment was er niemand die hen kon zien en hij boog zich naar haar toe om haar weer een kus te geven. Het was weer eenzelfde soort kus, vluchtig en vriendelijk. Opnieuw bracht hij haar totaal in verwarring. Hij deed echter of er niets gebeurt was, liep naar binnen en mengde zich onder hun collega’s. Stilletjes deed ze hetzelfde, maar kon de hele avond het voorval niet uit haar hoofd zetten. Toch was er niet van geschrokken, maar haar verlangen naar hem werd wel aangewakkerd.
De terugreis verliep enigszins op dezelfde manier als de heenreis. Maar nu had ze hevig last van de vlinders in haar buik en moest moeite doen om haar aandacht bij het verkeer te houden. Ze probeerde hem zo min mogelijk aan te kijken, maar nu en dan kon ze de verleiding niet weerstaan. Ze nam iedere uitdrukking van zijn gezicht in zich op en kende elk rimpeltje en lijntje in zijn gezicht op het einde van de rit. Na iedereen afgezet te hebben, bleven ze samen over. Zij zou hem thuis afzetten. Omdat zijn echtgenote zelf ook naar een feestje was, nodigde hij haar uit om iets te drinken. Ze liep mee naar binnen en deed haar jas uit. Hij schonk iets voor haar in en daarna liepen ze naar de bank. Al snel ging het gesprek weer over hun expositie en ook over dagelijkse zaken. Ze genoot van zijn stem en zijn lach. Hij vertelde geanimeerd en vol levenslust over allerlei zaken. Het viel haar op dat ze helemaal in zijn ban was. Met moeite probeerde ze zichzelf in de hand te houden en het hoofd helder. Toen ze haar glas leeg had, zag ze geen reden meer om nog langer te blijven. Ze stonden op en samen met haar liep hij naar de gang. Aangrenzend aan de gang was zijn kantoor annex atelier. Nieuwsgierig wierp ze een blik naar binnen. Uitnodigend duwde hij de deur wat verder open en liet haar enthousiast een aantal tekeningen zien die aan de muur hingen.
Ze bekeek alles heel geïnteresseerd, maar ondanks haar interesse in zijn werk, voelde ze hoe dicht hij bij haar stond. Toen ze zich naar hem toe draaide en hem aankeek, was hij maar een ademtocht ver weg. Ze zag zijn wimpers en zijn mooie bruine ogen. De kleine lijntjes die eromheen zaten en de groefjes bij zijn mond. Ze rook zijn aftershave en haar ademhaling stokte toen hij zich naar haar toe boog. Hij kuste haar op exact dezelfde manier als de beide voorgaande keren. Vluchtig en vriendelijk.
“Niet doen”, fluisterde ze.
Maar nogmaals kuste hij haar.
“Niet doen, je weet niet wat je losmaakt”, bracht ze met moeite uit.
Hij keek haar diep in haar ogen, haar knieën knikten, haar hart klopte als een razende en leek wel of het stormde in haar hoofd.
“We laten het toch hierbij”, zei hij en kuste haar voor een laatste keer.
Toen liet hij haar los. Ze kon amper op haar benen blijven staan en haar handen trilden toen ze haar jas oppakte, die in de tussentijd uit haar handen op de grond gegleden was. Op dat moment had ze het liefste haar armen om hem heen geslagen, om hem lang terug te zoenen. Ze wou hem vertellen wat ze werkelijk voor hem voelde en hoe lang al. Maar uit angst zichzelf onsterfelijk belachelijk te maken, hield ze haar mond en liep naar de voordeur. Ze namen afscheid en zij kon alleen maar aan zijn lippen op de hare denken toen ze over de drempel naar buiten stapte. De hele weg naar de auto beleefde ze in een soort trance en constant wou ze zich omdraaien en naar hem terug lopen. Maar ze dwong zichzelf om door te lopen, in te stappen en weg te rijden. Bij elke bocht moest ze echter nadenken waar ze naartoe moest rijden, want als ze alleen haar hart zou volgen, zou ze meteen weer terug rijden en zich alsnog in zijn armen storten. Dwars door al haar gevoelens en verwarring heen voelde ze zich enorm schuldig naar haar echtgenoot toe. Dat belette haar ervan om inderdaad terug te gaan. Er was niets ernstigs gebeurt, maar toch.... Ze had heftige gevoelens voor een andere man. En ze had moeite gewoon te doen toen ze thuis kwam. Gelukkig sliep haar echtgenoot al, dus kon ze rustig de avond in haar gedachten laten passeren. Uiteindelijk sliep ze onrustig in.
De volgende dag kreeg ze een mail van hem. Het ging over iets onschuldigs, maar hij tekende met ‘Liefs’. Daarop stuurde zij een e-card naar hem en schreef dat ze ‘een vriendschap hadden die veel dieper ging’. Ook zij tekende met ‘Liefs’. Nadat ze na gevraagd had of alleen hij zijn mail kon bekijken, ontstond er een intensief mailcontact. Nu en dan een kaartje, dan weer een briefje. Alles heel onschuldig, maar wel met een dubbele toon. En altijd getekend met ‘Liefs’ of ‘Lieve groetjes’.
Na een week liep ze, op vrijdag, aan het einde van de werkdag nog even bij hem binnen. Ze verzon een smoes, want ze had besloten hem eindelijk deelgenoot te maken van haar gevoelens. Maar ze schrok op het laatste moment terug. Bang om zichzelf volkomen belachelijk te maken tegenover hem. En ze ging, zonder er ook maar iets over te zeggen, weer weg. Thuis vond ze zichzelf wel erg laf en stuurde hem een e-card. Daarin schreef ze dat ze hem, onder voorwendsel van een smoes, opgezocht had. Ze hoopte dat hij begreep wat ze bedoelde. Jammer genoeg kreeg ze het hele weekeinde geen reactie van hem. Maandag wou ze toch weten of hij haar begrepen had. Schuchter bracht ze het ter sprake. Hij keek haar verwonderd aan toen ze het hem vroeg.
“Heb je dan geen kaart terug gekregen?”
“Nee, dat heb ik niet.”
“Nou, ik heb je woorden uit je mail anders heel goed begrepen en ik vond je kaart heel mooi. Ik zal je vandaag meteen nog een kaart sturen, om het goed te maken.”
’s Middags na haar werk, opende ze meteen haar mailbox. En ja hoor, hij had woord gehouden en in zijn kaart liet hij doorschemeren dat hij heel goed begrepen had wat ze bedoelde en dat hij de tekst erg mooi vond. Glimlachend keek ze naar de tekst op de kaart. Ze besefte dat hij ook gevoelens voor haar had. Daarom wou ze nu niet nog een keer voor het gesprek weg lopen. Ze stuurde hem nog een kaart via de mail en daarin maakte ze duidelijk dat hij constant in haar gedachten was de laatste tijd. Verder schreef ze hem dat ze het risico nam dat hij haar nooit meer wou zien, maar dat ze erg veel aan hem dacht en dat het tijd werd dat ze gingen praten. Na een paar tellen aarzelen duwde ze op ‘send’. Nu was het wachten op zijn antwoord.
