Verhalenlezen.nl - Voor al uw verhalen en sprookjes. Ook hebben we liefdes verhalen en erotische verhalen.

Wrigley.

U leest om dit moment het verhaal Wrigley gepost door Sieko van Dam. Dit verhaal is gepost in de categorie spannende verhalen. Wilt u een zelf geschreven, of een mooi verhaaltje posten? Klik daarvoor hier.

Wilt u terug naar spannende verhalen?
Categorie: spannende verhalen
Gepost door: Sieko van Dam
Gepost op: 2009-8-22

Verhaal:

Wrigley
Het verhaal speelt zich af rond de middeleeuwen.

Het 1e hoofdstuk is het echte verhaallijn.

Deel 2 is een flashback.

Hoofdpersoon:
Etrius, drielingbroer van Elrian en Swerd. Word door veel mensen als een normaal persoon beschouwd maar verandert naarmate hij steeds meer meemaakt.

Bijpersonen:
Elrian, drielingbroer van Etrius. Leergierige vuurliefhebber die kampt met een slaapstoornis en voor veel problemen zorgt.
Swerd, drielingbroer van Etrius. Jongen met een stoornis die komt door een ongeluk in zijn jeugd. Houd van regelmaat en kan niet veel nieuws verdragen als het hem niet bevalt.

Wrigley.

