de uitverkorene.
U leest om dit moment het verhaal de uitverkorene gepost door Maaike van Delft. Dit verhaal is gepost in de categorie sprookjes. Wilt u een zelf geschreven, of een mooi verhaaltje posten? Klik daarvoor hier.Wilt u terug naar sprookjes?
Categorie: sprookjes
Gepost door: Maaike van Delft
Gepost op: 2009-6-29
Verhaal:
de uitverkorene
Slenterend liep de negenjarige Nina over straat. Ze had boodschappen gedaan voor haar zwangere moeder. Marleen was al hoogzwanger en Nina was een grote hulp voor haar. Eigenlijk was Marleen te oud om nog een keer zwanger te zijn, maar ze wilde zo graag een tweede kindje. Nina was blij dat haar moeder zwanger was, ze wilde dolgraag een broertje of zusje, maar ze zag ook dat de zwangerschap haar moeder zwak maakte. Daarom hielp ze haar door verschillende klusjes voor haar te doen, zoals de boodschappen halen. Haar vader Maarten was bijna altijd weg. Hij was Oppertovenaar. Nina en haar ouders woonden bij de stervelingen maar waren eigenlijk tovenaars. Ze moesten hun identiteit geheim houden en deden daarom zo gewoon mogelijk. De stervelingen uit de buurt vonden het wel vreemd dat Marleen op haar leeftijd nog zwanger kon worden, maar dachten er niet veel bij na. Ze waren blij voor de oude vrouw.
Nina begon zachtjes te neuriën. De weg naar huis vanaf de winkel was lang en ze moest de hele weg lopen. Na een tijdje begon ze te huppelen op de melodie van haar neurie. Plotseling trok iets in de verte haar aandacht. Langs het zandpad waar ze overheen huppelde lag een eindje verderop iets wat op een popje leek. Ze rende er naar toe en hoe dichterbij ze kwam, hoe duidelijker er het popje te zien werd. Het was een meisjespopje, met zwarte haartjes die als vijf vette slierten langs haar gezichtje vielen. Ze had een jurkje aan wat wit hoorde te zijn maar door de modder was het bruin gekleurd. Het gezichtje en de armpjes en beentjes zaten onder de vastgekoekte modder. Voorzichtig pakte ze het op. Het buikje was zacht en gevuld met rijstkorrels. ‘Deze neem ik mee voor mama’s kleintje.’ zei ze tegen zichzelf en met het popje in haar ene hand en haar boodschappen in haar andere huppelde ze verder.
‘Mama, mama! Kijk eens wat ik heb!’ riep Nina terwijl ze naar binnen rende. Marleen stond net de was te doen. ‘Wat is er, meisje?’ vroeg ze terwijl ze zich omdraaide. ‘Wat heb je?’ Moeizaam liep ze naar de voordeur waar Nina aan kwam rennen met het popje in haar gestrekte arm. ‘Die heb ik gevonden! Leuk hè? Die is voor je kleine.’ riep Nina opgewonden. Marleen keek naar het vieze popje in haar dochters hand.
‘Maar Nina, kijk toch eens hoe het eruit ziet! Dat kun je toch niet aan de kleine geven?’
‘Nee, mama.’ Teleurgesteld draaide Nina zich om. ‘Zonder dat je het eerst wast.’ voegde haar moeder er snel aan toe. Nina klaarde meteen weer op. ‘Dat zal ik dan meteen doen!’ riep ze en ze rende richting de trap. ‘Wacht even, Nina! Geef dat jurkje maar hier. Dan kan ik hem bij de rest van de was doen.’ Nina liep terug naar haar moeder en gaf haar het jurkje.
‘En als je toch bezig bent, geef jezelf dan ook maar meteen een wasbeurt. Je zit helemaal onder het stuifzand.’ Nina knikte en liep naar boven. In de badkamer aangekomen kleedde ze zich uit en ging samen met het popje onder de douche staan. ‘Ik zou jou weer lekker schoon en mooi maken.’ zei ze. ‘Jij wordt het lievelingspopje van het kleintje.’
