Verhalenlezen.nl - Voor al uw verhalen en sprookjes. Ook hebben we liefdes verhalen en erotische verhalen.

War for the planets deel 2.

U leest om dit moment het verhaal War for the planets deel 2 gepost door Lodewijk Geboers. Dit verhaal is gepost in de categorie spannende verhalen. Wilt u een zelf geschreven, of een mooi verhaaltje posten? Klik daarvoor hier.

Wilt u terug naar spannende verhalen?
Categorie: spannende verhalen
Gepost door: Lodewijk Geboers
Gepost op: 2006-12-13

Verhaal:

War for the planets deel 2
War for the planets DEEL2

Dimmy, Sara, Robin en Liesje zijn net terug bij Dimmy’s huis. Het is 9 uur. De pizza was lekker. Steven heeft gezegd dat als er nog eens lawaai bij zijn huis komt dat hij zou bellen. Ring… De telefoon rinkelt. Dimmy neemt op. “Hallo?�
Het is de mama van Dimmy aan de telefoon.
“Hallo, Dimmy? We gaan morgen al naar huis komen.�
“Jullie zouden toch langer blijven?� zegt Dimmy.
“Er is een ongeluk gebeurd. Vandaag is er ingebroken in ons hotel. De hotelbaas is vermoord en de vrouw van de hotelbaas heeft de moordenaar gezien en is in schok en kan niks meer zeggen.�
Dimmy wordt bang. “Oké, tot morgen dan.�
Dimmy legt de hoorn neer.
“Wie was dat?� vraagt Sara.
“Het was mijn moeder. Ze komen morgen naar huis.�
Liesje springt in de lucht. “Joepie!� schreeuwt ze.
“Waarom komen ze morgen al terug?� vraagt Robin.
“Vandaag is de hotelbaas vermoord en zijn vrouw heeft het gezien en die is in schok.�
Liesje stopt met springen. “Leven mama en papa nog?� vraagt ze.
“Natuurlijk, ze zijn morgen terug,� zegt Dimmy.
Dimmy, Robin en Sara gaan aan de tafel zitten.
“Er is iets verkeerd.� zegt Sara.
“Er gebeuren rare dingen,� zegt Robin.
“Jullie hebben gelijk.� zegt Dimmy.
Liesje wandelt ook naar de tafel.
“Dimmy, ik ga tv kijken,� zegt ze.
“Doe maar,� zegt Dimmy. Liesje wandelt naar de tv.
“Volgens mij is het allemaal toeval.� zegt Dimmy.
“Hoe kun je dat nu denken?� schreeuwt Sara.
Dimmy legt het uit. “Het licht gevend ding in de lucht was een vliegtuig, het geritsel in de maïs bij Robin was een konijn en die iemand die hier in ons huis is gekomen en een gat in het raam heeft geslagen was een inbreker en dat gedoe bij mijn ouders heeft er niks bij te maken, iemand wou geld stelen, vermoordt de hotelbaas en zijn vrouw heeft het gezien. Geen wonder dat ze nu in schok is.�
Robin staat recht. “Bestaat buitenaards leven?� vraagt hij.
“Misschien.� antwoord Sara.
“Volgens mij niet.� zegt Dimmy.
“Het geritsel in de struik is een konijn, wat waren die rare geluidjes dan?� vraagt Robin.
“Dat kan toch ook een konijn geweest zijn.� zegt Dimmy.
Robin maakt de geluidjes na.
“Volgens mij kan een konijn dit niet.� zegt Sara.
“Dan was het een geit die ontsnapt is uit een wei.� zegt Dimmy. Liesje komt terug aan de tafel staan. “Dimmy, wil je voor mij ketnet opzetten?�
“Dat is toch zender vier.� antwoord hij.
“Daar is iets anders bezig.� zegt ze.
“Kijk dan op zender één, misschien is het verhuisd naar tv1,� zegt Dimmy.
“Heb ik al gedaan.� zegt Liesje.
“En?� vraagt Dimmy.
“Daar is hetzelfde bezig,� zegt ze.
“Ga alle kanalen af,� zegt Dimmy.
“Heb ik ook al gedaan.� zegt Liesje.
“Was er nergens ketnet te zien?� vraagt Dimmy.
“Overal is hetzelfde bezig.� zegt Liesje.
Robin, Sara en Dimmy lopen naar de tv. Op elke zender is het journaal bezig, een extra journaal.
Er zijn vliegende voorwerpen in de lucht gezien, in Parijs, nog maar net twee minuten geleden. Robin, Dimmy, Sara en Liesje gaan in de zetel zitten.