1

Een harde klap schrikt hem wakker. Als hij zijn ogen open doet ziet hij wat eten en drinken voor hem staan. Daarachter ligt een hand plat op de tafel. De hand is van de man die aan de andere kant van de tafel zit. Zelf gaat hij overeind zitten en wrijft met zijn handen in zijn ogen. Rekt zich uit en laat zijn handen weer op tafel vallen. Zijn stoel staat nog even perfect als voor hij in slaap viel.
Hier had hij op gewacht, de man voor hem is iemand die hoger in de rangen staat dan de andere soldaten. Geen sergeant zoals de man die hij sprak voor hij in slaap was gevallen. Hij weigerde met hem te praten, hij had tegen die man gezegd dat hij met een belangrijk iemand wilde spreken. De man was beledigd, maar na even gepraat te hebben waarom, had hij de sergeant overtuigd om iemand erbij te halen die wist wat er gaande was, vragen kon beantwoorden en antwoorden konden geven op vragen die hij zelf niet wist.
‘Wat voor rang heeft u?’ vraagt hij aan de man die voor hem zit.
‘Luitenant.’ Antwoord de man.
‘Wat weet u over deze zaak?’
‘Ik weet dat jij Etrius bent, en dat jij en je broers druk bezig zijn geweest. Ik heb begrepen dat jij antwoorden hebt of dat je deze nodig hebt. En het zou fijn zijn als je deze ook daadwerkelijk hebt.’
‘Weet u dan ook hoeveel broers ik heb?’
‘Meer dan twintig.’
‘Hoe heet mijn vader?’
‘Wrigley. Hij is de leider van de groepering waar jij een bloedband mee hebt. Ik heb gehoord dat jouw broer Elrian zich tegen de regels in tot leider wilt kronen door de voetsporen van zijn vader te volgen.’
Deze man wist veel van zijn familie. Deze man was waarschijnlijk al lang bezig met deze zaak. Van deze man kon hij informatie krijgen die hij wilde weten. Het enige probleem is dat Etrius zijn gevangene is en eerder zijn vragen zal moeten beantwoorden voor hij informatie kan krijgen.
‘Ben ik voor jou belangrijk genoeg om mee te praten?’ Vraagt de luitenant.
‘Meer dan genoeg.’
‘Ik ben Luitenant Alexander.’
‘Aangenaam kennis te maken, u zult begrijpen dat ik het druk heb. Ook al zit ik momenteel gevangen, ik hoop dat u me na deze ondervraging zal vrijlaten om mijn broer te vinden.’
‘Dat ligt eraan wat je me te vertellen hebt.’
‘Dat ligt eraan waar ik moet beginnen.’
‘Begin maar bij het begin, ik wil horen hoe jullie begonnen en het uiteindelijk zo ver geschopt hebben.’
Etrius pakt het glas melk dat voor hem staat, neemt een slok en gorgelt zijn mond schoon, dan slikt hij het door. Vervolgens pakt hij zijn brood en neemt er een grote hap van, er zit geen beleg op. Het maakt hem niet uit hoe het smaakt, sinds hij de dood van zo dichtbij heeft meegemaakt, zijn de kleine dingetjes in zijn leven al veel beter aan gaan voelen dan al het andere. Het eten smaakte sindsdien een stuk beter.
‘Ik ben Etrius, mijn drielingbroers heten Elrian en Swerd. Ik moet u wel iets vertellen. U heeft mij samen met Swerd opgepakt, en aangezien ik Swerd al langer ken dan u, zal hij al heel veel of heel weinig verteld hebben. Ik moet u zeggen dat Swerd weigert te spreken met mensen die hij niet mag. Dus als hij besluit niks te zeggen, kunt u beter een ander sturen, want sinds kort is hij heel gewelddadig tegen alles en iedereen.’
‘Dat weet ik, hij heeft een sergeant van me gebeten. Toen de bewaker zijn zwaard trok heeft je broer Swerd hem bewusteloos geslagen met een stoel. Nu zit hij geboeid om te voorkomen dat iemand nog gewond raakt. Hoe komt het dat hij zo gewelddadig is?’
‘Toen hij klein was klom hij vaak in bomen en gebouwen. Eén keer ging het fout en viel hij uit een boom, spijtig genoeg viel hij op zijn hoofd. Er is toen iets geknapt in zijn hoofd en moest hij alles wat hij voor zijn zevende geleerd had opnieuw leren. En hij is boos omdat hij er heilig in gelooft dat Elrian dood is, en geeft jullie de schuld ervan dat hij gestorven is.’
‘Dat verklaart een hoop. Dan zal ik zelf een keer maar met hem gaan praten.’
Etrius neemt weer een hap van zijn brood. Dan neemt hij nog een slok van de melk.
‘Maar ga verder. Hoe komt het dat jullie zo plotseling bekend werden?’
‘Omdat onze stiefvader was gestorven.’
‘Jullie stiefvader?’
