Verhalenlezen.nl - Voor al uw verhalen en sprookjes. Ook hebben we liefdes verhalen en erotische verhalen.

afscheid.

U leest om dit moment het verhaal afscheid gepost door Cynthia N. . Dit verhaal is gepost in de categorie liefdes verhalen. Wilt u een zelf geschreven, of een mooi verhaaltje posten? Klik daarvoor hier.

Wilt u terug naar liefdes verhalen?
Categorie: liefdes verhalen
Gepost door: Cynthia N.
Gepost op: 2006-8-6

Verhaal:

afscheid
Proloog

De blauwe lucht boven de zee wordt langzaam roze. De zon verdwijnt langzaam in de zee en met de volgende slok verdrink ik mijn verleden, mijn pijn, mijn gevoelens. Als ik naar de wolken kijk zie ik het lieve gezichtje samen met de zon in de zee verdwijnen. Alles lijkt verdwenen, niks heb ik meer, niks kan ik meer krijgen. Het beste wat ik ooit in mijn leven heb gehad is weg en komt niet meer terug, en het stomme van dit allemaal is, dat het mijn eigen schuld is, helemaal mijn eigen schuld. Als ik niet zo stom was zou ik nu gelukkig zijn geweest. Hier sta ik dan. Nooit gedacht dat het zo zou eindigen, mijn leven, dat zo mooi begon. Niemand zou geloven dat ik het zo zou laten aflopen maar wat heeft het allemaal nog voor zin? Wat heeft het liegen nog voor zin? Mijn leven was niks en wat is mijn leven in vredesnaam nu nog waard? Ik weet dat niemand er antwoord op weet en ik weet dat niemand zou willen antwoorden aangezien het mijn leven zou verwoesten maar nee, dat had ik zelf al gedaan. Omdat ik niet wil dat mensen denken dat ik gek ben, schrijf ik mijn verhaal nu op, later wil ik dat mensen weten hoe ik hier kwam, op dit punt van mijn leven en waarom ik het doe. Mijn verhaal begint met een brief die ik wel duizend keer opnieuw heb geschreven maar nooit wilde versturen, tot de dag van vandaag.

------------------------------

Lieve Chris,

Ik zou je nu eigenlijk dit niet moeten schrijven maar ik kan mezelf niet tegenhouden. Je moest eens weten hoeveel brieven ik in mijn la heb liggen, niet afgemaakt of gewoon niet verstuurd, dit is mijn laatste poging jou te zeggen wat ik wil zeggen.
Ik weet dat ik jou niet verdien of verdiende, jij was beter dan ik, verstandiger, wijzer. De tijd die ik met jou heb gedeeld waren de beste tijden van mijn leven. Je lessen, je wijsheden en je humor brachten mij geluk en blijheid. Ik weet dat je nu denkt, wat een gelul, en dat je deze brief nu weg wilt gooien maar luister naar je hart, dan weet je dat je dat niet wilt. Geloof me, na deze brief zal ik weg zijn, uit je leven, uit je gedachten, helemaal weg. Dit is ook geen brief waarin ik zielig ga doen want ik heb het hier allemaal zelf naar gemaakt. Ik heb mijn eigen leven verpest, weggegooid en tegelijkertijd gooide ik jou weg. Ik zal het mezelf nooit vergeven. Het verdriet die jij toen voelde, de pijn op je gezicht. Ik zie het allemaal elke dag, elke avond voor me. Ik droom van je. Ik hou van je en ik haat je.

Ik weet dat je nu een ander hebt, ik heb je gezien met haar, ze ziet er leuk uit, gelukkig. Zo zagen wij er ook ooit uit; leuk, gelukkig. Die tijden zijn allemaal voorbij en hoezeer ik ook zou willen dat het allemaal terugkomt, kan dat niet. Nooit meer. Niet alleen door jou maar nu ook door mij. Ik heb je gevolgd de afgelopen jaren, ik vind het zielig van mezelf dat ik nooit de moed heb gehad om eerder te schrijven maar ik vind het ook zielig van mezelf dat jij nog steeds niet verdwenen bent, uit mijn systeem, uit mijn hart. De telefoontjes die je de afgelopen jaren kreeg van onbekende nummers, opgehangen zonder een woord, waren van mij. Ik wilde je stem horen, ik zag je dan meteen voor me, ik rook je en ik kon je bijna aanraken. It's a mayor crush, I know. Ik kom er maar niet overheen, niet over jou heen. Het lijkt nu alsof ik alleen maar in herhalingen val maar dit zijn alle woorden die ik wil dat je hoort, leest. Als ik het zou durven zou ik het tegen je zeggen, persoonlijk, maar daar is het nu te laat voor. Aan het einde van deze brief zal je erachter komen waarom ik dit doe en waarom ik het niet eerder heb gedaan.