Daar hoefde ze niet lang op te wachten, hij mailde terug dat het inderdaad wel slim was dat ze gingen praten, want er was inderdaad wel meer tussen hen dan vriendschap. Ze spraken af voor de eerst volgende vrijdagavond, dan hadden ze een borrel van de tekengroep.
Het lot wou echter dat hij zijn enkel verzwikte de donderdag voordat ze afgesproken hadden. De hele ochtend was ze al onrustig en ongeconcentreerd geweest. Toen zij het nieuws hoorde viel voor haar het kwartje meteen en belde ze hem thuis op. Zijn vrouw nam op, maar omdat ze zulke goede vrienden waren zocht die niets achter haar telefoontje. Zij gaf de hoorn aan hem door. Stilletjes hoorde ze hem aan en leefde enorm met hem mee. Ongerust informeerde ze of ze elkaar de volgende dag dan wel konden spreken en zien, maar dat wou hij perse door laten gaan. Nadat ze neergelegd had, was het onrustige gevoel van die dag vrijwel meteen weg.
De volgende avond pikte ze hem thuis op, ze zouden eerst wat gaan drinken met de andere mensen van de expositie. Het was een mooie reden hem op te halen en thuis te brengen, nu hij zelf niet kon rijden. Bovendien konden ze op deze manier hun gesprek hebben, zonder dat het de anderen op zou vallen.
Na de borrel gingen ze voor de rest van de groep weg. Ze ondersteunde hem toen ze naar haar auto liepen. Onderweg rilde ze, maar dat was eerder van de spanning dan van de kou. Nadat ze hem had helpen instappen en ze zelf zat, keken ze elkaar aan. “Waar gaan we naartoe?”, vroeg ze aan hem.
“Ga maar rijden.”, antwoordde hij.
Weldra reed ze een verlaten parkeerplaats aan de rand van hun woonplaats op. Daar keken ze elkaar aan.
“Tja, wat is dat nou tussen ons?”, vroeg hij.
Enigszins ongemakkelijk lachte ze naar hem. Raapte al haar moed bij elkaar en vertelde hem toen dat ze al 5 jaar lang gevoelens voor een andere man dan haar eigen man had. Ze vertelde wat ze in deze man bewonderde en wat hij bij haar deed. En ook dat hij al 5 jaar in het hoekje van haar hart leefde, want het was een onmogelijke liefde, omdat ze beiden gehuwd waren. Ze vermeed zijn naam te noemen. Aan het einde van haar verhaal liet ze pas blijken dat ze het al die tijd over hem had gehad. Toen werd het hem duidelijk en hij keek bijna opgelucht.
”Dat ben ik dus.”
“Ja.”, antwoordde ze :”Dat ben jij.”
“Al die tijd en ik heb er nooit iets van gemerkt.”
“Nee, ik heb het goed verborgen gehouden, maar nadat jij me kuste, kon ik dat niet meer.”
“Ik heb pas gevoelens voor jou gekregen sinds de expositie.” , zei hij. “Maar ik wist niet dat ik door die kus, zoveel bij jou overhoop gehaald heb.”
Hij lachte en keek haar diep in de ogen, toen als vanzelf kwamen ze bij elkaar in een heftige kus. Keer op keer vonden ze elkaar. Ze lagen in elkaars armen en hielden elkaar vast alsof ze elkaar nooit meer los wilden laten.
“Al vijf jaar wil ik dit doen.”, verzuchtte ze in zijn hals. Zacht hoorde ze hem lachen en weer kuste hij haar. Ademloos lag ze in zijn armen en genoot van elke aanraking. Zijn kussen wonden haar op en hun ademhaling ging steeds sneller. Uiteindelijk lieten ze elkaar spijtig los en hij vroeg:
“Waar denk je aan?”
“Aan dat het jammer is dat we elkaar niet eerder gevonden hebben.”
Zonder iets te zeggen keek hij haar in haar ogen, daar las ze dat hij dat ook jammer vond. Maar het was niet anders, ze moesten de feiten onder ogen zien. Ze waren gebonden aan een ander, maar hun harten klopten sneller voor elkaar.
Ze bracht hem thuis en daar gaven ze elkaar nog een vluchtige kus, want de mogelijkheid bestond dat er iemand was die hen kon zien. Daarna reed ze naar huis. Onderweg moest ze steeds aan zijn lippen op haar mond denken en aan hun heftige kussen. Als twee drenkelingen hadden ze zich aan elkaar vast geklampt. Haar gevoelens verwarden haar. Ze had een schuldgevoel ten opzichte van haar echtgenoot, maar tegelijkertijd was ze gelukkig en had ze het gevoel dat ze weer leefde.
Thuis keek ze in de spiegel, daar stond een vrouw met glanzende ogen en een rode mond. Blosjes op haar wangen en met verlangen in haar ogen. Haar hart klopte onregelmatig en haar lippen gloeiden nog na van de zijne. Stijf drukte ze haar handen tegen haar gezicht. Ze merkte dat de geur van zijn aftershave eraan zat. Ze drukte ze tegen zich aan toen ze in bed lag, naast haar slapende echtgenoot. En met de geur van zijn aftershave zo dichtbij, viel ze in slaap.
De volgende dag voelde ze zich schuldig, maar ze mailde hem meteen. Ze wou weten hoe het met hem ging. Zijn antwoord liet op zich wachten, maar toen hij terug mailde, was hij erg op de vlakte. Hij liet weten dat hij slecht geslapen had en dat hij niet naar zijn werk zou gaan die maandag. Ze vermoedde hoe hij zich moest voelen, waarschijnlijk net zo verward als zijzelf. Toch wou ze hem dolgraag weer zien. Ze trok de stoute schoenen aan en belde hem maandag thuis op. Ze stelde voor dat ze samen even een eindje zouden gaan rijden. Ze was die middag vrij. Dus dat was geen probleem. Ze zou hem komen halen en dan zouden ze ergens naartoe rijden om er even uit te zijn. Opeens was het heel anders om hem thuis te bellen. Schuldgevoelens naar hun partners speelden nu een grote rol. Het was nu een stiekem samenzijn geworden. Dat voelde raar, maar ook spannend. Hij stemde in met haar voorstel. Op wolken liep ze naar haar auto en reed naar hem toe.
Toch merkte ze een verschil in zijn houding toen ze hem in de auto hielp. Hij was wat afstandelijker, stiller ook. Ze reden naar een bos in de buurt, daar konden ze rustig praten. Eerst hadden ze het eigenlijk alleen maar over koetjes en kalfjes. Pas later durfden ze aan elkaar toe te geven dat het voorval op vrijdagavond veel met ze had gedaan. Beiden waren in de war en voelden zich schuldig tegenover hun partners. Hij wou afspreken verstandig te zijn, om hun gevoelens niet de overhand te laten krijgen. Met pijn in haar hart stemde ze in met zijn voorstel. Het liefste had ze hem op dat moment achter een boom getrokken, maar ze respecteerde zijn besluit. Het viel haar wel op dat hij haar nauwelijks aan durfde te kijken. Alsof hij bang was dat hij zichzelf dan niet meer in de hand zou kunnen houden. De lucht resoneerde bijna van de gevoelens die ze voor elkaar hadden en spijtig draaide ze zich van hem af. Ze gingen terug naar de auto en hij zei dat hij de komende dagen nog niet op het werk zou komen. Bij zijn huis zette ze hem af, hij gaf haar wel een korte zoen, maar daar bleef het dit keer bij. Bij nader inzien was ze blij dat hij de grens zo duidelijk had bewaakt. Er waren geen onbezonnen dingen gebeurt en ze hoefden deze keer nergens spijt van te hebben.