“Is dit ook maar toeval? Dimmy?� vraagt Sara.
“Het zou kunnen.� zegt Dimmy.
“Volgens mij zijn het aliens.� zegt Liesje. De nieuwsreporter spreekt: “We zijn er 100 % zeker van. Wat we gezien hebben kwam niet van de aarde, er is buitenaards leven. Er zijn twee mogelijkheden. De ene mogelijkheid is dat ze hun kennis willen uitbreiden en dat ze niet vijandelijk zijn. Een andere mogelijkheid is dat hun energiebronnen uitgeput zijn en dat ze wel vijandelijk zijn.�
Robin staat recht. “Ik geloof het 50%.�
“Ik ook.� zegt Sara.
“Ik 100%� zegt Liesje.
“Ik 1 %� zegt Dimmy. Dimmy zapt de tv uit.
“Het is allemaal zever.� zegt hij.
Robin zet de tv terug aan. Hij, Sara en Liesje blijven verder kijken. Dimmy gaat Lesly eten geven. Hij negeert alles wat er gezegd wordt. Om de minuut komt er reclame. Het is dus gewoon allemaal verzonnen en om wat reclame te maken. Dimmy komt buiten. Lesly is heel hard aan het blaffen. Niet naar de lucht maar naar het veld. Naar het stukje veld waar maïs staat. Nu begint Dimmy te twijfelen. Hij gaat terug naar binnen en neemt een zaklamp uit de kast en gaat terug naar buiten. Lesly blaft nog steeds zo hard. Dimmy gaat naar haar toe. Lesly is zo wild dat ze bijna in Dimmy zijn hand bijt. Dimmy springt achteruit. Hij zet de zaklamp aan en loopt het maïsveld in. Hij duwt de planten opzij en schijnt in alle richtingen met zijn zaklamp. Plots hoort hij ook het geluid dat Robin hoorde. Hij laat uit schrik de zaklamp vallen. Hij moet twee meter stappen om de zaklamp terug op te rapen. Hij vindt het veel te ver. Hij wil meteen terugrennen. Dimmy doet het toch. Hij bukt zich en neemt de zaklamp terug in zijn handen. Hij staat recht, plots ziet hij een voet tussen de maïs verdwijnen. Dimmy begint te rennen voor zijn leven. Het was geen mensen voet. Het was iets anders. Hij rent en rent nog harder. Hij ziet de tuin terug en Lesly die heel hard blaft. Terwijl Liesje, Robin en Sara tv kijken zien ze Dimmy heel rustig binnen komen. Sara ziet dat er iets scheelt. Ze staat recht en knuffelt hem.
“Wat is er?� vraagt ze.
“Ik geloof jullie.� zegt hij.
Dimmy sluit de deur en alle ramen en gaat naast Liesje zitten in de zetel.
De reporter spreekt: “Deze band die we nu gaan draaien is een uur geleden opgenomen. We hebben hem net toe gekregen. Pas op! Deze beelden kunnen schokkend zijn.�
Liesje wordt bang en loopt naar haar kamer. Sara gaat dicht bij Dimmy zitten. Robin kan het niet laten en steekt een sigaret op. De band begint te draaien. Op tv zijn er allemaal kinderen te zien. Ze zijn op een verjaardagfeestje. Ze schreeuwen allemaal heel hard en wijzen door het raam naar buiten. Ze wijzen naar bomen. Allemaal bomen die bij elkaar staan.
“Loop dan toch weg!� schreeuwt Robin. Plots verschijnt er een buitenaards wezen achter een boom, hij sluipt van de ene boom naar de andere en verdwijnt weer achter een andere boom. Hij is ongeveer twee meter groot. Hij heeft roden ogen. Een rond hoofd, maar vanboven is het hoofd iets breder. Zijn benen zijn lang en hij heeft akelige handen met lange vingers en lange nagels. Nu is hij niet meer te zien. Sara schreeuwt. Liesje komt terug beneden.
“Is het voorbij?� vraagt ze.
“Ja!� schreeuwt Dimmy. Hij kreeg er even ook geen lucht van.
“Zouden ze vijandelijk of vriendelijk zijn?� vraagt Robin.
“Vijandelijk, ze hebben een hotelbaas vermoord.� antwoordt Dimmy.
“Nu gaan we slapen.� zegt Dimmy.
Liesje, Sara, Dimmy en Robin lopen naar boven. Ze doen zelfs de deur op slot van Dimmy zijn kamer. Zo veel schrik hebben ze.