Ik zit nu in de bibliotheek, achter de computer want ik heb er zelf geen een, ik heb geen plaats om te wonen, geen vrienden, bijna geen leven meer. Na jou is er niemand meer geweest waar ik zoveel voor voelde als ik voelde voor jou, iedereen vergeleek ik met je. Ik miste dingen in anderen die jij wel had, ik miste je lach en ik kon hem nergens vinden omdat alleen jij zo'n lach hebt, alleen jij kon me laten vliegen. Jij kon ervoor zorgen dat ik me blij voelde, gelukkig. Ik voelde me vrij van alle zorgen en problemen, ik heb me nooit meer zo gevoeld als dat ik me voelde bij jou. Denk niet dat ik zielig ben, ik heb vriendjes gehad, korte relaties en one-night-stands maar niks voelde zo goed als het voelde bij jou. Ik schrijf deze brief om je iets te bekennen, ik had het al veel eerder moeten doen en je zal me ervoor haten dat weet ik. Toch wil ik je eerst mijn verhaal vertellen, wat ik heb meegemaakt, gedaan, in de afgelopen jaren van mijn leven. Waarom ik wil dat je dit weet zal je later te weten komen. Hieronder begin ik met mijn verhaal, mijn levensverhaal. Hoe het begon en hoe het zal eindigen en dan nog het gedeelte ertussenin.

Mijn moeder was 17, ongewenst zwanger en zwaar depressief. Ze rookte aan een keer door en zoop de hele dag. Ze was uit huis gezet en alleen. Ze had vriendjes, genoeg zelfs. Elke dag een andere sukkel die in haar ogen weg kon dromen en als een zombie in haar armen liep. Ze liet ze zitten na een dag, nacht eigenlijk en ging weer door met de volgende in de rij. Ze had genoeg belangstelling. Vooral omdat iedereen wist dat ze makkelijk was, snel. Het moest een keer misgaan, fout.