De volgende dag liep ze langs zijn kantoor, wierp een blik naar binnen en opeens sloeg haar hart een slag over. Daar was hij!!! Hij was er wel, in tegenstelling tot wat hij tegen haar gezegd had. Hij zag haar en zijn ogen lichtten blij op. Ze liep naar hem toe.
“Waarom ben je er wel?”
“Ik werd gek van het thuis zitten.”, zei hij.
“Ik ben blij je te zien, maar hoe kom je thuis?”
“Wil jij me brengen voor deze keer?” Haar hart klopte in haar keel en ze moest slikken om hem te kunnen antwoorden.
“Natuurlijk wil ik dat wel doen, maar ik moet eerst even langs mijn huis.”
“Is hij ook al thuis?”
“Nee, die komt altijd pas laat thuis.”
“Dan ga ik toch even met je mee naar jouw huis.”, nodigde hij zichzelf uit.
Het was zo spontaan, dat ze bijna in lachen uitbarstte. Haar gezicht straalde en ze kon het wel uit jubelen, zo blij was ze met zijn voorstel. Ze spraken af dat zij hem ophaalde als ze klaar was met haar werk. De rest van de ochtend kroop voorbij en ze keek ieder kwartier zuchtend op de klok. Eindelijk was het zover dat ze hem kon ophalen en ze moest zich bedwingen om niet te gaan rennen om maar sneller in zijn buurt te komen. Samen liepen ze naar de lift en buiten ondersteunde ze hem op weg naar de auto.
Bij haar thuis hielp ze hem meteen naar de woonkamer. Daar nam hij alles heel goed in zich op. Alles werd bekeken en ook de tuin ontkwam niet aan zijn onderzoekende blikken. De manier waarop hij meer over haar te weten wilde komen, sprak boekdelen. Ze glimlachte toen ze het zag. Uiteindelijk stond hij voor een kast met foto’s. Daar zag hij een foto van haar staan toen ze zeker 10 jaar jonger was.
“Ben jij dat?”,vroeg hij.
“Ja, daar ben ik wel een paar jaartjes jonger hoor.”, antwoordde ze verlegen.
Ze liep naar hem toe en kon het niet laten om even tegen zijn rug te leunen. Heel kort stond ze tegen hem aan en maakte zich daarna weer van hem los. Ze ging wat te drinken inschenken en vanuit de keuken keek ze hem aan. Het was erg moeilijk om hoofd en hart gescheiden te houden als hij zo dicht bij haar was. Daar zat hij aan haar tafel en keek haar aan. Samen praatten ze over onbenulligheden, alsof ze niet slechts een paar dagen geleden in elkaars armen gelegen hadden. Ze verlangde naar hem, maar ze wist dat het niet kon. Ze besefte dat ze steeds heviger verliefd op hem werd. Ze was hard op weg om haar hart volledig aan hem te verliezen. Het ging zo ontzettend snel, dat het haar soms de adem benam. Het was lang geleden dat ze zo enorm verliefd was geweest. Ze was bijna vergeten hoe het voelde. Verliefdheid had iets bedwelmends. Was het dat misschien, dat ze verliefd was op het verliefde gevoel? Ze wist het niet, maar ze wist wel dat als hij in haar buurt was, ze het gevoel had dat ze weer leefde, dat ze iets bijzonders was voor iemand anders. Thuis had ze al lang het gevoel dat ze meer een meubelstuk was, dan een vrouw. Laat staan dat ze gezien werd als een begeerlijk iemand. Toch gebeurde er ook deze keer niets tussen hen, ze hielden zich aan hun afspraak. En even later bracht ze hem thuis.
Ondanks hun afspraak, volgde er weer een intensief mail-contact. Waarbij ze steeds kleine berichtjes naar elkaar mailden. Het viel niet meer te ontkennen, ze waren totaal in elkaars ban. Of ze het nu wilden of niet en haar gevoelens voor hem groeiden alleen maar. Zo gauw ze thuis was zette ze de computer aan en hoopte op een mailtje van hem. Ze wachtte tot haar man ’s avonds naar bed ging en dan keek ze weer in haar mailbox. Haar hart klopte vooral voor hem.
Ze bedacht dat het wel erg leuk was als hij ook een tekening van haar persoonlijk zou hebben. Dus ging ze ijverig aan de slag. De tekening lukte erg goed en achterop schreef ze: ‘Voor altijd in mijn hart. Liefs.’ Dit lijstte ze in en in een mailtje vroeg ze hem of ze hem naar huis mocht brengen. Dit was een mooi excuus, want hij had nog steeds last van zijn enkel en lopen ging niet al te goed. Hij stemde in en zij had inmiddels al een heel scenario bedacht. Ze zou hem meenemen naar een stille plek en het hem daar overhandigen. Ze wou helemaal alleen zijn met hem als hij het kreeg. Ze hoopte dat ze nog eens in zijn armen zou liggen om zich in zijn kussen te verliezen. Ook al voelde ze zich er nog zo schuldig over, haar verlangen naar hem was vele malen groter. Dus reed ze met hem in de auto naar het bos. Hij vroeg geamuseerd waar ze naartoe gingen, hij was absoluut niet bang of ongerust. Ze zei hem dat ze hem ‘ontvoerde’ en dat ze hem iets wou geven. Iets voor hem persoonlijk. Hij werd nieuwsgierig, maar ze liet hem nog even in het ongewisse. Toen ze uiteindelijk de auto parkeerde, was het heel rustig om hen heen en het regende zachtjes. Ze keerde zich naar hem toe, hij nam haar aandachtig op.
“Ik heb iets voor je gemaakt.”
En ze overhandigde hem het pakketje met de tekening. Hij pakte het zorgvuldig uit en hij bewonderde haar cadeau.
“Ik heb niets voor jou.”
“Dat hoeft ook niet, dat was ook niet mijn opzet.”, antwoordde ze kalmer dan ze zich voelde.
“Bedankt, ik vind het heel erg mooi.”, zei hij en boog zich voorover om haar een kus te geven. Deze kus ontketende een explosie bij haar van binnen en ze sloeg haar armen om hem heen. Ze kuste hem vol overgave terug. En hij op zijn beurt kuste haar met een kracht waar ze niet tegenop kon. Weer vonden ze elkaar keer op keer in een verterende kus. Alleen hun harten lieten ze spreken, het verstand werd door hun kussen de mond gesnoerd. Uiteindelijk kregen ze zichzelf weer in de hand en hij zei dat ze hem maar naar huis moest brengen, want anders zouden ze blijven plakken aan elkaar. Glimlachend deed ze wat hij haar vroeg.