De volgende morgen worden de kinderen wakker. Ze zitten nu allemaal te ontbijten. “Zouden we mama en papa niet bellen?� vraagt Liesje.
“Ben je zot! Ze mogen niet weten dat Robin en Sara hier zijn. Trouwens ze komen normaal gezien vandaag thuis. Eigenlijk komen ze het dus toch te weten dat Robin en Sara hier zijn. Maar toch bellen we best niet.� zegt Dimmy.
Eigenlijk geen goede keus van hem. Hij belt toch met zijn gsm naar zijn ouders, maar ze nemen niet op. “Nu tevreden?� schreeuwt Dimmy.
“We gaan een plan of zoiets moeten bedenken.� zegt Robin. “Ik ben al aan het denken.� zegt Dimmy. “We weten dat er hier zijn geweest, ze zullen vast terugkomen.� zegt Sara. Dimmy staat recht.
“Het is een militaire operatie.� zegt hij.
“Wat zit jij nu te zeveren?� vraagt Sara.
“Steven vertelde het, ze verkennen, ze doen niks kwaads. Ze bepalen risico’s en als die bepaald zijn komen de anderen.�
“Je maakt me bang.� zegt Liesje. Dimmy gaat terug zitten en eet zijn boterhammen verder op.

Dimmy, Sara, Robin en Liesje beginnen allemaal te beseffen dat ze in een heel gevaarlijke toestand zitten, en of ze het nu kunnen geloven of niet, het is toch waar. Er zijn buitenaardse wezens, en die zijn nu op aarde. Ze vragen zich allemaal verschillende dingen af. Dimmy vraagt zich af hoe het met zijn ouders gaat, en of hij misschien best even toch belt naar zijn ouders en opbiecht dat Robin en Sara en zelfs Sara haar hond hier bij zijn thuis zitten. Robin vraagt zich af of het een grote oorlog zou kunnen worden, een war of the worlds of zoiets. Liesje vraagt maar een ding af, of ze nog zal leven na al dit gedoe. Sara vraagt zich af of ze uit het huis zullen gehaald worden door het leger. Met hun vieren spreken ze af om in het huis te blijven, alles dicht te maken en geen monster meer naar binnen te laten komen.

Ze beginnen eraan. Alle buitendeuren worden gesloten, en alle ramen worden met hout dicht getimmerd. Ze werken de hele dag door. Liesje kijkt naar tv om meer te weten over de buitenaardse wezens. Dimmy houd de sleutels van alle deuren bij. Niet alleen de buitendeuren maar ook van de andere deuren in het huis. Zo zouden ze kunnen vluchten van de ene kamer naar de andere. Dimmy heeft dit allemaal bedacht. Robin vindt het geen goed idee. Volgens hem is het mogelijk dat de buitenaardse wezens het hout gewoon door branden. Of het huis gewoon vernietigen met een straal. Zo fel is Dimmy ook niet bijgelovig. “Je hersens zijn kapot van de wiet!� Schreeuwde hij eens lang gelede op Robin. Dimmy kan er eigenlijk helemaal niet tegen dat Robin joint rookt. Sigaretten, dat mag wel. Dat doet hij zelf ook, maar geen drugs. Ook al heeft hij zelf één keer getrokken. Hij doet het nooit meer. Het huis is helemaal bewerkt met hout. Ze zijn er helemaal klaar voor. Eigenlijk niet, ze hebben hun gewoon een beetje voorbereid. Er kan nog van alles gebeuren. Er is wel één probleempje, het hout dat ze vanachter uit hun tuin hebben gehaald is op en er is een heel klein gaatje. Het hondenluik aan de achterdeur van de labarador die Dimmy vroeger had.
“We gaan Steven roepen, hij moet bij ons blijven. Dit huis is goed beschermd.� zegt Dimmy. “Mij goed.� zegt Sara.
“ik zal wel alleen gaan.� zegt Dimmy.
Dimmy doet de deur open en gaat naar buiten, pakt zijn fiets en fietst naar Steven.