‘Ja, er is een hoop gebeurd in het dorp waar wij woonden. We hadden veel problemen en vreemde mensen kwamen naar het dorp. Eén van hen had Elrian ervan overtuigd mee te gaan rondreizen. Ik had gezegd dat Elrian bleef omdat onze stiefvader dat niet accepteerde. De volgende dag was onze stiefvader dood. Of hij gedood was door de vreemdeling, of als wraakactie van één van onze dorpgenoten. We hadden serieuze problemen en we hebben al die problemen genegeerd totdat onze stiefvader stierf.’
‘Maar wat voor problemen hadden jullie dan? Ik begrijp niet helemaal wat je bedoelt.’
‘Ik heb rare broers. Dat Swerd gestoord is wist iedereen in het dorp, maar af en toe deed hij dingen waardoor hij de dorpsbewoners toch nog pissig wist te maken. Als hij kippen vrij rond zag lopen door het dorp, had hij de neiging deze kippen weg te schoppen. Toen hij een kip per ongeluk had doodgeschopt kreeg hij een hoop boeren achter zich aan. Die wilden na maanden van gewonde kippen eindelijk een straf aan Swerd geven zodat hij het af zou leren.
Er is een hoop geruzie van gekomen en zelfs de burgemeester en de dorpswachters moesten tussenbeide komen om de kwestie te sussen. Na een waarschuwing te hebben gekregen namen de boeren op een andere manier wraak. Ze verspreiden het gerucht dat Swerd kippen stal en deze gewoon van alles aandeed. Dat er elke dag wel kippen verdwenen. Al snel zag iedereen Swerd als een crimineel en gooiden mensen stenen naar hem als ze hem zagen. Swerd was gebroken. Soms lag hij uren te huilen, hij was net als een klein kind dat van iets wordt beschuldigd terwijl hij niks gedaan heeft.’
‘Is dit grootpraat wat je mij verteld? Want ik weet dat veel gevangenen overdrijven en soms problemen groter maken dan ze zijn.’
‘Nee, zeg het woord ‘kip’ tegen Swerd, en hij zal u, net als uw sergeant, bijten.’
‘Maar in het geheel lijkt me dat niet echt een groot probleem, meestal verdwijnt zulke pesterijen in verloop van maanden of jaren.’
‘Dat had ik ook tegen Swerd gezegd, hij bleef sinds die gebeurtenis altijd binnen. Ik zag de tranen in zijn ogen staan, elke keer als ik naar buiten ging, soms kreeg ik zoveel medelijden met hem dat het leek alsof ik de veroorzaker van zijn verdriet was.
Elrian dacht er precies hetzelfde over, en hij was woedend op die boeren. Hij zinde op wraak en zorgde ervoor dat hun kippen echt verdwenen. Elke dag kwam hij wel met een kip thuis, vader vond het vreselijk dat Elrian zulke dingen deed, want stelen was volgens hem de grootste zonde. Elrian schold vader de huid vol om het feit dat hij niks deed om Swerd te helpen. “Die boeren zijn de echte zondaars! Als God moet kiezen tussen Swerd en die klootzakken, dan zou hij die schoften laten branden in het eeuwige vuur!” Dat zei Elrian, vlak voordat hij de kip levend in de open haard gooide.’
‘En wat deed je stiefvader?’
‘Die ging vanaf dat moment aan de drank, niet dat hij dat niet al deed. Maar deze keer dronk hij meer dan een gemiddeld persoon. En dat was niet alleen om wat Elrian had gezegd, er zat meer achter de reden dat hij aan de drank ging. Als ik het toentertijd had gevraagd, dan zou hij misschien nu nog leven, en een hoop antwoorden geven over mijn echte vader en familie.’
‘Je had meer problemen, zei je.’
‘Ik had een klein probleem, ik had ruzie met een oude vriendin van me. Ik had me een keer voorgedaan als Elrian, in de hoop haar te laten zien wie ik echt kon zijn. Zij vatte het anders op, en ik werd vervolgens het gesprek van de dag onder de vele meiden die in het dorp woonden. Al snel roddelde het hele dorp over mij, en werd ik afgebeeld als de grootste klootzak. Vervolgens werd ik een keer door drie jongens aangevallen. Ze hadden niet verwacht dat ik wel wat meer pit had dan mijn andere broers. Ik heb hun armen en benen gebroken.’
‘En toen kreeg je net als je broer Swerd een hoop gezeik aan je hoofd?’
‘Inderdaad, al vond ik dat ik juist had gehandeld. Daar was Elrian het mee eens, aangezien het de zonen van een paar boeren waren. Die boeren gingen onmiddellijk hun beklag doen bij de gemeente. Elrian was het vanaf dat moment zo zat, dat hij die week vier boerderijen in brand heeft gestoken.’
‘Wisten ze niet dat Elrian een obsessie voor vuur had?’