Bij hem thuis dronk ze nog wat en ze hadden het over de overname door hun bedrijf van een bedrijf in Frankrijk. Toen zei hij:
”Ik moet een paar weken voor de zaak daar naar toe.”
Verschrikt keek ze hem aan.
”Wanneer?”
“Ik vertrek over een kleine week.”
“Hoelang moet je precies weg?”
“Ik denk dat het wel voor een week of vier, misschien wel vijf zal worden. Het ligt eraan hoe snel het daar zal gaan.”
Verslagen keek ze hem aan, ze vond het vreselijk dat hij nu weer uit haar leven zou vertrekken. Verdrietig nestelde ze zich in zijn armen en kuste hem met het verlangen dat ze voor hem voelde.
“We houden gewoon contact via de mail.”
“Ja.”, zei ze, terwijl ze uit alle macht probeerde haar tranen terug te dringen. Ze zou hem zo missen. Ze vond het heel erg dat ze hem, na zo’n korte periode van gelukkig samenzijn, zo lang niet zou zien. Ze zou wel voor altijd in zijn armen willen zijn en hem nooit meer los willen laten. Het leek wel een droom, zoals ze elkaar gevonden hadden. Ondanks het bedrog naar haar echtgenoot, was ze zo ontzettend gelukkig. Ze wou dit gevoel niet kwijt en toch zei een stemmetje ergens achter in haar hoofd dat het niet reëel was. Ze waren beide gebonden en ze konden niet bij elkaar zijn zonder iemand anders ontzettend veel verdriet te doen. Dat maakte dat het zo ontzettend moeilijk was. Maar ze dwong zichzelf nu niet naar dat stemmetje te luisteren en te genieten van hun laatste momenten samen. Ten afscheid kuste hij haar teder.
“We houden contact via de mail.”, zei hij nogmaals.
Hij zou al snel vertrekken en moest nog veel doen. Hij had geen tijd voor afspraakjes met haar. Wellicht zouden ze elkaar op het werk nog wel tegen het lijf lopen, maar dat was toch anders. Haar hart was vol verdriet. Ze was zich ervan bewust dat ze bijna heel haar hart aan hem verloren had. Hij bezat al een heel groot deel. En dat terwijl ze amper iets over hem wist. Ja, ze wist wel dat hij een hele grote passie had, namelijk het tekenen. En dat hij gehuwd was en hoe oud hij was. In grote lijnen wist ze wel veel over hem. Zelfs waar hij geboren was, maar wat hem werkelijk bezig hield, daar wist ze niets vanaf. Kon ze dan zo verliefd worden op een man, waar ze in feite niets van wist? Blijkbaar wel. Ze had hem al eens in een mail gevraagd of hij ook verliefd op haar was, maar daar nooit een antwoord op gekregen. Daarover tastte ze in het duister. Ze begreep echter dat het voor hem wel erg pril was, zijzelf liep al vijf jaar met gevoelens voor hem rond. Hij pas sinds een week of drie met gevoelens voor haar. Dan was het wellicht ook moeilijker en te confronterend om te zeggen dat je verliefd bent op iemand.
Het weekeinde erna was ze zeer in de war en haar hart klopte zeker twee slagen te snel. Ze had erg last van haar schuldgevoel en twijfelde of haar huwelijk nou wel datgene was wat ze zich ervan voorgesteld had. Want als je genoeg om je partner zou geven, was er toch geen ruimte voor een ander?! Ondertussen dacht ze steeds weer aan hem en verlangde ze naar hem. Ze werd steeds stiller en ze had zelfs het idee dat haar man iets vermoedde. Maar ze kon en wou er niet over praten met hem. Bang als ze was dat haar huwelijk dan in één klap voorbij zou zijn. Diep in haar hart hield ze nog van hem en ze wou hem niet kwijt. Maar ook deze bijzondere man, die op dit moment zo in haar hart leefde, wou ze niet uit haar leven zien vertrekken. Heen en weer geslingerd door haar gevoelens zocht ze vertwijfeld naar antwoorden. Die waren echter niet te vinden in haar hoofd en hart, omdat die twee absoluut niet op één lijn zaten. Uiteindelijk besloot ze met bloedend hart om hem een mail te sturen. Het werd een voorlopig afscheid.
Ze schreef hem dat ze veel had nagedacht. Dat ze steeds meer om hem ging geven en dat ze de hele tijd alleen maar aan hem kon denken. Dat ze echter ook van haar man hield en ze haar huwelijk onder de loep wou nemen en om het, zo mogelijk te redden. Ze wou zijn vertrek gebruiken om haar gevoelens voor hem tot bedaren te laten komen en ze raadde hem aan hetzelfde te doen. Hij zou echter voor altijd in haar hart zitten. Ook schreef ze dat ze beiden erg veel te verliezen hadden als ze deze situatie voort lieten duren. Hoewel haar hart voor een groot deel hem toebehoorde en ze het liefste alles om zich heen zou willen vergeten en in zijn armen wou liggen, wist ze dat dit niet kon zolang ze beiden getrouwd waren. En aangezien hij nooit gezegd had of hij ook verliefd op haar was, kon ze niet zonder meer aannemen dat ze uiteindelijk samen zouden kunnen zijn. Ook op het werk zou ze voorlopig even geen contact meer met hem zoeken.
Ze huilde hete tranen terwijl ze dit schreef, maar ze wist dat dit het beste was. Ze wou niemand pijn doen, alleen deed ze zichzelf wel heel veel pijn terwijl ze deze mail schreef. Haar hart brak bijna toen ze op ‘send’ duwde. Nu was het niet meer terug te draaien. Het voelde alsof ze hem begroef. Alsof de kans dat ze ooit nog op deze manier bij elkaar konden zijn, voorgoed afgesloten werd. Het voelde als een definitief afscheid. Huilend zette ze de computer uit.
De volgende dag was er zijn antwoord. Hij wist niet of de gevoelens die hij voor haar voelde verliefdheid was. Maar ze betekende wel heel veel voor hem. Ze gaf hem het gevoel dat hij er toe deed en dat hij bestond. Dat hij er zijn mocht om wie hij was. Verdrietig las ze zijn mail. Hij wou ook het liefste dat hun samenzijn voort kon duren, maar besefte ook dat het een onwerkelijke droom was. En ook hij wist dat ze veel te verliezen hadden. Daarom stemde hij, met pijn in zijn hart, in met haar voorstel, ze zouden de komende weken geen contact meer met elkaar op nemen, om de zaken voor zichzelf weer op een rijtje te krijgen. Maar ze moest wel weten dat hij haar lief had. Bovendien hadden ze altijd nog hun hobby, wat hen samenbracht, dat konden ze hen niet afpakken.
Weer huilde ze terwijl ze de computer uitzette. Er was nu geen noodzaak meer om het ding regelmatig aan te zetten. Er kwam een soort radio-stilte, een vacuüm die een paar weken zou duren. Elke dag moest ze zich beheersen om hem toch niet te mailen. En ook op haar werk keek ze steeds naar hem uit. Als ze hem zag, deed haar hart zo’n pijn dat het leek alsof hij eruit gerukt werd. Met moeite kon ze zich op haar werk concentreren. Ze besloot om zelf een paar dagen met haar man weg te gaan, om wat afleiding te krijgen en om weer tot elkaar te komen. Dit laatste vermelde ze niet toen ze het aan haar man voorlegde. Hij reageerde verbaasd op haar voorstel, maar zag het wel zitten. Ze moesten het één en ander regelen op hun werk, maar over een paar dagen konden ze wel vrij krijgen.