Nadat ze weer was aangekleed en het popje weer droog was ging ze haar haartjes kammen. Het jurkje hing aan de waslijn en zou ook snel droog zijn. Nu ze weer schoon was zag het popje er weer mooier uit. Haar haartjes hingen mooi steil om haar ronde gezichtje heen. Haar gezichtje was wel een beetje versleten en Nina besloot dat ze dat zou gaan verven als ze weer tijd had. Nu moest ze weer terug aan haar klusjes. Ze moest nog strijken en daarna nog het eten koken. Snel haalde ze de droge was van de lijn en haalde de strijkplank tevoorschijn. Neuriënd streek ze de strijkwas, waarna ze het keurig opvouwde. Daarna liep ze naar het jurkje en voelde of het al droog was. ‘Zo snel gaat dat niet, hoor.’ zei haar moeder die juist naar boven kwam. ‘Haar buikje is toch ook nog niet droog? Als je haar dan aankleed wordt het jurkje weer nat. Je zult dus waarschijnlijk nog langer moeten wachten.’ Nina knikte en liep de trap af. Ze ging wel eerst koken en eten. Daarna zou ze wel weer bij het popje gaan kijken.
Na het eten stoof Nina meteen weer naar boven. Ze pakte het popje en voelde aan het buikje. Bijna droog. Ze liep naar het hagelwitte jurkje en voelde eraan. Die was wel droog. Ze haalde het van de lijn en nam het mee naar haar kamer waar het popje lag. ‘Ik kleed je gewoon aan, anders vat je nog kou.’ zei ze tegen het popje en pakte het op. Voorzichtig deed ze het witte jurkje aan. Marleen stond in de deuropening te kijken. Ze vond het heerlijk om te zien dat haar dochter het zo fijn vond om met het popje bezig te zijn. Ze gedroeg zich als een volwassene maar was toch echt nog een kind. Nina dacht zelf dat ze alleen maar het popje opknapte voor de kleine, maar Marleen wist dat ze ervan genoot om even echt kind te zijn. Soms vroeg ze zich af of ze niet teveel van haar kind verwachtte. Ze was pas negen en deed toch al meer in huis dan ze ooit had durven hopen. Marleen had het vast nog wel de kracht om zelf het hele huishouden te runnen, maar Nina vond het niet erg. Ze had er plezier in en wilde haar moeder graag helpen.
Opnieuw kamde ze de haartjes en bekeek het hele popje nog eens goed. ‘Ik zal morgen verf halen voor je gezichtje. Ga nu maar lekker slapen.’ zei ze en ze stopte het popje in haar eigen bed. ‘Weltruste.’ zei ze terwijl ze het op haar gezichtje kuste. ‘Voor jou is het ook bedtijd. Weltruste.’ zei haar moeder. ‘Weltruste, mama.’ Marleen gaf haar dochter een nachtzoen en verliet de kamer. Nina trok haar pyjama aan, poetste haar tanden en kroop in bed, naast het popje. Al snel viel ze in slaap.