Heel aarde, alle mensen die op onze wereld wonen zijn vol angst. Ze weten niet wat komen zal. Ivo en Tine, de ouders van Dimmy zijn alles aan het proberen om terug naar hun huis te kunnen. Maar alle wegen liggen vol verkeer. Alle mensen van Parijs, Londen, New York en Brussel vluchten naar plaatsen waarvan ze denken dat er geen buitenaardse wezens zullen komen. De president van Amerika is zelfs vertrokken, het witte huis is afgebrand. Aangevallen door buitenaardse wezens. Het leger is ingezet. Ze vinden geen zwakte van de wezens. Ivo en Tine maken zich zorgen, de buitenaardse wezens hebben nog geen aanvallen gedaan op huizen of woonwijken, alleen in steden. Ivo en Tine staan in een grote file. Eigenlijk zouden ze al lang thuis moeten zijn, maar door al dit gedoe duurt het langer. Niemand volgt de verkeersregels meer. Er rijden tanken door gebouwen uit. Achter de lange rij van auto’s lopen er buitenaardse wezens, ze hebben een soort wapen waarmee er een grote druk komt en de auto’s de lucht in vliegen en ergens neervallen. Er zijn zelfs mensen die uit hun auto stappen proberen om een tank te stelen om zo alle andere auto’s aan de kant te duwen. Ivo en Tine stappen uit hun auto en lopen tussen de auto’s door zoals vele andere bezig zijn. UFO’s in de lucht die stralen schieten op de auto’s.

Robin, Sara en Liesje zitten in het huis naar tv te kijken. Ze zien de toestand in Parijs. Plots valt de tv uit en er komt sneeuw. Sara zapt naar een andere zender. Juist hetzelfde. Sara zet de tv uit. Robin staat recht en zegt:�Ik moet even een joint roken.� Hij pakt zijn tabak uit zijn jas en een zakje wiet.
“Nee! Dat doe je niet!� schreeuwt Sara.
“Ik doe wat ik wil!� zegt Robin.
Sara duwt hem op de grond en pakt de zak wiet af en rent naar de wc. Robin rent haar achterna. Sara houdt haar hand boven het toilet, met het zakje wiet in haar handen.
“Durf het te laten vallen!� schreeuwt Robin. Plots staat Liesje achter Robin.
“Krijg ik een glas water?� vraagt ze.
“Natuurlijk.� zegt Sara. Ze geeft het zakje met wiet terug aan Robin.
“Durf één te rollen.� zegt ze. Ze gaat naar beneden en schenkt een glas water voor Liesje in. Liesje kijkt ernaar en zet het glas op tafel.
“Ik wil een nieuwe, er zit een haar in.�
“Dan heb je pech!� schreeuwt Sara.
Liesje trekt een droevig gezichtje en laat het glas staan en gaat in de zetel zitten. Robin doet wat Sara zegt. Hij rolt geen joint. Lesly de hond, is de enige die iets goed doet. Ze ligt voor het kattenluik te waken. Dat is de enige doorgang om in het huis te komen.