Dat ‘foutje’ was ik. En mijn vader? Niemand weet wie dat is. Ik ben alleen met mijn moeder opgegroeid. Mijn vader was gewoon een jongen van 18, 19 of 20, gewoon iemand die op zoek was naar een pleziertje en in een dronken bui vond hij dat bij mijn moeder. In haar ogen waarin hij kon verdrinken en in haar armen die hem verwelkomden en de volgende dag weer wegduwde. Maar wie hij nou precies was weet niemand. De jongen zonder naam. Ze wist in welke week het moet zijn geweest dus de mogelijkheden zijn beperkt maar ze had van niemand een naam, een adres. Ze had helemaal niks. Mijn vader zal ik dus nooit kennen. Misschien loopt hij nu wel door zijn huis, door de stad of misschien op het strand. Misschien heb ik hem wel eens gezien, naar hem gelachen in de supermarkt. Misschien denkt hij nog wel eens aan dat ene meisje met wie hij een nacht had gedeeld en in wiens ogen hij kon verdrinken. Maar misschien zit hij nu ook wel thuis met de dochter of zoon die hij kent en zit hij nu een film te kijken en hard te lachen. Misschien denk je nu dat ik hem zou kunnen zoeken maar daar heb ik geen tijd meer voor. My time’s up. Ik heb mijn eigen leven verpest en daar zal ik zelf voor boeten. Denk niet dat ik nu probeer je schuldig te laten voelen voor alles wat ik heb doorgemaakt na jou, dat is niet de bedoeling van deze brief. Het is eigenlijk ook niet echt een brief maar meer een verhaal, een verhaal dat ik graag met je wil delen. Ik geef het ook aan mijn moeder, een beetje anders, meer verwijten, want haar wil ik wel een schuldgevoel geven.
Zij heeft mij gemaakt tot wie ik ben, toen kwam jij, jij maakte mijn leven beter en daarna verpeste ik het weer. Maar goed even terug naar mijn verhaal, mijn levensverhaal. Toen mijn moeder ontdekte dat ze zwanger was kon ze niemand bellen, niemand was er voor haar en niemand zou haar helpen. Ze belde haar vrienden wel op, maar dat waren gewoon jongens waarmee ze een spannende nacht had gehad en die verliefd op haar waren geworden. Niemand wilde haar helpen, behalve een jongen. Hij was net zo oud als zij en stapelgek op haar. Hij woonde bij zijn moeder waarmee hij geen goede relatie had. Hij betaalde geld om er te wonen en noemde haar geen moeder meer en zo. Het was gewoon een mevrouw geworden bij wie hij woonde en aan wie hij huur betaalde. Hij had een eigen keuken, een eigen badkamer. Hij was er voor haar. Hij wilde met haar trouwen, voor het kind, ik dus, zorgen en een vader zijn. Natuurlijk wilde ze het niet, ze hield van haar vrijheid, wilde niet gebonden zijn. Toch wist ze dat het een goed aanbod was, iets wat niemand anders zou aanbieden. Op dat moment wist ze dat hij de enige was die van haar hield en ze wist dat ze na een tijdje ook van hem zou kunnen houden. Dus ze trouwden en ik kwam. Op elke trouwfoto die ik van hen zie lacht mijn moeder niet. Ze kijkt gevoelloos, zonder emotie. Hij lacht voluit zijn tanden bloot, hij kijkt haar verliefd aan en je ziet gewoon dat hij van haar houdt. In de eerste jaren van mijn leven staat hij op elke foto breed lachend maar langzaam begint de glimlach minder te worden en er staan steeds minder blinkende witte tanden op. Na 8 jaar gingen ze scheiden, ze hadden er genoeg van. Hij heette trouwens Peter en na de scheiding ging hij weg, naar Amerika om een nieuw leven op te bouwen. Hij is de enige vader die ik ooit heb gekend. Hij heeft voor me gezorgd 8 jaar lang. Mijn moeder had geen werk, ze bleef thuis bij mij, deed vrijwilligerswerk, ze beterde haar leven, ging nooit vreemd en was eigenlijk een gewone moeder, tot dan toe leefde ik in een normaal gezin met een vader en een moeder die bijna nooit ruzie hadden en anders ging het alleen om kleine dingen. Die acht jaren waren de beste van mijn leven, en die jaren met jou, dat moet ik erbij zeggen. Ik heb Peter na mijn achtste niet meer gezien, ik heb een brief van hem gehad, eentje maar, hij wilde zeker niet de boze wolf lijken. Het is hem gelukt, ik haat hem niet, ik mis hem alleen. Soms wil ik weer die sterke arm om mijn schouder, de warmte weer voelen. Ik was geliefd door hem, hij hield van me en liet dat zo vaak mogelijk merken. Hij knuffelde me en zei dat hij van me hield en dat ik voor hem zijn echte dochter was, dat hij voor iemand van zichzelf niet meer zou houden dan van mij. Het deed me goed. Ik heb het mijn moeder vaak verweten als ik me weer helemaal klote voelde, dan wilde ik dat hij er nog was. Nadat hij weg was ging het niet meer goed bij ons thuis. Het was herfst toen hij wegging, hij had beter in het voorjaar kunnen vertrekken want mijn moeder had geen werk en in de winter, een koude winter, zaten mijn moeder en ik in een koud en leeg huis. Mijn moeder had bijna alle meubels verkocht om eten te kunnen kopen, mijn kleren waren geen winterkleren, het waren gewoon een heleboel zomerkleren over elkaar heen. Anyway, ik herinner me niet veel van mijn jeugd maar Peter is mij altijd bijgebleven. Nadat mijn moeder geen man meer had ging ze weer verder waar ze voor haar huwelijk gebleven was. Zuipen, roken en heel veel leuke nachten met heel veel mannen, en waar ik dan was? Ik werd opgesloten in mijn kamer en ik mocht luisteren naar het gebonk in de kamer naast me. Ik wist wat ze aan het doen waren maar ik schaamde me zo voor mijn moeder dat ik het probeerde te verdrijven, ik bande het uit mijn hoofd en ging schrijven, ik schreef op wat ik dacht en voelde, helemaal eerlijk, dat notitieboek was mijn leven, alles stond erin. Op een dag heeft mijn moeder in een dronken bui mijn kamer doorzocht. Het boek lag onder mijn bed en natuurlijk vond ze hem.
Ze werd gek, dat begreep ik wel want er stond heel veel in, ik schreef mijn gevoelens op en mijn gevoelens voor haar waren niet de gevoelens die je verwacht van een dochter naar haar moeder. Ze heeft het allemaal verscheurd, ik moest gaan zitten op een stoel en luisteren hoe ze alles met dubbele tong voorlas, na elke bladzij scheurde ze hem in tweeën. Na dat notitieboek heb ik nooit meer zoiets geschreven. Ik durfde niet meer, was te bang dat ze hem weer zou vinden. Vanaf dat moment haatte ik haar echt. Ik zei niks meer tegen haar en zij niet tegen mij. We leefden langs elkaar heen.