Zodra ze uit school kwam, ging Nina naar de verfwinkel. Ze kocht zeeblauwe, zwarte, dieprode en lichtrode verf. Ze huppelde terug naar huis. Thuis aangekomen haalde kwastjes uit de schuur. Daarna ging ze het popje halen en begon de oogjes te verven met de zeeblauwe verf. Toen ze klaar was legde ze het even te drogen en begon ze aan haar huiswerk. Zodra het droog was verfde ze de lipjes met de dieprode verf, daarna de wangetjes met de lichtrode verf en als laatste maakte ze de wimpers en wenkbrauwtjes zwart. Ook zette ze een zwart puntje in de ogen. ‘Zo, nou ben je weer mooi.’ zei ze terwijl ze het eindresultaat bekeek. Ze legde het weer neer en liep naar haar moeder. ‘Mama, kan ik nog wat doen?’ vroeg ze, maar toen de kamer in liep zag ze dat haar moeder helemaal dubbel stond. Ze kreunde van de pijn. ‘De kleine komt.’ kreunde ze. Nina liep snel naar haar moeder en hielp haar de trap op. Terwijl ze de trap op liep vroeg ze haar vader via haar gedachten om te komen. Na een paar minuten kwam haar vader binnen stormen. ‘Hoe gaat het met haar? Is ze oké?’ ‘Ja, papa. Ze is oké. De eerste weeën zijn net geweest. Ik denk dat het wel nog even duurt, hoor.’ Haar vader ging onrustig zitten. Hij had al honderd keer het hele huis doorgelopen toen eindelijk de bevalling achter de rug was. De baby was een prachtig meisje. Ze krijste in de plotselinge kou. Nina was vertederd toen ze haar te zien kreeg. Het meisje had een prachtig rond gezichtje met blauwe ogen. Haar lippen waren diep rood en ze had lichtrode wangetjes. Marleen had haar een hagelwit jurkje aangegeven. Nina had het gevoel dat ze haar al eerder gezien had. Plotseling wist ze het. Het popje! Het meisje zag er precies zo uit als het popje. Hoe kon dat nou? ‘Wil je haar even vasthouden?’ vroeg haar moeder. Nina knikte en liep naar het bed. Ze pakte de baby aan en legde haar in haar armen. Nu kon ze haar nog wat beter bekijken. Ze leek echt een exacte kopie van het popje, afgezien van het kale hoofdje. Nina vond het een beetje eng. Hoe kon dat kind er nou precies hetzelfde uitzien als het popje dat ze een dag ervoor gevonden had? Nina en haar ouders hadden alledrie bruine ogen, hoe konden die van het kind dan blauw zijn? Ook het zwarte haar dat ze later zou krijgen was een mysterie. Nina en haar moeder waren blond en haar vader had bruin haar.
‘Mag ik haar even?’ vroeg Maarten. Nina knikte en gaf de baby aan haar vader. Deze legde haar vertederd in zijn armen. ‘Hoe gaan jullie haar noemen?’ vroeg Nina. ‘We noemen haar Erika.’ antwoordde haar moeder.
‘Erika;’ herhaalde Nina. ‘Mooie naam.’ Marleen glimlachte. ‘Dank je, lieverd.’ Erika begon te huilen en Maarten gaf haar aan Marleen, die haar meteen aan de borst legde. Het meisje begon meteen te drinken. Nina dacht dat ze nooit zou wennen aan dat vreemde meisje.
‘Nina, breng jij Erika even naar school? Ze moet vandaag voor het eerst maar ik heb geen tijd.’ roept Marleen terwijl ze brood staat te smeren. ‘Maar mam, ik heb toch ook geen tijd. Ik moet op tijd op school zijn, anders moet ik morgen melden. Daar heb ik dus echt geen zin in.’ roept Nina terug. ‘Ze begrijpen het heus wel. Er zijn toch wel meer kinderen die eerst hun broertje of zusje naar school moeten brengen?’ ‘Ja mam, ik breng haar wel. Maar als ik moet melden is dat jou schuld.’ ‘Je hoeft niet te melden, daar zorg ik dan wel voor.’ zucht Marleen. Nina komt de keuken binnen en propt haar boterham in haar mond. ‘Whaaf if fe dhan?’ vraag ze met volle mond. ‘Eerst je mond leeg eten, zo versta ik je niet.’ Nina trekt al kauwend haar schoenen aan. ‘Waar is ze dan?’ vraagt ze dan opnieuw. ‘Hier ik zijn!’ Erika komt net aangewaggeld. Ze is een precies evenbeeld van het popje dat Nina vier jaar geleden gevonden had. Ze had hetzelfde zwarte haar dat om haar ronde gezichtje met zeeblauwe ogen heen viel. Ook haar lippen waren nog steeds dieprood. Het popje was, zoals Nina al had voorspeld, haar lievelingspopje en ze droeg het altijd bij zich. ‘Hier ben ik, zeg je dan, Erika.’ verbeterd haar moeder haar.