‘Toen nog niet, de boeren dachten dat ik hun huizen in brand had gestoken. Maar ik had twee weken huisarrest van mijn vader gekregen, en hij heeft mij constant in de gaten gehouden. De hele week hadden mensen mij alleen samen gezien met mijn vader. Dus was vader ziedend dat de boeren mij de schuld gaven. Ik ben er heelhuids vanaf gekomen, zonder veroordeling of wat dan ook. Net als Elrian en Swerd.’
‘Je zegt nu steeds vader, maar je bedoelt gewoon je stiefvader, niet waar?’
‘Ja, hij is als een echte vader voor me geweest. Zelfs zonder moeder heeft hij ervoor gezorgd dat wij goed zijn opgevoed. Alhoewel ik zijn kind niet blijk te zijn, zou hij nog steeds trots zijn bij de gedachte dat ik hem als mijn vader zie. Ik wou dat ik dat had kunnen zeggen toen hij nog leefde.’
De luitenant glimlacht zonder dat hij naar Etrius kijkt. Hij herkende dat. Dat was af te lezen in zijn gezicht. Iedereen kent dat gevoel wel, iemand laten zien dat je trots op diegene bent. Zo’n gevoel voelt geweldig, alsof je leven echt nut had op deze wereld. De luitenant kijkt weer naar Etrius.
‘Nu wil ik wel wat weten over Elrian zelf.’
‘Elrian is een gestoorde klootzak, als ik wist wat hij later zou doen, had ik hem destijds al vermoord. Maar aangezien ik het nog niet wist, kan mij ook niks kwalijk genomen worden. Maar nu ik het wel weet, wil ik hem doden. Als niemand het doet, dan doe ik het, samen met mijn andere broer. Dat ik door uw leger gevangen ben genomen, is voor mij het grootste obstakel dat ik tot nu toe tegen ben gekomen.
Een week geleden was ik zo dichtbij, ik wist waar hij toen naartoe ging. Maar nu zullen zijn sporen wel zijn uitgewist. Elrian leert snel, alles wat hij leest, ziet of hoort. Alles onthoudt hij, dat is zijn enigste en sterkste wapen. Hij weet hoe mensen denken, wanneer ze iets van plan zijn, wie een bedreiging kan zijn. Het is gewoon dat Elrian veel over mensen weet.’
‘Kan je een voorbeeld geven?’
‘Natuurlijk.’ Etrius neemt een grote slok en stopt vervolgens een stuk brood in zijn mond. Hij mixt het brood met het melk en het smaakt meteen een stuk minder taai, met gemak slikt hij het naar binnen. ‘Ik zat een keer met Elrian te praten, en hij had het erover hoe hij mensen iets kon laten doen ook al kende hij die mensen niet.’
‘Ga verder.’
‘Ik zei dat zoiets onmogelijk was, en hij werd vervolgens boos bij de gedachte dat iets onmogelijk was. En om het te bewijzen liepen we een herberg in, waar op de begane grond rijkelijk gedronken werd. Elrian kwam binnenlopen, en zei tegen me dat ik meteen mijn handen in mijn haar moest doen. Ik deed dat, en vervolgens praatte Elrian luid tegen de tien á twintig mensen die in de herberg zaten. Niet op een vriendelijke toon of een kwaadaardige, maar alsof de nood echt hoog was.’
‘Wat zei hij dan?’
‘“Doe je handen in het haar”, dat herhaalde hij een stuk of vijf keer, serieus kijkend. En binnen tien tellen had iedereen zijn handen in hun haar. Allemaal doodstil luisterend met hun handen in het haar. En Elrian bedankte hun vriendelijk voor hun deelname aan zijn experiment. Hij keek mij vervolgens aan en zei dat niets onmogelijk is.’
‘Als je zoiets doet, dan moet je wel heel serieus overkomen.’
‘U zou Elrian eens moeten zien, hij komt over als een aardig en intelligent persoon, alsof hij de persoon is die je al jaren als vriend wilt hebben, die vrouwen als echtgenoot willen hebben. Maar geen van hun weet dat onder dat acteurwerk een ware psychopaat zit. Hij laat volwassen mannen huilen door slechts te raden hoe ze denken, hoe ze echt zijn en waarom ze zo leven.’
‘Wat kan je me verder over Elrian vertellen?’
‘Hij houd van vuur, hij leest veel boeken, hij vind dat vrouwen de carrière van de mannen ophouden en geeft daarom niks om ze, hij hecht geen waarde aan gevoelens om te voorkomen dat iemand deze tegen hem kan gebruiken. Hij haat alle mensen die hun levens zo doelloos voortzetten, dat ze alleen maar leven voor het genot, dat niemand van hun iets doet om deze vreselijke wereld te verbeteren.’
Etrius denkt terug aan het moment waarop Elrian zijn hart luchtte tegenover hem, een paar dagen voor zijn vertrek.