Toen ik naar de middelbare school ging werd alles anders, ik begon te liegen, zag andere meiden met een lieve moeder, lieve vader. Nooit kwam er iemand bij mij want mijn moeder "was ziek" en kon niemand ontvangen. Ik had niet veel vriendinnen want de meeste kwamen erachter dat ik vooral loog. Mijn cijfers gingen omlaag en ik bleef een jaar zitten.
Mijn moeder was woedend, hoewel ze me nooit heeft geslagen voelde het wel altijd zo als ze me weer opsloot in mijn kamer na me helemaal verrot gescholden te hebben. Het voelde alsof ik het niet meer aankon, ik stortte in, ging niet meer naar school, begon met roken en regelmatig greep ik net als mijn moeder naar de fles. Ik kocht niks want ik had geen geld, ik kreeg ook geen zakgeld. Ik dronk wat uit de fles in de drankkast en vulde die later bij met water en appelsap. Mijn moeder was vaak al zo dronken dat ze het niet eens meer merkte. Zo was mijn leven. Roken, drinken, slapen, meer deed ik niet. Ik had er genoeg van, ik was mijn leven spuugzat. Ik wilde niet meer en was van plan zelfmoord te plegen. Waarom ik dat niet deed weet ik niet, het voelde niet goed, ik wilde eerst echt leven voordat ik er een einde aan zou maken. Ik wilde alles doen wat een mens kan doen in het leven: vliegen, bungyjumpen, uitgaan. I wanted to live life to the limit. Het jammere van dit alles was, dat die wens, die droom, niet uitgekomen is. Ik heb al die gave dingen niet gedaan. Ik rookte al en toen ik van school ging en uit huis op mijn 14e, begon ik ook te blowen. Op dat gebied heb ik wel alles gedaan. Wiet, cocaïne, heroïne, elke drug die je kan bedenken heb ik gebruikt. Ik voelde me ziek, vies, en dat was de reden dat ik meer ging gebruiken, om daar vanaf te zijn. Als ik weer wat had gebruikt voelde ik me even gelukkig, blij, het effect was alleen dat ik steeds meer ging gebruiken, want ik had steeds meer nodig om me zo gelukkig te laten voelen, ik was de hele dag stoned, leefde in een kraakpand en kocht drugs van het geld van anderen. Als ik kleren nodig had ging ik gewoon winkelen, alleen ik "vergat" te betalen. Mijn leven was een zooitje. Het leek op een kraakpand die op het punt stond in te storten.
Ik werd niet gezocht. Mijn moeder had haar vrijheid terug en was er maar wat blij mee. Het deed me toch wel pijn, ook al haatte ik haar deed het me toch pijn dat ze me niet mistte. ’s Nachts liep ik soms naar mijn oude huis en keek naar binnen, nooit brandde er licht. Een paar weken na mijn vertrek stond er een bord "te koop" voor het huis. Ik was zo kwaad. Ik gooide alle ruiten in met grote bakstenen en eigenlijk hoopte ik, dat ik haar met een steen zou raken. Het is me nooit gelukt, ik hoorde nooit gegil of zo. Ik heb mijn moeder daarna nooit meer gezien. Soms dacht ik dat ik haar zag dan gaf ik diegene een duw maar bleek het een ander te zijn. Ik heb altijd een soort hoop gehouden dat ik haar weer zou zien maar zoals alles waar ik op hoopte kwam niks uit.

Mijn 15e verjaardag vierde ik door mezelf te trakteren op leuke dingen. Toen het avond werd had ik voor honderden euro’s drugs, sieraden, eten en drank. Ik was stoned, bezopen, alles door elkaar. Wat er precies daarna gebeurde weet ik niet meer maar ik werd wakker in het ziekenhuis. Ze hadden mijn maag leeggepompt en ik voelde me klote, ondanks al die pillen die ze me hadden gegeven had ik toch het gevoel dat mijn hoofd zou ontploffen. Alles bonkte en al mijn spieren deden pijn. Er kwam een dokter aan mij bed die vroeg om mijn naam. Ik zei niks. Ik was niet van plan af te kicken in een centrum, omdat anderen zeiden dat ik dat moest doen. Als ik het zou doen, zou ik het doen voor mezelf, alleen en zonder hulp. Toch begon ik mezelf af te vragen wat ik wilde. Wilde ik net zo worden als mijn moeder? Een tweede haar. Ik haatte haar. Dus ik zag in dat ik dit niet wilde, ik besloot toen dat ik mijn leven wilde veranderen op mijn manier, maar eerst moest ik uit dat ziekenhuis komen. Echt makkelijk was het niet, ze hielden me de hele tijd in de gaten. Ik besloot 3 dagen te blijven om me voor te bereiden en het was makkelijk om zo pijnstillers te krijgen. Doordat ik dat plan in mijn hoofd had zitten had ik geen behoefte aan drugs. Ik ging elke avond mijn bed uit, de ene nacht haalde ik kleren uit de kast van anderen zieke en de andere nacht nam ik eten mee uit de personeelskamer. De derde nacht zou de ontsnappingsnacht worden maar ik sliep erdoorheen omdat ze me een of ander slaapmiddel hadden gegeven omdat ik de volgende dag een onderzoek zou krijgen. Nou toen moest ik toch maar overdag weggaan. Ik was vroeg wakker, deed de kleren aan en liep zo naar buiten. Niemand die naar me keek! Ik liep gewoon naar buiten, ademde de frisse lucht in en voelde me weer vrij.
Ik stond de volgende dag in de krant. Ze zochten me en zeiden daarbij dat ik niet kon praten. Haha, ik niet kunnen praten! Maar goed ik ging dus naar de kapper om mijn haar te laten knippen en verven. Het zag er wel leuk uit. Ik kon natuurlijk niet betalen dus zei ik dat ik geld moest pakken uit mijn fietstas, gelukkig hadden ze niet gezien dat ik niet eens op de fiets was. Nou om een lang verhaal kort te maken en een heleboel details over te slaan, toen ging ik terug naar het pand maakte het een beetje schoon en ging er weer zitten.
Ik was nu wel afgekickt maar ik was er nog lang niet. Wat moest ik met mijn leven? Ik had geen diploma, ervaring of een van de andere dingen die je nodig hebt om aan een baantje te komen. Ik zat daar midden op het matras in het smerige pand met op elke verdieping een paar verslaafden of hoeren. Ik begon te denken. Ik zag mezelf voor me, ouder, jaren ouder, en nog steeds woonde ik in dat pand, zittend ik op dat smerige matras. Ik was hier minder dan een jaar en ik was het al spuugzat. Ik wilde mijn leven niet zo leven. Ik was clean, wilde geen drugs meer. Als ik dit niet had gedaan zou ik hier zitten, jaren lang, te spuiten, roken en drinken. Ik had in die tijd wel vrienden maar echte vrienden had ik niet, met niemand kon ik echt praten over wat ik voelde, wilde en meegemaakt heb. Ik wist dat, dat was wat ik zocht, iemand om mee te praten. Ik wilde me geliefd voelen en zelf ook iemand liefhebben. Misschien was het een soort heimwee naar Peter of heimwee naar de tijd toen ik nog wist wat liefde was.