‘Kom hier, kleine.’ zegt Nina met een glimlach. ‘Nina gaat jou naar school brengen.’ ‘Erika wil nie naar sool. Erika wil thuisblijf.’ protesteert Erika. ‘Maar je moet. Nina vindt school ook niet leuk, maar Nina moet ook.’ zegt Marleen terwijl ze Erika haar schoentjes aantrekt. Nina propt haar brood in haar tas en pakt haar fietssleutel. ‘Kom, Erika. We gaan.’ Nina pakt de vierjarige kleuter op en loopt ermee naar haar fiets. Ze haalt haar fiets van het slot en doet Erika in het stoeltje achterop. Ze had al verwacht dat ze Erika weg zou moeten brengen. Haar moeder komt bijna nooit meer het huis uit. Ze rijdt weg. Onderweg zit Erika voortdurend met Nina’s lange blonde haar te spelen. Het wapperde steeds voor haar gezichtje en dan probeerde ze het te grijpen.
Bij de kleuterschool aangekomen haalt Nina Erika uit het stoeltje. ‘Erika wil bij Nina blijf.’ zegt ze terwijl ze haar armpjes om haar veertienjarige zus heen slaat. ‘Dat kan niet, Erika. Ik moet naar de middelbare school en jij moet naar de kleuterschool. We kunnen niet bij elkaar blijven.’ zegt Nina terwijl ze de kleuter op haar hoofdje kust. ‘Je krijgt het vast heel fijn in je eigen klas.’ Ze brengt haar zusje naar binnen en pas als Erika zit gaat ze weer weg. ‘Tot vanmiddag, Erika. Ik kom je ook weer ophalen.’ zegt ze terwijl ze naar haar zusje zwaait. Erika knikt en zwaait terug. Als haar zus iets zegt, doet ze het ook.
Zo hard als ze kan fietst Nina naar haar eigen school. Ze is waarschijnlijk toch wel te laat, maar ze mag natuurlijk niet teveel missen. Als ze op school aankomt is de bel allang gegaan en iedereen zit in zijn lokaal. Ze loopt naar de administratie om een telaatbriefje te gaan halen.
‘Goedemorgen;’ groet ze de vrouw achter de balie. ‘Ik ben te laat.’ De vrouw pakt haar briefjesblok en kijkt haar vanachter haar brilletje aan. ‘Wat is je naam?’ vraagt ze. ‘Nina. Nina Rozendaal.’ antwoord Nina. De vrouw schrijft haar naam op. ‘Waarom ben je te laat?’ ‘Ik moest mijn zusje wegbrengen. Als u het niet gelooft heb ik wel een briefje van mijn moeder.’ zegt ze terwijl ze een handbeweging maakt waardoor ze plotseling een briefje van haar moeder in haar zak heeft zitten. ‘Geef maar hier.’ zegt de vrouw een beetje knorrig. Nina pakt het briefje en geeft het haar. ‘Goed dan. Snel naar de klas.’ zegt ze terwijl ze haar het briefje toeschuift. Nina pakt het briefje en loopt de trap op naar het biologielokaal. Ze maakt de deur open en loopt naar binnen. ‘Ah, Nina. Ik miste je al.’ zegt haar biologiedocente. ‘Ik moest mijn zusje wegbrengen, mevrouw van Iersel.’ zegt Nina terwijl ze het briefje aan haar geeft. ‘Ga maar snel zitten.’ zegt mevrouw van Iersel en ze hervat de les. Nina gaat snel naast haar beste vriendin Sara zitten.