Dimmy staat met zijn fiets op straat voor het huis van Steven. Hij legt zijn fiets neer en gaat naar de deur.
“Vreemd.� denkt hij. De deur is open. Hij gaat naar binnen. Heel het huis ligt vol rommel: een kapotte rugzak, papieren.
Dimmy neemt een papier vast en kijkt wat erop staat.
‘Geachte heer, wij willen u een aanzoek doen om ons land te verdedigen en het leger te leiden,’ was de eerste zin. Dimmy legt het papier neer. Hij wil kijken of Steven er is. Hij staat voor de deur naar de keuken.
“Zou hij daar zitten?� denkt hij. Plots ziet hij onder de deur, door de spleet een zwarte schim voorbij gaan.
Er is dus iemand achter die deur. Maar wie? De klink wordt omgedraaid. De deur gaat open naar Dimmy zijn richting.
“Steven, ben jij dat?� vraagt hij. Plots ziet hij een groene hand achter de deur te voorschijn komen. Dimmy begint te duwen tegen de deur. Hij begint te schreeuwen. Hij duwt zo hard dat het buitenaardse wezen achteruit gaat en dat zijn hand tussen de deur komt te steken. Het buitenaardse wezen verliest vier vingers van de vijf. Het heeft dus een mensenhand. Alleen heeft hij lange vingers en lange nagels. Dimmy zet stoelen voor de deur en schuift daar de tafel nog tegen. Je hoort een vreselijk gekrijs van het beest. Plots begint het beest iets te schreeuwen. Telkens hetzelfde.
“Hij roept de andere,� denkt Dimmy. Hij rent naar buiten. Het kan hem niets schelen waar Steven is. Hij springt op zijn fiets en fietst naar zijn huis. Van alle kanten hoort hij plots vreemde geluidjes. De geluidjes die Robin in het veld hoorde. Dimmy komt aan zijn huis. Remt heel hard, gooit zijn fiets neer, opent de deur met de sleutel en rent naar binnen. Sluit de deur dicht en rent in Sara haar armen.
“Wat scheelt er?� vraagt Sara.
“Ze zitten overal.� zegt hij.
Robin trekt zijn zakmes uit zijn broek. “Laat ze maar komen!� schreeuwt hij.
“Hopelijk laten ze ons met rust.� zegt Sara.
“Heel zeker niet.� zegt Dimmy.
“Hoezo niet?� vraagt Sara.
“Ik heb er een verwond.� zegt Dimmy.
Robin trekt grote ogen en zegt:�Heb je voor één gestaan?� Dimmy gaat in de zetel zitten.
“Steven was er niet maar wel iemand anders, hij wou naar mij toekomen maar ik blokkeerde de deur en zijn hand kwam er tussen en toen verloor hij vier vingers.� zegt hij.
“Dat heb je goed gedaan.� zegt Sara. Dimmy steekt een sigaret op.
“Hé!� schreeuwt Robin.
“Wat?� vraagt Dimmy.
“Hij mag dat wel!�
Sara zegt:�Ik zei dat je geen joint mocht roken, rook maar een gewone sigaret.
“Je moet daar eens mee stoppen.� zegt Dimmy.
Robin begint te lachen: “Denken jullie nu echt, dat wij dit gaan overleven? Heb je het op tv niet gezien? Ze zullen ons niet komen redden, al deze planken of zelfs het hele huis steken ze in vuur. We kunnen ze alleen maar vies af laten zien en nog wat genieten van de laatste uren van ons leven.�
Dimmy wordt rood en schreeuwt:�Denk maar niet dat ik hier zal sterven! Ze zullen me nog ineens niet kunnen aanraken! Ik laat ze hier niet binnen!�
Liesje zit in de zetel. “Ik ben bang.� zegt ze. Robin, Sara en Dimmy gaan bij haar zitten.
“Wij ook.� zeggen ze.
“Mama had aan de telefoon gezegd dat ze nu thuis zou zijn.� zegt Liesje. Dimmy zegt niks, hij heeft op tv gezien wat met Parijs aan de hand is. Hij denkt niet echt dat ze vandaag nog thuis zullen komen, zelfs morgen niet en overmorgen zeker niet.

Tine en Ivo lopen over straat, plots zien ze in de verte de Eifeltoren om vallen. Tine blijft staan en kijkt. “Ivo neemt haar arm vast en trekt haar mee.
“Door lopen!� schreeuwt hij. De buitenaardse wezens komen dichterbij, hier en daar valt er een auto langs Tine en Ivo. Ze kijken niet achter zich. Ze blijven doorrennen. Tine voelt aan haar schouder. “Help! Ik ben mijn handtas kwijt! Mijn gsm, mijn geld, alles kwijt!�
“Dat is niet erg, dat heb je nu toch niet nodig!� schreeuwt Ivo.