Ik ging een baantje zoeken. Nooit gedacht dat ik er een zou vinden maar omdat ik zoveel ouder lijk heb ik een baantje gekregen bij een call-center. Ik moest telefoontjes aannemen en bestellingen noteren. Na een tijdje kocht ik zelf kleding en ik huurde een kamer, Het ging beter met me. Na een jaar ging het zelfs heel goed met me, ik kon me redden en had niemand nodig. Ik kreeg langzaamaan vrienden en vriendinnen, ging uit, kortom ik kreeg een normaal leven. Ik kreeg mijn eerste vriendje, bij hem kon ik praten. Of ik nou echt van hem hield ben ik nog niet uit. Hij was meer een praatpaal voor me, een soort vader of broer. Hij zorgde voor me, nam me mee uit, hij behandelde me als een prinsesje. Zijn vader en moeder hielden van mij. Ze behandelden mij als hun eigen dochter. Na een tijdje gaf ik mijn kamer op, ik ging eruit en trok in bij hen. Ik ging voor het eerst met hem naar bed maar ik voelde niks, geen liefde, toch zei ik er niks van tegen hem, ik kon het gratis onderdak goed gebruiken want dan kon ik gaan sparen. Dit klinkt hard maar ik denk dat hij ook vond dat we meer een broer-zus-relatie hadden. Na een jaar ging ik bij hem weg, ik legde het allemaal uit en gelukkig snapten ze het.
Ze dachten het al. Zijn moeder, Martha, huilde zelfs toen ik wegging en in de ogen van zijn vader zag ik verdriet. Die mensen hielden van mij, van hoe ik was. Toen moest ik na gaan denken, waar moest ik wonen, waar kon ik heen? Het was een jaar lang mijn thuis geweest. Ik had daar gelachen, gehuild, ik had daar geleefd. Ik zei dat ik ze zou schrijven, zou bellen, maar ik wist dat ik dat niet zou doen omdat ik het niet zou kunnen. Van mijn gespaarde geld huurde ik een flatje.
Ik voelde me eenzaam en hoe gemakkelijk het ook zou zijn om weer naar de drugs en naar drank te grijpen om mijn pijn en eenzaamheid te vergeten, op dat moment had ik een ogenblik van helderheid over mijn leven. Ik begon een boek te schrijven, elke dag. Tussen mijn werk door werkte ik eraan en ik zocht druk naar iemand om het uit te geven. Inmiddels was ik geworden wat ik nu ben. Een vrouw, leuk om te zien en ik genoot van de aandacht die jongens en mannen me gaven. Anyway, er was een man, rond de 45, getrouwd en hij had een zoon van mijn leeftijd, jij dus. Wat ik nu zal vertellen kan overkomen als een schok of misschien kende je je vader wel goed genoeg. Hij hielp me en wilde mijn verhaal wel publiceren. Opeens had ik weer mijn passie gevonden want nu wist ik waar ik het voor deed. Het werd mijn leven en je vader leek mij te begrijpen. Vaak kwam ik in zijn kantoor en hij praatte tegen me, met me. Hij leek ontroerd te zijn door mijn verhaal, geraakt. Hij verbeterde mijn fouten en hielp me mijn gedachten en gevoelens onder woorden te brengen. Wat ik niet zag waren zijn gevoelens, zijn gevoelens voor mij. Hij bleek verliefd te zijn op me maar wilde het niet.
Hij wilde zijn gezin niet kwijt en zijn vrouw. En wie was de dupe van zijn verliefdheid. Ik natuurlijk. Hij dacht dat hij, door te zorgen dat ik hem zou gaan haten over mij heen zou komen. Het is hem voor een deel gelukt. Ik begon hem te haten en als ik aan hem denk nu voel ik nog steeds haat. Hij verwoestte mijn passie, het schrijven. Mijn verhaal zou als een warm broodje over de toonbank gaan. Het was een goed verhaal, ook al voelde het niet goed. Het was mijn levensverhaal en nou ja, mijn leven was niet echt super geweest. Hij gooide het in de papierversnipperaar. Terwijl hij zijn goede leventje wilde redden, vernietigde hij het mijne. Ik had veel geld kunnen verdienen met dat boek. Ik had een leven kunnen opbouwen. Hij nam het van me af. De laatste keer dat ik hem zag begon hij te janken. Hij zei dat hij het zo niet wilde. Dat het hem speet. Ik wilde wraak op hem nemen, ik wilde dat hij nog meer spijt zou hebben van wat hij had gedaan. Dat heb ik hem ook gezegd. Hij nam af waar ik van hield en dat zou ik ook bij hem doen. Wat ik niet wist was dat het daar al te laat voor zou zijn. Hij zou zijn eigen leven eindigen. Hij pleegde zelfmoord, sprong van een gebouw. Ik had nooit gedacht dat hij dat zou doen. Ook al heeft hij me veel pijn gedaan, toch had ik bewondering voor hem. Vanaf het moment dat ik hem voor het eerst zag. Hij leek zo sterk, zelfverzekerd, bewust van zijn macht en invloed.