Ze wou dat ze al op weg was naar haar vakantiebestemming, maar ze moest nog een paar dagen geduld hebben. Ze was altijd eerder thuis dan haar man, dan had ze tijd genoeg om alleen te zijn en na te denken. Maar telkens kwamen haar gedachten weer bij hem terug. Zou hij haar ook missen en haar willen mailen? Hij zat al zo diep in haar hart, dat ze hem niet zomaar kon vergeten en doorgaan met haar leven. Elke dag las ze zijn laatste mail en herhaalde ze, voor zichzelf zijn laatste woorden, in haar hoofd. Als een soort mantra. Om haar eraan te herinneren dat er iemand was die veel om haar gaf en die, naar ze hoopte, haar net zo miste als zij hem. Ze wist niet hoe het na haar vakantie en zijn zakenreis zou gaan, maar ze hoopte dat ze dan niet meer zo veel aan hem moest denken, dat haar gevoelens voor hem wat bedaard zouden zijn. Anders moest ze een andere baan gaan zoeken. Ze zou de gedachte niet kunnen verdragen dat hij zo dichtbij was en toch zo onbereikbaar. En ook het tekenen zou ze eraan geven, want ook dat kon ze niet meer samen met hem doen. Zelf vond ze tekenen erg leuk, maar voor hem was het een passie die een groot deel van zijn leven beheerste. Dat kon en wou ze hem niet afnemen. Dan zou ze zelf stoppen met haar hobby. Voor hem.
De dagen tot haar vakantie vlogen voorbij en geen dag was zonder een gedachte aan hem. Ze herinnerde zich hun kussen en zijn stem weerklonk in haar oren. Als ze haar ogen sloot zag ze zijn ogen en zijn gezicht. Ze wist dat ze zichzelf kwelde, maar ze kon niet anders. Deze man had haar betoverd en hij was constant in haar hart aanwezig. Wat ze ook deed en wat ze ook zag, telkens schoof zijn beeltenis voor haar gezichtsveld. Als hij ook maar half zoveel aan haar dacht, als zij aan hem, wist ze wat voor kwelling hij doorstond. Ze ging er steeds slechter uitzien en ze at steeds minder. Haar kort geleden nog zo stralende ogen, keken haar nu dof en verdrietig vanuit de spiegel aan. Ze deed haar best om er verzorgd uit te zien en probeerde gezellig te doen. Maar als niemand het zag of als ze alleen was, trok er een sluier van verdriet over haar gezicht. Dan verraadden haar ogen het intense verdriet en de chaos die in haar binnenste woedde. De relatie met haar man werd erdoor overschaduwd. Hij irriteerde haar met zijn opmerkingen en zijn gedrag. Ze besefte dat hun huwelijk ernstig op een hellend vlak stond, maar ze kon er nu niet over nadenken. Ze was zich ervan bewust dat haar verlangen naar een andere man niet echt bevorderlijk was voor haar huwelijk. Toch probeerde ze het los te laten, ze wou geen overhaaste beslissingen nemen.
Zo ging ze op vakantie, met een zwaar gemoed en een hoofd vol emoties en herinneringen. Ze kende zijn laatste mail inmiddels uit haar hoofd. En ze dacht aan de woorden die haar inmiddels zo vertrouwd waren. De kilometers vlogen onder de banden van de auto voorbij, voerden haar steeds verder weg van de man die ze zo liefhad. Naast haar zat die andere man die ze ook liefhad, maar niet meer zo intens als vroeger, meer als een broer. Ze sliep onderweg veel en wist dat ze geen gezellige reispartner was. De emoties hadden haar uitgeput. Het was tijd om bij te tanken. Als ze wakker was nam ze het stuur over en reed in gedachten verzonken verder. Ze gingen naar Beieren. Dus ze had kilometers de tijd om na te denken en te slapen.
Toch was ze nog steeds moe toen ze bij het hotel aankwamen dat ze geboekt hadden. Na zich opgefrist te hebben, nuttigden ze een lichte maaltijd. Daarna kondigde haar man aan dat hij moe was en vroeg in bed dook. Zij knikte instemmend en zei dat ze ook nog moe was. Hij trok ironisch zijn wenkbrauwen op, kon zich niet voorstellen dat ze nog moe was na al haar geslaap in de auto. Schuldig en ook ietwat geërgerd boog ze haar hoofd. Haar man had altijd al de gave gehad om meteen de vinger op de zere plek te leggen. Ongeacht of het haar zou kwetsen of niet. Maar ze wist dat hij deze keer gelijk had. Ze was zo met zichzelf bezig dat ze hem enorm verwaarloosde. Ze nam zich voor dat te veranderen deze vakantie. Maar voor nu koos ze ervoor om stil naast haar man in bed te kruipen en met een zucht viel ze in een diepe slaap.
De volgende dagen genoot ze onwillekeurig toch van de mooie omgeving. Ze bekeken veel bezienswaardigheden in de buurt en het voelde weer als vanouds. Ze hadden het gezellig en ze wandelden veel in de omgeving. Ze bloeide weer op en de zon bruinde haar armen en gezicht. Maar op onbewaakte ogenblikken kwamen steeds de herinneringen weer terug. Het verlangen naar hem bleef hardnekkig op de achtergrond aanwezig. Soms dacht ze aan wat ze tegen hem zou zeggen als ze terug waren, dat wisselde met de dag. Maar elk scenario dat ze bedacht, werd net zo snel weer door haar verworpen. Ze wou dat ze met hem kon praten over wat haar zo bezig hield. Maar helaas, dat was niet mogelijk. Zij kon wel allerlei oplossingen bedenken en manieren over hoe het verder moest gaan, maar hij was er ook nog en zij wist niet hoe hij erover dacht. Ze vreesde dat hij tot de ontdekking was gekomen dat hij zijn huidige relatie boven een relatie met haar verkoos. En eigenlijk zou zij dat ook moeten doen. Uiteindelijk loste al haar gepieker niets op, ze moest gewoon wachten tot hij weer terug zou zijn en dan zou ze weten hoe het verder zou gaan. Gaandeweg liet ze het los en haar relatie met haar man was weer aan het opbloeien. Als haar man haar alleen maar eens zo in zijn armen zou nemen als hij deed, haar zo bewonderde als hij deed, haar zo’n gelukkig en levendig gevoel gaf als hij deed. Maar haar man was haar man en niet hem. Dus stelde ze zich tevreden met wat ze had. Ondanks het knagende, lege gevoel op de achtergrond.