Liesje, Sara, Robin en Dimmy zitten in de zetel. Lesly zit voor het hondenluik. “Gek dat ze niet wegloopt, het hondenluik is toch niet gesloten?� zegt Sara.
“Denk je dat iemand hier nog buiten wilt rond lopen?� zegt Dimmy.
“Zou Steven dood zijn?� vraagt Robin.
“Ik weet het niet,� zegt Dimmy.
“Wat denk je zelf?� vraagt Liesje aan Dimmy.
“Er was een papier dat op de tafel lag, er stond iets belangrijks in. Maar ik ben vergeten wat, met dat wezen en al die geluiden onderweg. Dan kan je aan niets anders meer denken.�
“Zouden we alle glazen vol water in dit hele huis niet eens opruimen?� vraagt Sara.
“Nee, laten we maar op andere dingen letten,� zegt Dimmy. Robin gaat liggen.
“Ik ben moe.� zegt hij.
“Ik ook, blijf wakker en kom me roepen als er iets gebeurt.� zegt Dimmy.
Hij gaat naar boven op zijn kamer. Sara volgt hem en gaat ook in zijn kamer. Sara kijkt naar de slaapzak van Robin.
“Vind je dat normaal?� vraagt ze.
“Wat zou ik normaal vinden?� vraagt Dimmy.
“Robin bedoel ik, er zijn monsters over heel de wereld. We hebben heel fel schrik, en hij wil even een joint roken. Ik begin nu al te flippen, wat zou er dan met hem gebeuren? Wie weet begint hij gek te worden als hij dat doet.�
Dimmy kijkt in de slaapzak van Robin. Er is niks in te vinden, dus alles wat hij heeft, heeft hij nu bij zich.
“Ik vind het normaal,� zegt Dimmy.
“Wat zeg je nu?� schreeuwt Sara. “Hij is gewoon verslaafd, juist gelijk ik aan sigaretten. Ik ben gestrest dus ik moet sigaret hebben en hij moet een joint roken. De fout die hij eigelijk gemaakt heeft is dat hij daarmee begonnen is. Want je hebt gelijk, hij zal daar ziek van worden en rare dingen doen als hij dat op dit moment gaat roken.�
Dimmy gaat op zijn bed zitten. Sara gaat naast hem zitten.
“Je zult ons toch wel beschermen?� vraagt ze. “Ik zorg ervoor dat jou niets overkomt.� Sara neemt Dimmy vast. “Ik ben bang,� zegt ze.
“Geen zorgen. Als ik hun vingers kan afbreken, kan ik ook hun hoofd afbreken.� Dimmy en Sara gaan terug naar beneden en gaan bij Liesje en Robin in de zetel zitten.