Het einde van mijn verhaal, mijn brief, nadert. Misschien kan je je nu voorstellen hoe het verder gaat. Jij komt straks in beeld, toch wil ik je even tussendoor laten weten dat ik het echt erg vond van je vader, het is niet direct mijn schuld en het was zeker niet mijn bedoeling maar ik heb er toch mee te maken. Je hebt geen idee hoe vaak ik me af heb gevraagd waarom mijn leven zo moest lopen. Ik zag anderen van mijn leeftijd, bijna 16, die gelukkig waren en ik begon me toen af te vragen of ik ooit gelukkig was geweest en of ik ooit gelukkig zou zijn. Was ik het ooit geweest? De tijd met Peter was leuk maar omdat het huwelijk van hem en mijn moeder niet zo goed liep maakte ik me altijd zorgen. Ik kwam tot de ontdekking dat ik het geluk gewoon niet opzocht. Ik moest gaan zoeken naar iets wat mij gelukkig zou maken. Schrijven maakte me blij en deed me goed maar na een tijdje had het me altijd weer ongelukkig gemaakt.

Omdat ik bij je vader op een of andere klantenlijst stond kreeg ik bericht over zijn dood. Ik dacht op dat moment zelf dood te gaan. Hoe erg ik hem ook haatte, dit wenste ik hem niet toe, dit wens je niemand toe. Ik vergat wat hij mij aan had gedaan want ik wist dat een geschreven verhaal opnieuw geschreven kon worden maar een leven is onvervangbaar. Jouw vader maakte op dat moment een keuze en dat kon, kan, niet meer teruggedraaid worden. Ik besloot op een raar moment dat ik naar de begrafenis wilde. Ik wilde hem nog een keer zien, hem de laatste eer bewijzen. Ik ging er met gemengde gevoelens heen. Ik hield van hem, op een bepaalde manier en ik haatte hem ook en ergens was er ook nog verdriet. Zijn vrouw, jouw moeder, stond daar, met verdriet en tranen in haar ogen. Ze zei: ‘Wat wij hadden was echte liefde, ik snap het niet.’ Ergens vroeg ik me af of dat wel waar was. Zei hij niet, een paar dagen voor zijn dood, dat hij van mij hield? Ik was op de een of andere manier jaloers, dat ik niet kon vertellen dat hij van mij hield, dat hij van mij had gehouden tot op het moment dat hij het leven uit zijn lichaam weg voelde vloeien, tot op het moment dat hij stierf. Toen zag ik jou daar staan. Ik was op slag verliefd, ik voelde wat ik nog nooit had gevoeld. Ik kon mezelf verliezen in je armen en verdrinken in je blik, ik wist het vanaf het eerste moment. De eerste keer dat ik je stem hoorde wilde ik dat je nooit op zou houden met praten, dit zou de stem zijn die mij kon troosten en helpen. Je vroeg me hoe ik je vader kende en ik weet nog dat ik zei dat hij mij geholpen had. Je vroeg niet verder en ik vertelde niet meer. Je lachte naar me met je leuke lach en in die mooie ogen zag ik de pijn die ik al zo vaak gevoeld had. Ik weet alle details nog van die dag. De begrafenis, je moeder, de mensen. Het was zo een rare dag. Ik weet zelfs nog wat voor een weer het was. De zon scheen, de lucht was blauw en hoor nu nog het fluiten van de vogels. Het was alsof het twee aparte dingen waren, alsof het een toneelstuk was met een décor, een verhaal waar niet goed over nagedacht was. Het logische zou zijn geweest als het had geregend. Dikke druppels, een grauwe, grijze lucht om de gevoelens van de mensen te benadrukken, om de sfeer die er heerste beter uit te drukken. Je vader was geliefd, er kwamen veel mensen. De mensen kwamen niet gewoon uit medelijden of omdat ze niks beters te doen hadden. Je zag het verdriet en de tranen, échte tranen. Ik vroeg me zo vaak af, wie zou er op mijn begrafenis komen? Niemand, ik had niemand, ik betekende niks. Nu denk ik er niet meer aan en trouwens, wat heb je eraan als mensen op je begrafenis komen? Ze kunnen er beter zijn als je leeft. Maar om weer terug te gaan naar het verhaal. Het moet fijn zijn geweest voor je moeder dat er zoveel mensen waren. Het was een open kist waarin de mensen een roos gooiden of nog wat zeiden.