De dagen waren voorbij gevlogen, de vakantie zat er op. Weer thuis zat ze al snel weer in het ritme van werken en het huishouden doen. Ze miste hem wel op het werk, maar was niet meer zo onrustig. Ze wist dat ze hem nog niet tegen zou komen, dat scheelde. De dagen regen zich aaneen tot weken en al snel kwam de datum in zicht dat hij weer terug zou komen. Naarmate die datum naderde, des te onrustiger ze werd. Ze wist nog steeds niet wat ze zelf nou eigenlijk wou. Ze wou hem weer zien en hem vasthouden, maar ze wou ook haar man niet kwijt. Ze was geworden tot iemand die ze altijd had verafschuwd. Namelijk iemand die van twee walletjes wou eten, zoals dat zo fraai heette. Ze wist dat zoiets meestal op niets uitliep. Ze walgde enigszins van zichzelf, maar kon haar gevoelens niet de baas. Zou hij zich ook zo voelen? Ze kon er alleen maar naar raden.
Op een ochtend reed ze de parkeerplaats van het werk op en zag hem lopen. Haar hart bonsde luid. Hij zag haar niet, dus kon ze hem rustig bekijken. Ze leek wel een dorstige in de woestijn zoals ze hem opnam, ze had hem ook zolang niet gezien. Haar hart deed pijn bij zijn aanblik, het verlangen naar hem raasde meteen weer door haar heen. Haar gevoelens voor hem waren er dus nog steeds. Wat had ze dan verwacht?! Dat gevoelens die na 5 jaar sluimeren ontstoken waren, zich nu opeens in een paar weken tijd weer zouden laten opsluiten en verdringen? Nou dat ging mooi niet op dus. Verward besefte ze dat ze hem helemaal niet terug gestopt had in het hoekje van haar hart. Hij was het waar ze zo naar verlangde dat het pijn deed. Mijn god waar was ze mee bezig!!!!??? Het liefste zou ze meteen weer rechtsomkeer gemaakt hebben en zich terug getrokken hebben in de veilige omheining van haar huis. Maar ze vermande zich en stapte ietwat bibberend uit de auto. Ze liep onzeker glimlachend het kantoor binnen. Daar stond hij bij de receptie. Even was ze uit het veld geslagen en de paniek was een tel zichtbaar in haar ogen. Maar wederom vermande ze zich en beantwoorde zijn blik en zijn lach. Ze zou hem niet laten merken hoezeer ze van slag was doordat ze hem nu weer zag.
“Hoi, hoe gaat het ermee?”
“Prima, hoe was het in Frankrijk?”
“Heel goed, het loopt er nu allemaal op rolletjes.”
“O, dat is fijn.”
Mijn god wat een nietszeggend gesprek. Ze zou het over hele andere zaken met hem willen hebben. Ze zou willen weten of hij haar gemist had, of hij ook net zo veel aan haar gedacht had als zij aan hem. Of hij haar nog wou, ze was inmiddels bereid om desnoods als zijn maîtresse door het leven gaan, als ze maar bij hem kon zijn. Blozend besefte ze wat ze dacht en sloeg haar blik neer.
“Ik ga maar eens wat doen.”, bracht ze stamelend uit.
Snel draaide ze zich om en liep weg. Later kreeg ze een mailtje van hem op kantoor.
‘Gaat alles goed met je, je reageerde zo vreemd?’ vroeg hij erin. Nee, het ging helemaal niet goed met haar, maar dat zou ze hem niet laten weten. Daar was ze te trots voor. Ze mailde hem dat het prima ging en dat ze binnenkort maar eens wat moesten afspreken. Ze had het nu te druk. Prompt kwam er een mail terug of het de volgende dag na het werk schikte? Even twijfelde ze, maar ze besloot dat ze het maar zo snel mogelijk achter de rug kon hebben. Dus ze stemde in met zijn voorstel en sprak met hem af om de volgende dag, na het werk iets te gaan drinken. Na deze afspraak kwam er niets meer uit haar handen. Ze kon alleen nog maar aan de dag van morgen denken.
De twee dagen kropen voorbij, maar toen was het toch tijd voor hun afspraak. Zij zouden, in tegenstelling tot de meeste collega’s niet naar huis gaan, maar naar het café op de hoek. Hij stond haar al op te wachten in de centrale hal. Glimlachend keek hij haar aan. Hij zag er goed uit, bruin en sterk. Een echte man. Schuchter glimlachte ze terug. Ze had het gevoel of ze weer aan het begin van hun affaire stond. Alsof ze helemaal niet al zoveel samen hadden doorgemaakt. Met knikkende knieën liep ze achter hem aan naar het café. Het was zo dichtbij, dat ze hun auto’s konden laten staan. Die zouden ze straks weer ophalen.
Ze zochten een plaatsje ergens achterin. Bestelden iets te drinken en praatten ove van alles en nog wat, onbeduidende zaken. Ondertussen werd ze steeds onrustiger. Ze wou ‘to the point’ komen. Maar hij had het nog over Frankrijk en ze vond het vreselijk om hem te onderbreken. Zijn donkere stem was een genot om naar te luisteren. Dat was geen straf. Uiteindelijk was hij stil. Hij keek haar onderzoekend aan. Ze keek onzeker terug.
“Hoe gaat het nu echt met je?”
“Ehh, nou....tja...”
“Ja, dat dacht ik al. Je ziet er ook zo uit.”
“Hoe zie ik er dan uit?”
“Nou...onzeker, verward, een beetje angstig voor wat er komen gaat.”
Haar hart stortte zeker tien meter naar beneden haar maag in. Ze slikte moeizaam, hield zijn blik gevangen.
“Moet ik angstig zijn dan?”
“Dat weet ik niet, misschien wel...”
Nu klopte haar hart in haar keel. Ze keek hem aan, probeerde te doorgronden wat hij daarmee bedoelde. Maar er viel niets van zijn gezicht af te lezen. Ze besloot zelf maar te beginnen.
“Ik heb je zo ontzettend gemist. Ik kon alleen maar aan jou denken. Ik wou dat ik je die mail niet gestuurd had. Dan hadden we in elk geval een aantal weken via de mail contact met elkaar gehad.”
“Tja, maar je stuurde die mail wel hè. Ik denk dat het wel goed is geweest. Ik heb goed kunnen nadenken en ik hoop dat jij dat ook hebt gedaan.”
“Ja, dat wel, maar ik heb geen antwoorden gevonden. Ik had er graag met jou over gesproken, maar dat kon dus niet...”
“Ik wil je niet kwetsen,” , onderbrak hij haar.
O nu kwam het, hij ging haar zeggen dat hij haar niet meer op die manier wou zien...Ze sneep haar handen tot vuisten. De nagels begroef ze in haar handpalmen. Tranen die ze voelde drong ze terug. Hij zou haar niet zien huilen nam ze zich voor.
“Ik hou van mijn vrouw. Maar jij betekend ook veel voor me. Toch is het een probleem. We hebben zoveel te verliezen. Jij en ik. Ik denk dat we er nu een punt achter moeten zetten, voor het te laat is en we onherstelbaar veel leed en schade hebben aangericht.”