De avond valt. Het begint donker te worden. Boven Parijs beginnen er regenwolken te komen. Ivo en Tine zijn een steegje ingelopen. Weg van al die auto’s. Ze horen mensen schreeuwen. Ze horen de buitenaardse wezens met elkaar praten. Die vreemde geluidjes die Robin in het veld hoorde. Ivo en Tine zitten achter een vuilnisbak. Ivo gluurt eronderdoor. Hij kan door het steegje kijken op straat. Hij ziet brandende auto’s, verminkte mensen en buitenaardse wezens rondlopen. Ze kijken rond of er nog iemand leeft. Want alle mensen die in de auto’s zaten en probeerden te vluchten, hebben het niet overleefd. Er zijn wel een aantal mensen zoals Ivo en Tine die zich ergens hebben verstopt. Tine kijkt langs de vuilnisbak door. Eén buitenaards wezen komt in het steegje gewandeld.
“Wat nu?� vraagt Tine.
“Geen idee.� zegt Ivo.
Het wezen komt dichterbij, kijkt in de vuilnisbak en kijkt dan voor zich. Recht over Ivo en Tine heen. Het wezen draait zich om en wandelt terug. Ivo niest.
“Nee!� schreeuwt Tine. Het buitenaardse wezen draait zich om. Neemt zo een geweer waarmee hij een straal schiet die druk veroorzaakt en alles wat voor de straal is aan de kant duwt. Hij schiet op de vuilnisbak. De vuilnisbak vliegt vooruit en omhoog, over Tine en Ivo heen en botst dan tegen de muur. Het buitenaardse wezen kan hen nu zien. Hij komt dichterbij, nog dichter en nog dichter. Hij stopt zijn wapen weg, en laat zijn handen zien. Er komt een donder slag. Al de buitenaardse wezens in heel de stad beginnen te schreeuwen. Het buitenaardse wezen dat bij Ivo en Tine stond loopt uit het steegje. Ivo en Tine staan recht. Ze wandelen uit het steegje. Ze zien geen enkel buitenaards wezen. Alleen UFO’s die weg aan het vliegen zijn. Uit andere steegjes, uit rioolputten, achter donkere hoekjes komen andere mensen te voorschijn. Sommigen van hun zijn zelfs legermannen.
“Zouden ze bang hebben van donder?� vraagt Tine. Eén van de legermannen hoort wat ze zegt.
“Ik hoop van wel, dan hebben ze een zwakte.� zegt hij. Het begint te regenen.
“Gaat iedereen geëvacueerd worden?� vraagt Ivo aan de legerman. “Naar waar dan? Ze zitten overal, het is nergens op de wereld veilig. Het enige wat we kunnen doen is terug vechten.� zegt de legerman.
“Luister, wij wonen in Nieuwerkerken en onze kinderen zijn daar. We willen graag bij hun zijn.� zegt Tine.
De legerman kijkt haar aan en zegt:“Ik kan je niet daar krijgen, het spijt me. De enige optie is te voet gaan.�
Alle legermannen gaan samen staan en spreken iets af. Eentje neemt de leiding.
“Luister mensen! Iedereen zijn aandacht? We gaan een groep vormen die samen blijft, we zoeken samen een schuilplaats! Gaat iedereen akkoord?�
“Dit is het beste wat we nu kunnen doen.� zegt Ivo.
“Je hebt gelijk.� zegt Tine.
Iedereen volgt de legerman die de leiding neemt. “We gaan naar een grote schuilkelder, waar nog veel mensen zitten. Die schuilkelder is goed verborgen en de muren zijn gemaakt van metaal, steen en ijzer. Je bent daar veilig.� zegt hij.
De wezens zitten overal, ze vernielen kerken, scholen, gemeentehuizen, koningsgebouwen, trainingskampen van het leger en zelfs huizen van mensen die niets hebben misdaan. Ze hebben een leider, zijn naam is Davina. Hij heeft onlangs nog een ongelukje gehad. Een jongen van zestien jaar heeft vier vingers van zijn hand afgehakt. Hij verlangt naar wraak en wil de jongen doden. Hij heeft een hele troep naar het huis gestuurd waar de jongen woont. Davina is iets groter dan de andere wezens, en hij is slimmer dan de andere wezens. Hij kan talen leren, hij heeft alle talen van de mensen al geleerd. Hij praat met een zware trillende stem. Je zou rillingen krijgen als je die stem hoort.