Toen ik aan de beurt was, durfde ik er niet in te kijken. Ik keek naar de hemel en ik hoopte gewoon dat hij terug kon kijken en dat hij zou weten dat ik hem had vergeven. Ik heb nooit geloofd in een god of zo maar het geloof in een hemel, een paradijs na de dood, het maakte me minder bang voor het leven zelf. Het leven was voor mij gewoon een lijdensweg en als ik uiteindelijk dood zou gaan, zou ik gelukkig worden en zou alle pijn die ik gevoeld heb in mijn leven verdwijnen als sneeuw voor de zon. Het leven was voor mij een soort straf die ik moest ondergaan voordat ik de beloning zou krijgen.

Wat ik nu ga vertellen weet je allemaal al, we spraken wat af, we kregen wat. We wandelden in het park, gingen gezellige dingen doen. Ik voelde me goed bij jou, ik voelde me compleet. Ik had plezier in het leven en als ik er nu aan terug denk was het echt de gelukkigste tijd van mijn leven. Ik hielp jou om het verdriet van je vader te verwerken en jij hielp mij een leven op te bouwen. Ik heb het geloof ik al gezegd maar ik ben je zó dankbaar daarvoor. Dankzij jou deed ik leuke dingen, maakte ik vrienden. Dankzij jou leefde ik zoals ik nog nooit geleefd had. Wat er daarna gebeurde zal je nog wel weten, dat hoop ik tenminste want op mij heeft het een enorme indruk gemaakt. Je vroeg me om met je te gaan samenwonen, te gaan trouwen. Ik was 17, bijna 18 en je wilde met me trouwen. Je zei dat je wist dat ik voor jou de ware was waarmee je je leven wilde delen. Ik rende weg. Ik rende gewoon weg om dat ik gewoonweg niks anders wist te doen. Ik weet niet waarom ik het deed. Ik hield van je dat moet je geloven. Maar de schok dat iemand zijn liefde zo aan mij verklaarde was totaal nieuw en onverwacht. Natuurlijk hadden mensen tegen me gezegd dat ze van me hielden maar niet zoals jij het zei. Je wilde je leven met me delen, je wilde niemand anders. Toen ik omkeek zag ik nog de teleurstelling in je ogen en vooral de verbazing. We hebben het daarna uitgepraat, ook al werd het nooit meer hetzelfde. Ik was nog niet klaar voor een huwelijk en het kon niet eens want ik was nog geen 18. Ik kon niet geloven dat je toen al wist wat je wilde, dat je toen al wist dat je niemand anders wilde. Nu weet ik dat wel, dat kan ik je zeggen. Ik ben nooit gestopt met houden van jou. Ik wilde niemand anders. Ook dit is geen verwijt. Jij hebt een nieuwe liefde in je leven en ik neem je niks kwalijk. Jij dacht toen te weten dat ik de ware voor jou was en misschien ben ik dat ook maar kan het gewoon niet zo zijn. We zijn door het lot samengebracht en waarschijnlijk zijn we door het lot uit elkaar gegaan. Ik wil gewoon dat je weet dat ik altijd van je zal houden en dat jij dus mijn ware liefde bent, het is alleen jammer dat ik er te laat achter ben gekomen. Dat ik te laat inzag dat het zo was. Jij hebt nu je nieuwe liefde en ik wil je echt alle geluk toewensen van de wereld. Ik hoop alleen dat je me niet vergeet, dat je me nooit vergeet omdat ik jou ook nooit zal vergeten. Ik zal altijd in je hart blijven en je kan het ontkennen maar je weet dat je dan tegen jezelf liegt. Jij zal altijd in de mijne blijven, in mijn hart, in mijn ziel, in mijn gedachten voor eeuwig en altijd. Dit had ik moeten zeggen, we hadden moeten trouwen en dit hadden mijn beloftes moeten zijn.