Terwijl ze aan haar huiswerk bezig is in de economieles krijgt Nina plotseling een beeld van haar zusje. Erika schreeuwt en wordt meegenomen door een ruig bebaarde man. Haar kleuterjuf durft niets te doen en ook de andere kinderen zijn in paniek. Nina springt overeind en rent naar de deur. ‘Ik moet even naar de wc.’ zegt ze als ze ziet dat haar docent haar verbaast aanstaart. Ze rent de klas uit en de trap af. Met een handbeweging zorgt ze voor een tweelingzus die in haar plaats naar de wc en daarna terug naar de klas zou gaan. Daarna maakt ze zichzelf onzichtbaar en rent de school uit. Ze klapt in haar handen en dan staat ze voor de deur van de kleuterschool. Ze maakt zich weer zichtbaar en rent de school in, naar de klas waar ze haar zusje vanmorgen heen heeft gebracht. Ze stormt naar binnen en schrikt als ze alle geschokte gezichtjes ziet. Haar moeder zit aan het bureau van de juf te huilen. ‘Mijn kleintje. Mijn arme kleintje.’ Nina’s visioen was werkelijkheid. Erika was ontvoerd!
‘Wat is er precies gebeurd? Wie heeft haar meegenomen?’ vraagt ze. ‘Er kwam zomaar een man binnen stormen die naar Erika toe rende. Hij bleef maar schreeuwen dat zij De Uitverkorene was en mee moest naar Dinastia. Ik was te bang en geschokt om iets te doen.’ zei de juf met een trillende stem.
Nina besluit dat zij haar moet redden. Haar vader heeft geen tijd en haar moeder is te zwak. Bovendien had ze haar beloofd dat ze haar ook weer op zou halen. Ze gaat snel naar huis en pakt wat spullen die ze denkt nodig te hebben. Daarna klapt ze in haar handen en staat ze in Dinastia. Overal om haar heen hangen posters met daarop een plaatje van Erika. Daaroverheen staat de tekst: “Onze Uitverkorene zal heersen over de aarde.” Nina loopt erheen om hem eens van dichtbij te bekijken. Als ze dichtbij staat ziet ze dat het geen foto van Erika is, maar van het popje. Daarom leek ze er zo op, ze was De Uitverkorene. Nina loopt naar een voorbijganger en vraagt hem waar De Uitverkorene is. ‘In dat grote gebouw daar, met die torens.’ zegt de man terwijl hij naar een enorm kasteelachtig gebouw wijst. ‘Dat is Haar huis.’ Nina bedankt hem en loopt naar het gebouw. Nina probeert zich naar binnen te teleporteren maar het huis is beveiligd. Ze was vergeten dat ze zich nu in de tovenaarswereld bevond. Ze besluit aan te kloppen. Onder luid gekraak gaat de deur open. ‘Ik wil De Uitverkorene spreken.’ zegt ze als er een man in de deuropening verschijnt. Hij lacht spottend. ‘En wie denk jij wel dat je bent, dat je zomaar De Uitverkorene mag spreken?’ zegt hij. ‘Ik ben Haar zus.’ zegt Nina kalm. ‘Laat me bij Haar, dan zal ze me herkennen.’ De man lacht haar uit. ‘Denk je nou echt dat ik je zomaar naar binnen laat? Burgers zijn zo dom.’ Nina zwaait met haar arm door de lucht en meteen vliegt de man omhoog, om daarna weer hard op de grond neer te komen. ‘Dan maar zo.’ zegt Nina terwijl ze naar binnen stapt. Met een handbeweging heeft ze zich gekleed in dienstkleding. Zo kan ze makkelijker door het huis lopen zonder op te vallen. Ze gaat op zoek naar de kamer waar ze haar zusje gevangen zouden kunnen houden. Het huis is gigantisch en pas na uren te hebben gezocht komt ze aan bij twee metershoge deuren. Er staan twee bewakers voor. Vlug tovert ze een wagentje met thee die ze vervolgens voor zich uit duwt. ‘Thee voor De Uitverkorene.’ zegt ze. De mannen controleren haar kar op verborgen tovenaars, toverstaffen en andere toverspullen. Ze weten niet dat er ook tovenaressen bestaan die met hun handen toveren. Als ze zien dat ze niets bij zich heeft doen ze de deuren voor haar open. Erika wil haar naam roepen, maar ziet nog net op tijd de vinger op Nina’s mond. Ze moet stil zijn, anders zou ze haar verraden. Nina loopt verder de kamer in en achter haar worden de deuren weer gesloten. Naast de stoel waar Erika zit staan nog twee bewakers. Nina heft haar handen op en snoert hen de mond met een touw dat zich om hun monden heen wikkelt. Daarna loopt ze naar Erika en pakt haar uit de stoel. ‘Erika wil naar huis.’ zegt Erika terwijl ze haar armpjes om haar zusters nek heen legt. ‘We gaan zo naar huis.’ stelt Nina haar gerust. ‘Maar eerst nog wat anders.’ Ze bind de mannen vast en zorgt ervoor dat ze niet kunnen schreeuwen om alarm te slaan. Ook zorgt ze ervoor dat ze alleen de waarheid spreken. Daarna verwijdert ze de touwen van hun gezichten. ‘Waarom hadden jullie mijn zusje ontvoerd?’ vraagt ze, met haar handen klaar om in de aanval te gaan. ‘Zij is De Uitverkorene. Ze moet later over de wereld heersen. Ze is machtig genoeg om de hele wereld onder de macht van de tovenaars te laten buigen. Wij willen heersen over de hele wereld. Iedereen zal merken hoe machtig wij zijn!’ antwoord een van de mannen. ‘Als zij De Uitverkorene is zal zij inderdaad heersen, maar niet op een slechte manier. Ze zal iedereen in de wereld gelijk houden, net als onze vader doet. Hij was De Eerste Uitverkorene en nu Oppertovenaar.’ zegt Nina. ‘Jullie plan is mislukt, omdat jullie geen rekening houden met Zij-Die-Met-De-Handen-Toveren. Heel dom. We zullen er nu voor zorgen dat Erika nooit meer alleen blijft. Vaarwel en tot nooit weer ziens.’ zegt ze en ze klapt in haar handen.
Als ze weer thuis zijn zit Marleen op de bank te huilen. ‘Mama!’ roept Erika. Marleen kijkt op en rent naar haar dochters. Ze neemt Erika van Nina over en sluit haar in haar armen. ‘Mijn liefje, je bent weer thuis.’ zegt ze. ‘Goed gedaan, Nina. Ik ben je eeuwig dankbaar.’ Ze kust haar oudste dochter op haar voorhoofd. ‘Nu zijn we weer allemaal bij elkaar.’ Nina is blij dat het haar gelukt is. Haar moeder is trots op haar, en ze is ook trots op zichzelf. Vroeger dacht ze niet aan Erika te kunnen wennen, en nu had ze bewezen dat ze echt van haar hield door haar eigen leven voor haar te riskeren. Nina was zielsgelukkig.
Jaren later heerst Erika over het heelal, net als haar vader voor haar gedaan had. Met rechtvaardigheid. Nina is haar Eerste Beschermer en Eerste Raadgever. Het heelal leeft in vrede en iedereen is gelukkig op zijn eigen manier.
Aantal keer bekeken: 3373
Waardering: 5.55 op 10
Geef een cijfer:
Totaal categorieën: 10
Totaal 289 bezoekers online
Verhalen
Wilt u een verhaaltje lezen uit één van de onderstaande categorieën? Klik dan gewoon op een categorie en u komt op de pagina met de verhalen van deze bepaalde categorie.- blunders
- dieren verhalen
- erotische verhalen
- griezel verhalen
- humor verhalen
- kinderverhalen
- liefdes verhalen
- sex verhalen
- spannende verhalen
- sprookjes
Verhalen posten
Hebt u zelf een verhaaltje geschreven? Of een onvergetelijke blunder tegengekomen, of iets anders. En je wilt er anderen mee amuseren, lezen? Met verhalenlezen.nl kan dat geen probleem zijn. Klik hier om een verhaal te posten!Statistieken
Totaal verhalen: 5184Totaal categorieën: 10
Totaal 289 bezoekers online