Sara, Dimmy, Robin en Liesje zitten in de zetel. Lesly ligt voor de deur. Plots staat ze recht en begint ze te grommen. Sara kijkt naar haar hond.
“Lesly wat scheelt er?� vraagt ze. Lesly loopt naar buiten door het hondenluik. Ze horen Lesly heel hard blaffen en grommen.
“Lesly kom terug!� schreeuwt Sara. Lesly kwam niet terug en er was ook geen geblaf of gegrom meer te horen. Robin en Dimmy staan voor de deur. Liesje verstopt zich onder tafel. Sara staat nog naast de zetel. Ze horen voetstappen rond het huis. Liesje kijkt door de spleten van het hout dat voor het raam is getimmerd en ziet iets voorbij komen.
“Dimmy daar is er één.� zegt ze zachtjes.
“Er zijn er overal.� zegt Robin.
Plots horen ze geklop. De wezens slaan op de deur en tegen de muren, ze proberen binnen te komen.
“Het zijn er veel te veel!� schreeuwt Sara. Plots krijgt één van de wezens het voor elkaar dat het slot wordt gebroken van de deur. Eén wezen komt binnen. Dimmy duwt snel de deur terug dicht. Sara duwt tegen de zetel. Tegen het wezen, die valt en dan zet ze de zetel tegen de deur. Liesje schreeuwt heel hard. Het wezen staar recht en loopt naar de tafel. Hij kijkt naar de kasten en ziet wat voor rommel erop staat. Plots begint het heel hard te schreeuwen en probeert hij weg te komen uit het huis.
“Wat heeft hij?� vraagt Robin.
“Hij wil de anderen binnen laten komen!� zegt Dimmy. Dimmy rent op het wezen af en duwt hem tegen de tafel. Het wezen struikelt. De glazen met water die Liesje daar telkens heeft laten staan, vallen om. Het water drupt op het wezen en het schreeuwt nog harder. Dimmy kijkt naar het wezen en ziet dat begint te bloeden door het water dat op hem druppelt. Er komt weer geklop. Het hout voor de ramen wordt stuk geslagen en er komen wel vijf wezens door. Liesje, Sara, Robin en Dimmy gaan bij elkaar staan.
“Ze hebben schrik van water!� schreeuwt Sara. Dimmy rent er vandoor en gaat de kelder in. “Hij laat ons achter!� schreeuwt Robin. Liesje begint te wenen. De wezens slaan nog ramen kapot komen door de deur en beginnen massaal met tientallen binnen te komen. Dimmy komt uit de kelder met twee waterpistolen. Hij gooit er één naar Robin. Ze beginnen te schieten op de wezens. De wezens springen allemaal achteruit en rennen terug het huis uit. Sara pakt nog een paar glazen die vol water staan en begint te gooien op de wezens. Op de vloer vloeit water samen met het bloed van de buitenaardse wezens. Robin neemt zijn zakmes uit zijn zak en gooit het naar één zijn gezicht. Het huis is terug leeg. Er is geen buitenaards wezen te zien. Buiten ook niet. Er is wel nog geschreeuw te horen maar dat verdwijnt langzaam en langzaam.
“We moeten hier weg.� zegt Dimmy.
“Waar gaan we naar toe?� vraagt Robin. “We gaan naar het leger en vertellen dat we een geheim wapen hebben.�
Robin, Dimmy, Sara en Liesje gaan naar buiten. Ze zien Lesly dood liggen en gaan naar de straat. Ze nemen uiteraard de waterpistolen mee.
Dimmy heeft geen idee hoe hij het leger moet verwittigen, hij weet niet eens waar leger kampen zijn. Alleszins kunnen ze niet in het huis blijven. Sara vindt het jammer van Lesly. Het was haar hond. Toen ze 10 jaar werd, kreeg ze Lesly voor haar verjaardag. Ze was nog nooit zo blij geweest en vandaag was ze nog nooit zo kwaad geweest. Sara begint zich ook andere vragen te stellen. Hoe het met haar ouders zou zijn. Met haar peter en haar meter, haar oma en opa. Wie weet zijn ze dood.
“Wat doen we als we dingen tegen komen?� vraagt Robin.
“Dan schieten we ze allemaal neer met onze waterpistolen.� zegt Dimmy.


Aantal keer bekeken: 2144
Waardering: 6.33 op 10
Geef een cijfer:

Alle rechten voorbehouden 2005-2024 - www.verhalenlezen.nl


Verhalen

Wilt u een verhaaltje lezen uit één van de onderstaande categorieën? Klik dan gewoon op een categorie en u komt op de pagina met de verhalen van deze bepaalde categorie.

Verhalen posten

Hebt u zelf een verhaaltje geschreven? Of een onvergetelijke blunder tegengekomen, of iets anders. En je wilt er anderen mee amuseren, lezen? Met verhalenlezen.nl kan dat geen probleem zijn. Klik hier om een verhaal te posten!


Statistieken

Totaal verhalen: 5184
Totaal categorieën: 10
Totaal 234 bezoekers online