Na een tijdje ging het gewoon niet meer met ons. Het geluk en de liefde waren verdwenen. We hielden van elkaar maar niet genoeg, teveel had ik jou gekwetst en teveel was ik geschrokken door wat jij deed. Ik zou je nog wat vertellen en daar ben ik nu aan toe gekomen. In de laatste maand dat ik bij je was, was ik zwanger, zwanger van jouw kind. Ik kon het je niet zeggen want ik wist niet wat ik wilde. Ik heb nu zo een spijt want ik wist dat je het zou willen. Je zou een gezin willen stichten en je zou zo snel mogelijk willen trouwen. Ik kon het niet. Zoals ik al eerder zei was ik er nog niet klaar voor. Nu denk ik dat ik het had moeten proberen, ik had met je moeten trouwen en de sprong moeten wagen want wat je ook doet in het leven, wat voor keuzes je ook maakt, ze kunnen altijd slecht aflopen. Het kan altijd fout gaan en altijd is het een sprong in het diepe. Nu vraag je je af wat er met het kind is gedaan en het is er niet meer. Ik heb abortus laten plegen direct de dag dat ik bij je weg was. Ik wilde het je vertellen maar ik kon het niet. Ik wilde het kind uit mijn lijf hebben want ik wilde verder kunnen leven, ik had moeten weten dat ik dat toch niet zou kunnen.

Na jou heb ik zoals ik al zei geen geluk meer gekend. Ik volgde je en bespiedde je. Ik ging weer drugs gebruiken en mijn leven werd steeds hopelozer. Toen besloot ik dit te doen, te schrijven. Ik wilde mijn leven nog een keer op orde krijgen om je dit te schrijven en je nog een keer te laten weten dat ik van je hou, ik beloof je, het is de laatste keer dat je dit zal horen. Ik kan het gewoon niet meer aan, ik heb een moord op mijn geweten en het knaagt. Schuldgevoel, spijt en nog duizenden andere emoties en gedachten cirkelen door mijn hoofd vanaf het moment dat ik opsta tot op het moment dat ik in slaap val. Elke nacht droom ik over hoe het kon zijn geweest. Als ik het maar anders had gedaan had mijn leven anders kunnen lopen en had ik het geluk kunnen vinden maar misschien vind ik nu wel geluk, misschien is mijn pijn nu wel over en misschien heb ik mijn straf gehad en ben ik klaar om beloond te worden. Zoveel vragen heb ik, zo weinig antwoorden. Ik moet nu stoppen want het is tijd. De zon gaat zo onder en ik wil de volgende dag niet meer meemaken. Mijn schuldgevoel is minder geworden nu ik je dit schrijf, en ik hoop zo erg dat je het begrijpt en me vergeeft en misschien denk je later nog wel eens aan me. Ik hoop echt dat je dan weet dat ik ook aan jou denk.

Heel veel liefs en heel veel geluk,
Nadia

------------------------------------

Epiloog

Het was tijd. De wind blies door haar haren en met tranen in haar ogen keek ze uit over de zee waarin de zon langzaam leek te verdwijnen. Ze neemt nog een slok. Waarom moest haar leven zo lopen, waarom kon ze niet gewoon gelukkig zijn? Nog meer vragen zonder antwoorden. Het was genoeg, nog een keer zou ze vliegen, eindelijk zou ze vliegen, haar droom. Ze spreidde haar armen wijd uit en sprong, ze voelde de grond onder haar voeten verdwijnen en de wind nam toe. Nog een keer gevlogen…




cynthianoordermeer@hotmail.com


Aantal keer bekeken: 16902
Waardering: 8.17 op 10
Geef een cijfer:

Alle rechten voorbehouden 2005-2024 - www.verhalenlezen.nl


Verhalen

Wilt u een verhaaltje lezen uit één van de onderstaande categorieën? Klik dan gewoon op een categorie en u komt op de pagina met de verhalen van deze bepaalde categorie.

Verhalen posten

Hebt u zelf een verhaaltje geschreven? Of een onvergetelijke blunder tegengekomen, of iets anders. En je wilt er anderen mee amuseren, lezen? Met verhalenlezen.nl kan dat geen probleem zijn. Klik hier om een verhaal te posten!


Statistieken

Totaal verhalen: 5184
Totaal categorieën: 10
Totaal 167 bezoekers online