2

Elrian staat half naakt naar de open haard te staren, zijn ogen gericht op het vuur dat brand. Etrius zit een meter achter hem op de grond, met zijn rug tegen de muur. Hij zit al een tijdje naar zijn broer te kijken, die doodstil in het vuur zit te staren. Na nog eens vijf minuten naar hem te hebben gekeken gooit hij het boek dat naast hem ligt tegen Elrians benen. Deze schrikt uit zijn trance en kijkt verward naar Etrius.
‘Wat doe je?’ vraagt Etrius.
‘Ik zit te denken.’
‘Aan wat? De open haard?’
‘Nee, je bent toch te dom om te begrijpen wat ik bedoel.’
Etrius lacht sarcastisch. ‘Als dat een grap was, dan heeft die je vorige grap toch echt weten te overtreffen.’
‘Stil broertje, laat me verder denken.’
‘Waar denk je aan?’
‘Aan hoe ik jou stil kan krijgen.’
‘Hoe wil je dat doen?’
‘Niet.’
‘Hoe bedoel je? Je wilt me stil krijgen, je zit een manier te bedenken hoe en vervolgens wil je dat niet doen.’
‘Omdat ik even afleiding nodig heb, en discussiëren met jou is de leukste afleiding.’
‘Afleiding van wat?’
‘Wil je dat echt weten? Denk je dat te begrijpen? Denk je dat je dat wilt horen? Denk je dat jij je beter zal voelen als je het gehoord hebt?’
‘Vertel het maar, dan kan jij je hart luchten. En hoef ik me niet meer te vervelen.’
‘Goed dan, misschien dat ik vanavond dan wel kan slapen. Het enige probleem met mijn hart luchten is dat de ander dan zwaar gestresst wordt. Dus wees gewaarschuwd.’
Etrius beweegt zijn wenkbrauwen omhoog, alsof hij door die woorden geschokt zou moeten zijn. Elrian kijkt weer even naar het vuur. Na een minuut gewacht te hebben zegt Etrius: ‘Komt er nog wat van of niet?’
‘Hoe wordt de duivel ook wel genoemd?’
‘Wat?’
‘Geef nou maar antwoord, hoe wordt hij ook wel genoemd, hoe komt hij volgens sommige mensen op de aarde?’
‘Vuur, toch?’
‘Inderdaad, vuur. Stel je dan eens voor dat de duivel ons het vuur gegeven heeft. En wij gebruiken het elke dag, om ons eten te koken, om spullen te maken, om de nacht te verlichten, en nog wel honderd meer dingen. Dieren zijn doodsbang voor vuur, waarom zijn wij dat niet? Wij begroeten dat... wapen.’
‘Waar heb jij het nou weer over?’
Elrian zucht alsof hij geïrriteerd raakt door die vraag. ‘Ben je zo dom dat je niet begrijpt wat ik zeg?’
‘Ik begrijp het wel, maar wat voor onzin praat jij nou weer?’
‘Waar gebruiken wij het vuur voor? Wij maken er wapens van, wij maken er wapens van zodat we oorlog kunnen voeren en er op die manier duizenden doden vallen.’
‘Wapens kunnen ook gemaakt zijn zonder vuur, denk maar aan de katapult of kruisboog, die zijn niet met vuur gemaakt.’
‘Door welk wapen zijn de meeste doden gevallen? Het zwaard toch? Of ben ik hier de domste van ons tweeën? En ik heb het niet alleen over wapens, bedenk eens wat er met eens mens gebeurd als hij in aanraking komt met vuur. Zijn huid smelt weg en laat littekens achter waardoor deze mensen eruit zien als gedrochten. Deze mensen worden door de ‘normale’ - (Elrian tilt beide handen omhoog en beweegt zijn wijsvingers op en neer bij dit woord) – mensen genegeerd en aangezien als een crimineel, en aangezien mensen met littekens minder snel aangenomen worden dan ‘normale’ mensen gaan deze mensen al snel andere manieren zoeken om geld te verdienen, zij het diefstal. En heeft de duivel weer een ziel voor in zijn eigen vuurgrot.’
Etrius kijkt geschokt naar zijn broer, dan herinnert hij zich de kip die Elrian maanden geleden in de open haard had gegooid, als hij dat beest er weer uitgehaald had, zou het dan weer door de andere kippen geaccepteerd worden?
‘Er zijn nog wel duizenden redenen waarom vuur het werktuig van de duivel zou kunnen zijn, maar ik denk dat ik nu wel mijn punt meer dan duidelijk heb gemaakt.’
‘Daar heb je wel gelijk in. Al vind ik dat je het wel ernstig overdrijft. Heb je verder nog dingen in je hoofd waar je mee zit?’
‘Jazeker, wel duizenden dingen!’ schreeuwt hij naar Etrius.
‘Je hoeft niet te schreeuwen.’
‘Sorry, ik ben gewoon pisnijdig.’
‘Lucht je hart. Ik wil alles horen.’
‘Haat. Het is volgens onze priester een zonde om anderen te haten. Iedereen in de kerk is het daarmee eens, maar geef nou toe, is er ook maar iemand op de wereld die zich daar daadwerkelijk aan houdt?’