Ze kon alleen maar knikken, zonder adem te kunnen halen. Ze deed alsof ze het met hem eens was, maar haar hart schreeuwde het uit. Ze wou hem smeken om haar als minnares te nemen. Om haar vast te houden en nooit meer los te laten. Maar daar was ze te trots voor, dus klemde ze haar lippen op elkaar en hief haar kin op. Ze keek hem aan en zag zijn gevoelens voor haar in zijn ogen staan. Ze besefte dat hij het net zo moeilijk had als haar. Dat gaf haar de kracht om haar spraak terug te vinden.
“Ik ben het met je eens, we moeten er nu een punt achter zetten. Nu is het nog makkelijk voor ons. Ik heb ontdekt dat ik na deze tijd niet echt verliefd op je ben, ik dacht dat alleen maar.”, loog ze tegen hem, met een glimlach om haar lippen. Even zag ze een schaduw over zijn gezicht trekken. Haar woorden hadden doel geraakt. Niet dat het haar bedoeling was hem pijn te doen, maar ergens gaf het haar een licht gevoel van voldoening. Ze hoopte dat hij het toch erg vond dat ze zich zonder protest neerlegde bij zijn voorstel. Ze kon niet langer tegen over hem blijven zitten. Het gesprek had haar al haar krachten gekost. Daarom keek ze op haar horloge en zei dat ze nodig naar huis moest. Ze stonden tegelijk op en hij stond erop om te betalen. Ze liet hem begaan en probeerde haar trillende handen voor hem te verbergen. Bij de parkeerplaats namen ze afscheid en hij zei dat ze altijd vrienden zouden blijven. Haar hart huilde toen ze instemmend knikte. Ze liet de man van haar hart uit haar leven vertrekken, zonder voor hem te vechten. Ze wist dat het verspilde moeite zou zijn.
Thuis nam ze een douche en daarbij huilde ze tot ze geen tranen meer dacht te hebben. Ze kroop in bed en trok de dekens over haar hoofd. Zo vond haar man haar een uur later. Ze zei dat ze zich niet lekker voelde en hij haalde zijn schouders op. Hij draaide zich om en even later hoorde ze hem de voordeur achter zich dicht trekken. Het interesseerde haar niet. Ze was volledig ingestort. Ze kon zich nu even niet druk maken om haar man. Ze had haar handen vol aan zichzelf. Alle vage hoop die ze steeds gekoesterd had, was nu vervlogen. O, had ze die mail destijds maar nooit verstuurd. Wellicht waren ze dan juist wel dichter tot elkaar gekomen in plaats van verder van elkaar af zoals nu. Huilend draaide ze zich om en viel uiteindelijk in een onrustige slaap.
De volgende morgen werd ze gebroken wakker. Haar spiegelbeeld toonde haar een vrouw met verward haar en dikke rode ogen. Een rode neus glom haar tegemoet in de spiegel. Triest nam ze de schade op en besloot dat ze zo niet naar haar werk kon gaan. Haar werk!!!!! Ze moest actie ondernemen, eerst melde ze zichzelf ziek. Toen dacht ze na over haar toekomst bij het bedrijf, ze kon hem niet iedere dag onder ogen komen. Ze besloot ontslag te nemen. Na het ontbijt schreef ze haar ontslagbrief en deed hem meteen op de bus. Zo, dat was onherroepelijk. Dus ging ze ook maar langs een aantal uitzend-buro’s en langs het arbeids-buro. Ze had dezelfde dag al een aantal opties voor een andere baan, dus dat was geen probleem. Enigszins opgelucht ging ze weer naar huis. Daar overviel haar weer de leegte in haar hart. Ze kroop weer in bed om in haar slaap vergetelheid te zoeken. Ze sliep de klok rond en merkte niet eens dat haar man thuis was gekomen en weer vertrokken was.
Zo regen haar dagen zich aaneen. Langzaam krabbelde ze op uit het diepe dal waarin ze zich bevond. Na een paar weken zette ze zich ertoe om te gaan solliciteren en dezelfde dag had ze bericht dat ze de baan had. Ze voelde zich niet opgelucht, maar eerder triest. Zo voelde ze zich eigenlijk de hele tijd, enorm triest. Alsof er een leegte was gekomen die niet meer gevuld kon worden. En haar ogen die eens zo glommen, stonden dof en verdrietig. Als ze boodschappen ging doen, keek ze voortdurend om zich heen, in de hoop hem ergens te zien. Maar nooit kwam ze hem tegen. Dat was waarschijnlijk maar goed ook, want ze zou niet weten hoe ze zich moest gedragen als ze hem wel tegen kwam.
Inmiddels was er al een maand voorbij gegaan, ze zag eruit als een zombie en liep constant met een verdrietig gezicht door het huis. Op een dag kwam haar man eerder thuis dan ze verwachtte. Hij keek haar lang en doordringend aan.
“Ik kan er niet meer tegen, het spijt me.”, zei hij.
“Hoe bedoel je? Je kan waar niet meer tegen?”
“Ik kan niet meer tegen het liegen en tegen het schuldgevoel.”
Hij boog zijn hoofd en staarde naar zijn tenen. Ergens begon haar iets te dagen. Al de keren dat hij afwezig was, thuis kwam en weer weg ging. Zijn afwezige blik en al die uren op zijn computer. Nooit had ze argwaan gehad. Maar nu viel het kwartje en ze herkende de blik op zijn gezicht. Diezelfde blik had zij ook gehad nog niet zo lang geleden.
“Je bedoelt dat je verliefd bent geworden op iemand anders, nietwaar?”
“Hoe weet je dat?”
“Nou dat is niet zo moeilijk. Ik tel alleen maar één en twee op. Dan krijg je een verhouding nietwaar?”
“Ik moet toegeven dat jij er net zoveel schuld aan hebt als ik. Jij was de laatste tijd zo afwezig. Ik had goede hoop dat die vakantie ons goed zou doen en ik had haar gezegd dat ik haar niet meer wou zien. Dat ik voor ons koos. Maar toen jij zo raar begon te doen...tja...”
“Toen koos je maar voor de makkelijkste weg en dus voor haar.”, constateerde ze zonder enige emotie.
Haar huwelijk was voorbij en uiteindelijk kreeg zij er toch nog de schuld van. Was ze maar zelf weg gegaan, dan was ze vrij geweest en had alles wel anders kunnen zijn. Alhoewel, hij was nog altijd niet vrij natuurlijk. Wat dacht ze nu...Ze moest hem uit haar hoofd zetten en haar man nu ook. Nu moest ze alleen nog aan zichzelf denken.
Ze draaide zich om en liep naar boven.
“Zeg je verder niets?”
Ze draaide zich op de trap om en keek naar beneden. Daar stond de man met wie ze ruim 15 jaar getrouwd was geweest. Hij deed haar niets meer. Ze was ietwat treurig om wat voorbij was, om de herinneringen die ze niet meer samen met hem kon delen. Maar ook opgelucht dat het nu toch over was. Hoe dubbel kon het leven zijn.
“Nee, wat moet ik nog zeggen. Ik neem aan dat je weg gaat?”
“Ja... eh .....nee, ja toch wel. Ik ga naar haar.”
“Ken ik haar?”
Niet dat dat er iets toe deed. Ze gunde haar hem van harte.
“Ik geloof van niet.”
“O. Ik zal alvast voor je gaan pakken.”
Ze draaide zich weer om en liep verder de trap op, naar hun slaapkamer. Daar pakte ze de grootste koffer en deed zijn kledingkast open. Stapeltje voor stapeltje pakte ze eruit en vulde de koffer ermee. Toen deze vol was, pakte ze een andere koffer en vulde deze ook. Inmiddels was haar man naar boven gekomen.
“Het spijt me...ik weet niet......waarom doe je zo?”, bracht hij uit.
“Hoe...zo?”
“Nou zo koud, alsof het je niets doet.”
Niets deed haar meer iets, ze voelde niets meer, haar hart was dood en dor. Een klomp steen in plaats van een kloppend hart. Ze haalde haar schouders op en schudde haar hoofd. Ze kon het hem niet zeggen. Ze was klaar met het vullen van de koffers. Al zijn kleding zat erin en ze overhandigde hem zwijgend de koffers. Hij liep naar de trap en ging zonder nog iets tegen haar te zeggen naar beneden. Ze volgde hem langzaam. Bij de voordeur keek hij haar aan.
“Ik bel je, we moeten veel regelen.”
Ze knikte en hield de deur voor hem open. Zo kon het dus ook. Een man kon dus ook voor zijn minnares kiezen. Maar hij had dat niet gedaan, zij trok in beide gevallen aan het kortste einde. Zwijgend keek ze de auto van haar man na toen hij van de oprit reed.

Er waren verscheidene maanden voorbij gegaan. De scheiding was snel officieel, ze had nergens bezwaar tegen gemaakt. Daardoor was het snel gegaan. Ze hadden het huis verkocht en zij had in een buurdorp een huis gehuurd voor een achterlijk hoge huur. Maar haar ex-man had zich schuldig gevoeld en stond erop de huur voor haar te betalen. Ze vond het prima, ze vond alles prima. Ze had alles wat haar in leven hield bij de hand. Verder wou ze niets. Alleen maar rust. De herinneringen vervaagden bijzonder langzaam en zij kwam net zo langzaam weer een beetje tot leven. Op haar werk zonderde ze zich af. Ze maakte geen vrienden en ook in haar nieuwe buurt zocht ze geen contact met anderen. Ze was op zichzelf en ook dat vond ze prima.
Op een gegeven moment moest ze naar de stad waar ze eerst gewoond had. Ze wou niet, maar ze had nieuwe schoenen nodig en daar was een winkel waar ze altijd slaagde. Lusteloos pakte ze de bus naar de stad. In het centrum stapte ze uit. De drukte overviel haar, rusteloos keek ze om zich heen. Het was vreemd om daar weer rond te lopen. Ze wou het zo snel mogelijk achter de rug hebben, zodat ze zich weer terug kon trekken in haar zelf gekozen isolement. Het lot besliste echter anders.
Toen ze de winkel uit kwam met haar nieuwe aankopen, voelde ze dat haar nekharen recht omhoog gingen staan. Een rilling trok over haar rug en ze werd helemaal warm van binnen. Ze draaide zich met een ruk om en staarde recht in zijn ogen. Ze deed haar mond open en weer dicht zonder iets te zeggen. Ze leek een vis die naar lucht hapte. Totaal van haar stuk gebracht wou ze zich weer omdraaien om ervandoor te gaan. Maar hij was sneller en greep haar bij haar arm. Hij draaide haar naar zich toe en hield haar andere arm ook vast. Ze kon nergens naar toe. Ze voelde hoe haar knieën begonnen te knikken. Haar hart klopte in haar keel. Het bloed kolkte door haar aderen. Hij was zo dichtbij en daardoor werden er oude wonden opengereten. Alles wat ze de afgelopen maanden verdrongen en verwerkt dacht te hebben lag weer open en bloot voor haar. Hij brak, alleen door zijn aanwezigheid, haar zorgvuldig opgebouwde muur in één klap af. Verward keek ze hem aan. Tranen welden op in haar ogen.
“Waar was je gebleven?”, vroeg hij met een onvaste stem.
“Weg”, kon ze nog net uitbrengen.
“Ja, dat heb ik gemerkt.”, bromde hij. “Ik miste je op het werk. Ik moest voor de zaak toch nog een aantal weken terug naar Frankrijk en toen ik terug kwam was je er niet meer. Ik hoorde dat je na een ziekte-periode ontslag genomen had. Toen ik je ging zoeken, bleek je ook verhuisd te zijn. En ik hoorde dat je gescheiden bent. Waarom heb je me niets verteld?”
“Wat doet het ertoe, je had je keuze gemaakt.”
Inmiddels huilde ze, de tranen stroomden over haar wangen. Ze kon ze niet meer tegenhouden. Ze gaf op. Ze was niet meer sterk.
“Ik had het willen weten. Ik ben toch je vriend?”
“Jij weet ook dat geliefden nooit geen vrienden meer kunnen zijn. Het was te moeilijk voor me. Ik hou zoveel van jou, het zou een kwelling zijn geweest om je iedere dag te moeten zien. Dat was meer dan ik kon verdragen.”
“En je man?”
“Die koos voor zijn minnares.....”
Ze liet zich deze woorden ontvallen en haar ogen vertelden hem wat ze zelf zo gewenst had. Hij keek haar verdrietig aan.
“Had ik dat ook maar gedaan.”, zei hij zacht, “Ik heb je zo gemist en besefte dat mijn huwelijk niets meer voorstelde, dat ik meer om jou geef dan om mijn vrouw. Ik heb haar verlaten.......Ik hoopte dat ik je ooit nog weer terug zou vinden. Nu sta je hier voor me en ik laat je nooit meer gaan. Als je dat tenminste nog wil.”
Ze keek hem verbaasd aan. Tussen haar tranen door zag ze dat hij naar haar glimlachte. Een warme glimlach. Toen hief hij zijn hand en met zijn duim veegde hij heel teder haar tranen van haar wangen. Hij boog zijn hoofd om vervolgens de rest van haar tranen weg te kussen. Ze wist even niet of ze nu moest huilen of moest lachen. Maar haar verlangen won het van haar verwarring en ze sloeg haar armen om zijn nek. Ze kuste hem met alles wat ze voor hem voelde en met alle verdriet en wanhoop van de afgelopen eenzame maanden. Langzaam heelde haar hart, ze voelde het. Ze was eindelijk één met de man van haar hart.




Aantal keer bekeken: 2744
Waardering: 5.50 op 10
Geef een cijfer:

Alle rechten voorbehouden 2005-2024 - www.verhalenlezen.nl


Verhalen

Wilt u een verhaaltje lezen uit één van de onderstaande categorieën? Klik dan gewoon op een categorie en u komt op de pagina met de verhalen van deze bepaalde categorie.

Verhalen posten

Hebt u zelf een verhaaltje geschreven? Of een onvergetelijke blunder tegengekomen, of iets anders. En je wilt er anderen mee amuseren, lezen? Met verhalenlezen.nl kan dat geen probleem zijn. Klik hier om een verhaal te posten!


Statistieken

Totaal verhalen: 5184
Totaal categorieën: 10
Totaal 133 bezoekers online