‘Als je het zo zegt, dan betwijfel ik het.’
‘Ik haat die boeren aan de rand van het dorp, daarom heb ik ook hun boerderijen in brand gestoken. Zij haten mijn broer, dus ik haat die klootzakken. Terwijl zij zich gedragen alsof ze nooit iets verkeerds doen. En als die simpele zielen iemand haten, en ik ook iemand haat, zal iedereen wel iemand haten op deze verziekte wereld. Dat morele gezeik van die priester komt mijn keel uit, al jaren, vroeger was ik het wel eens met hem, maar nu begint hij toch echt onzin te praten.’
‘Wat is moreel?’ vraagt Etrius, die niet weet wat moreel betekend.
‘Weet ik veel, dat woord lees ik de hele tijd in de kloteboeken die ik lees. En geen van die boeken kan mij een duidelijk uitleg geven van dat woord. Zelfs de bibliothecaris wist het niet. Het heeft te maken met zelfvertrouwen en de wil om door te zetten, het lijkt veel op moraal, maar dat is weer de manier waarop wij ons wenselijk gedragen in deze wereld.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Moraal is zeg maar, het is niet goed om anderen te haten. Dus blijven er slechts een paar mensen over op deze wereld die wel goed in de wereld passen, maar dat zijn meestal dronkelappen of andere mensen die niet veel mensen kennen. Moreel is zeg maar het zelfvertrouwen hebben of de wilskracht om iets te doen.’
‘Ik denk dat ik het begrijp.’
‘Ik denk precies hetzelfde, ik hoop dat ik het goed heb.’
Etrius glimlacht, Elrian glimlacht terug.
‘Maar het is toch waanzin dat wij ons moeten gedragen zoals anderen willen dat wij ons gedragen. Als we naar die mensen luisteren, dan mogen wij dus niet denken, doen of handelen op onze eigen manier. Het moet allemaal geaccepteerd worden door een stel ‘alwetende’ idioten.’
‘En als iemand dat dan niet doet?’
‘Dan word hij afgebeeld als een ware last voor iedereen, zoals Swerd, die word ook als last gezien. En hij voelt zich schuldig omdat hij deed wat hij als juist zag. Toen ik Swerd maanden geleden zag janken en hij mij vertelde dat hij er spijt van had dat hij die kippen had geschopt. Ik heb hem vol in zijn gezicht geslagen en dat hij er geen spijt van moest hebben, het was niet zijn bedoeling om die kip te doden, alleen wegschoppen. Hij wilde een paar kleine kinderen laten lachen en het ging fout. Hoe kan je in godsnaam iemand veroordelen tot levenslange straf omdat hij per ongeluk een fout heeft gemaakt?
Waar halen ze het gore lef vandaan om te zeggen dat iemand gestoord is omdat hij anders is dan andere mensen? Als ik het leuk vind om elke dag boeken te lezen om mijn intelligentie te vergroten, laat me dat dan doen verdomme! Ga me niet aan mijn kop zeuren waarom ik geen vriendin zoek, waarom ik niet buiten van het weer moet genieten, om me te vervelen en net als die trieste jongeren met een stijve pik rond te lopen en meiden te versieren! We mogen niet aan zulke dingen denken van de priester, want seks is niet rein!’
‘Rein?’
‘Zuiver! Wij zijn niet zuiver als wij constant aan seks denken en zulke dingen doen, terwijl god het zelf aan ons gegeven heeft. Het is volgens sommige mensen vies, terwijl zij gewoon jaloers zijn omdat ze het zelf niet vaak genoeg hebben. En dan moeten wij jongeren ons schuldig voelen als we er aan denken, als er iets is dat niet klopt, is dat het wel.’
Elrian heeft zweet over zijn lichaam lopen, in de gloed van de open haard glanst hij een beetje. Hij lijkt even diep adem te halen, een korte pauze voor hij verder gaat.
‘Wil je wat drinken?’ vraagt Etrius aan Elrian.
‘Graag, mijn bloed kookt.’

Aantal keer bekeken: 2325
Waardering: 5.50 op 10
Geef een cijfer:

Alle rechten voorbehouden 2005-2024 - www.verhalenlezen.nl


Verhalen

Wilt u een verhaaltje lezen uit één van de onderstaande categorieën? Klik dan gewoon op een categorie en u komt op de pagina met de verhalen van deze bepaalde categorie.

Verhalen posten

Hebt u zelf een verhaaltje geschreven? Of een onvergetelijke blunder tegengekomen, of iets anders. En je wilt er anderen mee amuseren, lezen? Met verhalenlezen.nl kan dat geen probleem zijn. Klik hier om een verhaal te posten!


Statistieken

Totaal verhalen: 5184
Totaal categorieën: 10
Totaal 307 bezoekers online